08-04-1931: Burgemeester Dijkhuis en Wethouder Bakker weerleggen de opmerkingen van den Rijksinspecteur

___________________________________________________________

08-04-1931 Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 

De ontslagaanvrage van den Burgemeester van Leek.
Burgemeester Dijkhuis en Wethouder Bakker weerleggen de opmerkingen van den Rijksinspecteur.

In de nummers van 31 Maart en 1 April j.l. heeft men nadere uiteenzettingen kunnen lezen aangaande de ontslagaanvrage van den heer R. L. Dijkhuis als Burgemeester der gemeente Leek. Respectievelijk hebben toen de heeren Dijkhuis en Rijksinspecteur Buiskool hun meening over het indertijd gerezen conflict tusschen Leek en de N.V. Ontginningsmaatschappij „De Vereenigde Groninger Gemeenten” in een interview meegedeeld.

Naar aanleiding van het interview met den heer Buiskool hebben wij vandaag een bespreking gehad met de heeren Dijkhuis en Bakker, die er prijs op stelden verschillende opmerkingen uit dat interview te weerleggen.

BURGEMEESTER DIJKHUIS AAN HET WOORD.

De heer DIJKHUIS legde er in de eerste plaats den nadruk op, dat de heer Buiskool uitdrukkelijk heeft toegegeven, dat de N.V. de gemeenten niet kan verplichten. 

— Hoe is hiermee te rijmen, zei hij in dit verband, dat, wanneer een gemeentebestuur een verzoek weigert, de NV. geen arbeiders van die gemeente op haar werkobjecten toelaat totdat het verzoek is ingewilligd? 

— De heer Buiskool zegt, dat de zaak te Leek reeds was behandeld voordat de algemeene vergadering zich voor het bestuursvoorstel had uitgesproken. Waarheid is, dat de agenda voor de algemeene vergadering, waarop het bekende bestuursvoorstel voorkwam, in de vergadering van B. en W. is behandeld om de houding van onzen afgevaardigde in de algemeene vergadering te bepalen. Zoo is toch zeker gehandeld door alle gemeentebesturen? 

— Buiskool kent bijzonder veel waarde toe aan het oordeel van den heer Bolt, wethouder der gemeente Leek, tevens Commissaris der N.V. 

Laat ik hier tegenover stellen, dat de twaalf andere raadsleden van Leek, waaronder de tweede wethouder, in dezen vierkant tegenover den heer Bolt stonden.

_ — Wat het besluit van den Gemeenteraad betreft om het aandeelenkapitaal wel te verhoogen tot f 12.000 en de garantie niet, zou ik de dwaasheid daarvan niet kunnen inzien. Ik heb ook hiertegen geadviseerd; de Gemeenteraad argumenteerde, dat men hiermede aan de N.V. wilde toonen van goeden wille te zijn. Lichtelijk naief moge dit zijn, van dwaasheid is hier geen sprake. 

— De Rijksinspecteur heeft verder gezegd: garantie is een kwestie van vertrouwen; in zooverre is dit juist, dat het is een vertrouwen ten eerste in eigen financieele kracht om eventueel de garantie te kunnen betalen en ten tweede ln de financieele kracht van diegene, waarvoor men garantie stelt. Wat het eerste betreft, de financiën der gemeente Leek staan er zeer slecht voor, en ten tweede is de financieele kracht der N.V. in de tegenwoordige tijdsomstandigheden niet boven twijfel verheven; ik acht het volstrekt niet uitgesloten dat de N.V. eventueel haar rente niet zal kunnen betalen en misschien later het geleende bedrag niet. Het ontvangen van dividend op ons aandeelenkapitaal van f 12000 zal voorloopig wel niet komen, hoewel in de meer aangehaalde circulaire vrijblijvend de meening werd geuit, dat wel ieder jaar op een dividend van 5 pct. te rekenen zal zijn. Wel moet de gemeente Leek zelf rente voor die f 12000 die geleend zijn, betalen. 

