19-10-1967: Oude geselpaal op grens Ulrum-Leens

___________________________________________________________

19-10-1967 Nieuwsblad van het Noorden, donderdag

Oude geselpaal op grens Ulrum-Leens

Nederlands meest unieke grenspaal staat in het Groningse land, en wel ergens op de grens tussen Ulrum en Leens.
Uniek, in de eerste plaats omdat het een paal is met een rijke, zij het bepaald niet rooskleurige (en dan letterlijk), geschiedenis. In het grijze verleden namelijk ondergingen wetsovertreders hun straf aan deze paal, die daarom — hoe kan het ook anders — de „strafpaal” werd gedoopt.
Uniek is de stenen grenspaal ook vanwege zijn proporties: zie foto.
Als er één is, die de geschiedenis van de Groninger grens-strafpaal kent is het „meester” J. S. van Weerden uit Leens, die zegt:
„Hier vlak bij mijn huis ligt een steen. Ik heb er een bordje bij laten plaatsen. Daar had de aanzwering van de rechters (redgers) plaats. Een rechter werd telkens voor een jaar benoemd, op Hemelvaartsdag. Dat ging met grote feestelijkheden gepaard. Alle ingezetenen moesten aanwezig zijn op straffe van zoveel bier”.

Hij verduidelijkt: „Ze moesten boete betalen, dat werd in bier omgezet”. „Daaruit zijn onze kermissen ontstaan”, zo gaat de heer Van Weerden verder. „Er is in Leens nog kermis op Hemelvaartsdag, oorspronkelijk had dat gebeuren plaats op het kerkhof. Ze sloegen soms de palen door de kisten heen. Later werd het daar niet meer gehouden”.
„Wat dat bier betreft; men sprak van redgersbier. In Sebaldeburen was het heel erg. In de pastorie werd getapt, de dominee liep er dronken bij. Het kerkhof was een heilige plaats, vandaar dat recht aan kerk en kerkhof verbonden was.

Later kwam er in Leens een rechthuis op de driesprong. Tegenwoordig Wilhelminastraat, vroeger Oosterstraat. Op de hoek van dat rechtshuis stond de kaak, de schandpaal of geselpaal, hoe je ‘t noemen wilt”.
Tot de Franse revolutie is de paal als strafpaal gebruikt.

De heer Van Weerden: „Daarna kwam hij op non-actief en werd daar weggenomen. Men wist niet, waar men er mee heen moest. Ze hebben hem toen maar langs ‘t kerkhof gelegd aan de Westerstraat. Daar heeft de paal gelegen tot aan 1839 toe en was er intussen niet beter op geworden”.
„In Leens had men toen geen burgemeester. Van Starkenborgh was net afgetreden en er was nog geen nieuwe. In Ulrum was toen Bazuin burgemeester. Hij wilde de paal als grenspaal. Er had vanouds een „tocht” gelopen, de scheiding tussen de gemeenten. Er stond een houten paal, de „Witte Paal”, die echter begon te vergaan en vervangen moest worden. Welnu, zo’n schandpaal was een prachtige vervanger. Bazuin stelde voor om de kosten van plaatsing voor rekening van de gemeente Ulrum te nemen”.
Zo veranderde de geselpaal in grenspaal. Om te tonen, dat het werkelijk een grenspaal was werd er een prijsvraag uitgeschreven, waarop twee inschrijvingen kwamen: Eén van meester Beukema (Er is een straat in Leens naar hem genoemd) en één van Marten Douwes Teenstra uit Ulrum.
Beukema was de zoon van een bakker uit Ulrum. Hij was schoolmeester in Tinallinge en overleed in 1859. Zijn oom was een ouderling van ds. De Cock.
Teenstra was ‘n kleinzoon van Marten Aedsges Teenstra, die boer was in Zuurdijk”.

Mevrouw Van Weerden: „Die Teenstra, hij zou goed passen in „Zo is het toevallig ook nog eens een keer”.
Haar man:
„De spreuk,, die Teenstra had ingestuurd, luidde:

Voorheen diende ik 
voor schande en straf
Thans scheid ik Leens
van Ulrum af.

„Toen de paal er eenmaal stond klommen de jongens er veel in”, aldus de „meester”. „Onder die schooljongens was de eerste directeur-generaal van de Landbouw, P. van Hoek. Hij kon zelfs nog kunstjes vertonen boven op de paal”.

„Ik voor mij vind dat gedichtje van Teenstra beter dan dat van Beukema, die de prijs heeft gewonnen”, aldus besluit „meester” Van Weerden, ereburger van Leens, cultuurprijswinnaar van Groningen en schrijver van vele, vele boeken en artikelen, die alle getuigen van een diepe liefde voor Groningen; in het bijzonder voor het Marnegebied.
Blikvanger

Meester Beukema won met dit rijmpje de prijsvraag die als middel diende om de eens door niemand beminde paal een nieuwe gezicht te geven: dat van grenspaal.

K BEN HIER GEPLAATST
AANSCHOUW MIJ NIET
ALS STRAFPAAL
MAAR ALS EEN LIMIET 

___________________________________________________________

Naar Interviews