___________________________________________________________ |
Gron. Archieven 584/38 Familie Torringa
___________________________________________________________ |
Datum 14-04-1797
Uitkoper: Martje Jans
Uitkoopbedrag: 2.200,00 car. gulden
Rente: 3 %
Grootte: 46 jukken
Eigenaar grond: Idsinga?
___________________________________________________________ |
Scheidbrief
Adam Tebbens J: U: Doctor, Geconstitueerde Richter van t Groote en Kleine Reedschap. Betuige met deesen openen en verzegelden Brieve, dat persoonlijk voor mij zijn gecompareerd, en erschenen zijn.
Hindrik Hindriks de Jonge, en
deszelfs Zuster Sara Hindriks wedu Eije Roelfs,
beide woonagtig te Zuurdijk en te Samen
als wettige Lijfs erven van wijlen hunne vader Hindrik Hindriks de oudere, ter eenre; en
Heiltje Jans, Jan Hindriks Zijlma en Elijzabet Hindriks Zijlma, geadsisteert met haar Eheman Jan Van der Borgh
te Samen als wettige Lijfserven van wijlen hunne Moeder Martje Jans laatst wedu wijlen Hindrik Hindriks de oudere opgemeld ter andere zijde,
betuigende Zij eerste Comparanten voornoemd, dat zij met wijlen hunne Stedemoeder gemeld, na de dood van wijlen hunne vader, Scheidinge en deeling hebben gemaakt, nopens hunne vaderlijke nalatenschap en Erfportie hier in bestaande als volgd:
Ten 1sten dat de Stedemoeder, aan haar zou hebben en behouden, in waaren Eigendom de Mandeelig gebruikte en bewoonde Boerenplaats met het recht der vaste en altoosduurende Beklemming van ses en veertig Jukken Lands, zoo en in diervoegen alsvolgens aankomstbrieven enig sints kan verdedigt worden alles staande en geleegen onder het Schatsregister van Vliedorp.
Ten 2den Zouden Zij eerste Comparanten daarteegens genieten (boven en behalven hetgeen er gedeeld was:) de Somma van Twee duisend en Twee hondert Car Guldens zegge f 2200 Guldens, welk Capitaal vervolgens alle Jaar met drie gelijke Guldens, ten honderd zoude koomen te verrenten, telkens de verschijndag op 1mo Maij heen ter tijd van vrij kosten en schadeloze betaling van Capitaal en verscheenen renten, weke betaling alle Jaar door behoorlijke opzegging voor afgegaan zoude kunnen en moeten geschieden.
Waarvoor stedemoeder opgemeld, ten onderpand stelde, alle hebbende, en toekomstige goederen onder verband als na rechten, en de parate reale executie submitteerende.
Verder betuigden eerste Comparanten opgemeld, dat zij behalven dit voornoemde Capitaal en thans verscheenen renten van dien, geen de minste actie of praetensie op den Boedel door wijlen hunne Stedemoeder bezeeten en nagelaten kunnen en mogen entameren en eischen, maar dat zij alles hebben genoten hun Vaderlijke nalatenschap betreffende zoo wel los als vast goed.
Waarom bij deezen, voor hun zelve, en voor hunne erfgenamen, de opgemelte scheiding en deeling voor als nog homologeren en goedkeuren, en namen zij tweede Comparanten aan om het gemelte Capitaal met de thans verschenene renten daarvan voor hunne teekening en verantwoording te houden, onder het zelfde verband, als door wijlen hunne moeder voornoemd was daargesteld hun volkomen genoegen nemende, met de gemaakte, en nu gesolemniseerde scheiding en deelin, stellende uit dien hoofde elkander en weer in het geruste posses van het toegedeelde om daar meede te doen als waare eigenaars met het hunne geoorloofd is, alles onder verband als na rechte.
In oirconde der waarheid, en ter bevestiging deezes, heb ik Richter opgemeld, op verzoek en belijenge van Comparanten deeen met mijn gewoon Zegul, en Naams onderschrijving bevestigd en zijn hiervan twee eensluidende gemaakt te Vliedorp den 14 April 1797.
(:Was geteekend:) Dr A: Tebbens Richter
___________________________________________________________ |
Naar Boerderij “’t Gansehuis”
Naar Boerderijen Kerspel Zuurdijk