___________________________________________________________
titelblad catalogus
WOORD VOORAF.
Van 3-14 september 1957 wordt op het landgoed Verhildersum te Leens een historische tentoonstelling gehouden, waarop men in verschillende taferelen het leven onzer voorouders, zoals zich dit in de eerste helft der vorige eeuw afspeelde, ziet voorgesteld.
Het was een gelukkige omstandigheid, dat het Ommelander Museum, dat de stoot gaf tot het houden van deze tentoonstelling, de beschikking kreeg over de verschillende vertrekken van de oude borg, die op het ogenblik leeg staat en waarvoor men bezig is, een passende bestemming te zoeken.
De borg zelf dateert misschien uit de 12de à 13de eeuw, doch van de oude vorm is weinig meer over dan het fundament. In de loop der eeuwen heeft de vorm zich grotelijks gewijzigd, in ‘t laatst der 18de eeuw heeft het gebouw, mede door verwijdering van de zijvleugel aan de oostzijde, het karakter van een statig herenhuis gekregen, dat met zijn grachten en singels en brede oprijlaan tot heden in stand is gebleven. Thans is een grondige en algehele restauratie dringend nodig: deze wacht echter op het moment, dat voor de borg een vaste bestemming zal zijn gevonden.
De naam Verhildersum is doorzichtig; de betekenis zal wel zijn Ver Hilde’s heem, het heem of erf van Vrouw Hilde. Waarschijnlijk zullen de oudst bekende bewoners behoord hebben tot het hoofdelingengeslacht der Onsta’s van Sauwerd, dat naar de borg te Leens ook wel de naam Verhildema droeg. Het is niet onmogelijk, dat er voordien nog en ander hoofdelingen geslacht gewoond heeft; op de rechtsdag te Leens in 1280 verloren bij een twist verschillende hoofdelingen het leven; er is echter niet met zekerheid na te gaan, of een of meer daarvan te Leens gewoond hebben.
In 1586 kwam het geslacht Van Starkenborgh in het bezit van Verhildersum, door huwelijk van Ludolf Tiarda van Starkenborgh, afkomstig van de Dijkumborg te Garsthuizen, met Hidde Onsta, erfdochter van Verhildersum. Beiden liggen in de familiegrafkelder in de St. Pieterskerk van Leens begraven. Vanaf 1586 tot 1822 is de borg in het bezit van de Van Starkenborgh’s gebleven, alleen de laatste jaren voor 1822 was ze onbewoond. De familie bewoonde toen Borgsweer en later de Weerborg te Wehe.
Toen kwam notaris H. van Bolhuis in 1822, die als bewoner werd opgevolgd door zijn schoonzoon Mr. H. Frima.
Daarna kwam diens zoon, Mr. H. Frima, die de borg slechts een gedeelte van het jaar bewoonde. In 1953 kwam de gemeente Leens in het bezit van het landgoed, dat thans door de tentoonstelling „Verhildersum herleeft” tot nieuw leven wordt gewekt.
De bijdragen voor de tentoonstelling zijn voor het overgrote deel afkomstig uit particulier bezit: de kleren der aanwezige poppen, de door deze gedragen gouden en zilveren sieraden, de oude meubels, schilderijen, tin- en koperwerk, de karninrichting, de keukeninrichting.
Behalve een groot aantal Hogelandster families zijn ook door de geslachten Van Starkenborgh en Frima, die de borg vroeger bewoond hebben, verschillende voorwerpen, o.a schilderijen, ten gebruike afgestaan.
Van de antiquairs Van der Molen te Groningen en Bottema te Warfhuizen zijn inzendingen ter opluistering aanwezig. In een der vitrines bevindt zich een groot aantal kleine sieraden en kunstvoorwerpen van de verzamelaar H. J. Brongers te Middelstum, die ook andere kunstschatten heeft afgestaan; terwijl verschillende musea objecten uit hun bezit ter beschikking hebben gesteld.
Wanneer men over de brug de borg nadert, ziet men boven de deur de wapens Starkenborgh-Clant naast Lewe-Alberda, in 1686 angebracht door Edzard Tjarda van Starkenborgh en Anna Habina Lewe.
De sierlijke horren voor de ramen zijn uit particulier boerenbezit.
1. DE HAL.
Aan de wand twee grote schilderijen van Johan Tjarda van Tjaerda van Starkenborch, (Aetat. 60. 1595) en Gaets van Grovestins (Aetat. 60. 1595), vervaardigd door de zgn. Vlaamse emigrant.
Een arreslede, met moeder en zoon, in de klederdracht van + 1880. Een rek met paardetuig voor de arreslee.
