Klaas Jans Beukma | beschrijving door J.S. van Weerden

___________________________________________________________

Daar Beukma in zijn tijd een bekend persoon was, mogen hier enkele mededelingen over hem volgen.
Hij was een lid van de in het noordwesten van onze provincie zeer verspreide familie Boukema; enkele leden daarvan noemden zich ook Buikema, Beukma of Beuckma.
In 1789 werd hij geboren als zoon van Jan Mennes Beukema en Geertruida Luies Dijkhuis, landbouwers op Midhalm, onder Vierhuizen. In 1816 trouwde hij te Eenrum met Aafke Willems Smit, die echter reeds in 1825 stierf.
In 1814 had hij de boerderij Castor te Zuurdijk van de erven Marten Aedsges Teenstra gekocht. Het was een talrijke, huishouding, die deze boerderij bewoonde, het Bevolkingsregister 1830 maakt er melding van.

Behalve Klaas Jans Beukma en zijn 4 kinderen Jan, Willem, Kornelis en Geertruida resp, 12, 10, 8 en 6 jaar oud ware er nog een huishoudster, drie knechten en twee, meiden. Een boerengezin had dus toen wel een geheel andere samenstelling dan tegenwoordig nu dikwijls geen enkel inwonend lid van het dienstpersoneel meer aanwezig is.

In 1835 emigreerde Beukma naar Amerika, nadat, hij zijn boerderij verkocht had aan Freerk Jans Hekma en Anje Gerrits Allershoff. Het was geen financiële noodzaak, die hem het Wijde water deed oversteken. Wel had hij bij de verkoop een aanzienlijk verlies geleden. In 1814 had hij Castor gekocht voor ± 38.000 gld. en bij de verkoop daarvan ontving hij slechts 18.000 gld. terug.
Het was meer de onvrede met de toenmalige regeringsvorm, die hem de toevlucht deed zoeken in het vrije Amerika, waarheen hij zich met zijn gezin op 28 mei 1835 te Hellevoetsluis inscheepte om op de 23ste juli van dat jaar te Nieuw York aan te komen. Zijn leven en werken in Amerika heeft hij in een drietal reisbrieven uitvoerig beschreven Na veel wederwaardigheden zette hij zich tenslotte met zijn gezin neer in de staat Indiana, aan de rivier Wabash, waar hij de landbouw ging uitoefenen. Nog éénmaal, in 1847, is hij in het vaderland teruggeweest.
Na zijn bezoek hier ging hij in Bremerhaven opnieuw scheep naar het verre westen; vier van zijn vrienden, Cornelis Ipes Borgman, Renne Dijkhuis, Klaas Reinders en M. Sytsma deden hem tot daar uitgeleide. Van hun wederwaardigheden op die tocht, die van 23 juni tot 1 jul1847 duurde, heeft de eerste een uitvoerige beschrijving gegeven.

Reeds eerder is medegedeeld, dat Klaas Jans Beukema, de eigenaar en bewoner van de boerderij Castor te Zuurdijk de voorzitter was van de Afdeling Leens van de Maatschappij ter bevordering van het Algemeen Welzijn. Hij behoorde tot het in de Marne zo bekende geslacht Beukema ofschoon hij zich Beukma noemde. Zijn broer te Baflo gebruikte de naam Beuckma een bewijs, hoe weinig vast de familienamen in die tijd nog waren; ook de Buikema’s behoorden tot dezelfde groep.

Klaas Jans Beukma was in de bovengenoemde Maatschappij de drijvende kracht; na zijn vertrek naar Indiana is ze dan ook spoedig opgeheven.
In een brief d.d. 10 april 1839 schreef Bronno Dijkhuis boer op “Onrust“, in een brief aan zijn in Amerika vertoevende neef Klaas Jans, dat ze na diens vertrek al schielijk in verval was gekomen, en daarmede ook de afdeling Leens. Nadat de penningmeester daar, de heer N. Bolt, rekening en verantwoording had gedaan, werden haar bezittingen verkocht en de kasgelden onder de leden verdeeld. Ieders aandeel was overigens maar een paar stuivers geweest; een stempel was in het bezit van Bronno Dijkhuis gekomen.

___________________________________________________________

Terug naar Gedenksteen Aaltje Beukma-Smith