— Vervolgens zou ik mij boven hoogere autoriteiten, in casu de Gedeputeerde Staten hebben gesteld. Artikel 70 der Gemeentewet schrijft uitdrukkelijk voor, dat de Burgemeester de raadsbesluiten die hij in strijd acht met wet of algemeen belang en z.i. uit dien hoofde door de Kroon kunnen worden geschorst of vernietigd, niet ten uitvoer brengt. Van passeeren van hoogere autoriteiten is dus geen sprake. 

— De heer Buiskool vermeldt zelf de belofte om op elke f 100 aandeelenkapitaal één arbeider te werk te mogen stellen. Dit was wel degelijk een belofte zonder meer. Laat de heer Buiskool in de circulaire de woorden aanwijzen, waaruit zou blijken, dat de belofte niet zonder meer zou zijn gedaan. 

— Verder zou de N.V. niets te maken hebben met den financieelen toestand van de gemeente. Laten de Gemeentebesturen hier goede nota van nemen, vooral de besturen van arme gemeenten, die nog niet tot de N.V. zijn toegelaten. 

— Het is verder, niet juist dat de Minister geantwoord heeft dat voor de geuite bezwaren door ‘t gemeentebestuur van Leek geen gegronde redenen aanwezig waren. 

— De Minister heeft alleen getracht de handelwijze van het bestuur van de N.V. goed te praten; van de bezwaren van-Leek werd niet gerept. 

— Ten slotte zegt de heer Buiskool, dat het bestuur van de N.V., gebelgd was over de houding van Leek. De gemeentebesturen, aandeelhoudsters in de N.V. weten het dus nu. Wanneer ze besluiten nemen waardoor het bestuur voornoemd gebelgd wordt of onaangenaam getroffen, stellen ze zich bloot aan repressaillemaatregelen en dat wel van een college dat door hen wordt benoemd. 

Hierna kwam de heer Dijkhuis nog even terug op de kwestie van de beteekenis der ontginning van de Tolberter Petten voor de gemeente Leek, speciaal wat de financieele zijde van de zaak betreft. 

— De Gemeente Leek, merkte hij op, die ruim 6600 H.A. groot is, wordt niet geholpen door het in cultuur brengen van de Tolberter Petten, die plm. 325 H.A. groot zijn. Op den duur komt de ontginning van woeste gronden de gemeente wel ten goede, maar de gemeentekas zal er den eersten tijd niet van profiteeren. Op die ontgonnen gronden zullen zich nijvere menschen vestigen, die echter geen of zeer weinig belasting kunnen betalen, maar wel offers vragen van de gemeentekas voor scholen wegen, politie enz. 

— Vrij wat beter zal de gemeente Leek op de been geholpen worden door verharding van de vele zandwegen, die ten goede zal komen aan reeds in cultuur gebrachte gronden.

WETHOUDER BAKKER’s UITEENZETTING.

Wethouder M. A. D. BAKKER heeft hierna verschillende beweringen van den Burgemeester nog toegelicht en aangevuld.

— Het is mijn meening, zoo leidde hij zijn uiteenzetting in, dat de heer Buiskool door het bijhalen van bijkomstigheden den kern der zaak verdoezelt. Die kern is, dat de Burgemeester bedankt heeft omdat Commissarissen der N.V. de gemeente verplicht hebben meer aandeelen te nemen en de garantie te verdubbelen. 

— In 1927/’28 heeft de Rijksinspecteur zijn mooiste deuntje gefloten om de gemeenten te animeeren lid van de N.V. te worden. Hij heeft ook te Leek gesproken en wij achtten met hem de concentratie der werkloosheidsbestrijding van groot belang. Een tweede aanlokkelijkheid was de inpoldering van de Tolberter Petten, waar toen reeds over gesproken werd en wat zou beteekenen, dat bij de uitbreiding der N.V. onze arbeiders bij huis werk konden krijgen. Ook heeft de Rijksinspecteur toen gezegd, dat bij toetreding der gemeente tot de N.V. het tewerkstellen van arbeiders bij verbetering en aanleg van wegen en kanalen niet zou vervallen. Dit was voor Leek, dat toen nog pl.m. 30 Km. zandwegen had, van heel groot belang. Immers wij konden die wegen niet verbeteren zonder de 75 pct. werkloosheidssubsidie; dat lieten de financiën niet toe. 

