A110 Eije Torringa jr († 1915)

in bewerking

___________________________________________________________

Kerkhof graf 6 moeder Itje Ennes Torringa-Bazuin; – Torringa, zuster, levenloos; Kerkhof Graf 8 zuster Kunna de Cock-Torringa; Kerkhof Graf 5 broer Enno Torringa; Kerkhof Graf 5a broer Cornelia Torringa; Kerkhof Graf 5b broer Cornelis Torringa; Kerkhof Graf 7 broer Henderikus/Hendericus Torringa; Kerkhof Graf 8 zuster Kunna de Cock-Torringa
A109 zoon Roelf Eije Torringa; A111 echtgenote Guidina Frouwbina Zuidema (1948); A112 dochter Catrine Guidine Ritzema-Torringa
A141 broer Enno Torringa A142 schoonzuster Hilligjen Torringa-Ritzema

A128 A129 halfzuster Itje Toxopeus-Torringa, zwager Schelte Toxopeus; A145 vader Roelf Eijes Torringa sr;  A145 vader Roelf Eijes Torringa; A146 stiefmoeder Annetta Geuchina Zijlma; A147; halfbroer Hendrik Torringa; A148; halfbroer Roelf Eije Torringa jr; A149 halfzuster Henderika Torringa (1896)
B040 schoonzuster Hillegonda Henderika Zijlma-Zuidema

___________________________________________________________

Eije (Roelfs) Torringa, landbouwer boerderij “Kooyenburg” en boerderij “Nieuw Ewer”, paardenfokker, ondernemer, wethouder gemeente Leens, * 11-10-1857 boerderij “Hayemaheerd”, Ewer 17, Zuurdijk, † 18-02-1915 Zuurdijk, 57 jaar, Nieuw Ewer x 26-04-1881 Kloosterburen Guidina Frouwbina (Luitjes) Zuidema, * 28-03-1857 Hornhuizen, † 17-01-1948 Helpman (Groningen), Verlengde Hereweg 156, 90 jaar

Ter voorkoming van verwarring met zijn broer Enno Torringa werd Eije genoemd: E. Torringa jr.

Ouders bruidegom: Roelf Eijes Torringa x Itje Bazuin
Ouders bruid: Luitje Hendriks Zuidema x Trientje Guitjes van Dijk
Getuigen huwelijk: Hendrik Garmts Zuidema, 26 jaar, zonder beroep, te Hornhuizen, broeder der bruid; Evert Klei, 41 jaar, zonder beroep, te Hornhuizen; Gerhardus Johannes van Voorn, 56 jaar, veldwachter, te Kloosterburen en Herman Waterbolk, 24 jaar, zonder beroep, te Wehe, de drie laatstgenoemde getuigen aan de gehuwden niet geparenteerd
Bruidegom 23 bruid 24 jaar

Aangever geboorte Eije: Albert Egges Post, 40 jaar, medicinaal doctor, wonende Leens [] zijnde de vader door ziekte verhinderd, zelve aangifte te doen 
Getuigen geboorteaangifte Eije: Jan zijlma, 33 jaar, landbouwer, wonende Zuurdijk en Berend Alberts, 36 jaar, veldwachter, wonende Wehe
Aangevers overlijden Eije: Hendrik Meijer, 47 jaar, landbouwer (Hayemaheerd), wonende Zuurdijk en Klaas Loots, 50 jaar, landbouwer (Ewer 3), Zuurdijk
Getuigen geboorteaangifte Guidina: Jacob Wierum, 55 jaar, molenaarsknecht, wonende Kloosterburen en Luitje Kooi, 37 jaar, daglooner, wonende Hornhuizen 
Aangevers overlijden Guidina: Heine Klip, 43 jaar, bode, wonende Groningen 

    • Geuchien Zijlma was een stiefoom en zwager van Eije;
      de echtgenote van Geuchien, Hillegonda Henderika Zijlma-Zuidema, was de schoonzuster van Eije
    • Geuchien Zijlma was een zwager van Roelf Eijes Torringa;
      de echtgenote van Geuchien, Hillegonda Henderika Zijlma-Zuidema de schoonzuster van Roelf Eijes Torringa
    • Annette Geuchiena Torringa-Zijlma was een schoonzuster van Hillegonda Henderika Zijlma-Zuidema en Guidina Frouwbina Torringa-Zuidema en stiefmoeder van Eije Torringa

___________________________________________________________


zoon= Eije Torringa

___________________________________________________________

Na zijn huwelijk werd Eije landbouwer van 1881 tot 1886 op “Kooyenburg”, welke boerderij zijn vader in 1881 gekocht had van de Erven Van der Kooi. Eije bouwde een nieuwe boerderij.
Na het overlijden van zijn vader werd uit de nalatenschap aan Eije toebedeeld de boerderij “Nieuw Ewer”. Ook deze werd in 1886  vervangen door een nieuwe boerderij.
Boerderij “Kooyenburg” werd toegedeeld aan broer Hendrik en na zijn overlijden in 1888 toegedeeld aan zijn zuster Itje Toxopeus-Torringa, na haar overlijden aan haar dochter Jantine Siccama-Toxopeus en na haar overlijden aan hun zoon Djurre Postema Siccama. In 1981 werd de boerderij verkocht aan Reinder Oebele Spriensma en Siepke Annette Bos.

