1939 Mobilisatie Brieven Jacob de Waard

___________________________________________________________

(27-08-1939).
Oegstgeest, Zondagmiddag

Lieve Vader, Moeder, Martha en Annie,

Zoals jullie van Coob al wel gehoord zullen hebben zit ik in Oegstgeest. De plaats is niet zoo gek, ik zit vlakbij Wassenaar en kan geregeld bij oom Stefhan en tante Tine komen.

Het beroerde is, dat je zoo weinig te doen heb. Het verbaast me steeds, dat de dag nog weer omkomt. Wij zijn hier de dêpot afdeeling en aangezien het veldleger eerst in orde gebracht moet worden, hebben we nog geen materiaal. Mijn taak is momenteel kwartiercommandant over twee kwartieren, tezamen 70 man en twee onderofficieren. Voor de paarden zijn er nog geen voertuigen, zoodat die alleen maar afgestapt worden. Verder moet ik de menschen theorie geven, hetgeen natuurlijk niet meevalt. Er zijn teveel uren voor. Zelf moet je een fleurig gezicht zetten om de stemming erin te houden.
Je snapt wel dat me dat ook niet gemakkelijk afgaat. Gisteravond ben ik op wacht gekomen en zit hier tot vanavond zes uur.

Dan ga ik naar oom Stefhan en tante Tine.
De menschen waar ik ingekwartierd ben zijn heel geschikt. Het tweede kwartier ligt op een groote boerderij, toebehoorende aan een zekere Bakker, die vroeger in Wageningen geweest is. Mijn kapitein kende ik wel, ook een reservist, niet erg handig en de andere luitenant is er geen 20 jaar in dienst geweest en kankert vreeselijk.

Als we ook in de oorlog betrokken worden zit ik hier voorloopig best, blijft het voor ons vrede, dan zit ik liever bij het veldleger, daar is de geest veel prettiger.

Gelukkig dat Coob zich er zoo kranig doorstaat. Als de oogst binnen is moeten ze maar gauw eens een weekje in den Haag komen loogeren, dan kan de vader de boerderij er misschien wel bij doen.

Wat jammer niet, dat je Pales kwijtgeraakt bent. Van Floris spijt het me ook en ik vind de prijs ook niet hoog, bij andere taxaties vergeleken.
Geld laten me trouwens ook volkomen koud, hoewel ik genoeg verdien.
We begonnen so wie so al met een uitkering van ƒ 75.- als entreé de campagne, zoodat ik al ƒ 128 kan beuren tot 1 September. Het kostgeld gaat daar nog af.

Zijn er ook nog veel ouderen weg bij jullie, zoals Jacob van Kampen etc.

Over de boerderij heb ik Coob uitvoerig ingelicht. Het spant er wel om de oogst binnen te krijgen.
Wil Vader eens beoordeelen hoe lang Arent zijn tractor nog bij mij moet lopen.
Als het nu steeds nat is en de grondbewerking niet veel helpt wordt het wel een dure grap.

[] Weten jullie al waren Piet Lindenbergh ingedeeld is?

’t Zal benieuwen, hoe het nu loopt in de wereld, ’t is te hoopen dat ze Hitler en Goering gauw te grazen hebben, anders kunnen we hier nog wel jaren zitten en hoe we dat uithouden. Ik heb allemaal menschen van lichting 1924. Allemaal getrouwd en zelfs één met 7 kinderen. Ook een boer uit Appingedam met de 65 melkkoeien, die nu net de mond en klauwzeer hebben.
Maar enfin, als de nood op ’t hoogst is, is de redding nabij. Ik eindig maar, daar ik niet in een beste stemming bent.
Schrijven jullie s.v.p. vaak.
Vele groeten van jullie Jaap.

p/s. Mijn adres doe ik niet over de Veldpost, dan gaat het veel sneller, dus geen luitenant er bij.
Adres: Jac. Uittenbogaard, Haagsche straatweg 11, Oegstgeest

==

Stefanus Louwe (Stephan) Louwes was gehuwd met Zwaantina Alida (Tine) Westerhuis, een zuster van Geertruida Catharina (Trui) de Waard-Westerhuis, Lambertus Jan Westerhuis en Anna Zwaantina (Anne) Lindenbergh-Westerhuis.
Piet Lindenbergh en Jacob de Waard waren neven.

