06-02-1911 Nieuwsblad van het Noorden
Spoor Ulrum—Winsum.
Geachte heer Redacteur!
Vergun mij door middel van Uw blad een kort woord te richten tot de ingezetenen der gemeente Leens, in verband met de aanhangige spoorplannen.
Dat allen uit die gemeente die plannen kennen, mag ik als bekend veronderstellen. Ook, dat lijsten hebben gecirculeerd, ter verkrijging van aandeelen, evenals in naburige belanghebbende gemeenten. De dagbladen hebben meegedeeld, dat in Ulrum door de ingezetenen flink is geteekend, zoodat gesteund door de gemeente, aldaar het vereischte kapitaal aanwezig is. Zijn we goed ingelicht, dan toonen ook de ingezetenen van Kloosterburen en Eenrum grooten prijs te stellen op een spoor.
Kan hetzelfde ook gezegd worden van de inwoners van Leens? Helaas neen. De toegezegde bijdragen zijn beslist onvoldoende. Door enkelen is ruim geteekend, door anderen voldoende; velen evenwel, waarvan medewerking kon worden verwacht, hebben niets gedaan.
Heeft Leens dan geen groot belang bij de totstandkoming van een vlug vervoermiddel, passende in dezen tijd? Van die velen zijn er, en hun aantal is niet klein, die geantwoord hebben; we wenschen geen spoor, we wenschen de tram te behouden; anderen, w.o. landbouwers beweren geen direct voordeel te kunnen zien en daarom geen belang te hebben.
Nu wil ik niet de groote voordeelen van een spoor boven een paardentram aantoonen. Die voordeelen liggen zóó voor de hand en springen zóó in ‘t oog, dat opsomming er van totaal overbodig moet worden geacht.
Wel wensch ik de voorstanders van de tram toe te roepen: begrijpt ge dan niet, dat, zooals de zaken thans staan, een spoorwegverbinding voor „de Marne” tot stand komt en dat, hoe de lijn ook gelegd wordt, de tram verdwijnt.
Laat U niet influenceeren door, hen, die zeggen: de tram zal blijven, het gevaar is zoo groot niet. Wanneer in aanmerking wordt genomen, dat thans met dit vervoermiddel slechts een dividend is te behalen van ruim 2 %, dan kan het niet uitblijven, of ze moet stop worden gezet. Er is dus wel degelijk gevaar.
Den geen belanghebbenden landbouwers vraag ik, of het voor hen niet finantieel voordeeliger is, vlas, klaverhooi, en consumptiestroo te vervoeren naar het spoor te Leens, Wehe of Eenrum, dan naar Baflo.
Zeker heeft Leens belang, zelfs groot belang, bij een meer aan de eischen des tijds voldoend vervoermiddel.
Of moet het zoover komen, dat het rijke, florissante Leens in haar isolement van voor 20 jaar terugkeert? Neen en duizendmaal neen!
Daarom ingezetenen, die niet of niet voldoende hebt bijgedragen, werkt daadwerkelijk mee, voor zoover ge daartoe in staat zijt, en teekent op de lijsten die U deze week opnieuw zullen worden aangeboden. Bij voldoende deelname zal de gemeente zonder twijfel ook niet achterblijven.
Nogmaals, vergeet niet, dat er gevaar dreigt, dat ge thans hebt te kiezen, tusschen eene gemeente, die een schoone toekomst wacht en eene, die wegens gemis aan een modern vervoermiddel hare aantrekkelijkheid zal verliezen en daardoor tot de vervallen gemeenten zal behooren.
Dankend voor de opname.
Uw dw. dr.
X.
___________________________________________________________ |
De Spoorlijn door De Marne.
Dat liet over ‘t geheel de gemeenten hier ernst is met hun wensch om te worden opgenomen in het spoorwegverkeer, blijkt meer en meer.
Ulrum b.v. wil in de kosten deelnemen voor 105 duizend gulden, en als de lijn wordt doorgetrokken tot Zoutkamp, voor 165 duizend gulden. Teekenden particulieren voor 123 mille, bij raadsbesluit van Vrijdag j.l. vulde de gemeenteraad deze som aan met 42 duizend, het bedrag dat volgens berekening van het dag. bestuur waarschijnlijk noodig zal zijn.
Inderdaad, belangrijke offers voor een betrekkelijk arme gemeente van 3700 zielen. Helaas, dreigen de goede voornemens van Ulrum onuitvoerbaar te blijken, door de minder schitterende houding van het rijke Leens.
Men geeft daar tot dusver slechts van zéér geringe offervaardigheid blijk, die het geheele plan Winsum—Ulrum dreigt in duigen te doen vallen.
Toch mochten de ingezetenen van Leens wel eens goed onder oogen zien wat ze op ‘t spel zetten. De gemeenten Kloosterburen en Eenrum hebben voor een meer noordelijke lijn zéér veel over. De gemeenteraad van Eenrum b.v. zei voor dit plan 40 mille toe. Ulrum heeft metterdaad getoond: het wil uit z’n isolement verlost worden, en — blijft Leens onwillig — dan staat het vast dat Ulrum samenwerking zal weten te vinden, met de Noordelijke Gemeenten, om zoo een lijn tot stand te brengen vanaf Zoutkamp geheel buiten de Gemeente Leens om.
Leens houdt dan het paardetrammetje. Voor hoe lang? Dit behoeft geen vraag te zijn, als men bedenkt dat deze nu zelfs niet, of amper rendeert, en dan de volkrijkste en grootste streek voortaan als voedingsbodem zal missen. Leens zal dan weldra zonder elk noemenswaard verkeersmiddel zitten — maar beklaagd zal dan de gemeente niet worden, ‘t Is dan toch eigen schuld.
Ulrum.
M
___________________________________________________________ |
Naar Tramweg-maatschappij „Winsum-Ulrum”