05-10-1938 Het nieuwe Gemeentehuis van Leek Ingewijd door den Commissaris der Koningin

___________________________________________________________

05-10-1938 Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 

Het nieuwe Gemeentehuis van Leek
Ingewijd door den Commissaris der Koningin

Het nieuwe gemeentehuis te Leek is gistermiddag officieel ingewijd. Ten dien einde was een buitengewone vergadering van den Raad belegd, waarbij de Commissaris der Koningin, de Griffier der Staten en vele genoodigden mede aanwezig waren. 

De burgemeester, de heer G. v. BARNEVELD, begroette in het bijzonder mr. J. Linthorst Homan en den Griffier, mr. M. W. Scheltema, de raadsleden met hun dames, zoomede de burgemeesters, zoowel uit het Westerkwartier, Friesland en Drenthe, en alle ambtenaren met hun dames. 

Spr. gaf daarna een overzicht en een geschiedkundige uiteenzetting van de huisvesting van het bestuur der gemeente, van 1829 af, toen het gemeentehuis was gevestigd in een lokaal, destijds staande aan de overzijde van het kanaal te Leek, dat een afmeting had van 5 bij 6 meter, waarin raadsvergaderingen, vergaderingen van B. en W., trouwplechtigheden enz. werden gehouden. Bij herhaling is getracht verbeteringen in dien toestand te krijgen, doch pogingen, in 1830, 1868 en 1890 aangewend, faalden. Wijlen burgemeester Jhr. H. van Panhuijs mocht het gelukken den Raad op 27 Jan. 1899 te doen besluiten om voor f 4500 een pand te koopen van wijlen mevr. P. Cleveringa geboren Waalkens. Het pand werd destijds bewoond door notaris Kingma. Het Gemeentehuis werd 23 Nov. 1899 ingewijd en in gebruik genomen en tot nu toe zijn wij sindsdien hierin gehuisvest geweest. De groote uitbreiding der werkzaamheden in de eerste dertiger jaren onzer eeuw, is oorzaak geworden, dat alle vertrekken en vertrekjes van het thans ontruimde raadhuis onmogelijk meer mede konden werken aan het goed functionneeren van alle onderdeelen der administratie. 

De voorzitter bracht in herinnering den somberen Novembermorgen van 1907, toen de plaats van jhr. Van Panhuijs, één der slachtoffers van het ontzettende ongeluk te Hoogkerk, waarbij de fam. Van Panhuijs, wonende te Leek, op „Nienoord”, verdronk, voor het eerst ledig bleef. 

Ook het afscheid als burgemeester van den te Leek zoozeer geëerden heer Dijkhuis is iets, waarbij de gedachte aan het oude gemeentehuis nog sterk even naar voren komt. Voor menigeen, uit onze gemeente afkomstig, blijven aan de oude gemeentehuizen de plekken, waar de band die twee menschenlevens tezamen bindt, en volgens de wet is gelegd, de beste herinnering verbonden. 

De voorzitter gaf daarna het woord aan den Commissaris der Koningin, die begon met te zeggen, dat geen betere dag voor de inwijding en het beproeven van de hechtheid van het oude en het nieuwe gebouw, dat thans tot gemeentehuis is ingericht, kon worden gekozen, dan deze stormachtige dag. 

Spr. bracht voorts warme hulde aan de oud-burgemeesters, jhr. Van Panhuijs en R. L. Dijkhuis. Hij herinnerde aan de moeilijke dagen, die zoo juist achter ons liggen en wees erop, hoe mooi het is, voor het gemeenebest te mogen werken, juist ook in moeilijke dagen. Voortdurend is het openbare leven in ontwikkeling, tezamen met zijn basis, het bedrijfsleven, en het volksleven. Die ontwikkeling doet zich overal zien, ook in de bemoeiingen van Rijk en Provincie, maar vooral in de gemeenten. 

Toen in 1810 de Groninger plattelandsgemeenten haar eerste begrooting maakten, met posten van f 60 tot f 100 voor kamerhuur, vuur en licht, met f 150 tractement voor den secretaris en f 50 voor schrijfbehoeften, was het eindcijfer ruim f 3000. Na de invoering der Gemeentewet van 1851 kwam deze gemeente met ruim f 8000. Bij het ingebruik nemen van het vorige gemeentehuis, in 1899, was de begrooting ruim f 37.000 en thans voor 1938 meer dan f 480.000. Het gemeentegezin kent echter meer dan het gemeentebudget. Een sterk en levend maatschappelijk verkeer behoort eraan ten grondslag te liggen. Het is een voorname taak der gemeentebestuurderen, vertegenwoordigers en ambtenaren, dit andere gemeentelijke leven volop te kennen en het in vereenigingsleven en anderszins tot zijn recht te doen komen. Dan kan en zal, ook in tijden van onmogelijkheid van budgetverruiming, zooals Leek voorloopig wel zal kennen, uit het Gemeentehuis veel goeds geboren worden. 

