15-01-1839 brief Cornelis Beukma 

___________________________________________________________

Aan Michiel Sijtsma te Baflo in Europa 

Washington Township enz: 15 Januarij 1839.

Waarde Neef !

Wij hebben dan eindelijk nadat wij wel een half jaar de zelve reikhalzend verwacht hadden eenige brieven van u ontvangen, waarin wij tot onze aller grootste vreugd uw aller gezondheid en welvaart vernamen.
Gij kunt denken Lieve Neef welk een blijdschap het voor ons was dewijl wij reeds in langer dan 14 maanden niets van u, nog (buiten een brief van Teenstra) van eenig ander vriend niets gehoord hadden, doch veel zeer veel leed onze blijdschap doordien wij het bijzijn van onzen Goeden Vriend Mechiel misten, te meer daar wij nu geen vriend hebben met wien wij zoo vertrouwelijk kunnen omgaan en, praten over onze Hollandsche vrienden en [] kleinigheden, o, welk een vreugde zouden wij hebben zoo er eenig oude vriend hier kwam.

Ik geniet bijna onafgebroken de volmaaktste gezondheid doch wij hebben vele tegen[] gehad dit jaar, [] voorleden voorjaar zijn ons twee beste paarden ontlopen waar [] nog niets hebben gehoort, ook hebben wij verscheiden varkens verloren benevens 1 aan de hondsdolheid. Verleden week hebben wij 13 zwijnen verruild voor een wagen en hebben nu nog tien roode en zwartbonte zwijnen. Wij hebben 3 paarden waar van het een niet grooter is dan een groote koe hetwelk meschien dit voorjaar een vool krijgt; verders 4 koejen en een klein kalf.

Gij waarschuwt ons voor de slangen; maar wat zegt gij dat met hier des zomers wanneer het zoo heet is barvoots gaat is dit niet gevaarlijk daar er zoveel slangen zijn? Tenminsten verleden zomer was ik somtijds door de hitte van het saizoen genoodzaakt om bij mijn werk ook met bloote voeten te lopen, dus met de bloote voet stapte ik eens naar huis toe gaande met de bloote voet juist op de kop van een slang welke hierdoor wel belet wierd mij te bijten maar hij krieuwelde toch vreeslijk om mijn been hetwelk voor mij niet weinig afgrijselijk was. De beet van een ratelslang zoo de zelve niet juist in den ader bijt hier geneesbaar door het drinken van zekere kruidendranken doch er zijn slangen die veel gevaarlijker zijn dan de ratelslangen welke men copperhead of koperkop noemt. Men heeft hier voor eenigen tijd in de Nieuwsbladen van een waterslang geschreven welke aan het begin van de Tippecanoe rivier welke hier een paar mijl boven in de Whabash uitstroomt in eene van de meeren waarvan men de lengte van 60 voeten gezien had of het waar is weet ik niet.

Wij hebben 28 acres mais gehad waarvan echter veel door de vogels en wormen vernield is, en toen het in aren kwam moesten er de rakoons en spraaën welke hier nog veel overvloediger zijn dan bij u hun part hebben, hetwelk duurde tot dat wij het vergaderten in een klein huisje in de bottom hebben hier zijn de eekhoorntjes welke bijna door een muizegool kunnen komen ieder dag drok me bezig om het op te eten en weg te slepen; ik heb reeds verscheiden geschoten zoowel zwarten als graauwen, men schiet dezelve zeer menigvuldig dewijl het een lekkernij is, hier zijn ook vele wilde konijn meest graauwen maar ook witten maar men wil dezelve hier bijna niet eten hoewel zij zoo goed zijn als bij u. Hier zijn ook vele patrijzen waarvan ik voor een maand 9 in een schot heb gedoodt zij zijn niet half zoo dik als bij u; hier zijn ook wel wilde kalkoenen welke grooter zijn dan makken maar wij hebben nog geen schoten.
Wij hebben ook [] acres weit, 2 acres rog en een met gerst gehad. Wat kost [] rog 75 [] gerst 75 en 75 ct per bushel, corn en haver 31 – 37 ½ aardappels [].
Een goede koe kost 20 doll; schapen 2 -3 doll. varkensvleesch 4 – 5 cent de pond.

Nu Waarde Neef ik moet afbreken om wat voor een andere keer te houden en noem mij naa hartelijke groete aan uwe Moeder en zussen

Uwe Liefhebbende Neef
Kornelus K Beukma

___________________________________________________________

Teenstra: Marten Douwes Teenstra?
___________________________________________________________

Brieven Klaas Jans Beukma en zonen Jan, Kornelis, Willem Beukma en schoondochter Hillechien Beuckma