Boedelinventaris Jan Jacobs Bos en Antje Ites d.d. 04-03-1813

___________________________________________________________
versie 03-05-2020
In den Jare agttienhonderd en dertien, op donderdag den vierden van de maand Maart, des morgens te agt uuren.
Ten verzoeke
van Jan Pieters Vork, landbouwer (“Pollux”), wonende te Zuurdijk, Canton Winsum,
Van Jacob Bos, landbouwer (“Bosheuvel”) , mede te Zuurdijk woonagtig, beiden voor zich zelven.
Van Jan Harms van der Molen, landbouwer, wonende te Wester Emden, Canton Loppersum, ten dezen comparerende voor zijne egtgenote Liefke Jacobs Bos, als bestuurder van hare regten en actien, met welke hij verklarende in gemeenschap van goede goederen getrouwd zijn.
Van Harm Niemeijer, van beroep bakker, wonende te Groningen, ten dezen comparerende in naam, en als bestuurder der regten, en actien, van vrouwe Jantje Jacobs Bos, zijne egtgenote met welke hij verklaarde in gemeenschap van goederen getrouwd te zijn.
Van Melle Meertens Smit, van beroep schipper, wonende op de Zoutkamp, Canton Winsum, ten dezen comparerende voor zijnen afwezigen zoon Meerten Melles Smit, Marinier in ’s Rijksdienst tengevolge Procuratie gepasseerd voor Mr Hendrik Hagenouw Brongers Keizerlijk Notaris residerende te Winsum, Hoofdplaats van het eerste Canton, Arrondissement Appingedam, Departement van de Wester Eems, den agsten Januarij, agttienhonderd en dertien, behoorlijk geregistreerd, waarvan een afschrift aan ons is overgegeven, ten einde aan deze minute te worden geannexëerd.
Zijnde de voornoemde
Jan Pieters Vork, een zusterkind,
Jacob Bos, een halve Broeder,
Liefke Jacobs Bos, en Jantje Jacobs Bos, halve zusters, en
Meerten Mellis Smit, een halve zusters kind,
allen bekwaam om zich te gedragen als erfgenamen van wijlen Jan Jacobs Bos, in leven Rentenier, gewoond hebbende te Leens, in het Canton Winsum, en aldaar volgens verklaring der Requiranten overleden in de behuizinge gequoteerd numero vijf en twintig, op den dertigsten November van het Jaar agttien honderd en twaalf,
wijders ten verzoeke
Van Jelte Jans Zuidhof, zijnde zonder beroep, wonende te Oldehove in het Canton Zuidhorn, ten dezen comparerende voor deszelfs vader Jan Ites Zwart, landbouwer insgelijks aldaar woonagtig, tengevolge onderhandsche Procuratie de dato den derden Maart agttien honderd en dertien, aan welks voet geschreven stond Enregistre à Winsum, le quatre Mars 1813, fol 84 vo Care 2 Reçu un franc vingt six centimes subventions comprises, C. H. van Naerssen, hierbij aan ons overgegeven en aan deze minute geannexëerd.
Van Grietje Cornelis, weduwe van wijlen den landbouwer Jelte Jans Feringa, wonende te Noordhorn, onder het Canton Zuidhorn, voor haar zelve.
Van Grietje Eites, huisvrouw van Jacob Hindriks Kooi, landbouwer te Saaxum, onder het Canton Zuidhorn, laatstgenoemde mede hier tegenwoordig, en zijne genoemde Ehevrouw tot het uitbrengen dezes magtigende.
Van Tomas Eites Zijlstra, van beroep koopman, wonende te Aduarderzijl, in het Canton Zuidhorn,
beide laastgemelden ieder voor zich zelve.
Van Jacob Pieters Vonk, landbouwer te Oldehove in het Canton Zuidhorn woonagtig, ten dezen comparerende voor Roelf Jans Lamer, welke in ’s lands dienst is, en afwezig, bij Proces verbaal van den Heer Vrederegter van het Canton Winsum de dato den vier en twintigsten februarij agttien honderd en dertien, behoorlijk geregitreerd, benoemd tot Curator overgenoemde Roelf Jans Lamer.
Van Luurt Popkes Gaijkema, landbouwer te Niehove Canton Zuidhorn, ten dezen comparerende in naam en als bestuurder der regen en actien van vrouwe Grietje Frans Vonk, zijne echtgenote met welke hij verklaarde in gemeenschap van goederen getrouwd te zijn.
Van Nikel Hindriks, landbouwer, en Sietze Hindriks Doornbosch, mede landbouwer en beide respectievelijk te Oldehove in het Canton Zuidhorn woonagtig, ten dezen comparerende voor Pieter Frans Vonk, mede te Oldehove woonagtig, zeggende benoemd te zijn door het voormalig gerigte en dees voor de invoering van het enregistrement in de Hollandsche Departementen, tot Curatoren over de persoon en goederen van genoemde Pieter Frans Vonk.
Zijnde de voornoemde
Jan Ites volle broeder,
Grietje Cornelis, Zusters kind,
Grietje Eites, en Tomas Eites, beide mede zusters kinderen,
Roelf Jans Lamer, een zusters kinds kind,
Grietje Frans Vonk, een half zusters kind, en
Pieter Frans Vonk, mede een half zusters kind,
allen bekwaam om zich te gedragen als erfgenamen van wijlen vrouwe Antje Ites, in leven Ehevrouw van wijlen Jan Jacobs Bos, hiervoren genoemd, gewoond hebbende te Leens in het Canton Winsum, en aldaar volgens verklaringen der Requiranten overleden in de behuizing gequoteerd numero vijf en twintig op den zeven twintigsten December agttien honderd en twaalf.
Tot bewaringe van de regten van partijen en van alle anderen die daarbij belang zouden hebben, zijn wij Mr Hendrik van Bolhuis Keizerlijk Notaris residerende te Winsum hoofdplaats van het Canton van dezelfde naam, Arrondissement Appingedam, Departement van de Wester Eems, ten bijwezen der hierna genoemde en mede ondergetekende getuigen overgegaan tot de Inventarisatie en beschrijving van alle de meubelen, reedgeld, titels, en andere Papieren, in en uit schulden, en in het algemeen van alle de roerende goederen behorende tot de nalatenschappen van wijlen Jan Jacobs Bos, en wijlen deszelfs egtgenote Antje Ites, beide reeds genoemd, en welke goederen door haar beiden nagelaten tot dus verre nog tusschen de Requiranten onverdeeld worden bezeten;zijnde dit alles gevonden en berustende op de hierna genoemde plaatzen in de behuizinge gequoteerd No 25, staande en gelegen te Leens, in hetwelk meergemelde Jan Jacobs Bos, en deszelfs egtgenote Antje Ites beide overleden waren, en waarvan zij eigenaren waren. 

