___________________________________________________________ |
08-05-1911 De Nieuwe Courant, maandag
De huize Nienoort te Leek.
„Reeds in zeer oude tijden woonde het machtige geslacht Ewsum op „den Oert”, een trotschen burcht ten noord-oosten van het dorp Middelstum in de provincie Groningen gelegen. Toen omstreeks het midden van de 13e eeuw hun stamslot door de Groningers verwoest werd, bouwden ze een nieuw kasteel „Ewsum” geheeten, waarnaar het geslacht later genoemd werd. Een dezer machtige heeren van Ewsum, jonker Wigbold, trachtte zijn, groot grondbezit, dat hij reeds had in de vruchtbare landouwen van Huizinga en Twillingoo, steeds uit te breiden.
Zoo kocht hij in de jaren na 1517 onderscheidene landerijen in het minder vruchtbare Vredewold gelegen. Misschien, dat deze streek hem door haar rijkdom aan bosch en water, waardoor ze een dorado voor de jacht mocht heeten, aantrok, misschien ook was de woonplaats van zijn broeder in de onmiddellijke nabijheid (te Roden) oorzaak, dat hij niet ver van het Sultemeer een burcht stichtte, dien hij, als een herinnering aan het voorvaderlijk slot, „den Nieuwen Oert” noemde. Deze naam, in het Groningsch dialect „Nijenoort”, is later tot „Nienoort” verbasterd.
Jonker Wigbold, bekend als ijverig partijgenoot van hertog George van Saksen, met wien hij in 1514 Appingedam veroverde, was in 1502 gehuwd met zijn nicht Beetke van Rasquert. Hij had daartoe dispensatie van den bisschop van Munster, daartoe gemachtigd door den kardinaal Raimundus. Wigbold behield zijn hoofdverblijf op het kasteel Ewsum.
Misschien dat hij pas in zijn laatste levensjaren met den bouw van den „Nienoort” liet beginnen en dat het voltooid werd door zijn weduwe Beetke. In elk geval was de burcht in 1531 — een jaar na den dood van jonker Wigbold — een gebouw van beteekenis. Toen reeds bestond er, volgens een gezegelde verklaring van Johan Hopper, pastoor te Tolbert, een „Jacob, capellaen op de Nijenoort”. Hoe het kasteel er in de dagen van „juffer Beetke”, die tot 1535 slotvrouw was, uitzag, kan ons een schilderij leeren, in 1887 door den heer A. Meijer van Midwolde in een boerderij, behoorende hij de „Nienoort”, gevonden. Het was een uit twee planken bestaand paneel, breed 1 M., hoog ½ M.
In den linker bovenhoek vertoonde het het wapen van het Ommelander geslacht van Rasquert, een rooden arend en twee roode sterren op een gouden veld. De machtige burcht, gelegen aan den weg van Leek naar Midwolde, rees aan alle zijden uit het water op. Zijn stevige muren, met de vele kleine vensters en schietgaten, schenen wel berekend voor die rumoerige tijden: Een eenvoudig poorthuis met trapgevel, gebouwd over een waterboog, gaf toegang.”
Voor de verdere lotgevallen raadplege men het weekblad Buiten, waaraan we het bovenstaande ontleenen.
Het goed is later aan de familie Van Panhuys gekomen en wordt thans bewoond door den heer Dijkhuis, burgemeester van Leek.
___________________________________________________________ |
06-05-1911 Buiten, geïllustreerd weekblad
HUIZE NIENOORT (Gr.) []
Toen de laatste baron uit het doorluchtige geslacht van Inn- und Kniphausen bezitter was van Nienoort, brak er een hevige brand uit (1846). Mr. Ferdinand Folef liet daarna de boven verdieping afbreken en vestigde zich metterwoon te Groningen. Na zijn. kinderloos overlijden vererfde het goed aan de familie van Panhuis. De bekende Jhr. Mr. Johan Aemelius Abraham van Panhuis, oud-Vice-Presiden van den Raad van State, Minister van Staat, vestigde zich in 1896 op het voorvaderlijk goed.
Door zijn toedoen werd het huis veel verfraaid en in de toestand gebracht waarin we het nu kennen:
een grootendeels vernieuwd buitenverblijf, opgericht op de fundamenten van het oude slot.
Het droevig ongeluk Jhr. van Panhuys en zijn familie overkomen ligt nog versch in het geheugen.
Het kasteel behoort nog altijd aan de erven van dien bekenden staatsman, maar wordt tegenwoordig bewoond door den burgemeester van Leek, den heer Dijkhuis.
B.H. Herwig.
___________________________________________________________ |
Naar Burgemeester Renne Lammert Dijkhuis