1953 De Lessen in Geschiedenis van Zuurdijk

___________________________________________________________

Uit de Merne-map (Vereniging Historische Kring De Marne) 

Iets over de geschiedenis van Zuurdijk, opgetekend in 1953 door Sietse Siegers en gedicteerd door meester J. S. van Weerden, hoofd der school in Zuurdijk van 1912-1953 

___________________________________________________________
 

Wat betekent Zuurdijk?

De naam Zuurdijk betekent: Zuiderdijk. Die komt voor het eerst voor in 1287. In de kroniek van Emo en Menko word verteld van een stormvloed, die in dat jaar de Sutherdike in de Marne vernielde.
Veel mensen verdronken toen en in 1288 was de dijk, die toen een zeedijk was, nog niet weer hersteld.
Deze dijk was dus de Zuiderdijk van de Marne en naar deze dijk heeft het dorp Zuurdijk zijn naam gekregen. 

Welke twee dorpen lager er vroeger!  

Vroeger lagen er twee kerspels: Asterdyk en Westerdyk. Het was Asterdyk, dat in 1287 door de overstroming geteisterd werd. Er verdronken zoveel mensen dat men niet in staat was de dijk te herstellen.
De kerk van Asterdyk stond vermoedelijk op het oostelijk gelegen Rondenburg: ten oosten van de weg naar de boerderijen Castor en Pollux.
Wegens de achteruitgang van de bevolking van Asterdyk werd later door de bisschop van Munster dit kerspel verenigd met Westerdyk of Ewer. Het nieuwe kerspel kreeg de naam Surdike of Zuurdijk. Toen zal ook de kerk van Zuurdijk zijn gebouwd. 

Wanneer werd de kerkklok van Zuurdijk gegoten? 

De kerkklok van Zuurdijk werd gegoten in het jaar 1482, door de klokkengieter Herman. Deze middeleeuwse klokkengieter heeft ook de klok van Ulrum gegoten in 1478.
De klok van Zuurdijk weegt ongeveer 700 kilogram. Zijn doorsnee is rum 1.00 meter.
Het is een M-klok: dat wil zeggen het staat in ons land op de Monumentenlijst. 

Hoe heet de torenklok van Zuurdijk? 

De torenklok van Zuurdijk heet: Maria. Het staat op de klok zelf met de volgende woorden: Maria bin ick geheten. 

Wat staat er nog meer op de klok? 

Aan de voorzijde staat een Mariabeeld met het kindeke Jezus op de arm. In de stralenkrans boven het hoofd staat: Ave Maria gratias.
Aan de achterzijde staat een beeld van Sint Kunibertus, met in de stralenkrans Sint Kunibertus. Rondom staan afbeeldingen van de volgende apostelen: Petrus, Paulus, Andreas, Bartholomeus, Johannes, Jacobus,Thomas, Mattheus en Matthias.
Het opschrift rondom deklok in prachtige Gotischeletters luidt: Maria bin ick geheten. Kerspel to Surdike leite mi gete. Her Hinrick Kerk Ywe to Ewer. Bauke to Ewer. Herma meyersson Kerckvogheden weren , Herman mi goot. Anno domino MCCCLXXXII.
Verder staan er nog verschillende versierselen op. 

Betekent AD: 1482? 

Dit betekent: Anno Domini 1482 en wil zeggen: In het jaar des Heeren 1482. Dus 1482 jarenna de geboorte van Jezus.  

Wie was Sint Kunibertus? 

Sint Kunibertus werd kort voor het jaar 600 geboren uit een voornaam Frankisch geslacht aan de Moezel. Hij ontving zin opvoeding in Trier en werd waarschijnlijk in 623 bisschop van Keulen. Hij was een vertrouwd raadsman van de hofmeier Pippijn I en van koning Dagobert.
Hij was leider van een uit Keulen ondernomen bekeringstocht in de Friese landouwen.
Hoewel deze streken pas tegen het jaar 800 door het werk van Liudger en Willibrordus tot het Christendom bekeerd werd, is het niet onmogelijk dat van Frankische zijde daartoe reeds 150 jaar vroeger pogingen gedaan zijn. De aanwezigheid van het reliëfbeeld van Sint Kunibertus op de torenklok van Zuurdijk zou daarop kunnen wijzen. 