En zijn al de voorzeide goederen ten voorschijn gebragt door Jelte Jans Zuidhof een der Requiranten reeds genoemd, gesteld als bewaarder ter gelegenheid der hierna te meldene verzegeling. 

De begroting der goederen die daaraan onderworpen zijn zal gedaan worden door Jan Wijtzes Deurwaarder wonende te Winsum, en Tjaart Tammes Bolt, Schoolmeester te Warfhuizen woonagtig, beide in het Canton Winsum in kwaliteit als deskundige met onderlinge goedkeuring door partijen eenparig verkozen, en welke op heden den vereischten eed in handen van Mijn Heer den Vrederegter zeiden te hebben afgelegd. 

De opschrijvig der goederen zal plaats hebben namate dat dezelven door den Heer Vrederegter van het Canton Winsum, zijn verzegeld, bij deszelfs proces verbaal van den veertienden Januarij agttien honderd en dertien behoorlijk geregistreerd zullen zijn ontzegeld.
Waarna de Requiranten en de deskundigen nevens Roelf Pieters Wieringa, van beroep dagloner, en Reint Meijer van beroep koopman, beide te Leens woonagtig als getuigen ten dezen verzogt welke na gedane vorlezing met ons Notaris ter plaatze hebben getekend. 

Dit alzo afgelopen zijnde is men voortgegaan met de Inventarisatie in maniere alsvolgt: 

In een kamer gelijkvloers met twee schuiframen na het Oosten en een na het na het Noorden uitziende.
Een eiken Bureau geschat op een honderd en tien franken 110,00; Een Spiegel met vergulden lijst geschat op veertig franken 40,00; Een barometer geschat op twintig franken 20,00; Een hangend uurwerk geschat op twintig franken 25,00; Een bed, een peuluw, twee dekens te zamen geschat op zestig franken 60,00; Twee Tavels, geschat op vier franken 4,00; Twee Stoelen met matten, en een Turfvat, geschat op tien franken 10,00; Een vogel kooi, Een Scharmer, een Tang, een haal en een theketel te zamen geschat op vijf franken 5,00; Agt tinnen borden, zes en twintig blouw Bonte Schotels, drie thepotten, agt quispeldoren, een Bonte stenen Suikerpot, negen roemers, Een koffijmolen, en twee witte steneen Sauskoppen, te zamen geschat op twintig franken 20,00; Vier stukken gerookt spek en vier stukken gerookt vleesch, te zamen geschat op veertig franken 40,00; Twee koperen Koffijpotten, een Koperen Koffijketel, te zamen geschat op twaalf franken 12,00.

In een Kamer gelijkvloers uitziende na het Westen met een schuifraam.
Een Karn, Twee tinen, twee mollen, twee koperen emmer, twee dito Koffieketels, te zamen geschat op agt en zestig franken 68,00; Een ijzeren pot, een eiken pulpitrum, geschat op drie franken 3,00; Een tinnen kom, twee koperen Aakers, een dito Pan, twee blikken lampen, een dito olie Klip, zes tinnen lepels, zes stalen vorken, twaalf stenen Schotels en borden, vier stenen potjes, te zamen geschat op twintig franken20,00.

In een kamer gelijkvloers uitziende na het Westen met twee schuiframen.
Een Bed, vijf Kussens, een peuluw, twee dekens, en en paar Bedde gordijnen, te zamen geschat op vijftig franken50,00; Een eiken Kast, een eiken pulpitrum, een Spiegel met bruine lijst, tien stenen borden, vier witte stenen melk Kannen, elf roemers, een houten Stelsel, twee stenen thepotten, en twee dozijn blauw bont porceleinen thegoed, een Bali, drie houten nappen, te zamen geschat op twintig franken 20,00. 

