10-03-1990:  Pas toen hun eigen „Bende van Vijf” meldde dat het goed was, konden ze leven met een aftocht

___________________________________________________________

10-03-1990 De Volkskrant
Door Theo Klein
De kater in Wezep, het laatste bastion

Met „mannen, we rijden terug” kwam in of meer als een verademing, Niemand van de akkerbouwers kon nog de moed opbrengen met de actie door te gaan. Het laatste bastion viel. Maar: applaus vooronze onderhandelaars“. Dat wil zeggen: de vijf boeren die speciaal naar Den Haag waren afgevaardigd. Dus niet de voorzitters van de standsorganisaties, want die deugen niet.  De sfeer in Wezep: negenhonderd boeren in een aardappelschuur. 

Niemand durfde er openlijk voor uit te komen, maar eigenlijk vonden ze het wel goed zo. De warme kachel lokte. Verkleumd, ongeschoren en nog slordiger dan ze normaal al tonen, hoorden de negenhonderd akkerbouwers uit het Noorden vrijdagmorgen het laatste oordeel van actieleider Willem Schaap aan. 

Zijn „mannen, we rijden terug” werd met voorzichtig gemompel ontvangen. Even werd het muisstil in het immense aardappelpakhuis van Agrico in Wezep. Het leek alsof de verschillende groepen elkaar wilden testen. Of die lui uit Wijster wilden doorbijten, of de Groningers misschien verder zouden gaan. Het duurde maar kort; het was duidelijk dat niemand de moed meer kon opbrengen. De beslissing van de actieleiding werd zonder slag stoot geaccepteerd. 

Daarop was al gerekend; de afspraken met de politie lagen al klaar. De ploeg van Leen Barendrecht moest voorop, direct achter de rijkspolitie schalde het knalhard uit de luidsprekers. Op de honderden verweerde koppen stond het huilen nader dan het lachen. 

Dezelfde weg terug naar het Noorden, over de A28. Maar nu keurig achter elkaar, zonder het  verkeer op te houden. Willem Schaap deed nog een vergeefse poging tot bemoediging. Hij had het volste vertrouwen dat de onderhandelaars in Den Haag de juiste beslissing hadden genomen. Slechts een enkeling klapte. Schaap: „Kom op, die jongens hebben meer verdiend”. 

Als de akkerbouwers spreken over hun onderhandelaars, dan bedoelen ze de vijf mannen die ze uit hun midden hebben afgevaardigd: Jan Geluk voor zuidwest Nederland, Klaas Dijkstra voor de polders, en De Waard, Hamstra en Jansema voor de veenkoloniën en Groningen. 

Dus niet de voorzitters van de drie nationale landbouworganisaties (CLO’s), die formeel de boeren vertegenwoordigen. Zij kunnen geen goed meer doen. In de eindeloze discussies die de akkerbouwers voeren om in Wezep de lege uren door te komen, gaan de CLO’s voortdurend over de tong. „Daar moeten koppen rollen“, zegt een jonge boer. Niemand spreekt hem tegen.
De houding van de landbouworganisaties heeft diepe wonden geslagen. Dat zij zich niet onmiddellijk achter de protesterende boeren hebben geschaard, zullen de akkerbouwers niet licht vergeten. Een oudere boer: „Twee jaar geleden hadden de CLO’s al hun veto moeten uitspreken over het beleid van Braks. De heren bleven maar doorvergaderen.”
De standsorganisaties hebben volgens de boze akkerbouwers het contact met de achterban volledig verloren. Zij tonen slechts begrip voor de problemen van de minister in het EG-verband. De gevolgen voor de Nederlandse akkerbouw en de stemming onder de boeren worden stelselmatig onderschat, vinden de actievoerders. Daarom hebben ze geen enkel vertrouwen meer in de bestuurders van hun officiële organisaties.

Dat zij in Den Haag overeenstemming hadden bereikt over over een bemiddelingspoging door de commissarissen van de koningin Wiegel en Meijer, en oud-minister De Koning, deed hun gisteren niets. Pas toen hun eigen „Bende van Vijf” meldde dat het goed was, konden ze leven met een aftocht. Maar niet dan nadat de afspraken op papier waren gezet.
Voor zessen waren de boeren al opgestaan van hun harde slaapplaatsen op de betonnen vloer van de schuur. Vier uur later stond het akkoord op schrift. Die wachttijd hadden ze er graag voor over. Na drie weken actievoeren wordt geen Haagse toezegging meer vertrouwd. Een actievoerder: „CLO-voorzitters zijn nette heren die tegen een dik salaris onderhandelen. Onze vijf afgevaardigden zijn zelf boeren. Het zijn onze eigen mensen; ze weten wat er leeft.” 

De standsorganisaties zijn nog niet van de akkerbouwers af, zo wordt links en rechts verzekerd. De besturen zullen op de eerstvolgende afdelingsvergaderingen ter verantwoording worden geroepen. De verbittering is groot in de aardappelschuur van Agrico. Veel van de negenhonderd boeren hebben er al drie weken actie op zitten. Het werk thuis heeft zich opgestapeld. „Zelfs de pannen die vorige maand van mijn dak waaiden, zijn nog niet teruggelegd”, meldt een deelnemer. 

