22-08-1957: Tentoonstelling op Verhildersum te Leens | Plattelandsleven omstreeks 1800 

___________________________________________________________

22-08-1957 Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 

Tentoonstelling op Verhildersum te Leens
Van plattelandsleven omstreeks 1800 

Op de borg Verhildersum te Leens zal van 3 tot 14 september een tentoonstelling gehouden worden, waar het leven op het platteland omstreeks 1800 is gereconstrueerd. Men heeft onder meer van particulieren bijzonder aardige en interessante voorwerpen ter leen gekregen, die het in de diverse groeperingen goed zullen doen. 

De borg Verhildersum, sinds enkele jaren het eigendom van de gemeente Leens, wacht op — hoognodige — restauratie. Voor men daaraan kan beginnen zal echter de definitieve bestemming vastgesteld moeten worden en zover is het nog niet. Wel heeft men al aan het park gewerkt en zijn de grachten schoon gemaakt. 

Nu de borg nog leeg staat heeft de Vereniging Het Ommelander Museum voor Landbouw en Ambacht deze gelegenheid — met volle medewerking van de gemeente Leens — aangegrepen de aandacht te vestigen op eigen werken en streven — en op Verhildersum. 

Het Ommelander Museum krijgt een opslagplaats vlak bij Verhildersum, op het Stationsplein, die gebouwd zal worden door de Technische School te Wehe. De bouwkosten worden daardoor niet zó hoog. Daarin zullen de bezittingen van het Museum, nu nog in een „geleende” loods, een plaats krijgen. 

Het Ommelander Museum, dat werktuigen en voorwerpen, die vroeger op de boeren- en ambachtsbedrijven werden gebruikt, wil bewaren en in stand houden, heeft voor de toekomst het plan een museum in de vorm van een schathoes of een boerderij te bouwen. Intussen wil de vereniging alvast activiteit ontplooien. Vandaar deze tentoonstelling op Verhildersum. 

Acht vertrekken
Van de borg zullen acht vertrekken worden ingericht, zo levendig mogelijk met groepen poppen. De tentoonstelling wordt eigenlijk „opgebouwd” om de oude kostuums, die onder leiding van mevrouw Clevering—Meijer uit Eenrum uitgezocht zijn en in orde gemaakt worden door een aantal dames, die daarin heus geen lichte taak vinden. 

Als alles klaar is kan men zien hoe de borgbewoners en hoe de welgestelde boeren leefden en hoe het boerenbedrijf werd uitgeoefend. Vertrekken worden ingericht met oude meubelen en schilderijen. Een oude keuken wordt gereconstrueerd, een kraamkamer, een melkenkamer en een karnhuis. Verder zijn er onder meer een arreslee en talloze voorwerpen van koper en tin.

Behalve van musea heeft men zeer veel medewerking gekregen van particulieren, onder wie ook jhr. mr. dr. A. W. L. Tjarda van Starckenborgh Stachouwer, wiens voorouders eens op Verhildersum hebben gewoond. Hij heeft oude familieportretten afgestaan voor deze tentoonstelling, waaraan ook de Noordelijke Kunsthof te Appingedam meewerkt.

___________________________________________________________

26-08-1957 Winschoter Courant, maandag 

Tentoonstelling „Verhildersum herleeft”