In een kamer gelijkvloers met twee schuiframen na het Westen, en twee na het Noorden uitziende.
Een chais, geschat op vijftig franken 50,00; Een Spiegel met vergulden lijst geschat op veertig franken 40,00; Zes Schilderijtjes, drie stenen thepotten, een tavel, en vuren houten kast, te zamen geschat op vijf en twintig franken 25,00; Tien tinnen Schotels, twee dito Kandelaars, drie dito pullen, een dito waterkruik, en tinnen Schenketel, een koperen Schenkketel, een tinnen waterpot, een dito theepot, een stenen Sauskop, twee tinnen Koffiepotten, een Koperen dito, een blikken dito, een koperen lamp, een dito vuur Komfoir, een koperentheebus, een en dertig bonte stenen Schotels, zes vlessen, te zamen geschat op vier en vijftig franken 54,00.  

In een kamertje uitziende na het Norden met een glas.
Een koperen pantje, een Schaal met vier ijzeren gewigten, een tavel, een houten trappen, een mol, een Duiven kooi, te zamen geschat op twaalf franken12,00. 

In een kamer gelijkvloers uitziende na het Oosten met twee schuiframen, en twee dito na het Zuiden.
Twee Bedden, vier Kussens, een peuluw, een deken, te zamen geschat op een honderd twintig franken 120,00; Een Bed, een peuluw, vier Kussens, en twee wollen dekens, te zamen geschat op een honderd franken 100,00; Een eiken Kabinet, en eiken Spiegeltavel, een Spiegel met bruine lijst, een blauw bont stenen Stelsel, drie roemers, te zamen geschat op een honderd en zestig franken 160,00; Drie dozijn rood bont porceleinen theegoed, twee bier glazen. te zamen geschat op vijf en twintig franken 25,00; Twaalf bruine Stoelen met matten, negen zwarte dito, twaalf rode tripen Stoelkussens, Drie tavels, zes Stoelen, te zamen geschat op taggentig franken 80,00.

In een Boven Kamertje met twee glazen na het Oosten uitziende.
Een spiegeltje met bruine lijst, een taveltje, een zwarte Stoel met matten, twaalf steenen Schoteltjes met diverse tuinraden, twee houten teller rikjes, te zamen geschat op agt franken 8,00.

In de Schuur.
Twee en dertig planken, geschat op zestig franken 60,00; vier voer hooi, geschat op veertig franken 40,00; Een haver kist, geschat op vier franken 4,00; Vier houten water emmers, geschat op agt franken 8,00; Een chaisgereide, twee mis karen, te zamen geschat op agttien franken 18,00; Een Koperen Zeel Ketel, een dito Aakertje, te zamen geschat op zestien franken 16,00; Een Koperen emmer, geschat op vijf franken 5,00; Twee stenen potten, een vat, te zamen geschat op een frank 1,00; Een Schoffel, een hark, een zaag, een Beren, te zamen geschat op twee franken 2,00; Een Bodde, geschat op drie franken 3,00; Een Blauw Stijkelhaard Merrij Paard, geschat op drie honderd franken 300,00; Twee Zwart bonte Koeijen, geschat op twee honderd veertig franken 240,00; Twee Schapen, geschat op agt en twintig franken 28,00. 

Vervolgens hebben wij ons wederom begeven naar de hiervoren omschrevene kamer welke met twee schuiframen, na het Oosten, en twee na het Zuiden uitzage alwaar wij in het reeds op dezen Inventaris gebragte eiken Kabinet als ook in de Kleerkast hebben gevonden het geen volgt:
Vijftien lakens, geschat op negentig franken 90,00; Drie en dertig Wietels, geschat op negentig franken 90,00; Veertien Wietels, geschat op vijftig franken 50,00; Negentig ellen linnen, geschat op zeventig franken 70,00; Tien ellen linnen, geschat op elf franken 11,00; Een linnen Zak, geschat op twee franken 2,00; Twee Spanen Mutze dozen, geschat op twee franken 2,00; Elf Linnen Zakken, te zamen geschat op agttien franken 18,00; Een Bedde Kleed, twee paar Bedde gordijnen, een Borsum Keed, twee pond vlas, te zamen geschat op twaalf franken 12,00; Vijftien witte glas gordijnen, geschat op dertig franken 30,00; Tien witte Tafel servetten, geschat op tien franken 10,00; Zeven el linnen, geschat op elf franken 11,00; Zes en Zeventig Mans hembden, geschat op drie honderd franken 300,00; Twee zwarte zijden doeken, geschat op tien franken 10,00; Een Blauwe lakensche mans rok, geschat op zestien franken 16,00; Een dito vest, geschat op agt franken 8,00; Een Blauwe Calmukken mans Rok, geschat op vijftien franken 15,00; Drie Zwarte lakensche vesten, geschat op vijftien franken 15,00; Een Blauw Buffels mans Jak, geschat op twintig franken 20,00; Een groene mansesteren en twee zwarte lakensche mans broeken, te zamen geschat op dertig franken 30,00; Een Blauw lakensche mans Rok, geschat op twaalf franken 12,00; Twee mans Hoeden, een paar mans muilen, te zamen geschat op elf franken 11,00;
Vier zwarte vrouwen voorschoten, tezamen geschat op zestien franken 16,00; Vier bonte vrouwen voorschoten, te zamen geschat op vijftin franken 15,00; Vier vrouwen bonte buisjes, te zamen geschat op zestien franken 16,00; Vier vrouwen blauwe wollen buisjes, te zamen geschat twaalf op franken 12,00; Vier Bonte streepte wollen vrouwen rokken, te zamen geschat op zes en dertig franken 36,00; Een Blauwe lakensche vrouwen Schoudermanteltje, geschat op agt franken 8,00; Agt  zijden doeken, geschat op vier en twintig franken 24,00; Twee Zwarte Saaijen Regen Kleden, geschat op zestien franken 16,00; Twee wollen voorschoten, geschat op tien franken  10,00; Dertien vrouwen witte Mutzen, geschat op dertien franken 13,00; Zes vrouwen witte Mutzen, te zamen geschat op zes franken 6,00; Dertien bonte Catoenen doeken, te zamen geschat op twintig franken 20,00; Negen vrouwen ondermutzen, te zamen geschat op tien franken 10,00; Vier vrouwen hembden, te zamen geschat op vier en twintig franken 24,00; Zes wollen vrouwen buisjes, te zamen geschat op veertig franken 40,00; Vijf vrouwen wollen Streepte rokken, te zamen geschat op vijftig franken 50,00; Drie blauwe wollen voorschoten, te zamen geschat op twaalf franken 12,00; Drie bonte vrouwen buisjes, te zamen geschat op negen franken 9,00; Drie streepte vrouwen baaijen Rokken, twee roode dito, een blauwe greinen dito, een zwarte dito, te zamen geschat op twee en zeventig franken 72,00; Drie zwarte greinen en drie blauwe dito vrouwen buisjes, te zamen geschat op vier en twintig franken 24,00; Twee wollen en twee bonte dito vrouwen buisjes, te zamen geschat op tien franken 10,00; Drie vrouwen borstrokken, geschat op vijftien franken 15,00; Een zwarte zijden vrouwen Hoed, geschat op agt franken 8,00. 

