28-04-1990: Portret van de 5 Actieleiders, “De Bende van Vijf”

___________________________________________________________

28-04-1990 Algemeen Dagblad, zaterdag
Voor de boer is er geen weg terug
Portret van vijf actie – leiders
door Ge Simons Groningen

De actiecomités van de akkerbouwers beraden zich vandaag over het gisteren bereikte landbouwakkoord. Gaan ze door met actie voeren of zullen ze stoppen? Hoewel de ministers van landbouw in de Europese Gemeenschap met de nieuwe landbouwprijzen de boeren tegemoet zijn gekomen, is het protest nog niet verstomd. De drie Centrale Landbouw Organisaties lieten gisteren al weten ontevreden te zijn. Het Landbouwschap vindt dat met het akkoord de eisen slechts gedeeltelijk zijn ingewilligd.
En de akkerbouwers die acties hebben gevoerd voor een betere graanprijs, zijn niet echt ingenomen met het akkoord.
Wie zijn de mensen die afgelopen maanden de acties van de boeren hebben geleid? Zullen ze na vandaag weer uit het beeld verdwijnen? Ze weten dat ze met hun tractoren burgerlijk nogal ongehoorzaam bezig waren, „maar de politie demonstreert toch ook?”
Ze leven dikwijls met een vloek in het hart, maar hebben zich toch ingehouden. Zo lang er een opvolger is, vechten ze zich liever dood dan hun bedrijf op te geven in de golf van de koude sanering die over de akkers spoelt.
Ze zijn immers rentmeester van een generaties lang opgebouwd familiekapitaal en denken in generaties, erf opvolging en ze zijn verbijsterd over „de kortzichtigheid van de politiek.”
Ze staan niet alleen in de strijd om het bestaan, want ze weten hun vrouwen achter zich, al moesten die thuis blijven toen ze met de trekker op pad waren. Voor de thuisblijvers waren de opstallen eigenlijk te klein voor het ijsberen: „Hoe zou het gaan in den Haag?”

Laatste twee jaar heb ik voor niets gewerkt
Jan Geluk (56) heeft in Dinteloord 51 hectare land met aardappels, suikerbieten, wintertarwe en graszaad, plus 17 hectare dijk- en grasland met schapen. De laatste twee jaar heeft hij voor niks gewerkt. Met moeite is hij vorig jaar met zijn vrouw voor het eerst in zijn leven met vakantie gegaan, een week lang. „Ik kan hier zo vier, vijf bedrijven noemen die binnen vijf jaar stoppen omdat er geen opvolger is. Ouders hebben tegen hun zonen gezegd: ‘Ga maar studeren’. Die jongens zouden anders geweldig moeten ploeteren en zich flink in de schulden moeten steken. Ze zeggen zelf ook: ‘Waar ben ik mee bezig? Verkoop het maar, pa!” Geluk heeft geluk dat zijn zoon Marinus, die in de maatschap van het bedrijf zit, dat gaat overnemen, maar elders — en niet uit luxe — drie maanden in loondienst moet werken. Zijn toekomstige vrouw zal wel een baan buitenshuis moeten hebben om van een inkomen verzekerd te zijn. Geluk heeft nog een getrouwde dochter en een studerende zoon, ‘die toch ooit ook hun deel willen hebben’.
Als akkerbouwer valt het niet mee om op de veehouderij over te stappen. Dat moet in je zitten en het houden van koeien kost verschrikkelijk veel geld als je al een quotering voor de melk kunt kopen. Varkens, dat zou kunnen, maar dan zit je met het mestprobleem. Verkopen aan de conservenindustrie? Die mannen zitten te wachten tot de grondprijs daalt. „Je investeert niet meer, want het geld voor de investeringen eet je op. Je voelt je schuldig, want je hebt het gevoel dat je gefaald hebt ten opzichte van je vader. Verkopen? Dan heb je helemaal een kater, want je hebt je erfgoed verkwanseld en je bent eigenlijk mislukt. Maar bovenal gaat het om die jongen.—

Je bent hartstikke gek dat je doorgaat
Wessel Jansema (45), geboren en getogen in Steendam aan de boorden van het Schildmeer, liep volgens zijn moeder „als kleuter al als een boer rond te benen”.
Hij heeft drie kinderen, allemaal studerend. Zoon Berend Pieter wil het bedrijf mettertijd overnemen. Jansema heeft in Sellingen bij Ter Apel een kleine honderd hectare bieten, aardappelen, graan, koolzaad en wat wortelen. In Steendam, bij zijn ouders, vijftig kilometer verder, verbouwt hij nog 13 hectare aardappelen. Hij heeft ‘een houten kont’ van het tractorrijden; heen en weer naar Steendam en van de actietochten naar Den Haag. „Je bent eigenlijk hartstikke gek dat je doorgaat, maar boeren hebben een speciale mentaliteit. De boeren vormen een van de
laatste groeperingen, die zich hebben gemanifesteerd. In deze democratie is gebleken dat actievoeren resultaat oplevert, dat hebben de boeren uitstekend afgekeken van de vakbonden.
„We hebben het dal gehad. Er is in Brussel een prijsverhoging uit de bus gerold. Als we niet in actie waren gekomen, dan hadden we op z’n minst een prijsdaling van drie procent gehad en een van zes voor volgend jaar.”
Het actievoeren was emotioneel een zware belasting voor het gezin. Maar: „Dit vergeet je je hele leven niet meer.”