Wanner werden de kerkelijke gemeenten van Wehe en Zuurdijk verenigd? 

In 1682. Vóór dat jaar was Zuurdijk met Maarslag verenigd en is Abraham Gemminga daar dominee geweest. Hij ligt begraven op het koor in de kerk van Zuurdijk. In 1682 werden Maarslag en Mensingeweer verenigd terwijl Wehe en Zuurdijk zich met elkaar verbonden.
Na ds. Gemminga had Zuurdijk nog ten jaar lang een eigen predikant: Focko Fockens. Hij overleed in 1682 en werd hier begraven.
Predikanten na 1682 van Wehe en Zuurdijk waren:
1724 Henricus Warendorp jr.
1745 Johannes Muller
1747 Meinardus Vinckers
1800 B. J. Lubbers
1828 J. D. Warmolts
1837 Th. F. Uilkens
1893 J. H. Belgraver
1902 W. S. Scherphuis
1918 P. E. C. Boonstra
1930 J. P. Scholte
1938 G. J. ten Broek
1947 D. A. van Daalen
1952 P. C. Dick 

Welke namen van boerderijen ken je in Zuurdijk? 

a. boerderijnamen die niet meer gebruikt worden: 

Op de Douwen = vanaf ongeveer 1900 heet deze boerderij Stoepemaheerd
Munnekenhorn = vanaf ongeveer 1800/1850 heet deze boerderij Pollux 

b. oude boerderijnamen: 

Gaykema- of Gaykingaheerd Vlakkeriet 2
’t Ganzehuis Hoofdstraat 53
Hayemaheerd Ewer 17
‘t Huis Ewer Ewer 5
Wispelheem Hoofdweg 75 

c. nieuweboerderijnamen: 

Kooienburg of Kooyenburg Vlakkeriet 4
Nieuw Ewer Ewer 19
Doornbosheerd Hoofdweg 86
(Huis) Freeburg Hoofdweg 88
Rondenburg Hoofdweg 26a
Castor Hoofdweg 18
Pollux Hoofdweg 20
Karpo Hoofdweg 8
Stoepemaheerd Hoofdweg 4 

Hoe oud is de school in Zuurdijk? 

De school is ouder dan 300 jaar. Eerst stond ze aan de oostkant van de kerk: later toen de pastorie de kosterswoning werd is ze aan deze woning vastgehecht.
Enige schoolmeesters waren:
1642 Claes Gerrits
1667 Wilhelm Thomas
1683-1693 Albert Jansen
1693 Jan van IJselmonde
1696 Mester Doe Tjarks
voór 1754 Jan Bartels
1754-1789 Jan Luies
1789-1804 Jan Jeltes
1804-1839 Derk Hoeksema
1839-1880 O.P. van Duinen
1880-1912 E.J. Boneschansker
1912-1953 J.S. van Weerden 

De laatste koster is geweest: O.P. van Duinen.
In 1880 werd het kostersambt al afgeschaft en werden de kosterijgoederen door de kerkvoogden in beheer genomen. De naam Kosterkamp herinnert nog an die vroegere tijd. Voór 1806 was de school van Zuurdijk een kerspelschool, daarna werd het een openbare school. 

Wanneer werden de aardappelen hier voor het eerst gegeten? 

Ongeveer in het jaar 1775. Vóór dat jaar vormden de pastinaken het hoofdbestanddeel van de middagtafel, doch reeds in 1800 verbouwde men nergens pastinaken meer. Naast de pastinaken at men veel grutterswaren. 

Wanneer kwam hier voor het eerst aardappelziekte? 

In het jaar 1845. In verband daarmee ontstond hongersnood en grote duurte. Het duurde bijna 10 jaar, voor er in de ziekte verbetering kwam. Men begon toen nieuwe aardappelsoorten te verbouwen, die aanvankelijk minder vatbaar voor de ziekte waren. Van de oude soorten bleven alleen maar de grauwstammen over. Thans kent men die ook niet meer. In de plaats daarvan kwamen de kruipers, de jammen en de turken. 

