30-12-1939 Wat er in Nederland gebeurde

___________________________________________________________

30-12-1939 Bredasche Courant 
WAT ER IN NEDERLAND GEBEURDE

Na 25 jaar zag onze regeering zich weer genoodzaakt de mobilisatie af te kondigen voor land- en zeemacht

EEN NIEUW KABINET
Op velerlei gebied ondervindt ons land den nadeeligen invloed van den oorlog | Betaling van tol aan den zeeoorlog
Het thans stervende jaar 1939 mag voor land en volk wel het slechtste jaar genoemd worden na 1918, toen aan den vorigen oorlog een eind was gekomen.
Opnieuw is in Europa de oorlogsfakkel ontbrand en al is Nederland lot dusver gelukkig buiten het wapengeweld gebleven – en we hopen natuurlijk allen vurig, dat evenals in de jaren 1914-1918 ons land ook ditmaal voor erger gespaard zal blijven – in schier elk opzicht en op velerlei gebied ondervindt ons land toch den nadeeligen invloed van den oorlog. 

Reeds op 11 April zag de Nederlandsche regeering zich genoodzaakt in verband met de internationale spanningen ter beveiliging van grens en kust een aantal troepen onder de wapenen te roepen. Bij monde van den toenmaligen minister-president dr. Colijn deed de regeering hiervan per radio het volk kond.
Een paar maanden later bereikte de spanning een hoogte, dat men alom in Europa van een “zenuwenoorlog” sprak. Inmiddels was eerst minister de Wilde uit de regeering getreden en daarna trad het kabinet-Colijn af, niet echter dan na de behandeling in het parlement van het Rapport-Oss, waarin de Kamercommissie een vernietigend oordeel had uitgesproken over het beleid van minister Goseling.
De heer Colijn kreeg daarna opdracht voor de formatie van een nieuw kabinet, maar hij werd daarvan ontheven, omdat hij niet slagen kon.
Doch nadat de nieuwe formateur, dr. Koolen, evenmin tot een oplossing van de regeeringscrisis vermocht te komen, werd andermaal dr. Colijn als formateur aangezocht. Vrij spoedig had hij een zakenkabinet geformeerd, dat tal van uitgesproken knappe mannen telde. Maar een meerderheid in de Tweede Kamer, bestaande uit de R.K., S.D.A.P. en V.-D., wilde dit kabinet niet en liet het na verloop van twee dagen reeds duikelen op de motie-Deckers. Er kwam spoedig een nieuw kabinet, niet echter onder R.K. signatuur, zooals velen verwacht hadden, maar geformeerd door jhr. de Geer, die tegen de motie-Deckers gestemd had. Hij nam in zijn kabinet twee sociaal-democratische ministers op, hetgeen voor de eerste maal was, dat de S.D.A.P. in ons land deel van de regeering ging uitmaken. Op 9 Augustus trad het nieuwe kabinet in functie, juist twee dagen, nadat geheel Nederland den nationalen feestdag had gevierd, ter gelegenheid van het feit, dat op 5 Augustus te Soestdijk Prinses Irene Emma Elisabeth was geboren.
Het nieuwe kabinet deed niet, wat het oude gedaan had, het stelde zich niet voor aan de Kamer.
Maar van de verschillende ministers werd dra het uiterste gevergd, als gevolg van de internationaal politieke verwikkelingen, welke met den dag grooter werden en onheilspellend in de richting van een nieuwen oorlog wezen.
Mobilisatie
Op 25 Augustus gelastte de regeering de voormobilisatie en vier dagen later kondigde zij de mobilisatie af. Zelfs toen nog hoopte men, dat het afschuwelijkste, dat denkbaar is, de oorlog, Europa zou voorbijgaan. Alle hoop bleek echter ijdel: op 1 September marcheerde het Duitsche leger Polen binnen en twee dagen daarna verklaarden Engeland en Frankrijk aan Duitschland den oorlog. De mobilisatie in ons land ging gepaard met vordering van auto’s en paarden, met de afkondiging van noodwetten en bracht voorts nog dit ongerief voor het publiek, dat eerst op den dag van de algemeene opkomst van leger en vloot en daarna gedurende twee dagen voor de concentratie der troepen het geheele treinverkeer werd stil gelegd. Daarna hebben we het eenige weken lang met een beperkte spoorregeling moeten stellen, maar met de inwerkingtreding van den winterdienst op 15 October gingen de treinen weer normaal rijden. Dat het luchtverkeer van den oorlogstoestand veel nadeel ondervond, was als van zelf sprekend en aanvankelijk kwam het geheele luchtnet van de K.L.M. stil te liggen. De Indië-dienst werd echter spoedig weer hervat, waarbij Napels als begin- en eindpunt werd gekozen. Hoewel de K.L.M. met tal van moeilijkheden had te kampen – een groot deel van haar personeel, waaronder tal van piloten, is gemobiliseerd – slaagde zij er na korten tijd in de verbindingen met Brussel en Malmö te herstellen en sinds eenigen tijd vliegt ze ook al weer een paar malen per dag op Engeland. 

