___________________________________________________________ |
24-09-1935 Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag
Wintervastheid van tarwerassen
(Van onzen landbouwmedewerker.)
De zaaitijd voor de wintertarwe is weer daar en één der factoren, die de soortenkeus van den boer bepaalt Is de weerstand tegen vorst. Het laatste jaar is de tarwe goed door den slappen winter gekomen. In het vorig daar zijn op den lichten gronden veel perceelen gesneuveld, maar daarbij bleek, dat de droogte en muizenschade een groote rol speelden. Al bleek tot dusver, in normale winters het risico van uitwinteren niet abnormaal groot te zijn, toch is het verschil in wintervastheid tusschen de onderscheidene tarwerassen van belang. En een strenge winter zal de winterhardste variëteit in de hoogte steken. Vandaar, dat het Rijkslandbouwproefstation te Groningen met een onderzoek daaromtrent de practijk een dienst zal hebben bewezen. Bij genoemd onderzoek onder leiding van dr. K. Zijlstra, werd uitgegaan van de stelling, dat sommige slecht bestand zijn tegen lage temperaturen, andere daarentegen uitmunten door een groot weerstandsvermogen. Daarom werden 11 gebruikelijke tarwerassen in het onderzoek betrokken, door jonge planten aan kunstmatige vorst bloot te stellen. Daarbij dient niet uit het oog verloren, dat verschillende omstandigheden tevens van invloed zijn. Zoo leerde b.v. dat de herkomst van het zaaizaad, dat ter vergelijking uit verschillende deelen van ons land betrokken werd, beduidende verschillen liet zien. Een voorname factor lijkt ons tevens de weelderigheid van het gewas. Door het ongestadige karakter van onze winters is niet uit te maken of de tarwe vroeg of laat gezaaid moet worden.
Valt de strenge vorst reeds in December in, dan zal de in October gezaaide tarwe het kwaad te verduren hebben, terwijl de laat gezaaide na de vorstperiode na opkomst een goede stand kan vertoonen. In geval van een lange, strenge winter zal een reeds behoorlijk ontwikkeld, dus vroeg gezaaid perceel den meesten weerstand bieden, en komt ‘t laat gezaaide te veel achteraan; dit alles met uitzonderingen veroorzaakt door onvoorziene omstandigheden,
zoodat alles te samen de beste zaaitijd op de lichte gronden de maand October zal zijn. Op de zware gronden, waar de vorstschade minder behoeft te worden gevreesd, kan het ook later.
Het onderzoek heeft nu geleerd, dat Carsten’s V het meest wintervast is. Met deze wintertarwe, waarvan de recensies tot voor eenige jaren uiteenliepen en de bakwaarde bedenkelijk werd geacht, is het de laatsten tijd crescendo gegaan. Naast wintervastheid, een goede opbrengst en goede kwaliteit. Onze Oosterburen in Oost-Friesland verbouwen als regel Carsten.
Voorts, toonden Wilobo, Emma Vilmorin 27, van Fransche origine, en Imperiaal IIa zich behoorlijk resistent. Op de lichte gronden heeft Wi1obo den laatsten tijd reeds vasten voet gekregen, dus in concurrentie met de in de veenkoloniën populaire Trifolium, die wat wintervastheid, wat lager noteer. Wilhelmina, Juliana, en de uit Denemarken afkomstige Invicta, volgden daar op, terwijl de twee Vilmorins 23 en 29 de rij sluiten.
___________________________________________________________ |
Naar Muizenschade Lauwersmeer