Waar is de oudste grafzerk van Zuurdijk te vinden? 

In de toren. Deze dateert van 1200 of 1300 en is van Bremer steen. Oorspronkelijk was het een deksel van een sarcofaag. Later is deze dekselzerk gebruikt als altaarsteen in het koor van de kerk wat nog aan de daar ingegraveerde kruisjes te zien is. De kerk was toen nog een Rooms-Katholieke. Tenslotte is hij als vloerzerk in de toren terechtgekomen.  

Wanneer is hier de begrafenisvereniging opgericht? 

In 1930. V66r die tijd had men hier de kluften, die bestuurd werden door een olderman en een jongerman. Alles berustte hierbij op burenhulp. Men sprak gewoonlijk van nabeursplichten, die vervuld moesten worden bij ziekte en dood. De inrichtingskosten van de begrafenisvereniging waren aanzienlijk.
Ze konden worden bestreden uit de reserve van het Ziekenfonds dat werd opgeheven enige jaren nadat de Ziektewet in werking was getreden. Uit dit reservefonds werden onder andere de kleren van de dragers en van de voorganger betaald. 

Waar spookte het hier vroeger?

Bij het Hoogvonder, het Roodeschut en op de voortuin van Castor. 

Wanneer werden de muren van de kerk aan de buitenkant met cement bepleisterd?

In 1881. 

Wie heeft gemaakt dat er twee rijen nieuwe woningen: de Eerste en Tweede Nieuwe Huizen gebouwd werden? 

J. E. Huizing. 

Wie heeft de avondmaalstafel in de kerkvan Zuurdijk vervaardigd? 

Evert Schreuder. 

Welke predikant werd in 1834 door enige arbeiders wit Houwerzijl van de preekstoel

verdreven? 

In Ulrum was in dat jaar de Afscheiding tot stand gekomen onder ds. Hendrik de Cock. Enige volgelingen van hem uit Houwerzijl hebben toen ds. Warmolts onder het roepen van: “Wolf kom af!”, gedwongen de preekstoel te verlaten. 

Wie is de stichter van de Afgescheiden gemeente van Leens en Zuurdijk? 

Freerk Jans Hekma, die begraven ligt op het oude kerkhof. Hij woonde op de boerderijCastor. 

Wanneer werden De Kampen van het kerspel Zuurdijk afgescheiden en onder Oldehove gebracht? 

In 1623. Toen werd de Swalve bij de Kampen recht getrokken. 

Hoe heet de borderij van D. Siccama (nu fam. Spriensma aan de Vlakkeriet 4)? 

De naam is Kooienburg of Kooyenburg naar de familie Van der Kooi, die er vroeger woonde. 

Hoe heet de boerderij van de heer R. P.  Bouwman (Vlakkeriet 2 is geen boerderij meer, het wordt bewoond door de fam. Robertus)? 

De boerderij heet Gaykingaheerd. 

Wiewaren Castor en Pollux? 

Castor en Pollux warn tweeling broers en zoons van de god Jupiter.
Naar deze godenzonen zijn in Zuurdijk twee boerderijen genoemd.
Castor bewoond door de heer I. J. Togtema (nu fam. Van Wijk) en Pollux, de boerderij van de heer J. J. Bos (nu fam. Warendorp Torringa).
Tegen het jaar 1800 werd Castor bewoond door Maarten Aedges Teenstra, een van de meest vooruitstrevende boeren van zin tijd. Met zijn steun hebben toen zijn zoons Douwe en Aedsge het Oude Ruigezand ingedijkt. In die tijd woonde op Pollux de heer Jan Vork, die in 1818 en 1819 gezorgd heeft dat zich hier verschillende ambachtslieden hebben gevestigd. 

Hoe heette de borderij Pollux 200 jaar geleden? 

