| ___________________________________________________________ |
15-02-1774 Opregte Dingsdaagse Haarlemsche Courant
| ___________________________________________________________ |
12-03-1774 Leeuwarder Saturdagse Courant
Leeuwarden den 10 Maart.
De tegenwoordige stand van alle Planeten, en de aanmerkelyke Conjuncties die daardoor in dit Voorjaar te verwagten staan, heeft men door de Rekenmeester en Instrumentmaker W. Foppes het volgende:
Een weinig voor de Sonne opgang van den 8 May in ‘t einde van het Feeken Arius, zal de Maan, Venus, Mercurius, Mars, en Jupiter, zeer digt by elkander staan, (en zal enige dagen voor, en na den 8 May ook plaats hebben, uitgenomen de Maan) dus een Conjunctie in een Progresje van 10, waar van men by Menschen geheugen geen voorbeeld vind, en mogelyk Eeuwen zullen verlopen eer zulks weer plaats zal hebben:
Nog heeft men zeer na in Conjunctie, Mercurius met Jupiter den 16 Maart, Mercurius met de Son den 13 April, Venus met de Son den 23 Maart, Venus met Jupiter den 14 Juny. Saturnus in Oppositie met de Son den 13 Maart, Saturnus in Oppositie met Venus en Mars den 26 Maart: Of nu die 4 Planeten en de Maan (die men te zamen ruim 8000 maal groter tekent als de Aarde) eenige dagen voor en na de 8 May een weinig de Aardkloot zoude kunnen aantrekken, is niet onwaarschynlyk, dog men heeft Saturnus omtrent aan de overzy, niet ver van zyn Oppositie-Punt, en welke men ruim 3030 maal groter stelt dan de Aarde, die reeds den 13 Maart de Aarde omtrent contrari met zyn meeste kragt aantrekt, welke aantrekking (schoon zo groot niet als die van de andere vyf) het zelve evenwel een weinig kan evenaren.
[tabel id=81 /]
16-04-1774 Leeuwarder Saturdagse Courant
Leeuwarden den 15 April 1774.
Men is van eene kundige hand onderrigt, dat de bewegingen van Mercurius, en Mars geenen invloed op de Aarde hebben; de Conjunctie van Venus met de Zon reeds den 22 Maart is geschied (zonder dat men haar, weegens derzelve groote Noorder breedte, voor de Zon, gelyk in de jaren 1761, en 1769 heeft gezien) en dat de Conjunctie van Mercurius met de Zon den 11 April voorgevallen is.
Bygevolg dat beide deeze Planeten, op de gemelde tyden, het allernaaste aan de Aarde zyn geweest, en zig nu wederom dagelyx van dezelve verwyderen.
Voorts dat het zeer klein vermoogen van Jupiter op de Aarde, den 8 May, byna op het allerkleinste is, en op dien dag niets byzonders staat te gebeuren aangaande de Planeeten, als dit men ‘s morgens voor den opgang der Zonne, by helder weder, Jupiter, Mars, Venus, Mercurius, en de Maan in het teeken Aries van den Zodiacus zal zien; daar na met het begin van Juny in Taurus, en verder in zeer verschillende teekens van den Zodiacus, volgens den bestendigen loop der Planeeten, zal waarneemen; en dit daarom zulke, die vermoeden, dit op den 8 May waarschynelyk eenige veranderinge in de beweeginge der Aarde, en Planeeten zou ontstaan, inderdaad hunne onkunde belyden in de wetten der beweeginge van dezelve.
Nadien deeze Lichaamen ieder in het byzonder, haren loop, in hunne eigene, en zeer van elkander verschillende Kringen, zonder daar uit te wyken volbrengen. Zoo dat de Sterrekundige voor honderden van jaaren, wat het zaakelyke betreft, indien zy ooit hadden gedagt, dit eene vertooninge aan den Hemel, als die van den gemelden dag, nadeelige gevolgen in het zamenstelsel der Planeeten zou maaken, dezelve hadden kunnen voorzeggen.
| ___________________________________________________________ |
Philosophische Bedenkingen over de Conjunctie van de Planeten, Jupiter, Mars, Venus, Mercurius en de Maan
Op den Agsten May 1774
Door een Liefhebber der Waarheid
Gedrukt: Te Leeuwarden, bij Abraham Ferwerda en Gerrit Treslong 1774 | 88 bladzijden
17-05-1774 Groninger Courant
Het boek wordt toegeschreven aan de predikant Eelco Alta.
Eelco Alta kende Petrus Camper en hield zich ook bezig met bestrijden van de veepest, maar kreeg minder aandacht dan Geert Reinders.
| ___________________________________________________________ |
Naar Eise Eisinga en Planetarium te Franeker