10-04-1985 “Stinzenplanten: door dr Fop I Brouwer

___________________________________________________________

10-04-1985 Nieuwsblad van het Noorden, woensdag

Onder de stinzeplanten veel voorjaarsbloeiers
Levende natuur door Fop. I. Brouwer

Toen ik in 1940 leraar biologie werd aan de landbouwscholen in de stad Groningen nam ik de plaats in van de overleden dr. J. Botke. Deze was van Friese afkomst en had nogal veel geschreven over landschap, flora en fauna van deze provincie, voor een deel ook in de Friese taal. Zo verscheen er in 1932 van zijn hand een heemkundig werk “De Gritenij Dantumadiel”. Daarin geeft hij onder meer een beschrijving van de plantengroei rondom de oude Schierstins te Veenwouden, waarvan hij een aantal soorten aanduidt als “Stinzeplanten“. Voor zover we kunnen nagaan is dit de eerste keer, dat deze aanduiding gehanteerd is. Wellicht heeft deze naam echter, al veel eerder ingang gevonden bij de mensen, die in dergelijke planten geïnteresseerd waren. Het is bekend, dat de inwoners van Veenwouden bepaalde planten bij de schierstins altijd “Stinzeblomkes“: noemden. Zij bedoelden daarmee in het bijzonder de gevulde vorm van de knolsteenbreek, die ook wel het Haarlemmerklokkenspel genoemd wordt. Dr. Botke zou dan aan deze naam een algemener betekenis gegeven hebben en sindsdien is de naam stinzeplanten in onze floristische literatuur geheel ingeburgerd en wordt hij ook buiten Friesland gebruikt. Stinzeplanten zijn planten, die men in het bijzonder, aantreft op stukken land, die van ouds behoord hebben aan stinzen, states, borgen of havezates en soortgelijke gebouwen en ook wel bij oude boerderijen en in pastorietuinen. Hierbij moet dan wel worden opgemerkt, dat die planten in dezelfde omgeving niet in het wild mogen voorkomen.
Wanneer dus op een borgterrein in de provincie Groningen veel speenkruidplanten voorkomen, die elders in de naaste omgeving ook aanwezig zijn, dan zijn dit geen stinzeplanten. 
In de meeste gevallen gaat het om planten, die van elders zijn aangevoerd en die vanwege hun curiositeit een plaatsje kregen bij een borg of stins, dan wel in de tuin van de pastorie. In dit verband wil ik er op wijzen, dat J. F. Muller er in 1786 reeds op wees, dat het vooral de predikanten en de onderwijzers moesten zijn, die de aanstaande landbouwers de benodigde kennis dienden bij te brengen. Het duurde echter nog tot 1815 aleer aan enkele universiteiten een leerstoel werd ingesteld in landhuishoudkunde, welk vak in die dagen vrijwel alle aspecten van de landbouw moest omvatten. 
Voor de theologische studenten was het verplicht de colleges gedurende twee jaren te volgen, omdat van de predikanten vooral verwacht werd, dat zij de opgedane kennis zouden doorgeven aan land- en tuinbouwers.
In Groningen werden deze colleges opgedragen aan prof. dr. J. A. Uilkens (1772-1825) die theoloog was, maar ook schrijver over allerlei natuurkundige onderwerpen. Na zijn dood werd hij in 1826 opgevolgd door prof. dr. H. C. van Hall (1801-1874), arts te Amsterdam en ijverig beoefenaar van de plantkunde. Ook hij gaf colleges voor de theologische studenten. Hij werd in vele opzichten een bekende Groninger en de Prof. Van Hallstraat bij het Groninger hoofdstation is naar hem genoemd.
Het was ook door zijn toedoen, dat vele predikanten zich naderhand gingen toeleggen op het kweken van allerlei bijzondere planten in de pastorietuinen, waarvan we in die van Pieterburen nog steeds een goed voorbeeld zien. 
Het is merkwaardig, dat we onder de stinzeplanten een opvallend groot aantal voorjaarsbloeiers aantreffen, die in de zomer en herfst nauwelijks opvallen. Dit houdt verband met het feit dat hun groeiplaatsen van oudsher nogal boomrijk zijn, zodat de planten in de zomertijd weinig licht zouden ontvangen.
Ze bloeien dus als die bomen nog kaal zijn en maken dan tevens veel reservevoedsel, dat ze opslaan in hun bollen, knollen of wortelstokken voor het tot ontwikkeling brengen van nieuwe bloemen in het volgende voorjaar. In het algemeen komen stinzeplanten voor op voedselrijke gronden, die echter van uiteenlopende geaardheid kunnen zijn. Op echt lichte zandgronden treffen we geen stinzeplanten aan.
Hoewel de grootste rijkdom aan stinzeplanten ongetwijfeld in de provincie Friesland moet worden gezocht, komen we ze in Groningen en Drenthe toch ook tegen.
Wat Groningen betreft, is voorts opvallend dat ook in het Noorderplantsoen en in het Sterrebos van de stad Groningen stinzeplanten worden aangetroffen.
Het Noorderplantsoen bevat restanten van oude stadswallen en daarbij behorende grachten. Daar vinden we planten als gele anemoon, voorjaarshelmbloem, holwortel, wilde narcis en wilde hyacint. Ook de bosgeelster komt er voor en deze geldt voor de florist als een zeldzame plant. Ze stelt bijzondere eisen aan het milieu en voelt, zich op de stinzestandplaatsen meestal zeer goed thuis. Hoe ze in dit plantsoen beland is, weten we niet. Ook in het Sterrebos komt ze voor en behalve de reeds eerder genoemd planten groeien daar ook nog daslook, sneeuwroem en sneeuwklokjes. Op het terrein van de Coendersborg in Helpman kunnen we eveneens een beperkt aantal stinzeplanten aantreffen, waaronder de knikkende vogelmelk.
Vooral de echte borgterreinen in de provincie Groningen zijn echter unieke plaatsen voor een voorjaarswandeling, die ons van allerlei stinzeplanten kan doen genieten. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de Fraeylemaborg te Slochteren, de Menkemaborg te Uithuizen en de Borg Verhildersum te Leens.Het boekje “Borgentocht“, dat u kunt verkrijgen bij de VVV en bij de Groninger Borgenstichting (Ossemarkt 5 te Groningen) kan u daarover volledig inlichten.
Wie meer wil weten over de specifieke stinzeplanten, verwijs ik naar “Stinzeplanten in Nederland”. []
Maak eens zo’n Groninger borgentocht en vergeet daarbij Nienoord te Leek niet!!

___________________________________________________________

Het is opmerkelijk dat de stichting toen gevestigd was in het voormalige woonhuis van J. A. Uilkens aan de Ossemarkt 5.

Het boekje is hooguit antiquarisch te verkrijgen.
Op groningerborgen.nl is nadere informatie over de borgen in de provincie Groningen

___________________________________________________________

Stinzenplanten op het Kerkhof op Zuurdijk 

Afbeelding

___________________________________________________________

Naar het Huis aan de Ossemarkt 5