Expositie van oude klederdrachten Van 3—14 september zal op de borg Verhildersum te Leens een tentoonstelling worden gehouden van oude klederdrachten, zoals die 1 à 2 eeuwen geleden werden gebruikt op het Groninger platteland. De tentoonstelling, uitgaande van het in 1956 te Leens gestichte Ommelander Museum voor Landbouw en Ambacht, heeft mede ten doel de aandacht te vestigen op dit museum en op Verhildersum, welke oude borg enkele jaren geleden door koop in handen van de gemeente Leens is overgegaan en voor welke borg door het bestuur der gemeente naarstig naar een toekomstige bestemming wordt gezocht Verhildersum staat thans leeg en wacht op restauratie. Van deze omstandigheid heeft het museumbestuur gretig gebruik gemaakt, om in het oude gebouw een historische tentoonstelling in te richten. Van de zijde van het gemeentebestuur werd volle medewerking verkregen. Daar bij deze tentoonstelling de nadruk zal worden gelegd op de klederdracht van rijk en arm, bij bepaalde gelegenheden, is een comité, gevormd door een aantal deskundige en belangstellende dames, reeds weken bezig, de verzorging van dit onderdeel voor te bereiden. Bergen werk moeten hiervoor worden verzet, want de aankleding van één pop, inde oorspronkelijke klederdracht, met de oorspronkelijke sieraden en bewerktuiging, eist reeds ontzettend veel tijd. En er zullen plm. 20 van zulke poppen komen, alle geplaatst ineen daarbij passende omgeving. Daarom staat mede op het programma de inrichting der vertrekken, de stoffage daarvan met oude meubelen en schilderijen, die door de eigenaren gaarne voor de duur der tentoonstelling worden afgestaan.

___________________________________________________________

28-08-1957 NvhN:
Over de börg Verhildersum“, deur J. B. van Weerden

___________________________________________________________

03-09-1957 Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag
Landgoed Verhildersum te Leens ademt oude sfeer
Historische tentoonstelling vanmiddag geopend
(Van een onzer redacteuren.) 

Van 3 tot 14 september wordt op het landgoed Verhildersum te Leens een historische tentoonstelling gehouden, waarop men in verschillende taferelen het leven van onze voorouders, zoals zich dit de eerste helft der vorige eeuw afspeelde, ziet voorgesteld.

In dubbele betekenis is deze expositie een zeer gelukkig initiatief, want niet alleen komt nu het uit de twaalfde en dertiende eeuw stammende landgoed — of wat daar van over is — naar voren, maar bovendien wordt een zeer duidelijk inzicht gegeven in outillage en klederdrachten van vroegere perioden.

Wat dit laatste betreft, is er een weelde van kostbare kledingstukken en een fortuin aan sieraden, die worden tentoongesteld in passende entourage. Er is een borgzaal, praktisch compleet ingericht in 18e eeuwse stijl, een theesalet uit de Biedermayertijd, een theeschenkerij, een slaapkamer van omstreeks 1835, een karnhuis met melkenkamer en natuurlijk de keuken. 

Door verschillende ingezetenen van Leens, meer oudere geslachten, is op buitengewone wijze medewerking verleend, waarbij wel zeer nadrukkelijk naar voren is gekomen, dat in deze omgeving nog een zeer groot aantal herinneringen aan vroegere tijden aanwezig is.

Door een damescomité is alles, na zeer veel arbeid, op buitengewoon geslaagde wijze geënsceneerd, zodat de borg werkelijk de sfeer van de tijd ademt, welke men in herinnering wil terugroepen. 

In café Mercurius heeft hedenmiddag de opening onder zeer grote belangstelling plaats gehad, waarbij de burgemeester, de heer J. C. Lindeboom, een rede uitsprak. De genodigden gingen daarna naar de borg, waar de tentoonstelling aller bewondering wegdroeg, terecht, want ze is meer dan de moeite waard.

Na een welkomstwoord van de voorzitter van het Ommelander Museum, dr. L. H. Bruins — onder meer gericht tot dr. E. H. Ebels en echtgenote — heeft de spreker vooral naar voren gebracht, hoe belangrijk het is herinneringen aan oude tijd te verzamelen nu zoveel gebruiksvoorwerpen het paard en de handenarbeid betreffende in onbruik zijn geraakt. 

Hierna heeft burgemeester Lindeboom zijn bijzondere waardering uitgesproken voor hetgeen in Leens op cultureel gebied tot stand is gebracht in een omgeving, de borg, welke een cultuur-historisch bezit mag worden genoemd.

Met het luiden van de bel, waarmede vroeger het volk van Verhildersum werd opgeroepen, opende de burgemeester de tentoonstelling.

___________________________________________________________
 

04-09-1957 Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 

VERHILDERSUM HERLEEFT
Oud landgoed te Leens ademt vroegere sfeer
Prachtige terugblik op vorige eeuwen
(Van een onzer redacteuren). 

