___________________________________________________________ |
19-03-1970 Leeuwarder Courant, donderdag
In NOS-centrum Frieslandhal geloei, vreugde en verdriet
In café-restaurant Prins in de voorbouw van de Frieslandhal klonk gisteravond geloei. Op zichzelf niets bijzonders bij een veemarkthal, maar voor zover wij weten was het de eerste keer dat een heuse koe, het stemvee symboliserend naar een ludieke gedachte van de boeren-lege-beurzen-actie, het restaurant betrad.
Geloei ook van honderden toeters, waarmee het Feijenoord-legioen alles en iedereen overstemde.
In een hoek van de smalle zaal zat Pier Tania, omringd door politieke kopstukken, met twee televisie-toestellen voor zich. eentje met het NOS-verkiezingsprogramma en eentje met de wedstrijd in de Rotterdamse kuip. Het talrijke publiek kon na een hele dag van kiezen nu nóg eens kiezen, want er stonden een stuk of tien toestellen opgesteld, eerlijk half om half het eerste en het tweede net brengend.
Feijenoord won in Leeuwarden
Men moest overigens bijna in de tv-toestellen kruipen om de programma’s te volgen. Bovendien waren er — zoals in het VVD-kamp mevrouw Van Ulzen — diverse bedrijvige lieden, die als derde net fungeerden. Ze rapporteerden de aan de verkiezingsuitslagen gebakken mensen hoe het met Feijenoord stond omgekeerd de onverstoorbare voetbalklanten dat er nu toch wel een heel interessante ontwikkeling gaande was binnen de krijtlijnen van de politiek.
We ontkwamen niet aan de indruk lat Feyenoord de aandacht van de meerderheid het beste vasthield en dat ook Herman Kuiphof het in volume won van Joop van Os.
„Hokjes”
Geheel getrouw aan de gewoonte, dat we een „hokjes-volk” zijn — en wie zal dat ontkennen in Friesland met z’n eigen FNP — formeerden zich direct al in café Prins kleine groepjes van gelijkgestemden. De vroegkomers hadden zelfs tafeltjes voor hun club gereserveerd. De geestverwanten konden met een blik in de zaal hun plaats bepalen en meestal werd de versterking met gejuich ontvangen. Want of een partij nu wint of verliest, het is altijd prettig vreugde of verdriet met velen samen te beleven. Het wie-is-wie was in dit geval helemaal niet belangrijk: men tooide zich met ministembiljetjes of met een groene roos (D’66) en wie daar iets herkenbaars in zag, bevond zich dadelijk op bekend terrein.
Het binnendruppelen van bekende figuren ging uiterst geleidelijk. Een van de vroegkomers was gedeputeerde mr. P. W. van Krevelen en hij kreeg al gauw gezelschap van zijn collega’s J. Spiekhout en P. van der Mark. Bij de gemeentelijke autoriteiten was wethouder J. Tiekstra de voorloper, al spoedig gevolgd door wethouder J. Heetla en om plm. negen uur door wethouder J. ten Burg en zijn echtgenote.
Negen minuten
Maar de prijs voor de eerstkomenden gaat ongetwijfeld naar de VVD. die haar jaarvergadering in café Prins had gepland en die er in een recordtijd van negen minuten precies in slaagde in aanwezigheid van een verheugend aantal leden de agenda af te werken. „Hoe staat het?” klonk af en toe. Antwoord: „Twee-nul voor Feijenoord” „Nee, ik bedoel de verkiezingen!” „O!“.
Een koe…
Omstreeks tien uur kwam burgemeester Brandsma van Leeuwarden de inmiddels vol rook staande lokalen binnen, waar hij, zo het leek, tot zijn verrassing ook zijn vrouw en dochter aantrof. De heer Brandsma was ogenblikkelijk in druk gesprek gewikkeld over de uitslagen, o.m. met wethouder J. ten Brug, die het verlies voor het PAK „een gevoelige klap” noemde. Hij haalde een grote staat uit zijn zak met de uitslagen van Leeuwarden en hij wist de samenstelling van de Leeuwarder raad te noemen, wanneer er in plaats van voor de Staten voor de raad was gekozen.
Op dat moment keerde de koe van de ontevreden boeren terug van haar televisie-optreden en passeerde burgemeester Brandsma op enkele centimeters afstand. Deze, onverstoorbaar doorpratend, keek even om, zag een koe, en hernam zijn gesprek. Wat burgemeester Brandsma betreft had er ook een olifant of een giraffe achter hem langs mogen gaan.
