Brief 14-06-1868 Willem Beukma

___________________________________________________________

Liverpool, Zondag den 14 Juny 1868.
Mej. Johanna G. Beuckma, Baflo. 

Geliefde Zuster ! Mijne dierbare Kinderen !

Gisteravond zijn wij alhier aangekomen, en dezen morgen om half tien is mijn gezelschap weer van hier op spoor gegaan op Londen.
Rampen of tegenheden hebben wij op onze reis nog niet beleefd, hoewel ons horen en zien soms bijna moest vergaan bij al het gewoel dat wij ondervonden. Men kan met een enkele oogopslag wel bemerken dat het Engelsche volk niet lui is van aard.

Nu wil ik even aanstippen welke route wij gepasseerd zijn. Van Groningen redden wij per spoor op Harlingen, alwaar wij overnachtten in een Logement. Torringa, Tebbens en J. Zijlma waren te Zuidhorn bij ons gekomen.

Van Harlingen kwamen wij om negen uur, Zaterdagmorgen, per stoomboot Hollandia op reis naar Londen, alwaar wij Zondagmiddag aankwamen. Wij hadden een heel pleizierig zeetoertje en mooi weer. Onze boot had om de 1500 schapen, benevens een partij kalver en grooter vee aan boord, die een eindwegs vóór Londen aan een hoofd werden ontscheept. De gezigten langs de Thamesrivier zijn soms zeer prachtig en indrukwekkend, tenminste, mijn gezelschap was steeds in de opgetogenste verrukking, maar niet minder groot was hunne verbazing toen zij de drukte en het trotschen aanzien van de stad Londen aanschouwden, waarvan men door eene beschrijving altijd nog maar een zeer flaauw denkbeeld kan mededeelen.

Maandagmorgen gingen wij per spoor naar de veemarkt, en ’s namiddags naar Sydenham, waar nu het tentoonstellingspaleis is ’t welk uw broeder M. heeft bezogt. Men kan zich bij een bezoek daar naar toe bijna niet meer verbeelden dat men zich in de tegenwoordige wereld bevind; evenzoo bij ons bezoek naar Cremorne Gardens, Regent Park en de Zoölogische tuin. Des avonds bezogten wij het Amphitheatre in Holbornstreet.

Woensdag zijn wij verder op reis gegaan per spoor over Colchester, waar wij wijder nachts vertoefden, en verder over Ipswich, Norwich, Dereham en Lynn, naar Suttons Bridge, waar wij weer overnachtten. Verder over Boston, Lincoln tot nabij Grimsby aan de mond van de Humberrivier. Hier digt bij zijn wij naar een veefokker geweest alwaar wij uitmuntend vee en schapen vonden en waar Torringa een vaars en een kalf aankogt.
Daarop zijn wij naar Hull gestoomd, alwaar wij overnachtten. Den daarop volgende dag, Zaturdag, reisden wij over Leeds naar Lancaster, de eerste eene groote en belangrijke fabrieksstad, de laatste een akelig en armoedig doolhof, de naarste plaats die wij hebben bezogt. Hier kort bij woont de heer Houston, vroeger een fokker van veredeld vee, maar nu naar het scheen een verarmd boeltje, alwaar naauwelijks een goed stuk vee kon worden vertoond.

Vandaar spoorden wij op Liverpool, en nadat mijn gezelschap dezen morgen eene wandeling langs de haven hebben gemaakt, en ook aldaar het groote stoomschip den “Great Eastern” hebben aanschouwd, heb ik hen na het ontbijt weer naar de spoortrein afgelevert, en zullen zij namiddag weer in Londen zijn.
Cornelis kan met tante en de nichtjes de route nu wel eens op de kaart nagaan, dan hebt gij eenig denkbeeld welke ronde wij gemaakt hebben.

De reis is tot nog toe zeer genoegelijk geweest, en zonder tegenheden, maar doordien wij soms nog al wat moeten loopen over straatsteenen en grind, heb ik weer meer last gekregen in een mijner voeten, zoodat ik blijde ben dat het gesjouw vooreerst weer ten einde is, en eenige rust kan hebben.
Hier in deze drukke stad Liverpool zit ik even rustig in een ruim bovenvertrek van mijn logement als bij u te Baflo, maar het is nu ook Zondag, en de Engelsche natie is een zeer streng Zondagvierend volk.
Overmorgen zal ik scheepgaan.
Als gij dezen ontvangt zal ik mij reeds op het ruime sop zijn. Laat mijne lieve Cornelis, en mijne niet minder lieve Menno dan nog eens aan Papa denken, en de omstandigheden eens met elkander vergelijken. 

