11-09-1981 In memoriam mevrouw T. F. Clevering-Meijer 

___________________________________________________________

11-09-1981 De Hogelandster, donderdag
In memoriam mevrouw T. F. Clevering-Meijer

Op 8 september is mevrouw T. F. Clevering-Meijer te Eenrum op de leeftijd van bijna 67 jaar na een 
langdurige ziekte gestorven. Na een tijd van onzekerheId hoorde zij in het laatst van het vorige jaar 
dat zij niet van haar kwaal zou herstellen.
Ondanks deze slechte zekerheid heeft mevrouw Clevering tot kort voor haar dood met velen, ook 
buiten haar familiekring, en met de instellingen waarvan zij deel uitmaakte, meegeleefd en deed zij 
ervoor wat nog kon.
Zij was een bijzondere vrouw.
Dit bleek afgelopen vrijdag ook bij de afscheidsdienst in de propvolle
Hervormde kerk te Eenrum en uit de woorden die in deze dienst gesproken zijn. De kerk bleek veel te klein, zodat velen de afscheidsdienst vanuit het Dorpshuis moesten bijwonen.

Als boerendochter, wonende te Kommerzijl, kreeg zij zoals zij zelf zei een “traditiönele” opvoeding. Na de lagere school doorliep zij de meisjes-HBS te Groningen. 
Daarna wilde zij graag biologie studeren, maar volgens de wens van haar ouders werd het de huishoudschool. Toen zij op de volkshogeschool Allardsoog te Bakkeveen verbleef om te helpen bij het huishoudelijke werk, ging voor haar een nieuwe wereld open. Sindsdien is zij haar eigen omgeving anders gaan beschouwen en heeft zij een groeiende belangstelling gekregen voor de sociale, culturele en historische achtergronden.

Als boerin op Huninga was zij actief in het dorpsleven.
Dertig jaar heeft zij zich ingezet voor de stichting Dorpshuis “De oude School”, de laatste jaren als presidente. Als presidente van de Oranjevereniging heeft ze een kindercircus geleid.

In 1948 is zij aangezocht om mee te werken aan een landelijke poging om voor de in de oorlog verloren gegane, collectie oude 
costuums een nieuwe verzameling in de plaats te stellen. Dit heeft geleid tot de oprichting van de Stichting Nederlandse Klederdrachten “Koningin Wilhelmina”, waaraan zij steeds, verbonden gebleven is, laatstelijk als vice-voorzitster.

Na haar eerste kennismaking met het oude costuum ontwikkelde zij zich snel tot een ware deskundige op het gebied van de 
oude klederdrachtenen de bijbehorende sieraden. Natuurlijk werd zij lid van het Groninger Klederdrachtencomité. Waar in 
de provincie Groningen werd opgetreden in oude klederdracht was zij veelal de vraagbaak. De waardering die zij daarbij genoot spreekt o.a. uit haar beschermvrouwschap van de folkloristische dansgroep “De Grunneger Daansers” te Zandeweer. De kennis die zij in dezen verzameld had, heeft zij o.a. uitgedragen in voordrachten voor huisvrouwenverenigingen, nutsdepartementen e.d.

Toen het Ommelander Museum in 1957 zijn eerste grote tentoonstelling wilde houden, is mevrouw Clevering aangezocht en kreeg zij de leiding van wat de zeer geslaagde expositie “Verhildersum herleeft” is geworden. Na het eens zonder haar te hebben gedaan, werd zij in 1961 de leidster van de succesvolle tentoonstelling “Van Vlas tot Linnen“.
Sindsdien had zij zitting in het bestuur van het museum, eerst als adviseuse, later als secretaresse en vervolgens als secretaresse-penningmeesteresse.

Toen de borg Verhildersum na een uitgebreide onderhoudsbeurt in 1966 geheel voor tentoonstellingen beschikbaar werd gesteld, was voor haar een grote taak weggelegd. Zij werd de conservatrice en had de 
hand in alle exposities die er sindsdien gehouden zijn, de blijvende boven op de zolder en de 
tijdelijke die beneden werden gehouden. Zonder aan haar medewerkers te kort te doen, kan worden gezegd dat zij van die tijdelijke exposities, vier per seizoen, de sfeer bepaalde, die door velen als charmant en liefdevol werd gekenmerkt. Talloos velen heeft zij rondgeleid en duidelijke uitleg gegeven.

Voor het Ommelander Museum kreeg zij zitting in de Stichting Verhildersum, die voor de gemeente Leens het landgoed beheert. Ook hier werd zij, de drijvende kracht. Het is aan haar volharding te danken dat het schathoes naast de borg in zijn huidige vorm tot stand gekomen is. Zij heeft er een intense strijd voor gevoerd en geen tijd, moeite en geld gespaard om tenslotte het doel te bereiken.

Verder heeft zij zich als lid van deze stichting geworpen op de tuin, waarbij zij haar oude liefde voor bloem en plant kon uitleven. Waar zij het nodig achtte was zij ‘s morgens vroeg of ‘s avonds laat in de weer om zelf planten te verzorgen. Zo 
wist zij deze tuin, zij het met hulp van anderen, tot iets heel moois te maken. Bovendien was zij soms nog laat in de weer in het Schathuis in de jaren toen het museum zelf daarvan nog de exploitatie verzorgde.

Omstreeks deze tijd hield zij zich ook bezig met het herstel van het tuinhuisje in de pastorietuin, ,,Domies toenhoes“, in Pieterburen en met een groep vrijwilligers toverde zij de zeer verwaarloosde tuin zelf om in een planten-eldorado.

Haar ervaring met Verhildersum kwam haar te pas toen zij geroepen werd om mee te werken aan herstel, inrichting en beheer van de Fraeylemaborg te Slochteren.
Haar bemoeiingen met beide borgen brachten mee, dat zij aan de wieg heeft gestaan van de Borgen-stichting in de provincie, Groningen.

Verder was zij onder meer bestuurslid van het Anjerfonds, de Culturele Raad in de provincie Groningen, de volkshogeschool 
Allardsoog, het Groninger Museum, de Gerrit Van Houtenstichting en de Cornelis Jetzesstichting en ook in al deze besturen droeg zij haar steentje bij.

Zij kon het allemaal door haar werkzame aard, haar doorzetten, ook daar waar anderen het opgaven, door haar inzicht in de zaken, het zien van lijnen in de massa van feiten waar anderen zich er vaak nog in verwarden, maar voor alles door haar enthousiasme.

Burgemeester Ausma van Leens, heeft dat tijdens de opening van een tentoonstelling op Verhildersum eens goed samengevat.
Hij vergeleek haar met een kloek die op teveel eieren zit en daarom gedurig moest verschikken van het ene ei op andere. “Maar het wonderlijke bij u is,” zo zei hij, “dat ze ook nog allemaal uitkomen.”

Zij ontving als blijken van waardering onder meer in 1970 de culturele prijs van de provincie Groningen, in 1975 de Zilveren Anjer en in 1978 de Kastelenprijs.
Zeer velen zullen deze bijzondere vrouw met gevoelens van dankbare waardering blijven gedenken.
L.H.B.[

(L.H.B. = Luke Bruins, huisarts te Leens]

___________________________________________________________

Naar Groninger Dracht | Artikelen