Graf 41 Sake Meintes Visser

___________________________________________________________

Sake Meintes Visser, koopman, landbouwer, * 06-03-1772 Wartena, † 01-04-1843 Akkrum, 71 jaar x 03-10-1813 Akkrum Suster Synes, landbouwersche, * 14-09-1765 Akkrum, † 22-10-1845 Akkrum, 80 jaar

Suster Synes was ook bekend onder: Zuster, Sijnes

  

Sake Meintes Visser was een liefhebber van paarden.
De door zijn paarden gewonnen prijzen werden bewaard in een prijzenkast. De prijzenkast bevind zich in depot van het Fries Museum?

Zijn vaste pikeur Wouter Piekes van der Meulen, achterneef van zijn echtgenote, behaalde voor hem vele gouden en zilveren zwepen en andere prijzen.
Het bekendste paard was: “De Nette”


Dit schilderij hangt in het Fries Museum met als datering 1825-1835. Indien deze datering klopt dan zou het voor de hand liggen dat de draver Nette is afgebeeld.
Op de achtergrond is de boerderij van Sake Meintes Visser en Suster Synes afgebeeld. Met zwarte dakpannen zijn de letters: S M V gevormd.

De schilder is niet bekend, misschien Jan Rijk Matthijssen, die ook het paard “Goliathvan H. W. J. Torringa geschilderd heeft.

Het paard de Nette is niet door Sake Meintes Visser gefokt, maar werd eind augustus 1839 door hem van de landbouwer B.J. Hemmes te Niewolda (provincie Groningen) gekocht voor de stevige prijs van f 1200 (thans ca € 12.500)!

Op 22-08-1839 won de Nette van B.J. Hemmes te Scheemda “eene extra fraaije Albasten Pendule met twee dito Bloemvazen“. De premie, “een briljant gouden Zakhorlogie” werd toegekend aan H. Torringa te Zuurdijk  als eigenaar van het paard de Princes. Aan deze draverij deden 10 met roem bekende harddravers uit de provincie Groningen mee.

___________________________________________________________

Bruidegom Sake 41 bruid Suster 48 jaar
Getuigen huwelijk: Cornelis Sybrens Mulder, 41 jaar, veldwachter; Freerk Johannes Langweerstra, 41 jaar, boode; Symen Willems van der Veer, 26 jaar, koopman; Sybren Pieters Hoytema, 22 jaar, griffier; alle woonachtig Akkrum [] de moeder van de comparant heeft verklaard niet te kunnen schrijven

Uit het huwelijk Visser-Synes zijn geen kinderen geboren

Op 22-02-1843 heeft Sake op zijn ziekbed belijdenis gedaan voor de Hervormde Gemeente Akkrum:
DTB Akkrum 1843:  Na afgelegde belijdenis des gelooft op het ziekbed is op den 22 Febr: als Lidmaat van de Hervormde Gemeente alhier aangenomen: de Heer Sake Meintes Visser in den ouderdom van 70 jaar

Aangevers overlijden Sake: Jan Dirks Jager, 40 jaar, arbeider en Joseph Herman Joseph Niemarkt, 37 jaar, linnenwever, beiden wonende Akkrum
Aangevers overlijden Suster Synes: Jan Dirks Jager, 42 jaar, arbeider en Jozef Herman Jozef Niemarkt, 40 jaar, linnenwever, beiden wonende Akkrum

Ouders Sake: Meinte Sjoerds, praamschipper, schipper, begraven 10-01-1811 Akkrum, 69 jaar x 04-09-1757 Oldeboorn Nes Sytske Jans, beide overleden Akkrum

Ouders Suster: Syne Gerrits x 10-07-1757 Grouw bevestiging huwelijk Antje Piekes
Antje Piekes had een zuster Geeske Piekes die huwde met Sjouke Hijlkes, uit welk huwelijk ondermeer geboren werd een zoon Pieke Sjoukes van der Meulen, die gehuwd was met Trijntje Wouters, uit welk huwelijk geboren werd Wouter Piekes van der Meulen

Suster Synes en Pieke Sjoukes van der Meulen waren dus neef en nicht.
Wouter Piekes (Piekes) van der Meulen was dus een achterneef van Suster Synes 