Naarmate het uur vorderde, werd de stemming treuriger en droeviger, afhankelijk van de gerichtheid van de „blokken”. Er waren nogal wat laatkomers, zoals PvdA-voorman dr. A. Vondeling, die zich met moeite een weg naar de Pier Tania-tafel kon banen, omdat hij onderweg regelmatig werd aangehouden door voor- en tegenstanders, die benieuwd waren naar zijn commentaar.
In café Prins waren overigens nog meer kamerleden. Mevrouw mr. E. Veder—Smit (VVD) glipte al tegen negenen binnen, maar de overste Tj. Walburg (AR), die overigens door zijn kiezers nog altijd met „majoor” wordt aangesproken, was al zo vroegtijdig aanwezig, dat hij Feijenoord nog net voor de eerste keer kon zien scoren.
Wethouder J. Tiekstra was een van de eersten die zich afmeldde; dat was tegen half elf. „Ik gaan naar hus, even rustig sitte, even met ut hontsje kuiere en dan wachte op de einduitslag”, aldus de PvdA-wethouder. Zijn collega J. ten Brug constateerde spijtig: „Dat het ons ‘n klap geven in Liwwadden”.
Grote vreugde en groot verdriet was er niet, al moeten we zeggen dat we aanhangers van kleine, zeer succesvolle partijen hebben gezien, die naar de uitslagen met de verliezen voor de „grote broers” keken, zoals een kleine winkelier kijkt naar een brand bij V. en D.
Een koe in café Prins slaagde erin, geleid door ijverige begeleiders, de beeldbuis te halen. De spandoeken spraken voor zichzelf.
___________________________________________________________ |
Feijenoord moeizaam ronde verder
Kindvall en Wery schoten Feijenoord naar 2-0
Feijenoord hamerde zich tenslotte via zijn graniet en wilskracht de halve finale binnen. Het vloerde Vorwärts in een moordende tweede helft, waarin de Oostduitsers de wurgende greep van de Rotterdammers niet meer konden verdragen.
Ove Kindvall en Henk Werv braken toen de deur naar de halve finale open die zolang en soms zo nuchter door Vorwärts was gebarricadeerd. Feijenoord vond onder de druk van de twee verplichte doelpunten maar nauwelijks zijn sprankelende vorm die eerder A.C. Milan velde. De Happel-helden konden slechts bouwen on een wilskracht die gestut door het 65.000 koppige legioen niet te breken was.
Toen Coen Moulijn daar in de tweede helft zijn vernuft aan toevoegde bezweek Vorwärts onder het razend ritme waarmee Feijenoord zolang geselde. Niet fraai, maar efficiënt renden de Rotterdammers toen naar de volgende hindernis voor de glimmende Europa-Cup.
Drie minuten na de hervatting barstte het stadion dan toch in jubel los, toen Geels de bal van rechts voorzette. Coen Moulijn trok op zijn beurt de bal aan de andere kant van de achtertlijn op maat terug, waar Ove Kindvall Zulkofski van dichtbij eenvoudig mocht passeren: 1—0. De Kuip uitte zich ogenblikkelijk in alle nationale hymnen, behalve het Wilhelmus, waardoor Feijenoord zich nog grimmiger aan zijn taak, de verlossende tweede treffer te scoren, zette.
Ove Kindvall, de tegenvallende Zweed, maakte na duivels doorzetten nog geen vijf minuten later dat tweede doelpunt dat echter terecht wegens buitenspel werd afgekeurd. Terwijl Vorwärts het offensief nu echter ook met meer manschappen zocht, dicteerde Feijenoord via de oprukkende backs Geels en Van Duivenbode toch het spel, maar de moeizaam zwoegende Kindvall permitteerde zich vaak te veel tijd voor een efficiënte afwerking.
Een vrije schop van Coen Moulijn vond na een kwartier het hoofd van Theo Laseroms, die Zulkofski tot acrobatisch werk vlak onder de lat noopte. Dezelfde Laseroms faalde kort daarop in de afweer, maar Wim Jansen corrigeerde die misgreep. Doelman Zulkofski moest aan de andere kant opnieuw bekwaam handelen toen een vrije schop van Hasil zich door de muur in de rechter benedenhoek boorde. Zeer gevaarlijk werd het onblusbare Feijenoord na 21 minuten toen de nu hijgende Oostduitse afweer zich verkeek op een trekbal van alweer Coen Moulijn. Ook Kindvall echter was iets te ver doorgelopen, waardoor de bal achter hem rolde. Maar na 24 minuten was Feijenoord tegen de nu ontredderde Oostduitsers daar, waar het wilde zijn. Het bedreigde centrum van de Oostduitsers kon niet voorkomen dat de bal naar rechts naar de uitstekend spelende en totaal ongedekte Henk Wery wapperde. Zijn ziedend schot kon Zulkofski alleen maar horen: 2—0.
