___________________________________________________________ |
Maandag den 15 Juny ’68.
Lieve kinderen, en tante Johanna !
Hoe gaarne ik wel wat in deze schoone en drukke stad zou willen rondloopen, is dit mij toch bijna onmogelijk om de last die ik heb in mijn linkervoet, zoodat ik mijne laarzen in ’t geheel niet dragen kan. Ik ben dezen voormiddag even uit geweest, in gezelschap van eenen J. van der Poel uit de Haarlemmermeer polder, en heb aan het stoomschipkantoor waarmede ik scheep ga mijn papieren van Prins [] laten viseren en verwisselen, en heb alles wel in orde bevonden. Deze van der Poel, is ook naar New York bestemd met een huisgezin van tien kinderen, die hij dezen namiddag hier verwagt. Hij heeft een zeer beschaafd voorkomen, maar waarom hij zijne kinderen een 14 dagen is vooruit gereisd heeft hij mij tot nog toe niet willen mededeelen, maar ik heb gedurende mijn verblijf alhier zeer goed gezelschap aan hem. Hij vertrekt met een ander stoomschip als waarmede ik reis.
Dit logement is zoo wat half Duitsch half Engelsch, met juist van de eerste klasse, maar toch zeer voldoende. Morgen namiddag moet ik om 3 uur aan boord zijn.
Het is mij nu eene aangename tijdkorting nog eenigen tijd met u te kunnen onderhouden. Ik hoop dat ook gij van tijd tot tijd nog eens aan mij zult denken. Lieve Cornelis een mijn lieve Menno, hoe gaarne zou ik mij nu nog eenige tijd bij mij hebben, en u doen verbazen op eene wandeling door deze rijke en drukke stad, gaarne zou ik mij dan eenige last in mijne voeten getroosten. Ik heb straks een paar zachte pantoffels gekocht, die vrij wat gemakkelijker vallen dan de laarzen.
Ik heb u nog niet medegedeeld dat wij gedurende ons verblijf in Londen ook de wijd bekende Tower hebben bezogt, waarvan Ipe u de wonderen wel eens zal mededelen.
Met de tafel in de Engelsche logementen kon mijn gezelschap zich zeer wel verenigen, en de slaapgelegenheid is zonder uitzondering uiterst netjes en bijna elegant, in de duitsche en hollandsche logementen is dit een en ander op verre na zoo goed niet. In Londen hadden wij een logement van eenen Tiddens uit Groningen.
Mijn gezelschap is mij op reis zeer wel bevallen, en allen waren steeds wel gehumeurd, maar niet een was er bij die zich naar de ongewone en soms onbevallige omstandigheden, beter kon schikken dan Torringa, die mij op reis werkelijk uitmuntend bevallen is.
Maar K Borgman en Tebbens zijn ook wel gehumeurde snaken en falen zelden om het gezelschap door eene koddige aanmerking te verfrisschen, en Jan Zijlma steeds zoo woordenrijk dat de menschen hem met verbazing aanstaarde, en mij wel eens door de Engelschen werd gevraagd of zijne vlugge spraak voor mij verstaanbaar was.
Ipe heeft zoo veel van de taal geleerd dat hij zich in de meeste gevallen desnoods kan redden, tenminste zoo het gevoel niet al te druk is, en de menschen wat geduld oefenen.
Hartelijk hoop ik dat gij tezamen gelukkig moogt leven, en dit kunt gij mijne lieve kinderen, het best helpen bewerken door uwe goede tante altijd de stipste gehoorzaamheid te betoonen, en onderling elkander liefde te betoonen en toegevend te zijn, altijd bedenkende dat het beter is eens onrecht te lijden dan zich daaraan schuldig te maken. Vergeet niet ook Jantje van mij te groeten, en gedenkt allen in toegenegenheid.
Wm Beukma.
___________________________________________________________
Roelf Eijes Torringa en Willem Beukma waren tot 1835 buurjongens van elkaar geweest. Roelf Eijes woonde op de boerderij “Stoepemaheerd” en Willem op “Castor“.
De reisgenoten van deze reis waren:
Willem Beukma (1819 – 1893), Klaas Borgman (1816 – 1876) van Oud-Bocum te Kloosterburen en diens zoon Ipe Borgman (1852 – 1873), Jan Zijlma (1824 – 1907) van “‘t Huis Ewer” te Zuurdijk en Hendericus Warendorp Tebbens (1823 – 1899) van “Oldeheem” te Niekerk en Roelf Eijes Torringa (1824 – 1885) van “Hayemaheerd” te Zuurdijk.
Willem Beukma en Klaas Borgman waren neven.
Hendericus Warendorp Tebbens was gehuwd met Hilje Ennes Bazuin, die een zuster was van Itje Ennes Bazuin, de 1eechtgenote van Roelf Eijes Torringa. Zij waren zwagers en bovendien neven. Rena Jannes Torringa, de moeder van Hendericus Warendorp Tebbens was een zuster van Hendericus Warendorp Jannes Torringa, de vader van Roelf Eijes Torringa.
Jan Zijlma was een broer van Annetta Geuchina Zijlma, de 2eechtgenote van Roelf Eijes Torringa en tevens hun buurman.
In alle geschriften en publicaties over Roelf Eijes Torringa, Hendericus Warendorp Tebbens en Jan Zijlma is nimmer de reis naar en door Engeland vermeld.
___________________________________________________________ |
Naar Brief 14-06-1868
Naar Reisverslag rondreis Engeland
Naar Brief 01-07-1868
Naar Brieven Klaas Jans Beukma, zonen Jan, Kornelis, Willem Beukma en schoondochter Hillechien Beuckma