DTB Grouw 1757: Sijne Gerryts, wonende Akkrum en Antje Pykes, wonende Akkrum
DTB Lidmatenregister Doopsgezinde Gemeente Akkrum 1763: Antie Piekes Synne Gerrits vrou met Attest aangenomen van grouw de 4 Jan 1763
DTB Lidmatenregister Doopsgezinde Gemeente Akkrum 1764: Synne Gerrits de 20 Maij 1764 gedoopt op belijdenis

___________________________________________________________

Suster Synes trouwde op 11-09-1785 gehuwd met Jentie/Jentje Klaszes de Groot,  koopman, † 19-07-1812 Akkrum, 49 jaar, huis No 30

Aangevers overlijden Jentje: Adam Wijtzes de Boer en Gerhardus Lubbring, buurmannen, beiden wonende Akkrum [] de laatst genoemde heeft verklaard niet te kunnen schrijven
Ouders Jentje: Klaas Jentjes, koopman x 19-09-1762 Grouw Antje Pieters, wonende Grouw
DTB Grouw 1785: 04-09-1785 Grouw, 3e proclamatie; attestatie naar Akkrum; bruidegom woonde in Grouw en bruid in Akkrum
DTB Akkrum en Terhorne 1785: 11-09-1785; bevestiging huwelijk Jintje Clases de Groot, wonende Grouw en Suster Fijnes, wonende Akkrum
DTB Akkrum en Terhorne 1799: Den 17 April zijn tot Lidmaten der Gemeente van Akkrum aangenomen: Zuster Sijnes []


Dagblad van het Departement Vriesland

___________________________________________________________

Suster Synes heeft meerdere testamenten gemaakt:
– 15-12-1809 verleden voor notaris Jan Carel Kutsch te Leeuwarden
– 07-05-1813 herroeping verleden voor  notaris Jan Carel Kutsch te Leeuwarden 
– 21-05-1814 Suster Synes heeft meerdere testamenten gemaakt:
– 16-08-1826 verleden voor notaris Pieter Tadema te Akkrum
– 15-12-1809 verleden voor notaris Jan Carel Kutsch te Leeuwarden
– 07-05-1813 herroeping verleden voor  notaris Jan Carel Kutsch te Leeuwarden
– 21-05-1814 verleden voor notaris Daam Fockema te Leeuwarden
– 16-08-1826 verleden voor notaris Pieter Tadema te Akkrum
– 20-04-1843 verleden voor notaris Wijbren Evertsz Arend te Oldeboorn
– 07-06-1843 verleden voor notaris Cornelis Wiersma te Leeuwarden

Voor mij Meester Cornelis Wiersma, Notaris, residerende te Leeuwarden, Provincie Vriesland, is gecompareerd.

Mejuffrouw Suster Sijnes, voorname erfgezetene en landbouwerscue, woonende te Akkrum, weduwe van wijlen den Heer Sake Meintes Visser, en mij Notaris bekend. []
Ik testatrice legateer []
Aan de afstammelingen van mijnen wijlen neef Pieke Sjoukes van der Meulen, eene som van vierduizend Gulden, doch hieronder niet te begrijpen Wouter Piekes van der Meulen hierna genoemd, noch zijne descendenten []

Aan Wouter Piekes van der Meulen en zijne vrouw Janke Kerstes de Jong, de thans bij hun van mij in huur zijnde Zathe en Landen met huizingen en Schuur Nummer 140 te Akkrum, alles zoodanig dezelve tegenwoordig bij hun in gebruik is, doch zullen zij daarvoor aan mijnen boedel moeten uitkeren de som van negen duizend Gulden (afgegeven bij akte op 27-09-1848 verleden voor notaris Jacob Sibles Bokma te Akkrum) []

