13-06-1969 Fraaie historische kaarten in borg Verhildersum

___________________________________________________________

13-06-1969 Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag

Fraaie historische kaarten in borg Verhildersum
NOORDER RONDBLIK Blikvanger

De fraaie borg Verhildersum in Leens, ingericht door de actieve vereniging Ommelander Museum en zo’n drie jaar geleden voor het publiek geopend, trekt iedere week zo’n honderd bezoekers. Dat is eigenlijk niet veel. De borg en de tentoonstellingen die er worden gehouden, verdienen meer belangstelling. De borg telt fraai ingerichte stijlkamers en bergt op zolder vaste exposities over flora en fauna van het gebied, de geschiedenis van de Groninger kloosters en de Groninger landadel. In het schathuis (eigenlijk geen echt schathuis) is een aardige theeschenkerij. De wisselende tentoonstellingen in de borg zelf zijn voornamelijk educatief en hebben meestal betrekking op de geschiedenis van de streek.
De vorige toonde een grote collectie scherven van oud aardewerk, die in het gebied gevonden zijn en door particulieren worden bewaard. Tot 7 juli is er een bijzonder aardige tentoonstelling ingericht van oude landkaarten en atlassen uit het bezit van twee Groninger verzamelaars, mr. S. T. Kooi uit Grijpskerk en de heer G. K. Wijk uit Uithuizermeeden.

Mevrouw T. F. Clevering-Meijer uit Eenrum, secretaresse van de vereniging Ommelander Museum, secretaris-penningmeester van de stichting, die de restauratie van de borg (een prachtige tuin wordt nu aangelegd) op zich heeft genomen, en „onbezoldigd beheerster” (zoals zij zegt) van de borg, heeft mij over deze tentoonstelling rondgeleid.

Ze toonde me met trots de oudste kaarten van Europa (1493), de Ptolomeus-atlas uit de vijftiende eeuw, de oude houtsneden en kopergravures en de hedendaagse topografische kaart. En ze vertelt honderduit.
„Ik heb er wel een paar nachten op gestudeerd. Dat moet je wel, hè, dat moet je bij ieder onderwerp”, zegt zij. „Maar dit hele geval heeft mij wel het inzicht gegeven, dat we eigenlijk pas kort behoorlelijke kaarten hebben, ook van ons eigen land. En toch werden er grote reizen gemaakt. Je vraagt je af, hoe men met deze kaarten in de hand de weg heeft weten te vinden”.
„De kaarten zeggen wel iets van de fantasie van de makers. En van hun kunstzinnige vaardigheid”, zegt ze en attendeert me op een kaart uit 1631 van Joh. Jansonius, die de moeite nam om hele, hele kleine schaapjes te tekenen op de kweldergronden van Groningen. Ze zijn eigenlijk alleen met een vergrootglas goed te zien.

Ze wijst me ook op een kaart van Claes Jan Visser uit de zeventiende eeuw, die zijn kaart van het Noorden opluisterde op een wijze die nu voor dure autokaarten gebruikelijk is: met plattegronden van de voornaamste steden. Claes Jan Visser tekende zijn plattegronden als gezien in vogelvlucht van Sloten, Harlingen, Workum, Groningen, Staveren en Embden en een gezicht-vanuit-zee op Hindelopen. Waarom hij juist deze steden koos is niet duidelijk. Het zijn hele kleine, fijne, met de hand ingekleurde kopergravures. „Ik heb er een kleurendia op groot formaat geprojecteerd, van gezien”, vertelt mevrouw Cleveringa, „dan zie je pas hoe precies het gemaakt is”.

De eerste Europakaarten zijn gemaakt zonder dat er opmetingen waren gedaan. Ze zijn zeer fantasierijk: de hele kust van Europa ligt in een rechte lijn en de onderlinge ligging van steden en rivieren is raadselachtig onjuist. Pas in de zestiende eeuw kwamen de kaarten, waarvoor Jacob van Deventer in opdracht van Philips II opmetingen deed. Hij verrichtte driehoeksmetingen tussen de kerktorens van de steden en dorpen. Vandaar, dat Drenthe niet in kaart werd gebracht. Dat gebeurde — en dan nog maar gedeeltelijk — pas een eeuw later. Drenthe met zijn venen en moerassen en zijn weinig hoge torens was te moeilijk te bemeten. Vandaar ook, dat de grens tussen Groningen en Drenthe een kaarsrechte lijn is, door Johan Sems op zijn kaart in 1631 getrokken tussen de Martinitoren en het klooster Ter Apel. Hij moet bar mooi weer hebben gehad om de richting van die lijn te kunnen vaststellen.

Behalve de zeldzame, originele kaarten is er een kleine tentoonstelling ingericht over de Lauwerszee.
Ik heb er met bewondering het gave verslag uit de handelingen van het Genootschap ter Bevordering van de Nijverheid gelezen over de dijkdoorbraak in de Westpolder in 1877, een jaar na het gereedkomen van deze dijk. Alle plannen tot indijking van de Lauwerszee uit de vorige eeuw („Allemaal gestrand op geldgebrek”) zijn voorhanden.

„We hebben er even wat gezellige dingen aan toegevoegd”, zegt mevrouw Cleveringa. Die gezellige dingen zijn dan litho’s van Johan Faber, die zich veel door het wad heeft laten inspireren, tekeningen van Jelle Hartsema bij gedichten over de zee, het wad en de vissers van David Hartsema en werk van Jan Boer.

Mevrouw T. P. Clevering-Meijer tussen de oude kaarten. In haar hand heeft ze een Ptolomeus-atlas (± 1500). De uiterst rechtse kaart is de beroemde kaart van de Kerstvloed 1717, gemaakt door de Neurenberger Joh. Bapt. Homann.

___________________________________________________________

Naar Ommelander Museum/Verhildersum