Distributie- en stamkaart 
Tijdens den vorigen oorlog is de regeering er eerst na verloop van een paar jaren toe overgegaan de eerste levensmiddelen te distribueeren, maar om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn, trof ze nu van stonde af aan allerhande maatregelen. Eerst werd de Nederlandsche bevolking in het bezit gesteld van een algemeene distributiekaart en vervolgens van een stamkaart, terwijl de regeering tegen hamsteren en prijsopdrijving, voor zoover in haar vermogen lag. met kracht optrad. Tot dusver worden alleen suiker en erwten gedistribueerd, maar het is heel wel mogelijk, dat straks nog andere levensmiddelen zullen volgen. De automobilisten waren, omdat het benzine-verbruik beperkt moest worden, gedurende eenige Zondagen gedwongen hun wagens in de garage te laten staan, maar van dit inconvenient zijn ze inmiddels reeds weer verlost. Ons land is door den oorlogstoestand zwaar getroffen, omdat handel en scheepvaart sterk aan banden zijn gelegd. Erger is nog, dat ons volk reeds zooveel zware offers aan den oorlog heeft moeten brengen. 
De marine treurt om het verlies van de mijnenvegers Willem van Ewijck en Jan van Gelder, waarbij 36 opvarenden den dood in de golven vonden. 
Aan den zeeoorlog heeft Nederland ook z’n tol te betalen, want de koopvaardijvloot heeft al menig schip verloren, gestooten op een mijn of getorpedeerd door een duikboot. 
Herinnerd mag o.m. worden aan de rampen van de “Spaarndam”, de “Mark”, de “Binnendijk”, de “Sliedrecht”, de “Spaarndam” en de “Simon Bolivar”, waarbij, ver over de honderd menschen het leven lieten.
In Mei bracht onze Koningin een bezoek aan België, waar Haar een luisterrijke ontvangst ten deel viel. Zeker zal toen niet beseft zijn, dat weinige maanden later Koning Leopold in ons land zou komen, niet voor een gewoon bezoek, maar voor een ernstige bespreking ten einde een vredespoging te ondernemen.