___________________________________________________________

Oegstgeest, 7 September 1939 (donderdag)

Lieve Vader, Moeder, Martha en Annie,

Daar ik niet weet wie er op ’t ogenblik allemaal thuis zijn, schrijf ik maar aan jullie allen. Hartelijk dank voor de brief van Moeder. Het doet altijd goed weer eens wat uit het Noorden te hooren.

Ik zit nog in Oegstgeest, maar het zal niet lang meer duren. Mijn afdeling wordt namelijk overgeplaatst naar Leiden, aangezien de ligging der menschen en stalling van paarden daar beter is. Ik zit hier echter veel liever, je zit buiten en bent vrij. Nu moet ik ook in een school inkwartieren, als inwonend officier om eventueel bij onlusten te kunnen optreden. Ik krijg er een groote kamer, maar natuurlijk op ’t Noorden, ligt beneden aan de straat. Waarschijnlijk gaan we er maandag naar toe. Nu doen we nog praktisch niets, hebben nog geen materieel.
Op ’t ogenblik is het hier stralend weer.

Gisteren kreeg ik van Coob een brief, waarin ze schreef, dat ze de dorschmachine misschien kreeg. De tarwe zal nu zeker wel weer droog zijn. ‘k Heb haar alle instructies voor de komende dagen over de boerderij geschreven. ‘k Hoop dat jullie het met elkaar kunnen redden. Gelukkig dat het weer nog niet zo slecht is. Uit de brieven maak ik ook op dat Coob zich nogal voor de zaken inspant. Gelukkig dat ik niet met een stedeling getrouwd bent.

Maandagavond ben ik bij Sietske en Jan Moolenaar geweest. ’t Was er heel gezellig. Jan Schuiringa was er niet.
Gisteren ontdekte ik plotseling een nieuw gezicht nl. een kapitein veearts en wel de heer Zantinga uit Buitenpost, de schoonzoon van oud directeur Boersma van de Grijpkerksche zuivelfabriek. Vanavond ga ik naar hem op visite. Op die manier moet je de tijd een beetje dooden. ’t Valt niet mee als je zoo‘n mooi leven gewend bent. Nu is ’t nog mooi weer en kun je buiten zijn. Hoe zal het worden als we die lange winter krijgen. Enfin als ’t maar vrede blijft en dat zullen we wel gauw weten, want Polen zal wel gauw veroverd zijn. De persberichten waren zoopas tenminste nog al verschrikkelijk.

Wat eigenlijk een toestand en wat wordt de wereld nu weer arm.

Hoe gaat het bij jullie op de boerderij. Heeft vader alweer gedorscht? Zijn de opbrengsten overal zoo reusachtig? Hier pochen ze niet zoo hard. De bloembollentelers zitten hier ook geweldig in de benauwdheid, luxeartikels hebben natuurlijk direct minder aftrek.

Helpt de grondbewerking nog wat?
Coob schreef over dat paard van Cock Woldringh. Als het een goed dier is zou ik dat maar kopen, want 5 heb ik toch zeker wel noodig.
Ja wat is ’t wat, jullie hebben geen paarden meer en hier staan ze op stal en doen bijna niets.

Dat de menschen nog zoo dwaas zijn. De volgende week zijn de werkzaamheden misschien wel zoo vergevorderd, dat Coob dat weekend bij tante Tine kan logeeren, ze moet ook niet te lang wachten, anders ben ik misschien inmiddels overgeplaatst.
Nu beste menschen, ik hoop dat ik jullie nog eens weer zie en dat het geen jaren meer zal duren.
Sterkte en vele groeten van jullie Jaap.
Schrijf bitte vaak!

___________________________________________________________

Oegstgeest 12-9-’39  

Lieve Vader, Moeder, Martha of Annie,

Sorry, dat ik niet eerder schreef. ’t Bleef er steeds bij, nogal een gunstig teken. De vorige Zondagochtend dronk er een borrel bij Jan en Sietske, heel gezellig. Jan Schuiringa was er niet, hij moest aardappels jassen.
[] Misschien worden we deze week nog wel overgeplaatst naar Amersfoort, omdat daar de kazernes bijna leeg staan. ‘k Zou het best vinden, dan kun je gemakkelijker naar huis als er ooit verlof komt. Als het plotseling mocht gebeuren bel ik onmiddellijk op.