Aan Goud en Zilverwerk
Een gouden oorijzer, oude keur, wegende zes lood, twee en een halve engels, geschat op twee honderd en zestig franken 260,00; Een gouden Coljée met slot oude keur, wegende twee lood zes en een half engels, geschat op drie en zestig franken 63,00; Twee gouden ringen, twee punthaken, en een Slot, alle van goud en oude keur, wegende te zamen twee lood, geschat op vijftig franken 50,00; Een paar Gouden Krappen, oude keur wegende vijf lood, geschat op twee honderd en tien franken 210,00; Een zilveren Beugel, met zilveren Schaar en keting, en zilveren bandje oude keur wegende te zamen vier en twintig lood, geschat op drie en vijftig franken 53,00; Een paar zilveren gespen oude keur wegende vijf en een vierde lood, geschat op elf franken 11,00; Een gouden oorijzer oude keur, wegende vijf en een vierde lood, geschat op twee honderd en twintig franken 220,00; Twee gouden slotjes, nog een dito gouden slotje, nog een dito gouden slotje, een paar gouden haken en oogen, en drie paar gouden Krappen, alles oude keur, wegende te zamen twee en een half lood, geschat op hondert franken 100,00; Een zilveren beugel, en een paar zilveren gespen oude keur,  wegende te zamen twintig lood, geschat op twee en veertig franken 42,00; Een zilveren Snuifdoos, een zilveren keting met haak en schaar, geschat op twee en twintig franken 22,00; Een zilveren hegt, met een vork, wegende zes lood, oude keur, geschat op twaalf franken 12,00; Een Paar zilveren gespen, een paar dito been gespen, twintig zilveren knopen, wegende te zamen tien lood oude keur, geschat op twee en twintig franken 22,00; Een zilveren hegt en vork, wegende vier en een half lood, oude keur, geschat op negen franken 9,00; Een paar gouden knopen oude keur wegende drie engels, geschat op vijftien franken 15,00; Een zilveren kap, oude keur wegende dertien lood, geschat op twee en dertig franken 32,00; Twaalf zilveren lepels, drie kleine dito melk lepeltjes, wegende te zamen veertig lood, oude keur te zamen geschat op veertig franken 40,00; Een zilveren pultje, oude keur, wegende zeven lood, geschat op vijftien franken 15,00; Zes stukken vreemd zilvergeld, wegende twaalf lood, geschat op een en dertig franken 31,00; Een Gouden horologie, geschat op een honderd en vijf franken 105,00.

Gerede Geldspetien
Een honderd Stuks á twintig Stuivers ieder bedragende twee honderd en tien franken 210,00; Vijftien Stuks á agt en twintig Stuivers ieder, bedragende vier en veertig franken tien centimes 44,10; Taggentig stuks á zes Stuivers ieder bedragende vijftig franken 50,00. 