— Bij ons had dus de meening post gevat, dat in de eerste plaats de werken in eigen gemeente voltooid zouden worden en de arbeiders dan naar de Tolberter Petten zouden gaan. Waar onze arbeiders bijna allen een eigen bedrijfje hebben en heel moeilijk weg kunnen, was dit van enorme beteekenis. Zoo besloot de Raad met algemeene stemmen tot het nemen van 10 aandeelen en het stellen der gevraagde garantie. 

— In het bekende rondschrijven is uitdrukkelijk gesproken van het tewerkstellen van minsten 1 werklooze voor iedere f 100. Die bepaling staat niet in de statuten, maar de belofte in de circulaire en de verschillende andere daarin vastgelegde bepalingen hebben voor de aangesloten gemeenten een recht in het leven geroepen. 

— In 1928 ging alles goed. In 1929/’30 kwam de bepaling, dat de arbeiders eerst drie weken naar Jipsinghuizen moesten, vóór ze in de gemeente tewerkgesteld konden worden. Ik ben het met dezen maatregel niet eens, maar ze was een algemeene. Dat is ze nu niet meer, nu de Tolberter Petten zijn aangepakt. Waarom worden nu de arbeiders uit Westerwolde niet eerst daar te werk gesteld en dan pas te Jipsinghuizen? Dit zou gelijk staan met het zenden van de arbeiders van hier naar daar en waar het om de testing van de noodzakelijkheid van tewerkstelling gaat is deze te Westerwolde toch zeker evenzeer noodig. 

— Tot ongeveer Maart 1930 ging het zoo door, maar toen kwam de bepaling, dat er geen subsidie meer zou worden gegeven voor het aanpakken van nieuwe werken in de gemeente. De arbeiders moesten toen in massa naar Jipsinghuizen. Daarvan was het gevolg, dat het overgroote deel der arbeiders, die werkten aan den vooruitgang der gemeente, nu gingen trekken. Dezen winter waren er 40 tewerkgestelde» en 100 trekkende arbeiders. Toen we in eigen gemeente werk hadden waren er wel eens 110 tewerkgestelden. De aansluiting bij de werkloozenkassen is zeer toegenomen en ik blijf het betreuren, dat er getrokken wordt als er gewerkt kan worden. Indertijd heeft het Departement van Arbeid ons weliswaar bericht, dat den arbeiders, die wilden trekken, werk moest worden aangeboden in de Centrale Werkverschaffing en dat zij dan niet zouden trekken. Wij waren het daarmee eens, maar toen bleek ons, dat dit in andere gemeenten niet geschiedde en onze arbeiders dus zouden betalen zonder er als anderen van te genieten. Het Departement is toen ook op zijn besluit teruggekomen. 

— Ik kom nu op het verzoek van Commissarissen, dat ons eind van het vorige jaar bereikte. De Rijksinspecteur heeft in de vergadering op een opmerking van Burgemeester Klaucke van Appingedam, dat het wel niet de bedoeling zou zijn de gemeenten door de in deze vergadering te nemen besluiten te binden, ontkennend geantwoord en gezegd, dat bij goedkeuring van het concept door de vergadering, een adres aan de gemeentebesturen zou worden gericht met het verzoek de noodige Raadsbesluiten te willen doen nemen. 

— Mij maakte de heer Buiskool een verwijt, dat deze zaak reeds door het Gemeentebestuur vóór de  algemeene vergadering was behandeld. Als hij gemeend heeft, dat hiermee de Raad bedoeld was inplaats van B. en W., dan heerscht er een misverstand. Maar zelfs al was het in den Raad behandeld, dan was er nog geen aanleiding tot critiek, omdat het hier om een publieke zaak gaat. Zoo heeft de Burgemeester van Noorddijk de kwestie van verkoop van het Weenderveld in openbare Raadsvergadering gebracht en later tegen gestemd. Daartegen heeft de heer Buiskool niet geprotesteerd. 