Bij jullie geregeld het zeker ook weer. ’t Is hier vreselijk, wanneer zouden de boonen ooit in huis komen. Als het lang duurt moeten ze ze maar op ruiters zetten, anders gaat de kleur helemaal verloren. De opbrengst van de Mansholt witte tarwe valt een reusachtig tegen. Dat komt zeker van de tarwegalmug, die zit er nogal erg in.
[] Wil Vader verder nog even bij Teenstra informeeren naar die H.C. Carma zomertarwe die hij gekregen heeft, die is nog nooit terugbetaald. Als mijn karwij omgeploegd moet worden, moet daar ook maar wintertarwe in. Ze maken zoo de vruchtwisseling wel wat in de war.

Ik vond die Juliana van de Boer wel wat duur. Zou Oom Johannes niets over hebben, die had ook een heele lap. Probeer dat nog eens. Als dat niet meer kan heeft Va Jut ook nog, maar of dat wel vertrouwd is.
Enfin, zie maar dat je er wat krijgt, ik kan het hier niet krijgen.
Zouden we de kool ook nog moeten omploegen. Schrijf maar eens wat er zooal verbouwd mag worden.

Wat de dienst betreft is er niet veel nieuws. We hebben nog steeds geen materiaal genoeg, zoodat ik nogal veel theorie moet geven.
Dit valt niet mee aan die ouwe kerels.
Morgen heb ik weer geen paarden, die zijn dan voor een andere klas, ook geen karabijnen, zoodat we maar weer gaan voetballen. Er is niet veel te beleven, een heel verschil bij thuis.
Hier is de dag een eeuw en thuis was hij steeds direct voorbij. ‘t Is wel een bezoeking, dat je dit misschien drie jaar of langer moet volhouden. Van verlof schijnt de eerste tijd nog geen sprake te zijn. Het wemelt hier ‘s zondags van vrouwen, zelfs uit Uithuizen e.d. plaatsen. Wat een extra onkosten.

Hoe lijkt Vader het, dat ik op de gertstoppel rogge zaai. Weinig onkosten in ieder geval. Wil vader eens informeren hoeveel je per ha. zaait. Het stuk is ± 3.30 ha. Verder moet er voor 4.32 wintergerst zijn. ’t Liefst Vogels Aegir of Vindicat. []
Is Dolf ook in dienst, ik hoorde zoo’n verhaal, maar ’t leek me vrij onwaarschijnlijk? Waar zit Jannes de Waard en Klaas Schuiringa, Jan Siccama etc
Jan Schuiringa ontmoette ik nog niet, ‘k zal binnenkort eens afspreken.
[] Als de drukte over is en de toestand wordt niet ernstiger komen jullie zeker ook wel eens.
Nu dag hoor, ook groeten en het beste van jullie Jaap

___________________________________________________________

Wassenaar, Zaterdagochtend 16 Sept 1939

Lieve Vader en Moeder,

Even een levensteken van hier. ‘k Ben Donderdagavond na al het overstappen heel behouden aangekomen. Jaap was aan het station, hij was niet erg fleurig, [].
Hij waagde het er zelfs op, hier te overnachten, ‘k ben benieuwd of het opgemerkt is. Tot m’n grote ontzetting heeft Jaap overplaatsing bij het veldleger aangevraagd. Stel je eens voor, dat hij in een tentenkamp in Limburg overgeplaatst wordt. []
Het nietsdoen bevalt hem slecht, maar daar moet hij berusten, er zijn duizenden die hetzelfde lot ondergaan.
Hij praat nu al, ‘k heb liever morgen oorlog, dan weten we waar we aan toe zijn, liever allemaal dood, dan 3 jaar neutraal zijn. Een mooie luitenant, die zulke praatjes met de soldaten houdt. We waren hier al een erg boos over z’n dom gepraat.

[] Jaap wil n.l. ’t volgende week end thuis komen.
Hij krijgt deze maand nog 2 dagen verlof, ik zal hem aanraden in de loop van die komende week over te komen.
Anders duurt het tot half october weer zo lang.
Hij was niet erg over onze boerderij tevreden, maar toch te lui om onze fouten te belichten. Zijn de verzwaringsgewichten op de tractor aangebracht? Is het uitschoonsel van de natte tarwe uit de zakken gekomen? Het paard[2] vond hij heel duur, ook het zaaizaad is hem niet naar de zin.