Hiermede bezig geweest zijnde van des morgens agt tot des avonds zeven uuren, geslagen besteed zoo tot het opmaken van het bovenstaande hoofd van den Inventaris als tot de beschrijving van de hier voren geinventariseerde goederen, hebben wij de voorzeide goederen benevens de nog niet ontzegelde met toestemming van alle partijen, gelaten in het bezit van Jelte Jans Zuidhof een der Requiranten meer gemeld die zulks ook erkend en zich belast om dezelven weder ten voorschijn te brengen, of te verantwoorden wanneer en aan wien zulks behoren zal; en is de vacatie tot het vervolgen van dezen inventaris uitgesteld en bepaald op morgen den vijfden maart dezes Jaars ’s morgens te agt uuren als wanneer alle partijen aangenomen hebben zich wederom hier ter plaatse te laten vinden, uitgezonderd nog thans de beide deskundigen welke hunne werkzaamheden in dezen hadden verrigt als zijnde geene goederen om te waarderen meer overgebleven en alzo door partijen voor hunne gepresteerde diensten bedankt.
Waarna de partijen, de bewaarder, en de deskundigen, benevens Roelf Pieters Wieringa, dagloner en Reint Meijer, koopman, beide te Leens woonagtig, als getuigen ten dezen verzogt, met ons Notaris hier ter plaatze na voorlezing hebben getekend, ten sterfhuize van Jan Jacobs Bos en Antje Ites, in leven Ehelieden te Leens in Numero vijf en twintig op dag maand en jaar in het hoofd dezes gemeld. 

Ten gevolge de voorzeide bepaling bij het slot der voorgaande vacatie gemaakt, zijn wij Mr Hendrik van Bolhuis, Keizerlijk Notaris residerende te Winsum hoofdplaats van het Canton van dezelfde naam, Arrondissemnt Appingedam Departement van de Wester Eems, in tegenwoordigheid der hierna genoemde hier mede ondergetekende getuigen op heden den vijfden Maart agttien honderd en dertien des morgens te agt uur en ten verzoeke van alle de Requiranten in het hoofd dezen inventaris vermeld, en allen hier tegenwoordig voortgegaan met het vervolg van dezen inventaris in [] navolgende 

In een vertrek uitziende na het Oosten met twee, en na het Noorden met een schuifraam. en aldaar in een eiken Bureau reeds op dezen Inventaris, geinventariseerd. bevonden het geen volgt:  

Titels en Papieren.
Het huwelijks contract van Jan Jacobs Bos, en Antje Ites, gepasseerd den vijftienden Mei duizend zevenhonderd twee en zeventig (voor de invoering van het enregistrement alhier), voor Jan Willem Henrik van Rossum (in ter tijd) Grietman van de vrije heerlijkheid de Kampen) welk huwelijks contract door ons Notaris is geparaphreerd en getekend met numero Een. 

Een authentieke acte gepasseerd den negentienden Augustus, achttienhonderd en drie (voor de invoering van het enregistrement alhier) voor Henrikus Cleveringa (in ter tijd) gequalificeerde Zegelaar woonagtig te Leens waarbij Jan Jacobs Bos, en vrouw Antje Ites, met toestemming van hare wederzijdsche erfgenamen, eenige verandering hebben gemaakt in hun huwelijks contract opgerigt den vijftienden Mei duizend zeven honderd twee en zeventig, sub numero Een hierboven vermeld, en zijnde deze piece door ons Notaris getekend en geparaphreerd met numero Twee. 

Een authentieke acte de dato den vijfden November zeventien honderd en negentig (voor de invoering van het enregistrement alhier) gepasseerd voor Doctor Regnerus Tjaarda Nauta in der tijd geconstitueerde Grietman van Ezinge bij welke acte door Jan Jacobs Bos en noie. ux. was aangekogt den eigendom van plusminus vijf en veertig Jukken (twee en twintig hectares vijftig ares) land, gelegen te Zuurdijk jaarlijks tot hure doende een honderd en tien gulden (of twee honderd een en dertig franken) door ons Notaris geparaphreerd met numero Drie. 

Een authentieke acte de dato den dertigsten Augustus agttienhonderd en vijf gepasseerd voor de invoering van het enregistrement alhier, door Henrikus Cleveringa, (in ter tijd) gequalificeerde Zegular woonagtig te Leens, bij welke acte mede gevoegd was een authentiek afschrift van een acte gepasseerd voor Hendrik Hagenouw Brongers, Keizerlijk Notaris residerende te Winsum, de dato den agttienden Juni agttien honderd en twaalf behoorlijk geregistreerd waaruit gebleek dat Jan Jacobs Bos, had aangekocht van Bene Jans landbouwer te Warfhuizen den eigendom van vijf en zeventig ares of drie Jukken land, onder Leens gelegen en bij Jan Jacobs Bos in gebruik voor eene Jaarlijksche huur van negentwintig franken en vijftig centimes, zijnde de eerstgemelde piece de oude aankoops brief daarbij aan Jan Jacobs Bos overgegeven welke beide piecen wij Notaris hebben geparaphreerd en getekend met numero Vier. 

Een authentieke acte gepasseerd voor E. H. Heshusius in ter tijd Rigter van Wehe, Zuurdijk en Nienklooster, de dato vijf en twintig October zeventien honderd zeven en negentig voor de invoering van het enregistrement alhier) bij welke acte door Jan Jacobs Bos, en Antje Ites, was aangekogt den eigendom en beklemminge van twee Jukken (ongeveer een hectare) land onverscheiden in vijf stukken (of twee hectares vijftig ares) land, gelegen in het lage bij Wispelheem, en hebben wij dit stuk geparaphreerd en getekend met numero Vijf. 

