22-11-1976 Paardetram veilig en milieu-vriendelijk

___________________________________________________________

22-11-1976 Nieuwsblad van het Noorden, maandag
NOORDER RONDBLIK
Paardetram veilig en milieu-vriendelijk

De paardetram kreeg opgang toen stoomtractie al algemeen was. Er werd gekozen voor een oude tractievorm omdat deze goedkoper was en omdat — destijds ook al — gelet werd op milieu en veiligheid. Langdurig of frequent rokende lokomotieven maakten niet alleen de gevels van naburige huizen donker, maar rook en stoom waren ook bezwaarlijk voor de bebouwde kom. Dan was er verder het gevaar. In sommige steden moest daarom de stoomtram worden voorafgegaan door een man te voet met rode vlag of een ander waarschuwingsteken. 

Stoomtractie was zwaar en omslachtig en had pas bij een groter vervoersaanbod voordelen. Een paard trok goed aan een lichte wagen over de rails. De paardetram was geschikt voor de frequente dienst met kleine eenheden en daaraan was vooral in het stadsverkeer behoefte. 

Over de paardetrams in Noord- en Oost-Nederland heeft mr. T. Olthoff een rijk geïllustreerd boekje geschreven in de serie „trams en tramlijnen” (Uitgevers Wyt-Rotterdam, f 13,-). De vele foto’s (sommige uiteraard wel bekend, o.m. ook door deze rubriek) roepen de sfeer op van een stuk openbaar vervoer, dat in de tweede helft van de vorige eeuw opkwam en soms nog lang stand hield.

De langste paardetramweg in de provincie Groningen en tevens in geheel Nederland, was de lijn van de Eerste Groninger Tramway-Maatschappij. In 1880 was het traject Zuidbroek- Buinermond al geopend. Nadien verlengd, bereikte de lijn in 1895 Ter Apel, 41 km van Zuidbroek. Daarenboven had deze Tramway nog een zijlijn van Veendam naar Nieuwe Pekela — 8 km — waarmee de hele netlengte 49 km werd. 

Tweede in lengte was de Tramweg-Maatschappij Zuidlaren-Groningen. Eerst 15,7 km Groningen-Zuidlaren en daarna nog ongeveer 6 km van Zuidlaren-dorp naar station Vries-Zuidlaren. ‘s Winters reed er zeven maal per dag een tram over het hele traject en ’s zomers 12 à 13 maal. De reis duurde 1 uur 25 minuten, waarvan 20 minuten over het traject Haren-Groningen. De lijn lag in een gebied dat aantrekkelijk was voor bewoning. Het was ook een bijzonder mooi landschap: de Hondsrug met aan weerszijden de wijde valleien der riviertjes Hunze en Drentse A en dit alles vlak bij de centrumstad van Noord- Nederland, Groningen.
Derde in lengte was Hoorn- Enkhuizen (19,9 km, in later jaren door de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij geëxploiteerd). 

De vierde en vijfde waren weer in Groningerland te vinden: Winsum-Ulrum (14,6 km) en Winschoten- Bellingwolde (13,3 km).

De Gronings-Drentse lijn van de Tramwegmij Groningen- Paterswolde-Eelde nam met 10 km de negende plaats in.
Van de negen paardetramlijnen in Nederland met een lengte van 10 km of meer, reden er vijf, met een gezamenlijke netlengte van 108,4 km, in de provincie Groningen, zij het dat twee daarvan (TMZH en GPE) de Drentse grens passeerden.
De paarden van de Eerste Groninger Tramway- Maatschappij liepen — in estafette — dat enorme traject van Zuidbroek via Veendam, Wildervank. Stadskanaal naar Ter Apel. De reis van Zuidbroek- Ter Apel duurde met de paardetram 3 uren en 30 minuten. In de grote tijd van de tram, reed men zesmaal per dag de gehele route en bovendien eenmaal per dag Zuidbroek- Valthermond, een rit van toch nog ruim drie uur. Voorts nog vijfmaal per dag Zuidbroek- Wildervank en eenmaal Veendam-Wildervank.

Men was niet bang voor vroeg opstaan, evenmin om laat thuis te komen. In Valthermond vertrok de vroegste tram des morgens om 5.05 uur naar Zuidbroek. De laatste tram arriveerde in Wildervank om 0.19 uur. ruim na middernacht. De laatste trein van de Staatsspoor uit Groningen, 22.28 uur uit de stad, liep om 23.01 in Zuidbroek binnen. Aansluitend, om 23.02, vertrok de paardetram. Slecht was de verbinding dus niet.
Op deze lange afstanden ging de reiziger niet altijd dezelfde dag terug. Langs de weg waren veelal bekende hotels, soms naast de tramremise. En retourbiljetten van deze paardetram waren dertig dagen geldig. Een stijl als van internationale lijnen en een service die nog benijdenswaard schijnt. 

De Tramweg-maatschappij Winsum-Ulrum reed in de Marnestreek (8 ritten v.v. per dag). In Winsum was er aansluiting op de lokaaltreinen Groningen- Roodeschool, terwijl aan het andere eindpunt, in Ulrum, de omnibus (ook met paardetractie) gereed stond om passagiers desgewenst naar Zoutkamp te brengen. 

De Tramweg-Maatschappij Groningen-Paterswolde-Eelde was in 1896 geopend (lengte 10 km, 9 ritten v.v.). De GPE bezat voorts een open en een dichte goederenwagen en zelfs een veewagen en dat was voor een paardetram wel een bijzonderheid. Op deze lijn ging men op een gegeven moment als eerste de tramwagens trekken door een vrachtauto in plaats van door paarden.
De stadspaardetram in Groningen dateert van 1880.
De Friese paardetrams werden alle geëxploiteerd door één groot stoomtrambedrijf, de Nederlandsche Tramweg Maatschappij. 

___________________________________________________________

Naar Tramweg-maatschappij „Winsum-Ulrum” (paardentram) en opvolgers