Ik heb gezegd dat wij nog geen rampen hadden ondervonden, en toch moet ik betuigen dat onze reis met eene omstandigheide is begonnen die mij al groote smart gegeven heeft. Het pakje ’t welk mij op het laatste oogenblik werd medegegeven door Cornelis om te bezorgen aan zijne neef te Odell, werd dadelijk bij huis door Ipe aangenomen en is bij onze aankomst te Groningen in de wagen blijven liggen en naar Bokum teruggegaan. Daar de wagens bijna oogenblikkelijks weer terug ging en ons maar even voor de deur van Niehof afliet, kwam mij het pakje even te laat weer in gedachten, en het kan dus niet mede. Het smart mij zeer dat ik Cornelis met zijn werk en schrijven zoo heb moeten teleurstellen, en ook het briefje van tante Johanna was daar ingesloten. Cornelis Borgman heeft evenwel op zich genomen, om er zorg voor te dragen daar hij de volgende dag op [] dacht te komen. Leeft met elkander gelukkig en vreedzaam. Indien Tante Roeline genoegzaam belangstelt zal het mij aangenaam zijn haar dezen te laten lezen. Groet haar en mijne lieve nichtjes, Aafke Luiktje en Michielina en houd in minzaam aandenken, de uwen. Wm Beukma

___________________________________________________________

Jan Zijlma noteert in zijn “De Marne” Eene Geschiedkundige Beschrijving:
1868: []
Eerste invoering van veredeld Engels vee, Durham ras, in de Marne te Zuurdijk

In die jaren was er nog geen sprake van het zuiver fokken van een bepaald ras. Binnen één veestapel waren koeien met verschillende kleuren.
Deze koeien werden gekruist met het Durham-ras.
De zuivere fokkerij begon pas vanaf 1874 na oprichting van het Nederlandse Rundvee Stamboek en 1904 het Groninger Blaarkop Rundvee Stamboek.

Op 03-05-1870 was Willem Beukma met een reisgezelschap uit Warffum aanwezig op een veeverkoping te Biddenham in Engeland om koeien te kopen. Er werden 2 stieren gekocht. Klaas Borgman van Oud Bocum wilde dat neef Willem Beukma een vaars voor hem zou kopen, hetgeen door de te hoge prijs niet doorging. Ook de Winsummer Veecommissie  had opdracht gegeven tot de aankoop van een stier. Ook deze aankoop mislukte, de stier werd verkocht naar Noord-Amerika. De te Biddenham gehouden veeverkoop betrof 54 stuks vee leverde meer dan f 45.000 op.

___________________________________________________________

Emigratie Register 1868:
Prins & Zwanenburg, Expediteurs
Groningen en Harlingen
Groningen, den 13 Junij 1868.

Heeren Burgemeester & Wethouders, alhier. 

Het is ons aangenaam u te kunnen berigten, dat in de jongste week zijn afgereisd, via Harlingen, 34 passagiers, destinatie America, die door de heeren Guion & Co te Liverpool, per stoomboot worden geexpedieerd.
Aan ommezijde sluiten wij de omschrijving dezer passagiers, bij.
Met ware achting, WelEed. Heeren!
Uw dw. dn.
Prins & Zwanenburg 

Passagierslijst
[] W. Beukma, Warffum, zonder, 34 jaar
Pieter Wolters, Hornhuizen, timmerman, 24 jaar
Anje van Delden, Hornhuizen, zonder, 21 jaar
Trijntje van Delden, Hornhuizen, zonder, 48 jaar 

In zijn brief van 01-07-1868 noemt Willem Beukma Trijntje van Dellen-de Boer en haar gezin.

___________________________________________________________

Jan Jans van Dellen, landbouwer, dagloner, winkelier, ~ 28-04-1811 Hornhuizen, † 22-04-1863 Hornhuizen, 52 jaar x 06-12-1845 Trientje Jans de Boer, dienstmeid, winkeliersche, * 07-01-1818 Kloosterburen, † ?

Jan Jans van Dellen was van 1841 – 1850 landbouwer op “Almaheerd“, Wester-Aikemapad 2, Ulrum
Bruidegom 34 bruid
Ouders bruidegom: Jan Garmts van Dellen, landbouwer x Anje Jans van Dellen
Ouders bruid: Jan Klasens de Boer, schipper x Trientje Alberts Fongers
Getuigen huwelijk: Jakob Willem Ima, 52 jaar, veldwachter; Ipo Klasens van Dam, 33 jaar, dagloner; Jakob Rennes Rus, 40 jaar, ijzersmit; Niklaas Hendriks Borgman, 25 jaar, zonder beroep, allle wonende te Kloosterburen
Aangevers overlijden Jan: Joost Straat, 23 jaar, zonder beroep, wonende Hornhuizen en Pieter Kremer, 32 jaar, daglooner, wonende Kloosterburen

Kind van Dellen-de Boer:
Anje (Jans) van Dellen, * 20-08-1846 Hornhuizen, huis no 60, † ?

Getuigen geboorteaangite Anje: Jakob Willem Ima, 53 jaar, veldwachter, wonende Kloosterburen en Nicolaas Borgman, 25 jaar, zonder beroep, wonende Kloosterburen 

___________________________________________________________

Pieter (Klaas’) Wolters, timmerman, * 02-11-1845 Warffum

ouders Klaas Pieters Wolters, arbeider x Grietje Pieters Olthof
een oom van Pieter was Sikke Pieters Wolters, timmerman

___________________________________________________________

Naar Brief 15-06-1868
Naar brief 03-05-1886 aankoop vee
Naar Brieven Klaas Jans Beukma, zonen Jan, Kornelis, Willem Beukma en schoondochter Hillechien Beuckma