Hierbij hebben de Requiranten verklaard dat de drie Jukken (of een hectare vijftig ares) land, welke het overige gedeelte uitmaakte van de vijf Jukken (of twee hectare. vijftig ares) land, (in welke de twee Jukken, of een hectare hectare) land onverscheiden lag mede door Jan Jacob Bos en vrouw Antje Ites, was aangekocht en zij alzo eigenaren geworden zijn van de geheele vijf Jukken (of twee hectares vijftig ares) land. Dat zij daarna de beklemming dezen vijf Jukken (of twee hectares vijftig ares) land, wederom hadden verkogt aan Thiophilus Geerts en vrouw wonende te Zuurdijk onder eene vaste jaarlijksche hure van welk alles de Requiranten verklaarden dat geene bewijzen daarvan in den boedel voor handen waren. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Henricus Cleveringa, (in ter tijd) Rigter van Leens, de dato den 02-11-1801, bij welke acte was aangekogt door Jan Jacobs Bos en Antje Ites den eigendom van drie Jukken, ongeveer een hectare vijftig ares, land, onder vaste beklemming in gebruik bij Ekke Roelfs en vrouw voor eene jaarlijksche vaste hure van vijf en twintig franken en twintig centimes, zijnde gelegen onder Leens, en hebben wij Notaris de piece geparaphreerd en getekend met numero Zes. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Henricus Cleveringa (in der tijd) geconstitueerde Rigter van Leens, de dato 28-07-1783 (voor de invoering van het enregistrement alhier) waaruit gebleek dat Jan Jacobs Bos en vrouw hadden aangekogt een zesde gedeelte van den eigendom van zeven en dertig en een half Jukken, ongeveer agtien hectares vijf en zeventig ares, land, gelegen op Douwen onder Leens, bij Durk Gerbens en Haremtje Gerbens in gebruik voor eene jaarlijksche hure van twee honderd en tien franken, door ons Notaris geparaphreerd en getekend met numero Zeven.
Bij deze acte wierd door de Requiranten verklaard dat Jan Jacobs Bos en vrouw de overige vijf zesde gedeelte dezer landen, mede hadden aangekogt en alzo de gebruikeren dier landen aan hun de gehele huur van twee honderd en tien franken moesten betalen, doch waarvan zij tot op heden geen verder bewijs konden geven. 

Een authenthieke acte de dato den drie Junij agttien honderd en drie (voor de invoering van het enregistrement alhier) gepasseerd voor Henrikus Octavius Feith (in der tijd) Grietman van Ezinge en Hardeweer, waaruit blijkens eene dorseele cessie gebleek fat Kars Jans Ottens en Anntje Jans wonende te Oldehove, aan Jan Jacobs Bos verschuldigd waren, eene som van twee duizend een honderd franken, door ons geparaphreerd en getekend met numero Agt. 

Eene authentieke acte gepasseerd voor Henrikus Cleveringe woonagtig te Leens, de dato den twaalf Januarij agttien honderd en vier, (in ter tijd) gequalificeerde Zegulaar woonagtig te Leens (voor de invoering van het enregistrement alhier) uit welke acte gebleek dat Jan Jacobs Bos en Antje Ites hadden opgeschoten, aan Melle Meertens wonende op de Zoutkamp, eene som van drie duizend een honderd en vijftig franken, doch waarvan volgens eene door buiten opstaande aantekening was afgelost agt honderd en veertig franken, en als nu nog restant eene som van twee duizend drie honderd en tien franken, door ons Notaris geparaphreerd en getekend met numero Negen. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Henrikus Cleveringa (in der tijd) geconstitueerde Rigter van Wehe de dato den twaalfden mei zeventienhonderd vijf en taggentig (voor de invoering van het enregistrement alhier), waaruit gebrek dat Jan Bos en Antje Ites hadden opgeschoten aan Klaas Roelfs en Beitske Roelfs woonagtig te Wehe eene Som van twee duizend een honderd franken, door ons Notaris geparaphreerd en getekend met numero Tien. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Henrikus Cleveringa (in ter tijd) geconstitueerde Rigter van Wehe en Zuurdijk de dato dezelfden mei agttien honderd en drie (voor de invoering van het enregistrement alhier) waaruit gebleek dat Ekke Roelfs en Grietje Onnes woonagtig op douwen, verschuldigd waren aan Jan Jacobs Bos en Antje Ites eene Som van een duizend vier honderd en zeventig franken, doch welke Som de Rekwiranten verklaarden dat Jan Jacobs Bos en vrouw dezelve reeds bij hun leven hadden ontvangen en alzo deze acte welke door ons is geparaphreerd en getekend met numero Elf, abusievelijk in dezen boedel gebleven 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Henrikus Cleveringa (in ter tijd) gekwalificeerde Zegelaar woonagtig te Leens, de dato den tweden februarij agttien honderd en vier, voor de invoering van het enregistrement alhier, uit welke acte gebleek dat Jans Bos en Antje Ites, hadden opgeschoten aan Berend Jacobs en Eelje Jacobs Ehelieden te Leens woonagtig eene Som van vijf honderd en vijf en twintig franken, en is deze acte door ins Notaris geparaphreerd en getekend met numero Twaalf. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Henrikus Cleveringa (in der tijd) Rigter van Wehe de dato den vijf en twintigsten mei agttien honderd en drie, voor de invoering van het enregistrement alhier, waaruit gebleek dat Jan Jacobs Bos en Antje Ites competeerde van J. R. Faber en Roelfina Danekes een Som van vijf honderd zeven en zeventig franken en vijftig Centimes, welke acte door ons is geparaphreerd en getekend met numero Dertien, doch welke pretentie de Rekwiranten verklaarden niet meer van de debiteur te kunnen vorderen, aangezien dezelve reeds bevorens was afgedaan. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Albert Pieter Driessen (in ter tijd) Drost der Jurisdictie van het Wester Quartier de dato den derden Juli achttienhonderd en vijf voor de invoering van het enregistrement alhier, uit welke acte constateerde blijkens eene daarbuiten opstaande aantekening dat Freerk Menses en Aafke Jans schuldig waren aan Jan Bos, en Antje Ites, eene som van vierduizend twee honderdfranken, en hebben wij deze acte, geparaphreerd en getekend met numero Veertien. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Albert Pieter Driessen (in der tijd) Drost der Jurisdictie van het Wester Quartier de dato den zeventienden December agttien honderd en zes (voor de invoering van het enregistrement alhier) ingevolge deze acte volgens een daarbuiten opstaande aantekening, competeerde Jan Jacobs Bos en Antje Ites, van Kars Jans Ottens en Antje Jans Ehelieden te Oldehove eene Som van negen duizend drie honderdentwintig franken, welke acte door ons is geparaphreerd en getekend met numero Vijftien. 