Ze voelen zich een speelbal van de politiek. Donderdag was de stemming nog opperbest. Ze hadden zich beresterk gevoeld, toen ze met 1.500 trekkers op de A28 tuften. Natuurlijk, er waren afvalligen geweest; er zijn heftige discussies gevoerd met militante groepen, die niet langer als een mak schaap de politie wilden blijven volgen.
Maar de hoofdmacht was bijeen gebleven. „En het publiek heeft veel minder last van ons gehad dan je uit de media zou opmaken”, melden veel boeren trots.
Maar donderdagnacht, in de muffe aardappelschuur, slaat de eerste twijfel toe. 

In Veendam staan de collega-boeren oog in oog met de ME. Voor het eerst dreigen ze slaags te raken. De opluchting bij de Wezepse colonne is groot als een confrontatie achterwege blijft. „Dat dacht ik wel. Onze verstandhouding met de politie is goed. Wij zijn niet uit op vechtpartijen. Ik heb onderweg mijn trekker zelfs gewisseld voor een Porsche van de politie. Waar vind je dat?” 

Maar dit soort sterke verhalen komt steeds meer in de lucht te hangen. De geruchten dat de ME ook in Wezep op sterkte is gebracht, houden aan. In de omgeving van Agrico is slechts één politiewagen aanwezig. De politietop heeft het actiecomité intussen laten weten dat blokkades niet langer worden geduld.
Het wordt iedereen in de hal duidelijk dat ze zich alleen nog een weg naar de A28 kunnen vechten. Slechts weinigen zijn daarvoor te porren. Een jeugdig heethoofd in Wezep: „Ik ben drie weken bezig. Ik ben tot veel bereid. Maar als ik word tegengehouden door de politie, dan stop ik. Dan keer ik met opgeheven hoofd om. Dan heb ik dapper gestreden.” 

Terwijl vermoeide vijftigers en zestigers de slaap proberen te vatten op hun kartonnetjes, druppelen meer ontmoedigende berichten binnen. De ME zou klaar staan bij Schiphol. De boeren in Brabant en Zeeland en de ploeg in de kop van Noord-Holland hebben het bijltje er voorlopig bij neergegooid. Alleen de honderd akkerbouwers in Den Haag houden stand.
De hoofdmacht in Wezep begint te beseffen dat zij het laatste bastion vormt. Tegen de tijd dat vrijdagmorgen de gesprekken in Den Haag worden hervat en de akkerbouwers in de schuur bij Agrico liters koffie wegwerken, overheerst het gevoel dat het allemaal voorbij is.
Even wordt nog rekening gehouden met een tussenoplossing: de tractoren laten staan op het parkeerterrein van Agrico en zelf voor het weekend met de bus naar huis gaan. „Met onze trekkers in Wezep houden we de dreiging in stand. Je telt pas mee als je onder Zwolle blijft. Dan kom je ook eerder op het Journaal”, roept een jonge boer vol vuur. 

Maar het loopt anders. Als Willem Schaap tegen tienen de geluidswagen beklimt, weten ze allemaal wat hij gaat zeggen. De bemiddelingspoging wordt dankbaar geaccepteerd als smoes om de aftocht te dekken. Niemand gelooft dat de bemiddeling tot iets zal leiden. Je ziet de kater groeien. 

„Als er niets uitkomt, beginnen we weer met onze acties”, meldt een akkerbouwer heldhaftig terwijl hij naar zijn tractor snelt. Wanneer? „Dat wordt op z’n vroegst volgend jaar. Nu is het te laat. De aardappelen moeten snel de grond in.”
Nadat de aardappelschuur keurig op orde is gebracht, zet de kilometers lange colonne zich in de loop van de ochtend in beweging, richting Groningen. Daar worden op de Grote Markt de honderd noordelijke helden uit Den Haag opgewacht. Een enkele tractor voert nog de dreigende zwarte actievlag van de heenweg. Het heeft nu veel weg van een begrafenis.

Kleumende boeren
Comfortabel was het onderkomen van de boze boeren in Wezep niet, wel goedkoop. Landbouwcoöperatie Agrico bood de 900 akkerbouwers donderdag met plezier gratis een lege schuur voor de onverwachte overnachting. Ook de koffie en broodjes werden voor niets geleverd. De actievoerders hadden de afgelopen drie weken niet te klagen over financiële hulp van bevriende ondernemers. Als de brandstof voor de duizenden tractoren niet gratis door Shell werd geleverd, dan stonden de coöperaties Cebeco of CHV klaar om de rekening te betalen. 

Een Gronings bedrijf liet donderdag honderden slaapzakken aanrukken voor de kleumende actievoerders. Kleine uitgaven voor stickers en briefpapier werden bekostigd uit geringe bedragen die onder meer door enkele Rabo-banken aan het comité werden overgemaakt.
Maandag stootten de boeren op het hoofdkantoor van de Rabobank hun neus met een verzoek om steun. De actievoerders zijn een goede klant van de Rabo. De bank heeft een miljard gulden in deze sector uitstaan. Negen op de tien akkerbouwers kloppen bij die bank aan om geld, maar dat was voor hoofddirecteur dr H. Wijffels geen reden over de brug te komen.
De Rabo-topman (prominent lid van het CDA) wil zijn bedrijf zorgvuldig buiten dit politiek gevoelige conflict houden.
Dat autonome lokale Rabo-banken wel hulp verlenen, laat het hoofdkantoor koud. „Maar Wijffels kan zich wel voorstellen dat banken in akkerbouwgebieden tot een andere afweging komen“, aldus zijn woordvoerder.

___________________________________________________________

Naar Boerenprotesten 1990