Over Louwe’s vertrek is hij boos, Louwe mocht volgens hun contract niet weg. Ook hadden we L. voor ’t volgend voorjaarsweer terug moeten winnen. Nu zo is er nog allerlei. Van een bedrijfsleider wil hij niets weten, Zwart en ik kunnen het best af.
Hij gaat z’n bouwplan wijzigen, zo veel mogelijk tarwe. De karwij behoeft niet om, de prijs wordt echter aanmerkelijk lager. Ook haver zal niet duurder worden. Rogge wel. Wilt U nogmaals aan Zwart[3] zeggen, dat alle gerst niet weg mag. En aan Spiets[4] vragen of hij wel verschillende monsters getrokken heeft. Volgens Jaap was z’n Manshol[5] gerst stukken beter en moest dit beslist in A komen. Misschien hebben Spiets en Zwart een fout begaan. Waarom ons dit alles niet eerder geschreven. Ik ga niet naar Haarlem, Jaap heeft n.l na 5 uur vrij, dus ontmoet ik hem liever. Geuch[6]zal ik nog eens schrijven.

Hier merk je meer van de oorlog. Tante Tine doet steeds inslagen, je kunt schijnbaar maar 1 pond suiker meer krijgen.
Bij mijn thuiskomst zal ik onmiddellijk naar m’n beide kruideniers gaan om m’n gewone hoeveelheid op te halen. []

Heel veel hartelijke groeten van Coob

p/s Jaap’s afdeling is naar Leiden overgeplaatst, hijzelf moet een nieuwe inkwartiering te Leiden hebben, doch hij zal vandaag trachten in Oegstgeest te blijven.

Over Fritsma’s koppel in de bieten stond hem ook slecht aan, doch misschien wil hij er straks wel iets van weten.

[2]Paard J.K. de CockWoldringh als vermeld in brief 7-9-1939?
[3]Evert Zwart 1e arbeider, Ewer 15
[4]Albert Spiets; commissionair, bakker en molenaar te Zuurdijk
[
5]Graanveredelaar in de Westpolder
[6]G.H. Zijlma; landbouwer Bosheuvel, Zuurdijk 14

___________________________________________________________

Wassenaar Zondagmiddag 17.9.1939

Lieve Vader Moeder, Martha en Annie,

Gisteren heeft Coob geschreven, vandaag zal ik het maar even doen. Vannacht ben ik hier geweest, zoodat ik niet weet of er nog een brief van jullie gekomen is in Oegstgeest. We hebben het hier heel gezellig ben. Straks gaan we naar Wassenaarsche slag. De jongens gaan zwemmen en Coob en ik gaan wandelen naar Scheveningen en vandaar met de trein naar huis.

‘t Weer is hier prachtig. Ja, je snapt niet, dat het een zoo’n consternatie in de wereld moet zijn.
Hoe de toestand zich nu zal ontwikkelen is ons allemaal een raadsel.
Hopelijk krijgen Duitschland en Rusland nu wel ruzie op het verdelen van het bezit, maar als Rusland het wint ziet het er nog niet zoo rooskleurig uit. Enfin, we moeten maar afwachten, dat is het eenige wat ons te doen staat.
Mijn troep is inmiddels verhuisd naar de kazerne en ik heb opdracht gekregen om een nieuw kwartier te maken in de stad, ‘k hoef dus niet in de kazerne te slapen, dat is in ieder geval een heele bof. Verder nog niet veel nieuws beleefd. Mijn verlof heb ik aangevraagd op 29 en 30 Sept. gecombineerd met 1 en 2 October, zoodat ik dan 4 dagen thuis kan zijn. ’t Is te hoopen dat de verwikkelingen dan niet zoo ernstig zijn, dat de verloven ingetrokken worden, zoodat het aan mijn neus voorbijgaat.

Nu even over de boerderij, daar Coob hier nog een paar dagen blijft. Vader wil dan een en ander zeker wel even met Zwart bespreken. Ik zal nog even de tekening van de boerderij maken, zoodat Vader alles goed zal begrijpen.

1oPloegen: Volgorde 2ekeer ploegen: 13. 12. 10. 9. 4.
Cultiveren na het ploegen.
Als 14 gecultiveerd is behoefte daar voorloopig niets aan gedaan worden, even zoo 16 en 18.
11 hoeft ook niet erg bewerkt worden.
Volgens oom Stefhan mogen de kool en de karwij wel blijven staan, dus die kunnen ook onderhanden blijven, als zo goed genoeg zijn.
Pijpen opzoeken: Eerst voor perceel 2, 3en 4. Als het kan, moeten er plankjesonder de uiteinden gelegd worden voor steun.
’t Is misschien het beste, dat ze misschien, tusschen 3 en 4 bij de tochtsloot beginnen, in verband met hoog water.
Als er sloten gegraven moeten worden kan de Zwetsloot tusschen Ties[2] en mij op perceel 8 er wel uit. []
O ja, op de kadaster kaart staan om de laatste perceelen de grootte niet.