Mij hoor je niet mopperen
Klaas Dijkstra (47) is de voorman van de vijf actieleiders. Met 136 hectare in Swifterbant (Flevoland) met aardappels, graszaad, suikerbieten, erwten en weinig tarwe zegt hij „niet te mogen mopperen, maar er hoeft niet veel te gebeuren of het resultaat wordt negatief.” Het bedrijf (pachtgrond) heeft een investering van 1,5 miljoen en levert bruto jaarlijks 40.000 tot 50.000 gulden op. „Als je in de industrie zo zou werken, dan stoppen ze morgen.” Dijkstra kan daarom zijn betaalde nevenfuncties niet missen, zeker niet nu het actievoeren handenvol geld kost. Hij heeft een zoon, Rink, die het bedrijf wil overnemen. „Het gaat de kant op van een ijskoude sanering voor de akkerbouw. Je kunt verkopen, dan heb je een zakcent, maar je bent je baan kwijt. Ik ga door, omdat er een opvolger is en omdat ik optimistisch ben dat er in Nederland akkerbouw overblijft.” Zijn vrouw: „En er moet natuurlijk gestudeerd kunnen worden, want de andere kinderen willen ook iets, al is het geen boerenbedrijf, voor zichzelf beginnen.”
failliet. Hij houdt er gewoon eerder mee op, want de bank heeft al bijtijds gezegd dat het niet langer kan. We moeten heel snel naar een produktie voor de niet-voedsel sector, de agrificatie, dus olie van koolzaad als dieselolie, ethanol uit aardappels, tarwe, noem maar op, als brandstof, vezels in plaats van houtpulp en karwijzaad voor de farmaceutische industrie.”
Dijkstra weet dat energie uit landbouwprodukten duurder is dan de brandstof uit aardolie. „Maar dat kun je overbruggen. Die achttienhonderdvijftig gulden die Braks per jaar per hectare geeft als je je land braak laat liggen, zou je daarvoor kunnen gebruiken.”

Ik behoor tot de moderne slaven
Klaas Jan de Waard (47) heeft 90 hectare land in Kommerzijl bij Grijpskerk in Groningen, maar: „Iedereen eet zijn eigen kapitaal op en de bank heeft meer dan ik.”
De Waard heeft drie lerende of studerende kinderen. Zoon Mark wil in het bedrijf. De laatste jaren heeft De Waard slecht gedraaid met 1,5 miljoen bedrijfskapitaal („zolang je niet verkoopt kun je er geen ijsco van kopen”) met de kwetsbare teelt van graan, suikerbieten, aardappelen, gras- en karweizaad. Overschakelen op tulpen, zoals je in de nieuwe polders wel ziet, of grove groenten, geeft geen oplossing. „Daar zijn heel wat tegenslagen mee geleden.” „Goed ik zit niet in de file,
maar ik behoor tot de moderne slaven, want ik ben gedoemd het hele jaar hard te werken en uiteindelijk levert het niets op. Dan zeg je: Ik ga wat anders doen. Dat zal er ook wel van komen, als het zo doorgaat, maar je mag niet. Ik heb er enorm veel problemen mee. Ik heb er voor gekozen, want boeren is een manier van leven.
Je hebt nu geen lol meer in je bestaan. Je bent niet meer met plezier bezig om de piepers te poten. Je bent aan het prakkizeren en de hele reutemeteut neem je mee in je hoofd. En dan word je opstandig en dan wil je op je trekker springen en iedere ambtenaar uitschelden. Als ik een kievit of een haas zie, denk ik: ’ik wou dat ik zo’n dier was’.
„De landbouw wordt weggedrukt, telt niet meer mee. Maar als de akkerbouw wegvalt, dan is Nederland Nederland niet meer.” Zijn vrouw: „Waar ik moeite mee heb is dat de kinderen zo vaak op het bedrijf moeten inspringen. Tennissen kan dan even niet, want er moet iemand op de aardappelrooimachine zitten.”

Rendement laatste jaren negatief
Lenus Hamster (48) beheert in Nieuwolda 150 hectare zware Groningse klei, een erfgoed van generaties. Hij is van nature geen actievoerder, meer een man van overleg aan de tafel. Hij heeft vier kinderen: „Dat is de beste investering, die je kunt doen en gelukkig kunnen ze allemaal goed leren.” En hij heeft een opvolger, zoon Kees. Het rendement van zijn bedrijf, met een bedrijfskapitaal van zo’n 1,5 miljoen, was de laatste jaren „niet anders dan negatief.” „Dit is een methode om een familiekapitaal dat van generatie op generatie in de grond is gestopt, op de snelste wijze teniet te doen. Je vreet het gewoon op“.
„Als er niet snel iets verandert, komt dit soort bedrijven snel te koop te staan. Dit hele gebied gaat verpauperen, want braakliggen lost niks op. De premie is minder dan de kosten. Of ik het volhoud? Dat hangt van de natuur af, maar als ik nog vijf jaar moet wachten dan is het finito.”
Hamster, veel bestuurlijke ervaring, denkt vaak over bio-energie en over alternatieve culturen, zoals hydrocultuur voor witlof. „Wij hebben geen behoefte aan werk, maar aan inkomen. Ik wil best investeren, maar het moet wel zin hebben. Ik wil mijn zoon de dynamiek van een boerenbedrijf meegeven, want het is een uitdaging om met de natuur bezig te zijn. Het is een prachtig vak, maar je moet de realiteit onder ogen zien. „Ik ben nog steeds optimistisch. Ik ga er nog steeds van uit dat we iets aangereikt krijgen, al was het alleen maar door de Voorzienigheid.”

___________________________________________________________

Naar Boerenprotesten 1990