Het Huis der Gemeente zal dan steeds het ware middelpunt voor allen zijn. Na een betuiging van hulde aan den architect, den heer A. R. Wittop Koning, te Groningen, en aan alle uitvoerders en na een woord van gelukwensch aan den burgemeester en de gemeentenaren te hebben gesproken, verklaarde de Commissaris het nieuwe gemeentehuis voor geopend. 

De burgemeester dankte den Commissaris der Koningin uit naam van den ganschen Raad en de geheele bevolking, voor de wijding, die is gegeven door het nieuwe Gemeentehuis aldus te openen. Spr. bracht ook een woord van dank, namens den Raad, en uit naam van de burgerij, jegens onze Regeering en het College van Ged. Staten, voor de medewerking, verleend om het aan de op Rijkssteun aangewezen gemeente, mogelijk te maken, dit werk tot stand te brengen. 

Een woord van dank werd verder gebracht aan den heer J. W. Verdenius, tuinarchitect te Groningen, voor zijn belangelooze voorlichting voor het inrichten van den tuin en aan den heer B. Dijk te Midwolde, die in dagen, toen het aanging op aankoop van dit pand, steeds zoo bereidwillig was zijn bemiddeling te verleenen. Spr. sprak de hoop uit, dat de leden van den Raad, de Wethouders, de Gemeentesecretaris en de ambtenaren naar hun beste inzichten en met den vollen inzet van hun krachten zullen medewerken in net waarachtig belang van de gemeente. Spr. uitte zijn blijdschap erover, dat o.a. aanwezig was oud-collega Oosterhuis van Marum, die vele jaren ten Gemeentehuize als ambtenaar ter secretarie en later als gemeente-secretaris in deze gemeente werkzaam was. Voor hem zijn vele herinneringen aan deze gemeente, waar hij opgroeide en werkte, verbonden. 

Spreker richtte daarna een speciaal woord tot den Gemeente-secretaris, den heer J. Sijbolts, die in 1898 als ambtenaar in de gemeente Leek kwam wonen en het volgend jaar den dienst zal verlaten. Moge, zoo eindigde spr., onder den Hoogsten Zegen, dit nieuwe Gemeentehuis zijn en blijven een sieraad voor de gemeente, tot in lengte van dagen. 

De burgemeester deed nog mededeeling van ontvangen gelukwenschen van dr. J. P. Fockema Andreae, oud-Commissaris der Koningin, den heer J. W. Verdenius te Groningen, ds. A. Veldkamp te Tolbert en den burgemeester van Oldekerk. 

Wethouder G. STEENHUIS herinnerde er aan, dat het oude Gemeentehuis was versleten, maar ook het Oranjelint, waaraan de ambtspenning van den burgemeester vele jaren was gehecht. Spr. deelde mede, dat alle leden van den Raad en de gemeente-secretaris, zonder medeweten van den burgemeester, een zilveren ambtsketen hadden gekocht, welke hij den heer Van Barneveld vervolgens overhandigde. 

De burgemeester van Marum, de heer D. v. GEEL, sprak namens de burgemeesters uit het Westerkwartier. Spr. liet uitkomen, dat een goed ingericht Gemeentehuis een zegen is voor hen, die er in werken en voor hen, die het bezoeken. Hij sprak den wensch uit, dat het nieuwe Gemeentehuis een waardig gebouw zou blijken te zijn voor de mooie gemeente Leek. 

De heer G. OOSTERHUIS. oud-burgemeester van Marum en oud-secretaris van Leek, bracht oude herinneringen naar voren, van 1887, toen hij zijn eerste schreden richtte naar het toenmalige gemeentehuis, staande aan de overzijde van het kanaal. Spr. memoreerde hoe primitief alles daar was ingericht in één lokaal, waar het archief op onvoldoende wijze was ondergebracht. In dat ééne lokaal, deel uitmakende van een café, werden de vergaderingen van den Raad en B. en W. gehouden, en werden de huwelijken voltrokken. Destijds kon de burgemeester, tevens secretaris met één ambtenaar en drie volontairs, de werkzaamheden af.
Spreker hoopte, dat de arbeid, die in het nieuwe gemeentehuis zal worden verricht, vruchtbaar zal zijn en hij hoopte, dat de vele goede wenschen, die zijn uitgesproken, in vervulling zouden mogen gaan. Spr. bracht dank aan den heer Sijbolts, gemeente-secretaris, met wien hij het genoegen had vroeger vele jaren samen te werken.
In zijn slotwoord bracht de burgemeester dank aan de sprekers en aan allen, die bloemstukken hadden gezonden, waardoor het aanzien van de raadszaal zoozeer was verfraaid.

___________________________________________________________

Naar Burgemeester Renne Lammert Dijkhuis