Twee vitrines.
1 Met een groot aantal sieraden en kunstvoorwerpen (collectie Brongers).
2 Sieraden, geboortelepels, huwelijkslepels, enz. uit particulier Hogelandster bezit.
Stel zilveren sporen, stel koperen stijgbeugels.
2. DE BORGZAAL.
4 Perzische kleden.
17de eeuwse Holl. kussenkast, waarop 5-delig kaststel.
Notenhouten staande klok begin 18de eeuw.
IJzeren geldkist 17de eeuw.
4 koperen kandelaars met kaarsen.
2 tinnen kandelaars met kaarsen.
Bolpoottafel 17de eeuw, waarop grote zilveren schaal, de Werken van Jacob Cats, oud inktstel.
Notenhouten Spaanse stoelen 17de eeuw.
Spiegel 18de eeuw.
Speeltafeltje eind 18de eeuw.
Dolfijntafeltje met kleedje en rookgerei, lange ouderwetse pijp.
Pijpestander met Goudse pijpen.
Geimproviceerde schouw met oud en nieuw materiaal.
Haardstel van gedraaid ijzer.
Oud olielampje.
Haardplaat met treefje.
2 koperen kanonnen.
Onder de spiegel klein tafeltje met kleed, waarop grote familierose kom, daarboven 2 borden herenmandarijn.
Twee tinnen kannen, waarvan één wijnkan 1689.
Amelander hoekkastje met tinnen koffiepot + 2 theepotten (18de eeuw) + 3 kopjes.
In de hoek boven het kastje schellekoord.
Boven de deur Ming-bord.
Schoorsteenstuk 17de eeuw van J. de Stomme, voorstellende 3 kinderen Van Starkenborgh-Clant; het engelenkopje stelt een overleden kind voor.
Naast de klok schilderij 17de eeuw ; schilder en afgebeelde persoon onbekend.
Drie portretten van leden van het geslacht Tjarda van Starkenborgh, geschilderd 1760 door L. van der Warf.
Poppen, 3 dames, gekleed in sitsen jak + damasten rok ± 1790. De staande figuur getooid met zgn. Duitse muts, in de hand een wanhoed.
2 heren, gekleed in costumes van ± 1810.
Denkt u eens om de schoenen van de dames en de heren?
3. THEESALET ± 1850.
Biedermeiertijd.
Ronde mahoniehouten tafel, waaromheen 6 stoelen van ± 1850. Op de tafel zgn. rozenkleed; daarnaast theestoof en stoof. Op de tafel zilveren theeservies, 6 kopjes en schoteltjes, Chinees peterselie, koperen komfoor, naaimandje, tijdschrift Penelope 1828, kantkloskussen.
IJzeren geldkist.
Porselein-wandbord met inhoud, 4 Imariborden.
Schilderijen: Dirk Klaassens de Waard 1794-1825 en Lucina Thema 1795-1836.
Kinderportret : Siebrig de Cock ± 1850.
Siebrig de Cock
In 1853 geportretteerd door Berend Kunst
Krijttekening van de Gron. schilderes Marg. de Heer (1754).
Markttafereel van Ch. Rochussen (+ 1850).
Stilleven 17de eeuws.
Landschap van Jan Wijnands (1615-1682).
Op het empire-halve maantje tinnen koffiepot, enz.
De poppen stellen voor welgestelde boerenvrouwen getooid met oorijzerdracht, beugeltas en chatelaîne.
4 THEESCHENKERIJ.
Oude bank en kofferkist.
Kaart van Beckering 1774.
Schilderij met het paard Goliath, bereden door Jan Pieter Oepkes de Boer, pikeur van H. W. Torringa van Zuurdijk. Daarnaast een der vele gewonnen zilveren zwepen.
Drafpaard “Goliath”
Het schilderij werd uitgeleend door Guidina Frouwbina Zuidema, weduwe van Eije Torringa
De vraag is of het de bedoeling was om een dergelijke zware zweep te gebruiken tijdens een wedren
Detail
Er onder: zilveren beker met deksel, gewonnen door dezelfde pikeur. Alles begin 19de eeuw.
Zilveren zweep van 1932, gewonnen door een Torringa.
Volgens de kranten uit die tijd is in 1932 geen zweep gewonnen door een Torringa.
Op 08-09-1934 won “W Petrosia” van Klaas Torringa in Purmerend een gouden zweep, met inscriptie:
Harddraverij Vereeniging Purmerend
8 september 1934
Aangeboden door H.M. de Koningin
Een dergelijke lichte zweep kon tijdens de wedren gebruikt worden?
