___________________________________________________________ |
De Tiendaagse Veldtocht in 1831 werd ondermeer beëindigd door Franse interventie.
Vanuit de (in tussen verdwenen) Citadel van Antwerpen had in 1832 de generaal Chassé de stad urenlang laten beschieten met gloeiende kanonskogels. Dit was voor de Fransen aanleiding een tweede interventie te ondernemen. De tweede aanleiding was een verdrag tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Dit verdrag stelde aan Willem I van Nederland de eis dat hij zijn troepen vóór 1 november 1832 zou terugtrekken uit de Antwerpse citadel en de nabije Schelde forten.
Willem I vond de eis “driest en onbillijk” en gaf geen gevolg aan de eis tot terugtrekken.
Daarop trok het Franse Noordelijke Leger van ca. 90.000 man onder aanvoering van maarschalk Gérard dwars door België. Op 19 november 1832 kwamen de eerste Franse troepen toe voor de citadel van Antwerpen en begon het beleg. De Franse troepen namen de citadel, waar 4500 Nederlandse soldaten zich met een groot aantal kanonnen hadden verschanst, 24 dagen lang onder vuur met monstermortieren. Er werden ongeveer honderdduizend kanonskogels en houwitser granaten afgevuurd. Deze nieuwe tactiek van generaal Haxo bleek succesvol.
Op 23 december 1832 gaf het garnizoen van de citadel van Antwerpen zich over, nadat een belangrijk verdedigingswerk gevallen was. De slag had 370 doden geëist aan Franse kant en 560 bij de verdedigers.
Het beleid van generaal Chassé tijdens dit beleg werd later door militaire deskundigen bekritiseerd. Hij zou zich te veel hebben laten beïnvloeden door beslissingen uit Den Haag.
Generaal Chassé en zijn troepen werden krijgsgevangenen genomen en werden daaruit pas ontslagen in 1833. Bij hun terugkeer in Nederland kregen ze de Citadel medaille toegekend van Willem I.
___________________________________________________________ |
Naar Fregat Euridice