26-09-1960 Uitreiking Gedenkboek “De Westpolder”

___________________________________________________________

26-09-1960 Nieuwsblad van het Noorden, maandag 

Gedenkboek De Westpolder

In de buitengewone vergadering van het waterschap De Westpolder ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan, werd een keurig gedenkboek uitgereikt, samengesteld door de heer J. S. van Weerden, die hiervoor veel woorden van lof en waardering kreeg te horen. 

Ook oud-minister dr. S. L. Mansholt bracht in zijn rede woorden van hulde aan de auteur.
„Het is”, zo zei dr. Mansholt „niet alleen een gedenkboek, maar een geschiedenis van de Westpolder en het hele Marnegebied met zijn geslachten, rampen en gebeurtenissen, boeiend en geschiedkundig verantwoord”. 

Het 300 pagina’s tellende boek in linnen band is keurig verzorgd en verlucht met tal van oude situatiekaartjes en een kleine 60 foto’s van de heer J. H. Mansholt te Vierhuizen.

___________________________________________________________

JUBILEUMTOESPRAAK DR. S.L. MANSHOLT 

Waterschap De Westpolder vierde 75-jarig bestaan 

Vice-voorzitter E.E.G.: „Groningen moet oppassen niet achter te blijven
(Van een onzer verslaggevers) 

In een buitengewone algemene vergadering in hotel Mercurius te Leens vierde het waterschap De Westpolder zaterdagmiddag haar 75-jarig bestaan, waarbij tal van vertegenwoordigers op het gebied van landbouw, waterschappen, landaanwinningswerken en vele andere instanties aanwezig waren, alsook de ingelanden van de Westpolder en de in 1908 in deze polder geboren oud-minister dr. S. L. Mansholt, nu vice-voorzitter van de Europese Economische Gemeenschap (E.E.G.), die 24 uur tevoren nog in Rome vertoefde. 

In zijn openingswoord memoreerde de voorzitter, de heer K. J. de Cock Woldringh, wijlen de heer L. J. Westerhuis, die voorzitter was van het waterschap en vorig jaar overleed.
Spreker schetste de vele moeilijkheden die de Westpolder heeft gekend, waaronder de stormvloed met dijkdoorbraak op 30 januari 1877, waarbij 13 ingelanden verdronken. 

Weinig polders hebben het getij letterlijk en figuurlijk zó tegen gehad als de Westpolder, zo besloot de voorzitter zijn toespraak, maar met taaie volharding, zeer grote soberheid en wijs beleid hebben deze ingelanden zich niet alleen staande weten te houden, maar zich ook weten te herstellen. Zij zullen voor ons allen een voorbeeld blijven. 

Hierna vond de officiële uitreiking plaats van het „Gedenkboek De Westpolder“, geschreven door het oud-hoofd der school te Leens1), de heer J. S. van Weerden. 

1) moet zijn: Zuurdijk

Het eerste exemplaar kreeg het oudste ingeland, de 84-jarige dr. R. J. Mansholt, die zoals hij later zelf in een toespraakje nog meedeelde, ook de stormramp van 1877 had meegemaakt, al was hij toen nauwelijks één jaar oud! 

Het tweede boek werd overhandigd aan dr. S. L. Mansholt, op wie de polder, zoals de voorzitter zei, met recht trots is.

De rede, die de vice-voorzitter van de E.E.G., dr. S. L. Mansholt, hield, was niet alleen voor de Westpolder en haar ingelanden, maar ook voor geheel Groningen van belang. „Als er één man is die verknocht is aan de polder, dan is dit wel de man die hier vanmiddag had moeten staan, te weten onze oud-ingezetene van de polder: H. D. Louwes, die, nu woonachtig te Zuidhorn, zeer ernstig ziek is”, zo begon dr. Mansholt. 

Nadat spreker een terugblik op het bestaan van de polder had geworpen, wees hij er op, dat de situatie op de graanmarkt in wezen nog weinig is veranderd bij vroeger, alleen met dit verschil, dat men door een wijs en internationaal beleid een crisis kan voorkomen.

In 1958 hebben zes landen een verdrag getekend, waarvan een „terug” niet meer mogelijk is. Ook het verlagen van tarieven brengt een ontwikkeling mee, die niet meer te remmen is, zodat ook Nederland een deel van Europa is geworden, dat geheel afhankelijk is van de beslissingen die deze zes E.E.G.-landen nemen. De graan- en suikerprijzen maken momenteel bij de E.E.G. de hoofdzaak van discussie uit, waarbij het gevecht om de hoogte van de graanprijs is begonnen. „Doordat”, aldus spreker, „Nederland aan de lage kant is met het prijspeil, ligt de situatie voor ons land niet ongunstig”. 

Nog voorsprong
Voor de investeringsbank van de E.E.G. is het gebied van Noord-Nederland en Noord-Duitsland momenteel een zorgenkind en het is zaak dat deze gebieden zelf het initiatief gaan nemen om financiële en technische steun te verkrijgen.
Spreker waarschuwde er voor dat in de gebieden van Hamburg, Bremen en Oost-Friesland een ontwikkelingsplan komt opzetten, waaruit blijkt dat Duitsland zich bewust wordt wat er aan de hand is. „En hoewel Groningen bij Ost-Friesland nog een voorsprong heeft, dient men hier toch op te passen, wil men over enkele jaren niet achter blijven”.

Wanneer men het gedenkboek van de Westpolder leest“, zo besloot dr. Mansholt zijn rede, „dan blijkt dat er steeds mensen zijn geweest die even verder keken dan de anderen.
Mijn wens is, dat uit dit gebied dergelijke mensen naar voren zullen blijven komen. Mensen die zowel voor Nederland als voor Europa van nut kunnen zijn, zodat de Westpolder haar naam waardig blijft”.

Nadat nog enkele personen hun gelukwensen hadden aangeboden, maakte het gezelschap een rondrit door de Westpolder, begunstigd door stralend septemberweer.

___________________________________________________________


De in de Westpolder geboren dr. S. L. Mansholt, nu vice-voorzitter van het E.E.G. te Brussel, die voor dit jubileum naar Leens was gekomen, in gesprek met voorzitter K. J. de Cock Woldringh tijdens de receptie van het 75-jarig bestaan van het waterschap.


De oudste inwoner van de Westpolder, de 84-jarige dr. R.J. Mansholt, behoorde bij de drie personen aan wie de voorzitter van het waterschap De Westpolder, de heer K. J. de Cock Woldringh, een fraai gedenkboek overhandigde.

___________________________________________________________

Naar Gedenkboek “De Westpolder”