___________________________________________________________
De boerderij Nieuw Ewer stond voor de afbraak aan de zuidkant kant van de weg. Een gelijkenis met het kasteel “De Wildenborch” te Vorden valt niet te ontkennen?
De familie Torringa liet een stenen voetpad aanleggen tussen de boerderij Nieuw Ewer en Kooyenburg. De bewoners van Nieuw Ewer, Kooyenburg, Hayemaheerd en Freeburg konden zo gemakkelijk naar elkaar toegaan.

  

___________________________________________________________

     Ook een grafsteenhouwer maakt soms een foutje. 1913 werd toch 1915.

Het grafmonument Torringa-Zuidema is qua vormgeving gelijk aan het grafmonument van Torringa-Ritzema (A141) en Dijkhuis-Torringa op het kerkhof van Midwolde

___________________________________________________________

   omstreeks 1881  omstreeks 1906

___________________________________________________________

___________________________________________________________

Het was in de strenge winter van 1885/86, dat de gebroeders Torringa van Zuurdijk. Enno, Eije en Hendrik, tezamen wel een 40 losse arbeiders van Leens, Ulrum, Houwerzijl, Zuurdijk en Zoutkamp te werk gesteld hadden, om hun gezinnen voor de honger te behoeden.

___________________________________________________________

Uit de nalatenschap van zijn vader Roelf Eijes Torringa verkreeg hij ondermeer het schilderij van het drafpaard “Goliath” en een zilveren zweep, welke afkomstig waren van diens vader Hendrikus Warendorp Jannes Torringa
Na het overlijden van Eije kwamen het schilderij en de zweep in bezit van zijn weduwe Guidina Frouwbina  Zuidema, die op haar beurt het schilderij en de zweep gaf aan haar gezelschapsdame Alberdina Margaretha van der Wissel-Kolk. Na haar overlijden gaf haar zoon Max van der Wissel het schilderij en de zweep aan Jantine Siccama-Toxopeus.
In 1957 stelde Guidina Frouwbina Torringa-Zuidema het schilderij ter beschikking voor de tentoonstelling “Verhildersum Herleeft


Eije Torringa was gelijk zijn betover-, groot- en vader paardenfokker en oprichter en voorzitter van de hengstenvereniging “Excelsior” te Leens
Eije Torringa was tot zijn overlijden in 1915 30 jaar lid van de gemeenteraad van de gemeente Leens, waarvan 20  jaar wethouder.

Foto gemeentebestuur Leens 1912

___________________________________________________________

1877: In 1877 werd Eije Torringa lid van “Nieverheid“, de Vereniging tot bevordering van Landbouw en Nijverheid te Leens.

1892: Eije Torringa was in 1892 medeoprichter van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek “De Marne“, gevestigd te Leens.
Bij Leenstertillen werd een fabriek gebouwd, welke in 1915 werd opgeheven.

De oprichters waren:
Derk Roelfs Mansholt, Hendrik Jans Louwes, Eije Torringa, Schelte Toxopeus, Jan Zijlma, Hendrik Bolt, Jannes Luitjes Torringa, Willem Diekhuis, Hendrikus Warendorp Torringa en Nomdo Brouwers

1895: In de vergadering van de Vereniging tot bevordering van Landbouw en Nijverheid (Nieverheid) te Leens van 13-09-1895 spraken Tebbens, E. Torringa jr en H.J. Louwes zich uit dat een door het Rijk gesubsidieerde winterlandbouwcursus in het Marnegebied zeer geweest was. In 1898 ging de cursus van start.

1907: Op 26-04-1907 besloot Nieverheid tot het instellen van een Vakteekenschool. In 1908 werd Eije Torringa door de gemeente Leens benoemd tot lid van de commissie van toezicht. Hij bleef dit tot zijn overlijden in 1915.

1911: Van 1911 — 1915 was Eije Torringa voorzitter van de op 16-02-1911 opgerichte Coöperatieve Boerenleenbank Leens.