Ik weet het ook niet precies, maar wel ongeveer.
15 = 3.15 ha
16 = 3.30 ha
17 = 1.81 ha
18 = 1.30 ha.

Dit laatste in verband met de aankoop van zaairogge. Dit wou ik ± 1 Oktober zaaien, dan ben ik misschien zelf thuis. Vader wil zeker wel trachten zaaizaad te krijgen. Verder moet er eens even met Zwart over Celesan[3] gesproken worden. Ik heb nog ongeveer een halve bus geloof ik, er zal dus nog wel een blik bij moeten. Verder moet Zwart eens even zien of het uitschoonsel van de ’t laatst gedorschen tarwe ook broeit, dan zal het uit elkaar moeten.
Als het eens een dag regent moeten ze de uitschoonsel partijen over de waaier doen en er een goeie en slechte partij van maken. Dit mag Vader wel even beoordelen.

Verder sprak Coob over een paard[4], dat vader gekocht heeft. Ik weet niet wat voor paard het is en of ƒ 485 ook niet wat duur is, maar als het een beste is kan ik hem misschien best gebruiken, hoor ik hieromtrent nog iets naders.

Voor wintergerst zorgt Vader zeker ook wel. Ongeveer 16 spint per gras op dat zachte polderland zal wel genoeg zijn, dat wordt dus op perceel  14 = 4.32 ha. 4.32 x 32 spint = ± 7 hl.
Indien de paarden volgens jou niet genoeg brood krijgen mogen ze wel wat haver erbij hebben.
Volgens oom Stefhan mag je voor eigen gebruik wat houden om de eerste tijd.
Gerst zal allemaal wel ingeleverd moeten worden, maar we moeten eerst maar 5 hl. houden. Er zit ± 90 mud in mijn zakken die dus terug moeten komen.

Over de boerderij zal ik thans maar niet meer schrijven. []
Nu dag hoor, het beste en sterkte en wil Vader deze dingen eens overdenken.
Vele groeten van ons allen en van Jaap en

(toevoeging)

We weten nu door deze toestand van daag niet of de verloven ook ingetrokken zullen worden. Als moeder toch over wil komen kan ik m’n terugreis b.v. op vrijdag bepalen. Tante T. zei nl. dat hun tocht naar Gron, kans had over te gaa.

Coob

[2]Ties Allersma, lb Nieuw Ewer,  Zuurdijk 2
[3]Zaaigoed ontsmettingsmiddel?
[4]Van De Cock Woldringh?

___________________________________________________________

Oogstfeest Dinsdag 10 Oct (’39)

Lieve Vader en Moeder,

Hoewel ik niet bijzonder veel beleefd heb zal jullie toch maar weer eens schrijven. Nog wel bedankt voor de brief en het landbouwblad. Gisteravond ben ik bij Jut[1] in Haarlem geweest. ’t Was heel gezellig, daar tref je tenminste nog eens kennissen o.a. een broer van Tjark Huisman[2].

Jut heeft dan ook niets te klagen. Zaterdagavond ga ik er weer heen en dan met …. Hellemans[3] uit. Verdere tochten heb ik nog niet ondernomen. Coob vond het geloof ik erg stom, zo hoort van alles wat anderen wil beleven, maar hier in Leiden is iets te doen en ik voel er niets voor om elke avond permissie van mijn Kapitein te vragen om weg te kunnen. Verder is er ook niet veel aan om eerst met de trein naar een andere stad te moeten. Gisteravond ontmoetten we de fam. Louwes[4] ook nog. ‘k Ben met hun terug gereden omdat ze toch langs mijn huis kwamen. Jut gaat donderdag met verlof en moet dan net voor de Zondag weer terug.