Een authenthieke acte gepasseerd voor Hendrik Hagenouw Brongers, gequalificeerde Zegelaar woonagtig te Leens, de dato den twaalfden van Bloeimaand agtienhonderd en tien, (voor de invoering van het enregistrement alhier) uit welke acte gebleek dat Freerk Jurjens en Jenke Roelfs Ehelieden te Zuurdijk verschuldigd waren aan Jan Jacobs Bos en Antje Ites, een som van negen honderd vijf en veertig franken, welke acte door ons is geparaphreerd en getekend met numero Zestien. 

Een onderhandsche acte gedateerd den dertienden mei agttien honderd drie, welke niet was geregistreerd uit hoofde de rekwiranten verklaarden dat dezelve verzegeld waren geweest, hieruit gebleek dat  Ekke Roelfs en Grietje Onnes aan dezen boedel verschuldigd waren een duizend zeshonderd taggentig franken, zijnde dit blijk door ons geparaphreerd en getekend met numero Zeventien. 

Een onderhandsche obligatie gedateerd den dertienden Mei agttienhonderd ten laste van Derk Jochums en Jantje Jacobs, groot aan Capitaal vier honderd en twintig franken, door ons geparaphreerd en getekend met numero Agttien. 

Een onderhandsche obligatie, gedateerd den eersten Juni zeventien honderd vijf en negentig, ten laste Douwe Martens, Jantje Luis, en AEdsge Martens, groot aan Capitaal vier duizend twee honderd franken, door ons geparaphreerd en getekend met numero Negentien. 

Een onderhandsche obligatie ten laste Douwe Martens en Jantje Luis, zijnde gedateerd den twaalfden Juni zeventien honderd zevennegentig, groot vier duizend twee honderd franken, door ons geparaphreerd en getekend met numero Twintig. 

Een onderhandsche obligatie gedateerd den eersten mei agttien honderd en twee ten laste van Kars Jans en Antje Jans, Ehelieden te Oldehove groot aan Capitaal vijfduizend twee honderd en vijftig franken door ons geparaphreerd en getekend met numero Een en twintig. 

Een onderhandsche obligatie gedateerd den negenden April agttien honderd en Een, ten laste van J. van Julsingha, en Martje Jacobs Sijtsma woonagtig op Rode Haan onder Warfhuizen, groot aan Capitaal twee duizend een honderd franken, door ons geparaphreerd en getekend met numero Twee en twintig. 

Een onderhandsche obligatie gedateerd den eersten Mei agttienhonderd en vier ten laste van Klaas Roelfs en Beitske Roelfs te Wehe groot aan Capitaal een honderd zeven en vijftig franken vijftig centimes door ons geparaphreerd en getekend met numero Drie en twintig. 

Een onderhandsche obligatie gedateerd den derden mei zeventienhonderd twee en taggentig, ten laste Pieter Vonk groot aan Capitaal zes duizend drie honderd franken, welk blijk de Requiranten verklaarden dat de overledene Antje Ites hadde aangeerfd uit hare ouderlijke nalatenschap door ons geparaphreerd en getekend met numero Vier en twintig. 

Een onderhandsch blijk ten laste Jacob Douwes groot twee honderd en tien franken, door ons geparaphreerd en getekend met numero Vijf en twintig. 

Alle welke blijken van numero aggtien af tot numero vijf en twintig ingesloten niet waren geregistreerd aangezien de Requiranten verklaarden dat die goederen dezen tot op heden verzegeld zijn geweest, en alzo niet hebben kunnen registreren. 