Eindelijk benoemd ik onder bezwaar van voldoening van het hiervoren gemaakte, tot mijne eenige en algeheel erfgename, van al het overige mijner nalatenschap niets daarvan uitgezonderd, Janke Annes Annes, huisvrouw van Rinse Wiebes van der Vegt, thans bij mij inwonende te Akkrum
Ik verzoek mijne gemelde erfgename om de gouden en zilveren zweepen en verdere prijzen met de harddraverij gewonnen, en in mijnen boedel aanwezig, niet te vervreemden, maar op den tegenwoordige voet te houden en te onderhouden, evenzeer als om de tegenwoordige inrichting van de huishouding te bewaren en aan de bij mij in gebruik zijnde panden geen veranderingen te maken.
[]
Verder wil en begeer ik, dat wanneer een of eenige mijner bloedverwanten in deze genoemd, die ab intestato regt op mijne nalatenschap zouden hebben of pretenderen te hebben, zich tegen deze mijne uiterste wilsbeschikking hetzij in of buiten regten mogten verzetten, de zodanige verstoken zal of zullen zijn van het aan hun gelegateerde, evenzeer als ook de bloedverwanten en erfgenamen volgens de wet, van mijnen wijlen man Sake Meintes Visser vervallen en verstoken zullen zijn van het aan hun bij dit testament gelegateerde, wanneer zij zich of mogten verzetten tegen het testament door hem gemaakt, en door zijn overlijden bekrachtigd, of wel wanneer zij eenige vordering mogten doen wegens het beheer, hetwelk mijn wijlen man van de nalatenschappen zijner wijlen ouders moet hebben gehad. []
Ik benoem tot executeur testamentair, of uitvoerder van dezen mijnen uiterste wil, alsmede tot bewindvoerder van het kapitaal, waarvan het vruchtgebruik aan Sieuwe Meintes Visser is gelegateerd, als ook verder van alle kapitalen, die ten gevolge mijn overlijden aan minderjarigen mogten ten deel vallen, en zulks gedurende dezelve minderjarigheid, den Heer Wijbren Arend Evertsz, Notaris en Secretaris, wonende te Oldeboorn, en zulks zonder dat hij voor dit beheer zekerheid zal behoeven te stellen.
Ik geef hem het regt van bezitneming van alle de roerende en onroerende goederen, die mijne nalatenschap zullen uitmaken, zolang hij zulks voor de volledige uitvoering mijner beschikkingen nodig zal achten, doch zal mijne benoemde erfgename dadelijk in het bezit en genot treden van de thans bij mij in eigen gebruik zijnde huizinge en daarachter staande en gelegene boerenplaats, met de inboedel in voorschreven huizinge en boerderij zich bevindende, daaronder begrepen de levendige have, boerenreeuw en gereedschappen tot denzelve behoorende; voorts van de tuin en koepel en van de stal en het wagenhuis met hetgeen daarbij behoort. []
En bijaldien er onverhooptelijk eenigen twijfel omtrent de uitvoering der bepalingen van dit testament mogte geboren worden zullen zoowel mijne algeheele erfgename als de bijzondere legatarissen zich wederkeerig van de beslissing van den executeur testamentair en bewindvoerder moeten onderwerpen, zonder honger beroep, bij gebreke van zulks te doen, zal het aan hun respectievelijk gemaakte komen te vervallen, en bekeeren aan de Diaconie der Hervormde Gemeente en de Algemeene Armen te Akkrum, ieder voor de helft.
Dit opstel aldus in gereedheid gebragt zijnde, heeft de Testatrice, alvoorens de voorlezing daarvan is geschied, haren wil nader zakelijk, in tegenwoordigheid der twee hierna genoemde en mede aanwezige getuigen, opgegeven; waarna ik Notaris, in tegenwoordigheid der beide getuigen, haar heb afgevraagd, of het voorgelezene haren  uitersten wil bevattede; waarop de Testatrice, dewelke aan mij Notaris en de getuigen gebleek hare verstandelijke vermogens ten volle magtig te zijn, dadelijk toestemmend antwoord gaf.
Aldus gedaan en gepasseerd binnen Leeuwarden ten huize van mij Notaris heden den zevenden Junij des Jaars eenduizend achthonderd drieenveertig, in tegenwoordigheid van Jan Jacobus Spijkerman, winkelier, en van Wopke Ruurd Sjerps, huisschilder, beide woonende te Leeuwarden, als mij Notaris bekende getuigen, dewelke getuigen, met de Comparante Testatrice en met mij Notaris, deze minute, na algeheele voorlezing hebben geteekend.

 handtekening Suster Sijnes onder het testament

Het testament van Sake Meintes Visser is nog niet ingezien.

Na het overlijden van Suster Sijnes zullen velen bij het openen van het testament teleurgesteld zijn. Dit was voorzien, want indien je je niet neerlegde bij de inhoud van het testament kreeg je niets.
Ook vele wenkbrauwen zullen gefronst zijn toe bekend werd dat de “dienstmeid” Janke Annes van der Vegt-Annes de enige en algehele erfgenaam werd.