Er ontbreekt slechts het levende „leven” in het oude landgoed Verhildersum, dat, gelegen aan de weg Wehe—Leens, restant is van de vroegere borg van die naam, welke zo nauw verbonden is aan een van Groningen’s voornaamste geslachten: de Van Starkenborgh’s. Voor het overige is, door klederdrachten, sieraden, en een groot aantal andere voorwerpen, de achttiende eeuwse sfeer er volledig teruggekeerd, waardoor met recht de tentoonstelling, welke erin is georganiseerd, mag worden genoemd: Verhildersum herleeft.

Een opmerkelijk resultaat!
Het kan een gelukkige omstandigheid worden geacht, dat het nog maar nauwelijks twee jaar oude Ommelander Museum, de stoot heeft gegeven tot het houden van een expositie. Gelukkig om twee redenen. In de eerste plaats omdat, zoals wij ook gisteren reeds opmerkten, door de wijzigingen in de tijden zoveel gebruiksvoorwerpen uit het boerenleven van vroeger ten onder dreigen te gaan in de soms wilde stroming van het heden. En bovendien omdat nu een borg weer de aandacht krijgt, welke een der weinige is, waarop de provincie nog kan bogen. 

Verhildersum dateert uit de twaalfde eeuw, is wel, door allerlei veranderingen van borg tot statig herenhuis ge(ver?)worden, maar nog altijd met zijn brede grachten, zijn singel, geboomte en tuin, een cultuurhistorisch monument. 

Het is thans bezit van de gemeente Leens, welke het van de laatste eigenaar, mr. H. Frima, in 1953 heeft gekocht, doch heeft nog geen goede bestemming. 

Wat het worden zal, is dus nog niet zeker, maar de gedachte, dat dit stuk historie bewaard zal kunnen blijven, is geruststellend.
Dat ‘t nu, door de tentoonstelling, tot nieuw leven komt, al is het slechts tot 14 september (elke werkdag van 10 tot 9 uur) is daarbij toe te juichen. Maar vooral stemt het tot verheugenis, dat deze expositie aanleiding: is geworden tot het te voorschijn halen van zoveel historisch materiaal, waaraan de Marnestreek blijkbaar zeer rijk is. 

Een weelde …
Wat daar in Leens en omgeving van zolders en uit kisten en kasten bij particulieren — meest natuurlijk oudere geslachten — te voorschijn gekomen is, is verbazingwekkend. 

Er staat op de tentoonstelling een weelde van prachtige kostuums, keurig door leden van het dames-comité om poppen gedrapeerd. Waarbij vooral ook het kantwerk, de vijfschaft-kledingstukken, samen met de zilveren en gouden oorijzers — sommige met de typische Groninger stiften — de belangstelling overwaard zijn. 

Dit alles komt zo prachtig naar voren doordat het gebruikt is om verschillende kamers en gebruiken van vroeger te ensceneren. De entourage is daardoor uitermate passend geworden en het geheel indrukwekkend. 

Mede doordat o.m. de families Van Starkenborgh Stachouwer en Frima zelf een aandeel in de aankleding hebben geleverd, persoonlijk gistermorgen door jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer en echtgenote gebracht. Er zijn zeer waardevolle voorwerpen, waaronder enige doeken bij, welke er in belangrijke mate toe hebben bijgedragen om achttiende eeuwse tijden in de herinnering terug te roepen. 

Het lééft …
Daarbij is door de dames van het comité — dat een enorme arbeid heeft moeten verrichten — met zoveel smaak voor de arrangementen gezorgd, dat alles als het ware lééft. 

Het melkmeisje in het karnhuis schijnt juist te willen opstappen, evengoed als de drie dames — in sitsen jak en damasten rok (omstreeks 1790), terwijl de boer in de hoek zijn lange Goudse pijp zo schijnt te willen aansteken. Dit gezelschap vindt men in de, naar de eisen des tijds ingerichte, borgzaal en in de theesalet ontbreekt het er nog maar aan, dat de welgestelde boerenvrouwen, getooid met oorijzerdracht, beugeltas en chatelaine, de kopjes volschenken. 