Mondelinge opgaven door de Requiranten gedaan.
Vooreerst door de Requiranten verklaard dat tot dezen nalatenschap nog behoorde,
de behuizinge en erve, getekend numero vijf en twintig staande en gelegen te Leens,
zo door de overledenen Jan Jacobs Bos en Antje Ites, zelve ware bewoond geweest, met de beklemming van een streep grond daarbij gebruikt welke tot jaarlijksche hure of grondpagt is doende zes franken en dertig centimes, als mede nog de vaste en altoos durende beklemming van zeven Jukken land, drie hectares vijftig ares land, welke jaarlijks tot hure doen drie en zeventig frank vijftig centimes, welke goederen door Jan Bos en vrouw Antje Ites waren aangekogt van den oud Fiscaal W. H. Hoving, en Mevrouw A. Cleveringa, Ehelieden te Leens woonagtig, doch waarvan zij tot op heden nog geene authenthieke blijken in den boedel gevonden hadden. 

Ten tweeden wierd door hun opgegeven dat Ailke Jansen en Jantje Hindriks, Ehelieden, woonagtig te Wehe, aan dezen boedel wegens opgeschoten penningen verschuldigd waren vier duizend drie honderd en vijf franken. 

Ten derden dat Freerk Jurriens Borgman wonende te Zuurdijk aan dezen boedel wegens opgeschotene penningen, verschuldigt was eene som van twaalf honderd en zestig franken. 

Ten vierden dat Walle Pieters wonende te Leens aan dezen boedel verschuldigd was eene som van vijftien honderd een en twintig franken en vijf en veertig centimes. 

Ten vijfden dat Jan Ites Zwart wonende te Oldehove zijnde een der mede erfgenamen aan dezen boedel verschuldigd was eene som van twaalf duizend en zeshonderd franken. 

Ten zesden verklaarde Jan Pieters Vork een der Requiranten in het hoofd dezes vermeld dat hij en zijne echtgenote Anna Luis Dijkhuis aan dezen boedel wegens opgeschoten penningen verschuldigd was eene som van zeven en veertig duizend twee honderd en vijftig franken. 

Ten zevenden verklaarde Jacob Bos mede een der Requiranten in het hoofd dezes gemeld dat hij en zijne egtgenote Hiske Meinderts aan dezen boedel verschuldigt was eene som van negen duizend drie honderd vijf en veertig franken. 

Eindelijk wierd ons nog door de Requiranten vertoond de navolgende schulden ten laste het Rijk,
pmo Een certificaat van een capitaal groot duizend guldens, (of twee duizend een honderd franken) rentende tegen vier ten honderd, ingeschreven op het grootboek der publieke Schuld van Holland door ons geparaphreerd en getekend met numero Zes en twintig. 

2do Een Certificaat groot agthonderd guldens (of zestienhonderd en taggentig franken), rentende tegens vier ten honderd ingeschreven op het grootboek der publieke Schuld van Holland door ons geparaphreerd en getekend met numero Zeven en twintig. 

3tio Een Certificaat groot Zeshonderd guldens (of twaalf honderd en zestig franken), rentende tegens vijf ten honderd ingeschreven op het grootboek der publieke Schuld van Holland door ons geparaphreerd en getekend met numero Agt en twintig. 

4tio Een Certificaat groot vijf honderd guldens (of een duizend en vijftig franken), rentende tegen drie en een half ten honderd, ingeschreven op het grootboek der publieke Schuld van Holland door ons geparaphreerd en getekend met numero Negen en twintig. 

5to Een Certificaat groot aan Capitaal duizend guldens (of twee duizend een honderd franken), rentende tegens drie en een half ten honderd, ingeschreven op het grootboek der publieke Schuld van Holland door ons geparaphreerd en getekend met numero Dertig. 

6to Een Certificaat groot duizend guldens (of twee duizend een honderd franken), rentende tegens drie ten honderd, ingeschreven op het grootboek der publieke Schuld van Holland door ons geparaphreerd en getekend met numero Een en dertig. 

Dit alles alzo afgelopen zijnde wierd vervolgens door de requiranten opgegeven, dat deze boedel aan onderscheidene personen wegens dood en uittogt kosten aan diverse personen verschuldigt was een som van vijfhonderd en vijftig franken. 

Total het bovenstaande is men bezig geweest van ’s morgens agt tot ’s avonds agt uuren en niets meer gevonden zijnde om in dezen Inventaris te bevattn of daarbij op te geven is het al hetgeen daarin vermeld, gelaten in het bezit met toestemming van alle partijen aan Jan Pieters Vork een der Requiranten in het hoofd dezes gemeld, welke dit ook erkend en zich belast om hetzelve weder ten voorschijn te brengen of te verantwoorden wanneer en aan wie zulks behoren zal en heeft daarna Jelte Jans Zuidhof als bewaarder der goederen in handen van ons ondergetekende Notaris den eed afgelegd, van niets te hebben weg gemaakt nog gezien te hebben nog te weten, dat iets is wegemaakt geworden en van de goederen tot deze nalatenschap behorende waarop wij dezen inventaris hebben gesloten welke alle de partijen nevens de bewaarder en Roelf Pieters Wieringa van beroep dagloner en Reint Meijer van beroep koopman, beide te Leens woonagtig als getuigen ten dezen verzogt met ons Notaris na gedane voorlezing hebben getekend, ten sterfhuize van Jan Jacobs Bos, en Antje Ites te Leens op den vijfden maart agttien honderd en dertien. 

___________________________________________________________

Antje Ites: Ouders en erfgenamen
Naar Jan Jacobs Bos x Antje Ites | Landbouwers op “Pollux” en Renteniers te Leens