Foto schilderij te Brussel, waar op oude borg. Verhildersum.
Kaart van Verhildersum van 1822, daaronder portret van de nieuwe eigenaar mr H. van Bolhuis.
Pijpenrek met 2 Goudse pijpen.
Rookgerei, komfoor, tondeldoos, enz.
5. SLAAPKAMER (± 1835).
In het midden hemelbed, daarnaast zgn. stilletje of komfer. Hierop koperen kruikje, klisteerspuiten, zuigbekertje, pijpkan; daarboven beddepan.
Schommelwieg en vuurmand.
In de vensterbank luiermand.
Op het tafeltje luiergoed.
Toiletstel met het wapen van Van Starkenborgh.
Aan de wand Franse prent.
In het hemelbed moeder met kind; de dokter zit bij het bed, een dame komt op bezoek.
6. KARNHUIS MET MELKENKAMER.
Lange schraag met alleriei voorwerpen, gebruikt bij de bewerking van melk tot boter, o.a. roomkom, soepennap (schepnap voor karnemelk), botervormen, boterspanen, boterstempels, tinnen boterklip, dubbel maatje (2 dl.), afroomkom, verschillende vormen van schapemelkemmers, melkmaat (½ 1.) melkteems, kaasraspen.
Onder de schraag: koperen melkemmers, stelschraag.
Op de vloer: Grote koperen kaasakers.
Karn met daaraan verbonden hondentredmolen.
Botermol met schraag.
Melktien met koperen hoepels.
Slingerkarn met aandrijving.
Melkblok voor het spatten.
Spatkleed.
De uitgestalde karnton + pols na het karnen.
Karnschraag, karnpols, karnhekje.
Aan de wand enige foto’s betrekking hebbende op het karnen.
In de melkenkamer in het achterhuis.
Vrouw met juk en melkemmers ± 1860.
Melktienen.
Melkmouw.
Melklatten (lebben).
Schommelkarn en wasmachine.
Zeepkop. Regenbakemmertje.
Koperen glazenspuit. Koperen zeef.
7. KEUKEN.
Costuum ± 1860.
Man in rood vijfschaften hemrok, gekleed in zgn. „neugersjas”, met zwarte klapbroek.
Aan de tafel : vrouw in jak en zwarte vijfschaften rok huishoudelijk bezig. Knopstoelen. De tafel is een hangoortafel.
Voor het raam : tafel met strijkende vrouw.
Grote schouw, met haardplaat afkomstig van de Lulemaborg te Warfhuizen (Johan Maurits, graaf van Nassau, de Braziliaan).
Een groot aantal haard- en keukenbenodigdheden: o.a. haal (vuurhaak) met pan, zaagvormige vuurhaken, vuurtang, driehoek en vierhoek (voor ketels enz.), kettinghaken, haardplaten, wafelijzers, strijkbouten, kruiken, Keulse potten, schuimspanen, enz.
Aan de wand : tinkast met een groot aantal tinnen gebruiksvoorwerpen, o.a. tinnen borden, (ook op de „regel” van de schouw), tinnen schalen, tinnen kom, tinnen kandelaars, tinnen lepels, tinnen boterklippen, tinnen peper-, zout- en mosterdvat, tinnen trechter, klontjeschaar, koperen bus + gewichten en weegschaal, 5 kunstig bewerkte breischeden.
In de hoek: Friese hangklok, in de andere hoek een olieverfschilderij op hout, ± 1800, voorstellende tuinman van de Tammingaborg te Hornhuizen.
Aan de zuidmuur: lijst, waaraan verschillende soorten pannen, ook van rood en geel koper.
Grote spekvork, voor het afnemen der „schinken” en lappen spek uit de „wiem”. (drogerij aan latten hoog vóór de schouw).
Bij de haard verder nog: Spekplank.
Doofpot.
Kaarsenblusser.
Koperen ketels.
IJzeren treef. IJzeren haardhekje.
Op de tafel:
Koffieleut.
Theeblad (laat 18de eeuws).
Verder zijn in de keuken nog een aantal verschillende gebruiksvoorwerpen aanwezig, die een beeld geven van het landelijke leven, zoals het vóór 100 jaar was.
Aan te bevelen rondwandeling:
1. De Hal.
2. Het Karnhuis met Melkenkamer.
3. De Keuken.
4. De Borgzaal.
5. Het Theesalet.
6. De Theeschenkerij.
___________________________________________________________
Naar Tentoonstelling op Verhildersum te Leens | Plattelandsleven omstreeks 1800