1911: Op 16-05 werd hij  bestuurslid van het waterschap „de Oude Zuurdijkster Uiterdijkspolder”

17-05-1911 Nieuwsblad van het Noorden:
ZUURDIJK, 16 Mei. Door stemgerechtigde ingelanden van het waterschap „de Oude
Zuurdijkster Uiterdijkspolder” zijn benoemd lot leden van het bestuur, de heeren E. Torringa Jr., J. Hekma en J. J. Bos, allen te Zuurdijk. Eerstgenoemde is daarop aangewezen tot voorzitter, laatstgenoemde tot secretaris-boekhouder.

1914: Eije Torringa was in 1914 voorzitter van de Hengstenvereniging “Excelsior” te Leens. In 1914 werd de vereniging opgeheven.

___________________________________________________________

1912: Verkoop kosterijwoning te Zuurdijk aan de gemeente Leens:

Op 13-07-1912 overleed de schoolmeester Eppo Jans Boneschanscher.
Op 28-08-1912 werd door de gemeente Leens tot zijn opvolger benoemd Jan Stoffer van Weerden.

Meester van Weerden schrijft over de kosterswoning in Zuurdiek mien Dörpke:
Noa ‘t overlieden van Boneschanser, dou bleek dat ‘t hoes oareg aan onnerhòld tou was, het gemainte ‘t kòft veur 2000 gld. Ook dou mos ‘t hoes ‘n haile vertimmern ondergaan, ‘t kreeg ‘n aander indalen, en muren van ‘t veurgebouw, dij slim onogelk wazen, werren besmeten en wit saust. Ook kwammen der ander gezichten ien.
Doarmit was oetèndelk, noa 100 joar, schaaiden tussen karpsel- en  gemaintebelang op stuk van ‘t onderwies tòt stand komen. En tussen kerk en schoul weer ien 1957 leste band verbroken, dou nije meester ‘n kerkelke betrekken nait meer ambiaaierde. Moar bie verschaalden lu hait openbare school nog aait Hervörmdeschoul. 

Eije Torringa was als wethouder en notabel ook aanwezig in de vergadering van Kerkvoogden, Notabelen stemgerechtigde leden van de Kerk te Zuurdijk van 22-07-1912, waarin aan de orde kwam:
punt 3. Overdracht van de Kosterij aan de gemeente.
De voorzitter zegt dat de gemeente Leens genegen is de Kosterie te koopen ten einde die te doen restaureeren voor een geschikte woning voor hoofd der school alhier: Grootte van ‘t erf geschat op 9 a 10 ares.
Spreker stelt namens Kerkvoogden en notabelen voor de koopsom te bepalen op f 2500 – wat geen bestrijding vindt, dan van den heer E. Torringa die dit bedrag te hoog vindt. Evenwel wordt dit voorstel door de vergadering zonder stemming goedgekeurd, en de verdere bemoeienis in dezen aan Kerkvoogden overgelaten.

Eije zal dit als wethouder gezegd hebben. 

Vergadering van Kerkvoogden en Notabelen der Ned. Hervormde te Zuurdijk op Maandag 27 Juli 1912 ten huize Wed. Clason.
H.J. Zijlma, R. Blink, C. Doornbos Kerkvoogden
J.J. Bos, G. Bos, G.Poel, R. Nederhoed, A. Lap, A. Spiets Notabelen
Allen aanwezig.
Na opening der vergadering stelt de voorzitter eerst aan de orde een bespreking omtrent den verkoopprijs der Kosterij, aangezien het bestuur der gemeente Leens den gevraagde prijs te hoog acht.
Wordt met 6 tegen 3 stemmen besloten de vraagprijs te verlagen met f 500 – en alzoo te bepalen op f 2000 – zegge twee duizend gulden.

Door den voorzitter wordt verder aan de vergadering medegedeeld dat het zwet tusschen de zoogenaamde Kamp en het te verkoopen Kosterijerf, iets zuidelijker is verplaatst dan aanvankelijk t plan was, en nu de richting zal hebben van den zuidwal der gracht tusschen ‘t oude Kerkhof en de Niewe Begraafplaats, zoodat het te verkoopen terrein iets kleiner zal worden dan aanvankelijk t plan was, en ongeveer 9 are groot zal zijn.
Verder niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering.
De President H.J. Zijlma De Secretaris C. Doornbos