Ik kom Zondag en hoop met een vroegere trein te kunnen ontsnappen. ‘k Weet niet hoe het weer bij jullie is, maar ’t is hier geweldig koud de laatste tijd.
Vanmiddag belde ik even met Coob en tot mijn groote schrik hoorde ik dat de koppel mijn bieten niet kan rooien. ‘k Ben er bijna radeloos van, hoe krijgen jullie ze er nu uit, terwijl ik ook nog beloofd had, dat ze er half Oktober uit zouden zijn.
Vader moet nu maar zien vreemde menschen te krijgen en desnoods een advertentie plaatsen.
Stel je voor, dat je nu nog nachtvorsten krijgt. Verder blijkt we het beter nu maar niets meer te verkoopen, gezien de débacle met het stroo. Wil vader erom denken, dat ze bij het zaaien er geen of zoo weinig mogelijk gewichten op doen? Ik ben er erg bang voor dat het er te diep inloopt.
Ja, ’t lijkt me voor Martha[5] ook niet zoo’n leuke verandering, enfin ze moet het zelf maar weten. ’t Is tenminste niet gedwongen. Willen jullie Annie’s adres nog eens sturen? Nu veel nieuws is er niet. Ik zie jullie Maandag of zoo wel, ik kom misschien ook nog wel even op de Waarden.
Dag hoor, vele groeten van jullie Jaap

Ps. Is oom Klaas[6] al op jacht geweest?

[1]Zwager D.P. Siccama
[2]Waarschijnlijk Tjark Hendrikus Huisman * 17-4-1907 gehwd met Wilhelmina Johanna Kloppenburg van Wester Pama; hij was de zwager van J.A. van Overklift
[3]Vader K.J. de Waard had contacten met een familie Hellemans;
[4]Stephan en Tine Louwes-Westerhuis
[5]Zusje Martha de Waard; zij werd verpleegster
[6]Klaas Klaas de Waard,  ook hij trouwde met een boerendocter dochter uit de Marne, Frederica Wilmina Dijkhuis van Menneweer; hun dochter Theda Willemina trouwde later met Dj.P. Siccama (Jut)

___________________________________________________________

Oegstgeest, 28 Nov ‘39 (dinsdag)

Lieve Vader en Moeder,

Vanochtend jullie brief ontvangen. Op ’t ogenblik zit ik op ’t bureau en schrijf op Rijkspapier aangezien er geen blocnote bij de hand is.
‘k Moet wachten op ’t appèl van 5 uur. ’t Is de laatste week niets anders dan toezien, wachten en appèl houden, ‘k ben nl. Off. v/d week.
We hebben maar weinig menschen meer en hebben zoodoende geen tijd om te rijden. Ikzelf zoo’n beetje om de andere dag.
’t Is hier dus stomvervelend, maar ik zie ook geen gat om het beter te krijgen.
Wat er nu met me gebeurt wanneer de recruten komen is nog steeds niet bekend. De grootste kans recruten africhten. Hiervoor voel ik weinig, want dan krijg ik altijd mijn verlof op Zondag en Maandag, hetgeen me niet past voor ’t bedrijf. Zakenverlof zal dan ook wel niet kunnen. In dat geval ga ik naar de Inspecteurs der Art. om de zaak eens met hen te bepraten.

Verder weet ik nog niet zeker of mijn verlof Zondag doorgaat, in verband met de regeling van December. Ik kom liever met de Kerstdagen thuis dan met Sint Nicolaas. []
Verder heb ik de veevoeder kaart ook opgezonden. De regeling van die 2 breed tanden komt voor mij niet gunstig uit. Wat een regen niet, ’t is hier ook bar. Misschien is het maar gelukkig met ’t oog op Duitschland. ’t Lijkt me niet te gunstig als je de kranten leest, nu Italië de Amerikanen aanraadt het land te verlaten en Rusland steeds meer druk op Finland gaat uitoefenen.

Mijn uniform is vandaag klaargekomen, ‘k zal het aantrekken als ik met verlof ga, ’t is mij goed.
Nou veel nieuws is er verder niet, ‘k moet appèl houden en zal maar eindigen

Dag hoor, vele groeten van jullie Jaap

___________________________________________________________

Oegstgeest, 14 Dec. 1939  (donderdag)

