___________________________________________________________ |
26-07-1884 Nieuwe Landbouw-Courant
DE BUIZERD.
Roofvogels gelden over ‘t algemeen voor schadelijk. En ‘t is waar, er zijn sommige soorten, die ons pluimgedierte dooden, terwijl ze alle zich bezondigen aan ‘t vermoorden van nuttige insektenetende zangvogeltjes en aan het vernielen hunner nesten. Den jager zijn natuurlijk alle roofvogels een doren in ‘t oog, want zij zijn hoogst schadelijk voor den wildstand. In vroeger dagen werd zelfs van wege de Hooge Regeering eene premie verleend voor iederen roofvogel, dien men ving.
De buizerd, hierboven afgebeeld, behoeft wel-is-waar niet heilig te worden verklaard: ook hij maakt zich wel eens schuldig aan het dooden van nuttige zangvogeltjes, maar over ‘t geheel genomen, moet men toch in hem een’ werkelijk nuttigen vogel zien.
Plomper, dikker en minder bewegelijk dan de meeste roofvogels, kan hij de kleinere vogeltjes moeilijk in de vlucht achtervolgen; en evenmin gelukt het hem heel goed, diegene, welke zich veel op den grond ophouden en er broeden, daar te verrassen. Wèl overrompelt hij nu en dan jonge, zieke en gewonde vogels; soms haalt hij ‘t nest van een’ leeuwrik, een’ kwikstaart of een dergelijk vogeltje uit. Insekten en wormen eet hij meer dan andere roofvogels. Maar het hoofdvoedsel van den buizerd bestaat uit veldmuizen.
Hij zit gaarne op de eene of andere verhevenheid, om aldus de omgeving te overzien, en te kijken, of er hier of daar iets van zijne gading is. Vaak zit hij op eene hekkepost, soms ook in een’ boom, die in eene weide staat, desnoods op een’ steen of op een’ mesthoop. Van zijn niet altijd zeer verheven standpunt ziet men hem nu en dan plotseling verschieten, om eene muis te grijpen, die hij naar zijne zitplaats meeneemt, om haar op te eten.
Dertig of meer muizen kan een buizerd per dag verorberen. In Duitschland lokt men hem wel eens naar akkers, die door muizen worden geplaagd, door hier en daar een’ langen staak met een dwarslatje op te richten. Gaarne neemt de buizerd op dat dwarslatje plaats.
De hierboven afgebeelde roofvogel is ongeveer 6 dM. hoog en heeft gele pooten.
Zijne kleur loopt veel uitéén; de meeste exemplaren zijn bruin, andere zijn wit met donkerbruine plekken op den rug en de vleugels.
De buizerd broedt, wat ons land betreft, uitsluitend in de bosschen van Limburg, Brabant, Gelderland, Overrijsel, Drente en Groningen; men vindt het uit takjes opgebouwde nest in hooge boomen. De eieren zijn blauwgroen met bruine vlekken; men vindt er in ieder nest minstens twee en hoogstens vier.
Terwijl de buizerd hier te lande slechts in betrekkelijk gering aantal en dan nog maar zeer plaatselijk broedt, komt hij na den broedtijd, reeds in ‘t laatst van Juli, in troepjes van soms meer dan honderd bijéén uit Oostelijker gelegen landen hierheen. Dan begeven zich de buizerden naar die streken, waar de muizenplaag begint te woeden; en wanneer zij in ‘t begin van zoodanige plaag in tamelijk groot aantal in eene streek gearriveerd zijn, kunnen zij – in vereeniging met andere vijanden der veldmuizen er toe meewerken, de vermeerdering van dit ongedierte te voorkomen.
W. R.B.
___________________________________________________________ |
Naar Muizenschade Lauwersmeer