Ook de theeschenkerij en slaapkamer heeft men door de poppen „sprekend” weten te maken. Evenals de keuken, waarin de meid met het afhalen van de boontjes schijnt te zullen beginnen en de strijkster met haar arbeid. De man in rood vijfschaften hemdrok, gekleed in de zogenaamde „neugersjas” met zwarte klapbroek, staat er wat verlegen bij, op kousevoeten, de klompen netjes terzijde. 

Zo heeft men in Leens iets goeds gewrocht en het is verklaarbaar dat dit gisteren aan vele genodigden, onder wie dr. E. H. Ebels met echtgenote, de familie Frima, de burgemeesters van Ulrum, Kloosterburen en Eenrum en vertegenwoordigers van tal van organisaties, met trots is getoond.

De oude bel… 
De burgemeester, de heer J. C. Lindeboom, heeft de expositie een gebeurtenis genoemd, welker betekenis ver uitgaat boven de plaatselijke. 

Bij de borg luidde de heer Lindeboom tenslotte dezelfde (historische) bel, waarmede vroeger de borgbewoners werden samengeroepen. Nu luidde hij, naar te hopen is, een grote stroom belangstellenden in.

___________________________________________________________

(foto 1) De borg Verhildersum te Leens — door het verdwijnen van de zijvleugels meer een statig landgoed geworden —is weer onder de aandacht gekomen. Het is, in 1953 door de gemeente aangekocht en zal nog nader een bestemming krijgen. Gisteren is er echter een elfdaagse tentoonstelling van het Ommelander Museum in begonnen waaraan buitengewoon veel zorg is besteed.
In de borgzaal (foto 2) is een welhaast volmaakte imitatie gegeven. Drie welgestelde boerinnen rond de 17e eeuwse bolpoottafel waarop een grote zilveren schaal, de werken van Jacob Cats en inktstel. Tevens ziet men twee der portretten van het geslacht Tjarda van Starkenborgh, in 1760  geschilderd door L. v. d. Warf. De poppen zijn gekleed in sitsen jak en damasten rok van ongeveer 1790. De staande figuur in de hoek is getooid met een zogenaamde Duitse muts met in de hand de wanhoed. 

In de slaapkamer (foto 3) staat het hemelbed met op de achtergrond een toiletstel met het wapen van Van Starkenborgh. In het bed moeder met kind, op de voorgrond de dokter en rechts een op bezoek zijnde dame. Ook hier is aan de kleding zeer veel zorg besteed.
Eveneens is ingericht een zogenaamde melkenkamer (foto 4)  met het melkmeisje, zoals dat omstreeks 1860 gekleed ging. 

___________________________________________________________
 

09-09-1957 Nieuwsblad van het Noorden, maandag

MET DRIE AUTOBUSSEN
STAD en LANDE zocht het „hogerop”
Op excursie naar Verhildersum, Leens en Pieterburen
(Van één onzer redacteuren). 

Er zijn — gelukkig — nog mensen, die hun vrije zondag benutten door de Martinitoren achter zich te laten en het „hogerop” te zoeken. Ze neuriën wat tegen de landerijen en stoppen misschien eens, om een foto van een oud kerkje te maken. Deze mensen maken een tochtje, ze zoeken (en vinden vaak) rust.
Wanneer echter de leden van de vereniging Stad en Lande de provincie in gaan, heet dat een excursie en zoeken ze kennis.
Zaterdagmidddag was er weer zo’n excursie, waarvoor zoveel interesse was, dat er drie autobussen en een aantal particuliere auto’s nodig waren om niemand teleur te stellen.
Met in elke bus een explicateur vertrok het gezelschap via de Paddepoel en Oostum naar Leens, waar allereerst een bezoek werd gebracht aan de borg Verhildersum. In deze uit de twaalfde eeuw stammende maar nu gerestaureerde borg, die eeuwenlang bewoond is geweest door de Van Starkenborgh’s, is thans op initiatief van het Ommelander Museum de toonstellingVerhildersum herleeft” ingericht.
(Over de tetoonstelling en het oude landgoed hebben we reeds uitvoerig in ons blad van 4  september geschreven). 