Lieve Vader, Moeder en Martha,

Alvorens Coob van de trein te halen zal ik jullie nog even schrijven.
‘k Had gehoopt mijn  definitieve overplaatsing naar Voorschoten te kunnen melden, maar zoover is het nog steeds niet. Vanmorgen ben ik weer bij de Overste geroepen. Hij deelde me mee dat ik eigenlijk zeer geschikt voor de recrutenopleiding was, omdat ik behoorlijk rijles kon geven.
‘k Heb hem toen nog eens uitgelegd dat ik beslist zakenverlof moest en dan niet bij een recutenbatterij ingedeeld kon zijn.
Luit Stroink[1] stond erbij en nu is hij zoover, dat hij zal trachten een andere officier te vinden. Dat gaat nu zeker door en u zal hij probeeren of er in Voorschoten één met me ruilen wil en anders ga ik naar het Veldleger. Hij wou me ook wel officier van kazerneering maken, die moet dan voor kribben en alle andere soesa zorgen en daar voel ik ook niets voor.
‘k Heb gezegd dat ik een man van buiten was en op een paard moest zitten, die andere baan kan een onbereden officier wil doen. ’t Is nu maar afwachten, hetgeen natuurlijk vervelend is.
[] Veel nieuws is hier niet, steeds koud weer en een zeer kalm dienstje.

Morgen moet ik met een detachement van 200 man naar Castricum om die aan de luchtafweer autoriteiten over te geven. Wel een aardig uitstapje. []

Volgens oom Stefhan konden we behoorlijk vlas best verkoopen voor 12 cent, het wordt vast niet duurder. Het stroo zou ook niet duurder worden dan 23 à 24 gulden. Dit is geheim en vertel het maar niet verder.
’t Lijkt mij het beste dat Vader mijn vlas direct nog maar niet verkoopt. De partijen zijn zeer onregelmatig en dus zoo slecht te beoordelen.

Verder schreef Coob me dat jullie een stierkalf gevangen hadden. Zeker van die overlooper, dat valt dus mee want hij werd pas tegen half Februari verwacht. Hoe staat de koe ervoor?

Hoe is volgens Vader mijn laatste zaaierij er ingeloopen, volgens Coob prima.
Wil Vader straks als ze bij mij beginnen te riepelen[4] eens zien hoe ze het maken, want ‘t lijkt me wel goed dat er van ’t begin af aan even gecontroleerd wordt. Ze kunnen het vlas zo wegen en dan kunnen we later wel eens over uitbesteden praten.

[] Nu we moeten eten.
‘k Hoop gauw eens iets te horen.
Dag hoor
Veel groeten van jullie Jaap

[4]Gronings voor repelen 

___________________________________________________________

Oegstgeest, 18 Dec. 1939 (maandag)

Lieve Vader en Moeder,
Wat sneu dat Moeder nu net voor de Kerstdagen ziek is. De kans is dan zeker ook niet groot dat jullie met Kerst hier komen, vooral daar het nu zoo koud is. We moeten maar afwachten, gelukkig dat het al wat beter wordt.

’t Vroor hier zoopas 6 graden, bij jullie ± 8 volgens de krant[1].
Ik hoop dat het winter koren niet hetzelfde lot ondergaat als het vorige jaar, dat zou wel een geweldige strop zijn.
Gelukkig dat het niet zoo hard waait, dan valt het zeker nogal mee. Als het ijs blijft moeten jullie mijn schaatsen maar sturen, dan kunnen we de Kerstdagen hier rijden. Coob zal wel eens over haar ijskleumen schrijven, ze heeft er geloof ik niet veel zin in hier te rijden.
[]
’t Is nu eindelijk beslist, dat ik naar Voorschoten ga, waarschijnlijk na de kerstdagen.
’t Vindt het fijn, ‘k blijf in de buurt van den Haag, geen veldleger en geen rekruten, een geweldige bof.

Dus de inspectietocht op Ewer was bevredigend. ‘k Hoop dat Zwart mest op de aardappels gedaan heeft, er zat geloof ik geen grond genoeg op.
‘k Vindt dat je het vlas best verkocht hebt. ‘t Lijkt me het beste dat ’t mijne ook maar zoo gauw mogelijk verkocht wordt, ’t wordt eerder goedkooper dan duurder volgens oom Stefhan.

Mijn pen is leeg en ik zit op wacht en er is geen inkt.
Morgenavond een Off. Diner, zoodat ik Coob in twee dagen niet zie.

Als de vorst nog strenger wordt veel Vader dan nog even naar Ewer gaan, om te zien of er niets bevriest? De arbeiders moeten maar zoo gauw mogelijk aan ’t reepelen.

Nu dag, hoor, beterschap met Moeder en de vele groeten en spoedig ziens jullie Jaap

[1]Dagboek van K.J. de Waard zegt niets over vorst; pas een paar dagen later

___________________________________________________________

Terug naar mobilisatie