Aanbod, van goede diensten 
Op 7 November boden onze Koningin en de Belgische Koning den belligerente mogendheden hun goede diensten aan, hetgeen beteekende, dat Nederland en België zich bereid toonden, zelfs bij de kleinst bestaanbare mogelijkheid, initiatief te nemen om de volkeren tot elkaar te brengen en dusdoende den vrede te bevorderen. 
Deze poging heeft niet tot het beoogde succes geleid, hetgeen wel zeer bejammerd moet worden. Maar een ieder weet, dat èn Koningin Wilhelmina èn Koning Leopold het vertrouwen in een betere wereld niet opgeven, zoodat men mag blijven hopen, dat beider ideaal, om zoo spoedig mogelijk den oorlog uit te bannen en tot een vreedzame oplossing van geschillen te komen, eens toch verwezenlijkt zal worden. 
Voor groote rampen bleef ons land in 1939 gelukkig gespaard, al hebben eenige stormen en hoog water wel heel wat schade aangericht. Wel moeten we herinneren aan een aantal ernstige ongelukken, die verschillende menschenlevens gekost hebben. Zoo kwamen in Maart bij een vliegongeluk in Amerika om het leven de heeren P. Guillonard, onder-directeur van de K.L.M. en ir. A. G. von Baumhauer, ingenieur bij het Nationaal Luchtvaartlaboratorium.
Een andere, zware slag trof de Nederlandsche luchtvaart, door den dood van den vliegtuigbouwer Anthony Fokker.
Op denzelfden dag verdronken er in Vreeswijk vier personen, die per auto op weg waren naar een voetbalwedstrijd in België. Op 27 April werden op een onbewaakten overweg – de onbewaakte heeft in 1939 weer tal van slachtoffers geëischt – drie kinderen gedood door een electrischen trein. In Mei vond er te Lonneker een ontzettend ongeluk plaats, waarbij een beschonken chauffeur vier menschen dood reed. Bij Horst reed een auto te pletter tegen een boom, met het noodlottig gevolg, dat vier personen vrijwel op slag werden gedood en drie andere inzittenden zwaar werden gewond. 
Te Soest vloog een auto in brand en daarbij kwamen vier menschen om het leven. 
Tengevolge van het ontploffen van landmijnen zijn in de laatste maanden van het jaar tal van militairen gevallen. 

Vliegongelukken 
In de maand Juni kwamen er twee ernstige vliegongelukken voor. Op 3 Juni stortte bij Schiphol het verkeersvliegtuig de Nagtegaal omlaag, waardoor zes zich in een loods bevindende militairen getroffen en zwaar gewond werden en een zevende gedood werd. Een week later viel bij Vlissingen de FK 43, de Krekel, neer, waarna het toestel in brand vloog, met het gevolg, dat de drie inzittenden den dood vonden. 
Op 11 Mei was Groningen getuige van een enormen brand, welke uren en uren woedde, ongetwijfeld de hevigste in die stad sinds menschenheugenis, en waarbij een groot warenhuis in de asch werd gelegd. 
In Nieuwkuyk werd de bevolking op 8 Juni opgeschrikt door een geweldigen brand, die al direct zulk een omvang aannam, dat men vreesde, dat het geheele dorp een prooi der vlammen zou worden. Krachtdadig ingrijpen van de brandweer wist dat te verhinderen, maar toch kon niet voorkomen worden, dat zes kapitale boerderijen en vier schuren door het vuur volkomen vernield werden. 
In de maanden Mei en Juni woedden er in verschillende provincies felle bosch- en heidebranden, waardoor vele hectaren door het vuur verteerd werden. 

Verkiezingen 
In April werd de Statenverkiezing gehouden, waarvan wel het meest opmerkelijke resultaat was de groote achteruitgang van de N.S.B. en de winst voor de V.D. De liberalen en de C.H. herstelden zich van het verlies in 1937 ten koste van de A.R. Van de groote partijen handhaafde de R.K. zich en liep de S.D.A.P. iets terug. 
Twee maanden later stond het land in het teeken van de vier-jaarlijksche Raadsverkiezingen. De vrijzinnige partijen boekten over het algemeen eenige winst, maar de V.D. boerde toch bij lange na niet zoo goed als bij de Statenstembus. Dat de S.D.A.P. na de erfpachtskwestie in Amsterdam een veer moest laten, kwam niet onverwacht, maar ook in de andere groote steden moest zij verliezen incasseeren. Het jaar begon, zooals het geëindigd is, met een periode van echt winter met ijsvermaak en scheepvaartmoeilijkheden als gevolg van den ijsgang. 

___________________________________________________________
 
terug naar mobilisatie