Het orgel van Leens
Vervolgens werd het oude N.H. kerkje te Leens bezocht.
De heer J. S. van Weerden, secretaris van het Ommelander Museum vertelde — in verband met de slechte akoestiek temidden van zijn auditorium op een bank staande — iets over de historie van dit Romaanse kerkje.
Hij besteedde vooral (en terecht) veel aandacht aan het uit 1733 daterende orgel, dat voor één der mooiste in het Noorden doorgaat. Het front van het orgel is wellicht zelfs het allermooiste, aldus de heer Van Weerden.
Het kerkje moet omstreeks 1200 gebouwd zijn. Het is gerestaureerd, maar de oude gedeelten zijn – vooral aan de buitenkant – nog zeer duidelijk herkenbaar.
De toren is oorspronkelijk veel groter geweest. Deze werd zowel in 1806 als in 1883 geheel afgebroken en herbouwd. De heer Van Weerden wees speciaal op de herenbank, de preekstoel, de toegangspoortjes aan de zijkanten, het koperwerk op de koorafscheiding en de Heilig Avondmaalstafel, alle geschenken van Allard Tjarda van Starkenborgh.
De heer L. Brandts Buys ging nog even op de bouw van de kerk in. 

Het kerkje van Pieterburen
Na de thee werd de tocht vervolgd naar Pieterburen, waar de N.H. kerk met haar oranje en groen gekleurde torentje en vooral haar pastorie het hart elk historisch gevoelig mens moet verwarmen. De jonge voorrganger, ds. W. Roggeveen, hield een vlotte inleiding over het kerkje, dat omstreeks 1400—1450 moet zijn gebouwd en waarvan de historie nauw verweven is met die van de bewoners van de borg Dijksterhuis, die daar bij Pieterburen gestaan heeft.
De belangstelling ging in het bijzonder uit naar de uit 1785 daterende en kunstig met houtsnijwerk georneerde preekstoel.
De terugtocht naar Groningen leidde door Eenrum en Winsum.
De explicateurs in de bussen waren de heren dr. A. T. Schuitema Meijer, dr. W. J. Formsma en L. Brandts Buys. 

___________________________________________________________

10-09-1957 Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag

Druk bezoek aan Verhildersum Herleeft
Dat de tentoonstelling Verhildersum Herleeft te Leens een groot succes is, blijkt wel uit het aantal bezoekers, dat de gang naar het landgoed maakt. Vrijdag werd reeds de duizendste bezoeker ontvangen — de heer Abe Kuiper uit Groningen — en gisteren was het mevrouw G. Weddinga—Bijma uit Kruisweg-Kloosterburen, die als tweeduizendste de tentoonstelling bezocht. Beiden kregen een herinnering. 

Ingezonden
De tentoonstelling op Verhildersum
In het Nieuwsblad werd de hoop uitgesproken, dat de tentoonstelling op Verhildersum te Leens een groot aantal bezoekers zou trekken. Ik veronderstel, dat dit een ijdele hoop zal blijken te zijn.

Ik kan mij namelijk niet voorstellen, hoe een tentoonstelling, die op zaterdagmiddag, zondag en iedere avond gesloten is voor het publiek, vele bezoekers kan trekken. Nu de vakanties zijn afgelopen, kunnen maar zeer weinigen zich de weelde veroorloven tijdens de normale werkuren naar Leens te gaan. Groningen. []. 

De tentoonstelling is ‘s avonds geopend tot 21 uur. (Red.)

___________________________________________________________

11-09-1957 Nieuwsblad van het Noorden, woensdag
De tentoonstelling op Verhildersum

Het zij mij vergund, op de bewering van de heer [] te Groningen in zijn inzonden stuk van dinsdag 10 september j.1., een korte rectificatie te geven. 