In de Friesche Courier van 20-11-1953 en volgende zijn hierover een paar artikelen verschenen, waarbij aangetekend moet worden dat de auteur niet beschikte over het testament van Suster Synes.
“Erfgename; van het overgrootste deel van hun bezittingen wordt een meisje van vier jaar. De ouders van dit kind krijgen het vruchtgebruik van kapitaal en vaste eigendommen. Die ouders waren tevoren „knecht” en „meid” geweest bij de boer en zijn vrouw. Het dorpsgeklets begint. Dââr moet wat achter steken. Welnu, wat ligt meer voor de hand dan de veronderstelling, dat de oude boer niet vrij van zijn dienstbode is geweest en dat hij om de gevolgen te dekken, zijn knecht de meid laat huwen? En dat het jonge paar als contraprestatie een vermogen toegestopt krijgt? Zo heeft de volksmond gefluisterd, zo spreekt bij wijlen nóg de volksmond uit overlevering van oerpake en -beppe, die in hun tijd immers die en die mensen zo goed hebben gekend en er alles van hebben afgeweten Want het gerucht sterft bijna nooit. Al mag het jaren slapen — bij tijd en wijle wordt het weer tot nieuw leven gewekt. Totdat de eeuwen het eindelijk doen vergeten.” []

Er kan een bevredigende verklaring worden gevonden voor de royale testatie: n.l. dankbaarheid voor goede diensten en trouwe verzorging van een paar bejaarde mensen en erkentelijkheid voor het „vernoemen” van de oude boerin.

Janke Annes was al jaren bij de familie Visser in dienst geweest als een ijverige en hulpvaardige meid in huishouding en boerderij. Ze was 14 Jan. 1800 te Akkrum als schippersdochter geboren en mogelijk al als lytsfaem bij de Vissers gekomen. Haar verhouding tot haar „boer” en „vrouw” zal wel van vriendschappelijke, vertrouwelijke aard zijn geweest. Janke was al niet jong meer. Ze moet al verkering hebben gehad met Rinse van der Vegt. Kan het zijn, dat Sake en Suster op een huwelijk hebben aangedrongen? Ze waren kinderloos en hadden geen verplichtingen jegens familieleden en wilden hun bedrijf graag in goede handen overdragen. []

Hoe het zij: Rinse en Janke trouwden, kregen een dochter en noemden haar Suster, naar hun boerin. Is dat tactiek geweest, of hebben ze gehandeld in overleg met hun meesters? Het testament van Sake Meintes en zijn vrouw is onvindbaar. Onder de minuten van de notarissen te Akkrum, Oldeboorn, Heerenveen en Grouw uit de jaren 1841—1845 is het niet meer aanwezig. Het is natuurlijk mogelijk, dat Sake Meintes het een verder af wonende notaris in handen heeft gegeven. Vast staat echter wel, dat de kleine Suster een vermogen heeft meegekregen van Sake Meintes en Suster Synes, en dat Rinse en Janke boer en boerin werden op de kapitale plaats met de gladde letters SMV in het dak van de schuur. In de kleine dorpse samenleving bracht deze testamentaire beschikking de nodige deining. Gevoelens van jalouzie kwamen boven. Het „gerucht” deed de ronde.
Ook een rijmpje, waarvan de gal afdroop….
Rinse van der Vegt,
 was eerst een arme boereknecht,
 Nu is hij een rijke heer
 en kent geen arme mensen meer“.

In het artikel werd aangenomen dat Suster van der Vegt, de dochter van Janke Annes Annes en Rinse Wiebes van der Vegt de erfgename was.
De schrijver van het artikel had echter in 1953 niet de beschikking over het testament.

Hoe dan ook, Suster van der Vegt erfde van haar ouders de van Sake Meintes Visser en Suster Sijnes afkomstige goederen. Zij is de door Suster Synes aan haar ouders opgelegde plicht tot bewaring van die goederen en de prijzenkast net als haar ouders nagekomen. Al die goederen en die van haar ouders heeft zij ondergebracht in de Stichting Welgelegen te Akkrum.
Eén uitzondering heeft zij gemaakt door de prijzenkast met inhoud te schenken aan het Fries Museum te Leeuwarden.
Zal zij dit onder de bepaling gedaan hebben dat de prijzenkast met inhoud goed onderhouden moet worden en niet vervreemd mag worden?

___________________________________________________________

Terug naar Goliath