Vergadering van stemgerechtigde Leden der Ned. Hervormde Gemeente te Zuurdijk op Maandag 5 Augustus 1912 ten huize Wed. Clason.
Lijst van aanwezigen: H.J. Zijlma, R. Blink, C. Doornbos Kerkvoogden
Jan J. Bos, A. Spiets, E. Hekma, Dj. Siccama, S. Toxopéus, K. Loots Jzn, J. Spiets, J. Dijkstra, E. Koning, J. de Boer, G. Bos, R. Nederhoed, P.G. Abbring, A. Lap, G. Poel

punt 3. Nadere bespreking van den koopprijs der Kosterij.
De voorzitter deelt mede dat het Gemeente Bestuur te kennen heeft gegeven dat de prijs van f 2500 voor de Kosterij te hoog is.
Dient ten gevolge hebben Kerkvoogden en Notabelen op ene daartoe gehouden vergadering (29 Juli j.l.) besloten, aan deze algemeene Vergadering voor te stellen de verkoopprijs der Kosterij te bepalen op f 2000 zegge twee duizend gulden; terwijl het dagelijks Bestuur der Gemeente Leens hem had doen gevoelen dat genoemd Bestuur deze koopsom zouden verdedigen, in de daartoe te beleggen Raadsvergadering.
Wordt met 15 tegen 3 stemmen besloten aan de Gemeente Leens de Kosterij aan te bieden voor den prijs van f 2000 – 

Op Vrijdag den 15 November 1912 heeft plaats gehad eene comparitie van Vertegenwoordigers der Gemeente Leens, t.w. de Burgemeester IJ. Wiersum, de Wethouder E. Torringa en de Gemeente Secretaris Kremer ter een zijde
en Vertegenwoordigers der Hervormde Gemeente Zuurdijk t.w. de Kerkvoogden H.J. Zijlma R. Blink en C. Doornbos ter andere zijde,
ter nadere bepaling bepaling van het zwet tusschen het Erf der aan de Gemeente Leens verkochte Kosterij, en de aan de Kerk te Zuurdijk in eigendom blijvende Kamp, liggende deze ten Noorden aan het Erf der Kosterij.
Tot genoegen van beide partijen is deze Zwetsbepaling vastgesteld.
Verder is, door de Vertegenwoordigers der Gemeente Leens, uitbetaling gedaan, van de Koopsom der Kosterij ter somma van f 2000 – zegge tweeduizend gulden; welke gelden aanvankelijk zijn gebleven in handen van den President Kerkvoogd H.J. Zijlma tegen eene rente van 4 procent, berekend per jaar; met het doel ze later op soliede wijze te beleggen.
De Secretaris-Kerkvoogd C. Doornbos

De verbouwing kon aanvangen.

___________________________________________________________

BIJVOEGSEL, BEHOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT van Zaturdag 6 September 1879 REGTSZAKEN.

In den morgen van den 21 Junij 1.1. vermiste de landbouwer E. Torringa onder Zuurdijk, gem. Leens, uit een stuk weidland een 3-jarig ramschaap, dat hij kort te voren voor ƒ75 had gekocht als fokram. Des maandags d. a. v. haalde H. Vos, van Coevorden , bij J. T., oud 33 jaren, vleeschhouwer te Kommerzijl, gem. Oldehove, een schapenvacht, zoo als gewoonlijk, uit hot slagthok. Dat schapenvel werd door Torringa herkend, gelijk gemerkt als het vermiste schaap. Zijn knecht W. v. Holten herkende het bepaaldelijk. Deze had het merk er zelven opgezet. Een onderzoek werd ingesteld. Eenige dagen vroeger had de visser T. Zwerver aan besch. gevraagd, of hij ook schapenvet had, waarop tot antwoord werd gegeven, in het laatst der week. Des vrijdags had Zwerver besch. in een bootje zien „peuren” in dien streek, en hem vragende naar schapenvet, werd hem gezegd, morgen.
Een paar uren later zag Zwerver het bootje van besch. liggen bij de aanlegplaats van E. Torringa, zonder dat er iemand in was. De brigadier Heimer Kemdens trof voetsporen van een schaap en voetstappen van een persoon aan, van uit het weidland tot aan die aanlegplaats, en een der schoenen van besch. paste in anderhalve voetstap; de stappen waren verder niet duidelijk genoeg meer. In de woenddag gehouden criminele zitting van het hof alhier, gepresideerd door den heer mr. W. Terpstra, stond besch. deswege teregt en bekende een ramschaap geslagt en des vrijdags in die streek gepeurd te hebben; maar hij had dit schaap toen tusschen 1 en 2 uur voor ƒ27.50 gekocht, zonder den persoon nader te kunnen aanduiden.
De adv. gen., mr. B. W. A. Servatius, requireerde dat besch. zou worden schuldig verklaard aan diefstal van vee in de weide en veroordeeld tot 5 jaren tuchthuisstraf. De verdediger, mr. G. W. Wijckerheld Bisdom, bestreed de identiteit van het schapenvel en vervolgens het wettig en overtuigend bewijs, met gerustheid do uitspraak van het hof tegemoet ziende. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op heden over acht dagen.

___________________________________________________________

Terug naar Vak A 
Terug naar huidige indeling