— Ik heb in de bedoelde vergadering verder gezegd, dat de zaak zou veranderen, als wij de toezegging kregen, dat de arbeiders uit Leek in de Tolberter Petten, dus bij huis, tewerkgesteld zouden kunnen worden. Ik zei, dat, omdat ik voorzag, dat wij dan zeker wel voor een 120 arbeiders plaatsing zouden kunnen vragen, wat dus overeenkwam met een aandeelenkapitaal van f 12.000. Later besloot de Raad aan het verzoek niet te voldoen voor zoover dit de garantie betrof. Nu zegt de heer Buiskool wel, dat dit een kwestie van vertrouwen is, maar de heele Raad (alleen wethouder Bolt stemde tegen) voelde als naakte werkelijkheid, dat als de N.V. niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen, de gemeente aangesproken zou worden wat haar financiëele toestand niet toelaat. En is dit gevaar nu zoo denkbeeldig? Mijns inziens niet. De N.V. heeft van den beginne af tot nu toe zoowat f 1.500.000 uitgegeven, inclusief loonen. Rekenen wij de waarde der bezitting naar een doorsnee prijs van de laatste 10 jaren (momenteele waarde is heel moeilijk te schatten, een deskundige als Burgemeester Roelofs van Finsterwolde sprak zelfs van een minus-waarde) dan komen we op ‘n prijs van f 500.000. Er is dus in wezen momenteel f 1.000.000 verloren, ongeveer het bedrag der subsidies van Rijk en Gemeenten voor 100 pct. loonen. 

Wanneer de N.V. dus verleden jaar geliquideerd zou zijn, dan was er precies het aandeelenkapitaal uitgekomen. Een reserve zit er in de waarde der bezittingen niet en verleden jaar was het verlies ruim f 13.000. De toestand is wankel doordat men een eenzijdig bouwbedrijf heeft en dus meer lijdt onder de crisis dan b.v. in Friesland, waar het gemengde kleinbedrijf als systeem wordt toegepast.

— Het gaat hier dus niet om een kwestie van vertrouwen, maar om de naakte werkelijkheid, dat als de crisis nog een paar jaar aanhoudt, de garantie gedeeltelijk opgevraagd kan worden voor de rente van leeningen.  

— Op grond daarvan heeft de meerderheid van B. en W. afwijzend op het verzoek geadviseerd en daarop volgde het bekende Raadsbesluit en toen de uitsluiting, die niet anders gekwalificeerd kan worden als een verkrachting van het verkregen recht om arbeiders te plaatsen. 

— U kent het verdere verloop der geschiedenis. Bij de bespreking met de Rijksinspecteurs, op verzoek van den minister, heeft de Raad zijn standpunt nog eens duidelijk uiteengezet. Van een compromis was echter geen sprake. Het was: ja of nee. En het stuitenste van de geheele kwestie is wel geweest, dat men bij weigering den arbeiders de werkgelegenheid ontnam, dat men dus de arbeiders wilde treffen om de gemeente te straffen. Dat wilde de Raad van Leek niet doen, vandaar dat hij ten lange leste heeft toegegeven, al was hij het ook in wezen eens met den Burgemeester, dat hier een dwang werd uitgeoefend, die geen enkel Gemeentebestuur kan tolereeren.

De heer Bakker heeft nog verschillende andere kwesties aangeroerd. Zoo vertelde hij, dat hij op de algemeene vergadering indertijd blanco heeft gestemd, omdat hij Commissarissen de gelegenheid niet wilde ontnemen meer aandeelen en garantie bij andere gemeenten te krijgen, daar hij deze zaak als een zuivere overeenkomst tusschen iedere gemeente en de N.V. beschouwd. Ook stond hij nog stil bij de uitdrukking van den heer Buiskool, dat men in de N.V. baas in eigen huis wilde blijven. Hij wees erop, dat in Friesland en Drenthe de gemeenten geen garanties behoeven te stellen en voegde er aan toe, dat hij geen bezwaar had tegen het standpunt van den heer Buiskool mits die het op eigen kosten en niet op die der gemeente Leek uitvoerde.

___________________________________________________________

Ds Buiskool werd om zijn harde aanpak ook wel eens genoemd: De Groningse Mussolini 

___________________________________________________________

Naar Burgemeester Renne Lammert Dijkhuis