De heer [] zegt, dat de tentoonstelling op zaterdagmiddag, zondag en iedere avond gesloten is.
In feite is het zó, dat de tentoonstelling alle werkdagen van 10—9 onafgebroken geopend is.
De vorige zaterdag is ze om teleurstellingen te voorkomen, van half 3 tot 5 voor het gewone publiek gesloten geweest, omdat ze toen door een grote excursie bezocht werd, waarbij voor meerdere bezoekers geen ruimte was.
In de tweede plaats is ze tot des avonds 9 uur toegankelijk, de laatste rondleidingen eindigen pas tegen half tien.
In de derde plaats kan worden medegedeeld dat de tentoonstelling inderdaad des zondags gesloten is, omdat alle kerkelijke gezindten er aan deelnemen terwijl voor de medewerkenden, die de rondleidingen verzorgen en toelichten een rustdag hoogstnoodzakelijk is.
Ten gerieve der bezoekers van de tentoonstelling wordt n.l. aan elke groep telkens een der heren- of damescomitéleden toegevoegd die voor de nodige verklaring der beelden zorgen.
J. S. VAN WEERDEN, secr. Ommelander Museum.

___________________________________________________________

01-10-1957 Dörp en stad

Verhildersum herleeft
Zo haitte de tentoonstellen van 3-14 september in de olle börg Verhildersum in Lains.
’t Vernoamste wazzen de olle klaiderdrachten op ‘t Grunneger pladdelaand.
‘t Gong oet van ‘t Ommelander Museum veur Landbaauw en Ambacht, dat verleden joar in Lains sticht is.
De börg Verhildersum is in 1953 deur de gemainte Lains koft, ‘t gebaauw staait nog leeg en mout eerst opknapt worden.
Moar veur dizze tentoonstelling het ‘t oetstekend dainst doan: der was n olderwetse boeren-keuken, n kaarnhoes, n melkenkoamer, n kroamkoamer, nog oet de olle borg ofkomsteg, n oadelke femiliekoamer en nog hail wat meer.
‘t Was aal mit n kander hail mooi waark. Nog mooier zel ‘t wezen as de olle börg mit zien toenen en singels n nije bestemmen krigt.

___________________________________________________________

17-05-1958 Trouw, zaterdag
Groninger Landschap bezorgd over „kapwoede”
(Van onze correspondent) 

In het bestuur van de stichting „Het Groninger Landschap” bestaat grote ongerustheid over wat genoemd wordt de „kapwoede“, waaraan steeds meer bomen op het Groninger platteland ten offer vallen.
In het jaarverslag over 1957, waarin aan deze ongerustheid uiting wordt gegeven, is een brief opgenomen van de kunstenaar Johan Dijkstra te Groningen, die o.m. schrijft: „Het lijkt werkelijk of Nederland en vooral het noorden voorgoed ontluisterd wordt door een vernieuwde kapwoede”.
De secretaris-penningmeester van „Het Groninger Platteland“, jhr. mr. S. M. S. de Ranitz, schrijft o.m., dat zij, die de provincie Groningen kennen, weten hoe in wijde omtrek de omplantingen van de borg Verhildersum en vooral van de Menkemaborg, de Fraeylemaborg en de Ennemaborg belangrijke dominanten in het toch al zo vlakke landschap zijn.
Indien men zich realiseert, hoe ruim een eeuw geleden de Ommelander borgen nog vrij royaal door het landschap waren gestrooid en hoe tot plm. 1920 de Ommelander dorpen doorgaans nog weggedoken lagen in de omgordende boomgroepen, dan krijgt men een gevoel van beklemming, aldus jhr. De Ranitz, die van mening is, dat er behoefte bestaat aan een autoriteit, die zich da landschapszorg aantrekt. 

Tijdens de jaarvergadering werden tot nieuwe bestuursleden van de Stichting benoemd mr. A. Brinkman, burgemeester van Uithuizen, de heer H. Roelfsema burgemeester van Hoogezand-Sappemeer en ir. M. Schrevel, houtvester van het Staatsbosbeheer te Assen.

___________________________________________________________

Naar Catalogus
Naar Ommelander Museum