___________________________________________________________ |
Datum: 22-01-1828 aktenummer 3041
Verkoper: Derk Jacobs Vork
Koper: Kornelis Freerks Wiersum en Eltje Warners Koiter
Koopsom: 5.250,00
Grootte: ± 16 ¾ bunder groen- en bouwland
Eigenaar grond: wedu Evert Egberts
Beklemhuur: f 100,00
___________________________________________________________ |
In het jaar achttienhonderd achtentwintig den tweeentwintigsten der maand Januarij des avonds te Zes uur, ten huize van Luitje Elles Marrenga kastelein wonende te Wehe,
Compareerde voor ons ondergeteekende Mr Hendrik van Bolhuis openbaar Notaris residerende te Leens, Gemeente van dien naam Kanton Winsum Kwartier Appingedam Provincie Groningen in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergetekende getuigen
de Heer Theodorus Frederik Uilkens, predikant bij de Hervormde gemeente te Loppersum en wonende aldaar, als gevolmagtigde van Derk Jacobs Vork landbouwer wonende te Leens, ingevolge procuratie gepasseerd voor opgemelde notaris en getuigen den negentienden dezer maand, behoorlijk geregistreerd, waarvan de minute ten Kantore van gezegde notaris is berustende, dewelke verklaarde te hebben doen publiek maken voornemens te zijn heden avond uur en plaats voorschreven te veilen en indien daartoe termen zijn te verkoopen:
Eene Kapitale boerenbehuizinge en schuur geteekend No 133, met de vaste beklemming van ongeveer zestien en drie vierde bunder groen en bouwland, doende jaarlijks op Midwinter aan de wedu Evert Egberts te Mensingeweer tot vaste huur een honderd gulden, staande en gelegen te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen;
zwettende ten noorden aan Jan Harms Wieringa, Hendrik Abels Kooi en Kornelis Jans Scholtens,
ten oosten de togt,
ten zuiden de weduwe Jan Melis Hofman, den Heer Mr Hendrik van Bolhuis en de weduwe Thomas Jans van Dijk en
ten westen de weduwe Hendericus Warendorp en Jan Harms Wieringa.
Tot verkoop waarvan de Comparant heeft opgegeven de volgende Conditien welke wij nevens den aanvang van dit procesverbaal aan de gegadigden hebben voorgelezen.
Artikel een. In den verkoop zullen hoegenaamd niet begrepen zijn eenige losse goederen, meubelen, vee of boerengereedschappen, maar alleen de behuizinge en schuur cum annexis wordt verkocht, met alles wat daaraan aard spijker en nagelvast wordt gevonden, benevens het daarbij in gebruik zijnde balkhout losse breden en tijlingen in de bedsteden, met de mest op het heem en de landerijen zonder de schutten en wringen daarop staande zoo groot en klein, goed en kwaad, als in hun einden en zwetten zijn gelegen, zonder wegens minder mate of voor misstelling van zwetten gehouden te willen zijn, alles met der zelver carspel, gemeente, rijks en alle andere lasten, servituten en zwarigheden, genoemd of ongenoemd, zigtbare of onzigtbare, zonder eenige uitzondering, invoegen en indien staat als het zich bevind en met bewijzen van aankomst en wettig bezit kan worden verdedigd, zonder omtrent het eene of anderen eenig verhaal tegen den verkooper te hebben.
Artikel twee. De aanvaarding zal plaats moeten hebben van de behuizinge, schuur, heem en tuin op den eersten Mei dezes jaars en van de landerijen op den twaalfden Maart bevorens, terwijl de verkooper aan zich nog de vrijheid behoudt om na de aanvaarding der landerijen zijne schapen tot op den dag der mobilaire verkoop in het groenland te weiden, alsmede om de begravene aardappelen ter bekwamer tijd te mogen vervoeren.
Artikel drie. Alle belastingen van welken aard ook daaronder begrepen de personele belastingen, zullen gerekend worden ten laste van den Kooper te zijn ingegaan met den eersten Januarij jongstleden, gelijk ook het jaar landhuur ’t welk op Midwinter aanstaande komt te verschijnen ten laste van den Kooper zal komen en nevens een jaar huur tot geschenk om bij de eigenaresse te worden ingeboekt door hem moeten worden voldaan.
Artikel vier. De koopschatspenningen zullen in klinkende gangbare Nederlansche muntspecien moeten worden voldaan en wel in twee egale termijnen op den eersten Mei aanstaande en den eersten Mei van het jaar achttienhonderd negenentwintig.
Artikel vijf. Tot aan den dag der volledige betaling toe, zal ht verkochtte speciaal ten behoeve van den verkooper qq bij privilegie ten dien einde expresselijk voorbehouden verbonden blijven, als naar de wet. Niet te min zal den kooper ook nog verpligt zijn bij de finalen toeslag of eerder desgevraagd wordende eene genoegzame zelfschuldige borge ten genoegen van den verkoop te stellen, bij gebreke waarvan diegene welke daaraan dadelijk niet kan voldoen, gerekend zal worden niet te hebben geboden en op de eerste, tweede, derde of verdere voorafgegane bieders naar goed vinden zal kunnen worden terug getast welke alle tot twee uren na afloop der laatste veiling voor hunne gedane botten verbonden zullen blijven.
Artikel zes. De titels of bewijzen van aankomst en wettig bezit voor zoo verre de verkooper die zal verklaren in handen te hebben en welke op zijne verklaring moet worden geloofd, zullen aan den kooper worden overgegeven bij de geheele voldoening der kooppenningn. Artikel zeven. Ieder bieder of kooper wordt gerekend afstand te doen van de magt hem bij het Burgerlijk Wetboek verleent, om door teruggave van het dubbeld strijkgeld zich van zijn bot te kunnen ontslaan.
Artikel acht. De kooper zal verpligt zijn binnen tien dagen na dato dezes ten kantore van den notaris te voldoen de kosten van verkoop, wegens het publiek maken, begroot op twaalf gulden; voorts de kosten van registratie en transcriptie, zegels, grosse en expeditie, benevens die van uitveiling en het honorarium van den notaris, zonder van het eene of andere iets aan den koopprijs te kunnen korten, blijvende de strijk- en opbotsgelden, met de verteering welke ten dage van veiling van wege den verkooper gemeente wordt voor zijne eigene rekening.
Artikel negen. De verkooper reserveert aan zich de magt en vrijheid, om zoo menigmaalen op zoodanige voet en wijze te veilen, als hij zal goed vinden, en na afloop der laatste veiling houdt hij het nog een groot uur in beraad of hij het gepresenteerde voor de gebodene som wil toeslagen of intrekken.
Hierna requireerde de Comparant tot de veiling en verkoop over te gaan en nadat als toen diverse veilingen en opbiedingen hadden plaats gehad is eindelijk hoogste bieder geweest en tot koper verklaard voor de sum van Vijfduizend twee honderd en vijftig gulden Kornelis Freerks Wiersum buiten beroep wonende te Wehe, die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dit bot voor zich en namens zijn vrouw Eltje Warners Koiter gedaan te hebben, waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend.
[K F Wiersum]
Van al hetwelk dit procesverbaal is opgemaakt en voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd op plaats, dag, maand en jaar voorschreven, in tegenwoordigheid van Luitje Elles Marringa koopman wonende te Wehe, en van Arijs Onnes van der Borg, veldwagter wonende te Wehe, als getuigen ten dezen verzocht, die dit nevens den Comparant verkooper en ons notaris hebben ondertekend.
___________________________________________________________ |
Naar Boerderij “Achter Börg”