De Kuip reageerde met een jubel die het eigenlijk iets te lang had moeten inhouden. Nog geen twee minuten later leek Feijenoord definitief op afstand te komen. Toen de steeds virtuozer draaiende Coen Moulijn binnen de fatale lijnen werd gevloerd door zijn opponent Fraessdorf. De Tsjechische arbiter Krnavek — lang niet altijd even duidelijk in zijn beslissingen — kon nu echter onmogelijk vreemd handelen. Kindvall knalde echter van elf meter afstand vrijwel recht op doelman Zulkofski, die met de vuisten een definitieve knock-out voor zijn ploeg voorkwam.
Vorwärts, dat Hamarm door Bruck verving, herademde en zette zich wanhopig aan de opbouw van een tegentreffer, die Feijenoord Alsnog moest vellen. De Oostduitsers kwamen zelfs heel dicht bij een doelpunt toen Begerad uit een vrije schop de linkerpaal schampte.
Feijenoord koesterde in die periode Wim van Hanegem, die meteen zijn taak van spelvertrager gretig opnam.
De Rotterdammers wandelden via goed uitverdedigen in de laatste minuten door een langzaam-aan-aktie de halve finales binnen. Zelfs kreeg Kindvall nog een unieke kans op 3—0, toen hij Mueller de bal had afgepakt en alleen voor Zulkowski verscheen. De teleurstellende Zweed zette zijn aktie echter te ver door. Het legioen mopperde even om tenslotte met de zilvervloot de halve finales binnen te varen.
Eén van de uitblinkers bij Feyenoord was ongetwijfeld Coentje Moulijn, die overigens bijzonder veel last had met zijn vaste bewaker Fraessdorf.
„Vorwärts viel me overigens dik tegen” (Door Coen Moulijn)
Ik kan mij volledig voorstellen dat het publiek niet voor honderd procent tevreden was. Logisch. Men had nu eenmaal een forse zege van ons verwacht. Doelpunten, die wilden de mensen zien. Maar ja, die kwamen er te weinig. Hebben we een klein beetje meer geluk, dan gaat Vorwärts er ongetwijfeld met een nulletje of vijf aan. Werkelijk, we hadden toch in de rust al minstens met 2—0 voor kunnen staan? En gaat die strafschop erin, dan bereiken we ongetwijfeld óók een hoge score.
Nu zou het echter niet reëel zijn, om de wel erg kleine zege louter op pech te schuiven. We hadden natuurlijk ook van die kansen gebruik moeten maken. Maar Ove Kindvall had zijn avond niet en hij is nu eenmaal hij ons de man die voor de treffers moet zorgen. Alleen moet men Ove nu geen al te ernstige verwijten maken. De beste kan wel eens uit vorm zijn.
Vorwärts viel me overigens beslist dik tegen. Ik geloof, dat de ploeg in kracht weinig voor Carl Zeiss Jena onderdoet. En nu kun je natuurlijk onmiddellijk zeggen: maar Carl Zeiss Jena werd toch maar in de pan gehakt en Vorwärts niet, maar dan zeg ik weer hetzelfde: benutten we de kansen, dan gaat Vorwärts precies dezelfde weg op als Carl Zeiss Jena vorige week.
Al is het publiek nu wellicht een tikje teleurgesteld, toch moet men niet vergeten dat wij ook erg goed werk gedaan hebben. Toen voor de rust een doelpunt uitbleef, zijn we toch geen moment in paniek geraakt. We bleven trachten om via goed opbouwend voetbal tot een treffer te komen. Alleen in de laatste tien minuten van de eerste helft hebben we geprobeerd de zaak te forceren. Het mislukte, zoals er bij ons vanavond nogal veel mislukte.
In de rust was de stemming bij ons echter niet paniekerig. Happel zei: „We blijven gewoon proberen een doelpunt te maken. Niet forceren. Alleen, staat het een kwartier voor tijd nog 0—0, dan gaat eerst Rinus Israël naar voren, maakt hij er geen een, dan ook Laseroms in de vuurlinie”. Gelukkig is dit niet nodig geweest. Dat snelle doelpunt na de rust bracht uitkomst.
Tenslotte een woordje over mijzelf. Ik dacht dat het met mij wel lekker liep. Ik draaide tenminste heel wat beter dan de laatste tijd. En dat terwijl Fraessdorf, mijn directe tegenstander dus, echt een knappe voetballer is. Had Vorwärts er zo elf, dan had ik het nog niet geweten. Nou ja, niet meer aan denken. We hebben de halve finale bereikt. Nog een ronde en we zijn even ver als Ajax….
___________________________________________________________ |
Naar 1970 Boerenacties