08-09-1939 Nieuwsblad van het Noorden
De paardenvordering
Gevoelige slag voor de landelijke ruiterij en de concours-hippiques
Harddravers en renpaarden bijna niet gevorderd
Naar ons thans wordt meegedeeld, heeft de paardensport door de mobilisatie-vordering belangrijke verliezen geleden. Zoo is de landelijke ruitersport vrijwel geheel gedesorganiseerd, omdat alle paarden van de landelijke ruiters vrijwel gevorderd zijn. Het zal geruimen tijd eischen voordat men den paardenstapel bij de landelijke ruiters weer op basis heeft.
Wat de tuigpaarden betreft, is het bekend dat in het Noorden zijn gevorderd Benno, Zolino en Jofiero van den heer E. Hemmes te Groningen, Dolf en Waldherr van den heer D. E. Mellema te Finsterwolde, Carol, Bertram en Gustaaf van den heer D. H. Vinkers te Westerlee.
De groote concoursstal van den heer G. J. Poerink te Enschedé is in zijn geheel gevorderd, er is geen paard over gebleven.
Dit is voor de Nederlandsche concoursen hippique een zeer groot verlies, want de heer Poerink beschikte over een viertal concours hackney’s, n.l. Fleetwood Juliet en Fleedwood Courtesy, Firing Cross en Firing Bell, alsmede over de concourspaarden Wetrom, Nuibertus, Viking en Victor.
De heer Poerink was voornemens met 8 paarden uit te komen op 28 Augustus te Groningen.
Naar de heer Poerink ons meedeelde, heeft hij thans voorgoed van deelneming aan de concoursen hippique afgezien en zijn stal opgegeven.
Wat de harddravers en renpaarden betreft, daarin zijn geen groote veranderingen gekomen. Zunneke van den heer Bolt te Hoogemeeden is gevorderd, dat is wel de bekendste. Ago Kan is ook gevorderd, doch deze nam niet meer deel aan de draverijen. Zoo is de draverswereld intact gebleven, terwijl ook de renpaarden intact zijn gebleven, waarvan slechts één is gevorderd die geen vooraanstaande positie innam.
De fokkerijen zijn geheel intact gebleven. Alleen uit Noord-Holland vernamen wij dat de Warmbloedfokkerij in de Meerpolders (Haarlemmermeer) geheel aan de vordering is opgeofferd.
Er schijnen ten aanzien van de vordering der fokpaarden geen uniforme opvattingen te bestaan en de vraag, of het wegblijven der gedekte merries op de vorderingsplaatsen wel juist is geweest en de bedoeling van Defensie was, dient te worden beantwoord.
LANDBOUW EN VEETEELT De uitvoer van stroo Openstelling der grens bepleit.
Het strooverkoopbureau N.V. te Hoogezand heeft aan de Nederlandsche Akkerbouw Centrale te ’s Gravenhage een schrijven gericht, waarin met leedwezen wordt kennis genomen van de mededeeling dat op het oogenblik door de Akkerbouw Centrale geen monopolie overeenkomsten worden aangegaan voor de uitvoer van stroo. ” Hoewel wij aannemen, aldus het schrijven, dat in deze moeilijke tijden de weigering daartoe zeer bewust zal zijn gedaan, betreuren wij deze maatregel ten zeerste, omdat wij overtuigd zijn dat er een groot overschot van stroo in ons land is, waarmee wij al jarenlang geen weg weten.
Er volgt dan een uiteenzetting van het streven en werken van het Strooverkoopbureau om betere prijzen te verkrijgen, om dan te vervolgen:
“Op het oogenblik is tengevolge van het verbod van uitvoer van stroo de stemming op zeer lusteloos en wij achten het onze plicht de Nederlandsche Akkerbouw Centrale er op te wijzen, dat indien niet omgaand de uitvoer van stroo wordt toegestaan, de prijs die wij voor het stroo kunnen bedingen, nog zal dalen. Wij wijzen er bovendien op. dat het buitenstroo tot elken prijs moet worden geruimd omdat dit bij niet directe afname zeer sterk in waarde achteruit gaat, daar het uit de mijt gedorschen is en in de open lucht ligt.
De toestand is derhalve zoo, dat door het uitvoerverbod op het oogenblik veel buitenstroo vooral in Drenthe, maar ook in Westerwolde en de Veenkoloniën aan weer en wind is prijsgegeven en dientengevolge zeer sterk in waarde achteruit gaat, omdat de mogelijkheid van voldoende afzet tengevolge van het uitvoerverbod ontbreekt. Voor onze leden-landbouwers, veelal kleine boeren, is het daarom het grootste belang, dat de Nederlandsche Akkerbouw Centrale onverwijld de grens voor uitvoer van stroo, althans voorloopig tot Nieuwjaar – d. i. ongeveer het tijdstip waarop het laatste buitenstroo moet zijn geruimd – wederom openstelt.