De boerderij heette toen Munnekehorn. Deze naam herinnerd aan de tijd toen het een kloosterboerderij was. Vóór de Hervorming behoorde 1/4 gedeelte van al het bebouwbare land aan de kloosters. In 1594 kwamen al die goederen in beheer bij de provincie als voormalig kloostergoed. Een klein deel van de boerderijen werd aan de Stad geschonken en ze heetten toen Stadsplaatsen, een ander klein deel kwam aan de Ommelanden. Deze werden Provincieplaatsen genoemd. De boerderij Munnekehorn, die later de naam Pollux kreeg was zo’n Provincieplaats. 

Waar ligt de boerderij Hayemaheerd? 

Deze boerderij ligt op Ewer 17 en wordt bewoond door de heer J. de Waard (nu fam. Westers). Op deze boerderij woonde kort na 1800 een rijke weduwe: Everdina Oudeman. Ze ligt begraven in de kerk van Zuurdijk. Na haar dood kwam de boerderij in het bezit van haar schoonzoon (=kleinzoon) Roelf Eyes Torringa: in zijn tijd de rijkste boer in de Marne. De boerderij is in 1928 afgebrand en in 1929 herbouwd. 

Hoeveel kinderen stierven in Zuurdijk in 1870 aan difterie of besmettelijke keelziekte? 

Er stierven 16. 

Wanneer is de kerkegracht gedempt en vervangen door een ijzeren hek? 

In 1864-1865. Later werd er een rij kastanjebomen gepoot. 

Wanneer is de weg naar Houwerzijl verhard? 

In 1862. 

Hoeveel kastanjebomen staan er op het oude Kerkhof? 

Samen 24. 

Wanneer is het nieuw kerkhof van Zuurdijk aangelegd? 

In 1877. Het kerkhof was omgeven door een beplanting van 8 iepen, met daaronder een mantel van esdoorn. De iepen zijn wegens de iepziekte in 1952 gerooid, op 5 na bij het rondeel die in 1953 zijn gerooid. Er voor in de plaats zijn essen (de Doornbos nummer 5) gepoot. Dit is een soort die door een toeval in de oorlog naar voren gekomen is. 

In 1500 sneuvelde Iwe to Ewer bij Warffumerzijl. Waar woonde hij? 

Hij woonde op de boerderij: ‘t Huis Ewer. In de tijd van Iwe to Ewer was het een kleine borg.
In latere tijden is deze kleine borg weer afgezakt tot een gerechtigde heerd. 

Wanneer is de kerk van Zuurdijk verkleind? 

In 1797/1798. De fundamenten van het afgebroken gedeelte bevinden zich aan de westkant van de kerk nog in de grond. De kerk is ongeveer 5 à 6 meter ingekort. Van de afbraak heeft men een nieuwe toren gebouwd. Waaraan later, onder andere in 1831, nog weer is gewerkt. In 1798 kocht Marten Aedsge Teenstra van de afbraak van het westelijk kerkgedeelte vier zware balken aan, die werden gebruikt bij de bouw van de 52 voet lange hut bij zijn boerderij. Voor elke balk betaalde hij f 4,85. 

Hoe komt de nis in de noordelijke muur van de kerk? 

In 1914 werden de binnenmuren van de kerk door een stukadoor opgeknapt. Aan de noordwand werd een nis aangebracht op een plats waar vroeger een klein venster is geweest.
De overige 5 vensters zijn vroeger lang en smal geweest, maar in 1831 zijn deze groter en breder gemaakt omdat het in de kerk zo donker was. De preekstoel is nu van hout maar in vroeger tijd was er een van baksteen. Zo’n preekstoel vindt men in onze provincie alleen maar meer in het kerkje van Fransum. 

Wanneer zijn de kastanjebomen op het oude kerkhof gepoot? 

In 1905. 

Wanneer werd het torenuurwerk met wijzerplaten aangebracht? 

In 1908, geleverd door de bekwame uurwerkmaker Veenhoff in Groningen. 

Wanneer werd de straatweg maar het nieuwe kerkhof aangelegd? 

In 1916.Toen werd ook het inrijhek geplaatst. 

Wanneer werd het orgel in de kerk geplaatst? 

In 1923 werd het orgel geplaatst door de orgelbouwer Rohlfing uit Osnabrück (Duitsland). De aankoop werd mogelijk doordat het kosterijland in 1918 voor een periode van 6 jaar werd verhuurd voor f 1.166,–. In 1900 betaalde Jan Haan voor ditzelfde land f 175,- per jaar, in 1906 f 212,50 en in 1912 werd het publiek verhuurd voor f 377,-.
Voor het orgel moest een galarijbouwer worden ingeschakeld, die f 430,– gekost heeft. Het orgel zou volgens het contract 156400 mark moeten kosten. De waarde van de mark was toen f 1,15 per 100.
Toen Rohlfing het orgel, dat uit 8 registers bestaat, afleverde was de waarde van de mark nog 3 cent per 100. Als schadeloosstelling ontving Rolfing toen een bedrag van f 400,–, welk bedrag de kerkvoogden hadden verdiend bij het kopen van marken. 

Wat stelt de windwijzer op de toren voor?  

Gewoonlijk is een windwijzer een pijl, een haan of een paard. Op de toren van Zuurdijk staat een meerman, met het zwaard opgeheven in de hand. Enkele jaren geleden (ongeveer 1950) is hij van de toren gewaaid en heeft het achterste deel van zin staart daarbij verloren. Dit stuk heeft men niet teruggevonden. De meerman herinnert aan de tijd toen Zuurdijk nog aan zee lag. Ook in Fransum en Delfzijl staat een meerman op de toren. De beide kerken van Zoutkamp hebben een anker en een vis. Op de toren van Ulrum heeft men een leeuw: die herinnert aan het jonkers geslacht Lewe, dat in Ulrum woonde. 

Waar vindt men in het kerspel Zuurdi]k het Ganzehuis? 

’t Ganzehuis is de naam van de boerderij (Hoofdstraat 53 in Houwerzijl) van de heer L. Rijtma tussen Nieuw Ewer en Houwerzijl. Deze boerderij ligt in het kerspel Zuurdijk maar niet meer in de gemeente Leens. Men zegt het gewoonlijk zo: de boerderij is kerkelijk Zuurdijk en gemeentelijk Ulrum. 

Hoe heet de molen van Zuurdijk en wanneer is hij gebouwd? 

De molen van Zuurdijk is in 1858 afgebrand. In hetzelfde jaar is hij toen weer opgebouwd.
Hij draagt de naam: de Zwaluw. In vroegere jaren, toen er nog een belasting op het gemaal moest worden betaald, stond naast de molen een sarrieshut. Hierin woonde de sarries of chercher, de ambtenaar die moest zorgen dat geen koren in- of uitging zonder dat er belasting van was betaald. Toen de molen gebouwd is, zijn alle onderdelen, naar men zegt, aangevoerd in pramen door de Ewerder tocht, onder ‘t Hoogvonder door tot dicht bij Zuurdijk. 

Wanneer is de verharde weg naar Leens aangelegd? 

In 1878. Vanaf de boerderij Kooienburg liep vroeger een boerenlandree, een wagenpad, met een steen paadje voor voetgangers ernaast. Dit wagenpad is in 1878 verhard tot een rijweg. 

Hoe liep in oude tijden de weg naar Leens? 

De oude weg naar Leens vanaf Zuurdijk, liep voorbij de boerderij Wispelheem in de Kikkerhorn, bewoond door de familie De Vries (dus in 1953), daarna langs de weg, die nu een sintelweg is, over Sjabbetil, vandaar voorbij een daar liggende steenfabriek naar Leens. Daar kwam hij op de Oude Horn uit. 


Bij inventarisatie werkzaamheden in het archief van de voormalige gemeente Leens uit de periode 1935-1989 trof ik het vorenstaande verslag aan. Het vertoont enige overeenkomsten met de serie schoolmeestersverslagen uit 1828 want ook hier word het dorp aan de hand van gestelde vragen in historisch perspectief in beeld gebracht door de dorpsonderwijzer. Hier en daar zijn door mij in de oorspronkelijke tekst enige kleine aanvullingen aangebracht ter verduidelijking: met name bij de situering en de bewoners van de boerderijen.
Leens, september 2004
Jannes Russchen 

___________________________________________________________

Naar Jan Stoffer van Weerden