Bij het in ’t voren sluiten van contracten met het Strooverkoopbureau hebben, ook de exporteurs vanzelfsprekend met een export van stroo, in het bijzonder naar België, welk land een geregelde afnemer is, rekening gehouden.
Het Strooverkoopbureau doet namens zijn duizenden leden met een gezamenlijke hoeveelheid van ca. 100 millioen kg. stroo, een dringend beroep op Uw directe medewerking in deze aangelegenheid”.
—
De voorziening van zaaizaad
Een regeling, aansluitend bij de invordering van granen en de distributie van veevoer.
(Van onzen landbouwmedewerker.)
De voedselvoorziening voor mensch en dier concentreert zich voorloopig voornamelijk op granen.
Van de invordering is uiteraard het zaaigoed vrijgesteld en vanzelfsprekend gaan daarbij de door de Gewestelijke Keuringsdiensten te velde en op partij gekeurde partijen tarwe, rogge en gerst voorop en de z.g. origineele gewassen zijn van groote beteekenis voor de zaaizaad-voorziening in de komende jaren. Het zaaien van eigen zaaigraan is toegestaan, maar voor den aan- en verkoop is op grond van het vervoergebod een regeling afgekondigd, waarbij door vervoerbewijzen de herkomst der partijen ter voorkoming van ontduiking der invordering en veevoederdistributie administratief moet worden verantwoord.
Een graanverbouwer moet overeenkomstig de inventarisatie-gegevens en de dorschopgaven na aftrek van zijn eigen veevoertoewijzing en het voor de zaai bestemde kwantum zijn aan den voedselcommissaris geleverde oogst kunnen verantwoorden.
Vandaar, dat hij, ter voorkoming van ernstige controle-moeilijkheden, genoodzaakt is, de aanschaffing van zaaigraan door middel van een bestelbon bij den plaatselijken bureauhouder te laten registreeren, om deze daarna aan zijn leverancier te zenden.
De leverancier voert de bestelling uit onder toevoeging van een vervoerbewijs, dat na ontvangst bij voornoemde instantie moet worden ingeleverd.
Deze eenvoudige formaliteit behoeft de aanschaffing van zaaizaad niet in den weg te staan, want tenzij men op eigen bedrijf over eerste of tweede nabouw beschikt, moet de aankoop van uitstekend zaaigraan als een algemeen landbouwbelang gehandhaafd blijven.
De leverantie van door de N.A.K. te velde en op partij goedgekeurde partijen zaaigraan kan geschieden door een handelaar, een coöperatie, een kweeker of een na-bouwer.
De handel in niet door de N.A.K. te velde goedgekeurde partijen wintertarwe of -gerst, welke in verband met de betrekkelijk geringe oppervlakte dit jaar van bijzondere beteekenis is kan volgens de regeling alleen via een coöperatie of een handelaar plaats hebben. Het rechtstreeks verkoopen van boer tot boer, daarvan is dus niet meer toegestaan.
De handel in ongekeurde zaairogge is in ’t geheel niet toegestaan, zoodat blijkbaar wordt aangenomen, dat de hoeveelheid goedgekeurde zaairogge toereikend is.
Het goedgekeurde product wordt krachtens de gewone keuringsvoorschriften onder N.A.K.-plombe geleverd, de niet te velde gekeurde zaaitarwe en -gerst moet na goedkeuring door de N.A.K. op partij worden voorzien van een “V.V.O.-plombe”, zoodat de kwaliteit van het zaaizaad in beide gevallen onder controle staat.
Indachtig aan den regel, dat de handel bij de uitvoering van de voorzieningen zooveel mogelijk zal worden ingesteld, dienen de handelaren, resp. coöperaties, met de Ned. Akkerbouw Centrale een zaaizaad-overeenkomst aan te gaan, waarna hun op basis van hun omzet in vorige jaren een aankoopmachtiging voor een bepaalde hoeveelheid i wordt verstrekt Onder overlegging daarvan wordt hun voor de aangekochte partijen een vervoerbewijs verstrekt mede om deze aflevering ten name van de betreffende telers te registreeren
Het schoonen der partijen uiteraard in erkende schooningsinrichtingen, waarvoor op aanvrage eveneens dispensatie van het vervoerverbod wordt verleend, is in vollen gang zoodat, getuige de uitslagen der keuring te velde, de voorziening van zaaizaad in aansluiting op voedsel is veilig gesteld.
Vooral onder de huidige vooruitzichten is het beste net goed genoeg om gezaaid te worden, om de productiviteit van onzen vaderlandschen bodem, waar mogelijk, te verhogen.
___________________________________________________________