05-07-1834 Akte van Huwelijksvoorwaarden Adriaan van der Hoop x Dieuwke Fontein

___________________________________________________________

Andries Stinstra, (keizerlijk) notaris, lid der Provinciale Staten en Burgemeester, † 21-10-1846 Franker, 63 jaar x Aaltje Lolcama

Ouders Pieter Stinstra x Aaltje Wiebenga

___________________________________________________________

05-07-1834 Nº 4231
Voor Andries Stinstra Openbaar Notaris, residerende te Franeker, Arrondissement Leeuwarden, Provincie Vriesland en nagenoemde Twee Getuigen, is gecompareerd
de WelEdelGeboren Heer Adriaan van der Hoop, Ridder van de Orde van den Nederlandsche Leeuw, Lid van de Staten van Holland, Raad der Stad Amsterdam en Koopman, wonende te Amsterdam, Weduwnaar van Vrouwe Antonia Immerentia Wetering, ter eene 
En
Vrouwe Dieuwke Fontein, zonder bedrijf, te Harlingen woonagtig, Weduwe van den WelEdelen Heer Jan Hofsede Junior, ter andere zijde;
En verklaarden de Comparanten voornemens te Zijn, om met elkanderen een wettig huwelijk aan te gaan, op de hier navolgende Vooreaarden en bepalingen, over welke zij Comparanten wederzijdsch overeengekomen zijn en overeenkomen bij deesen
Ten Eerste. Dat er tusschen hen Comparanten, als Egtelieden, gehele en algemene uitsluiting van Gemeenschap van Goederen, ook van die van Winst en Verlies, staande egte voorvallende, met Afscheiding tevens van Schulden, zal bestaan, zo dat de Goederen, Meubelen, Penningen en Effecten, weke een ieder hunner thans bezit, of in het vervolg, door Ervenis, Legaat, Gifte, of op eenige andere wijze, mag verkrijgen, met voor en nadelen, baten en schaden van dien, aan den Verkrijger alleen en afzonderlijk zullen toebehoren en ten laste komen, en dat ook de een, voor de Schulden, door den ander reeds gemaakt of nog te makken, niet Verbonden en niet aansprakelijk zal zijn. Verklarende de Vrouwe Bruid voor als nog geene andere Besitting te hebben, als haar aandeel van den Gemeenschappelijken Boedel van haar en wijlen haren eersten man den Heer Jan Hofstede Junior, welke Boedel door haar, voor Zig Zelve en als Moeder en wettig bevestigd Voogdesse over are en genoemden haren Mans minderjarige dogter, onverdeeld en zonder Inventaris wordt beseeten, doch waarvan Zij, voornamentlijk uit hoofde van de nog niet afgelopene rekenschap en verantwoording van het geldelijk beheer, door den Overledenen als Financieel en Comptabel Ambtenaar in der tijd gehouden den juisten Staat en het bedrag thans niet kan opgeven, Waarop de Heer Bruidegom Verklaarde, dien Boedelstaat, na latere vereffeningen te komen, te zullen houden, even als ware deselve als nu geleverd en aan dat Contract geannexeerd en zig verder te verbinden, om bij het aankomen van alle andere Goederen, Welke de Vrouwe Bruid, staande huwelijk, op eenige wijze en onder welken Titel ook zal verkrijgen, de Staat en waarde daarvan te doen blijken door Inventarissen, andere autentieke Acten, of voldoende Bewijzen, in behoorlijke form verleden, waaronder wel uitdrukkelijk wordt begrepen eene afzonderlijke kapitaal rekening in de boeken van hem Comparant, ten name van zijne aanstaande Egtgenote te houden; En zal, bij het ontbreken van de opgenoemde bewijsen en bescheiden, de Vrouwe Bruid of hare Regtverkrijgers, tot het bekomen van volkomene vergoeding dewege zig mogen bedienen van de middelen, welke de artikels Veertienhondervijftien en Vijftienhonderdvier van het tegenwoordig Burgerlijk Wetboek aan de hand geven en toelaten.
Ten Tweeden. Dat egter, sonder dat daarvan eenige Inventaris of Beschrijving zal gemaakt of vereischt worden, de Kleederen en Lijfstoebehoren aan de Comparante Bruid – Parelen, Juweelen, Kleinodien Gemaakt Goud en Zilverwerk en Sieraden mede daaronder begrepen – bij de ontbinding des huwelijks, tot de lijfdragt van haar Comparante Bruid als dan behorende of daartoe bestemd, zullen worden beschouwd en gehouden als haar privatief en bijsonder eigendom en gekomen te zijn in plaats van die, welke door haar Comparante Bruid, ten huwelijk aangebragt of staand hetselve verkregen zijn, en welke dan ook zullen verstrekken tot volkomene vergoeding van de door haar Bruid ten huwelijk aangebragte en later verkregene Kleederen, Lijfstoebehoren en Lijfssieraden.
Ten derden. Verklaart de Heer Comparant en aanstaande Egtgenoot, in geval hij vóór Zijne aanstaande Egtgenote, de Vrouwe Comparante, het Zij met, het Zij Zonder achterlating van afstammelingen, mogt komen te overlijden, in dat geval. aan de zelve Zijne aanstaande Egtgenote, de Vrouwe Comparante, welke verklaart zulks te accepteren, onherroepelijk te schenken en te donateren de Summa van Driemaal-Honderd-Duizend Nederlandsche Guldens, eens, Contanten Vrijgesteld, zo dat het regt van Successie of andere Belastingen, welke wegens deese donatie eventueel aan de Lande mogte verschuldigd zijn, door den Boedel en de Erfgenamen en van hem Comparant en Donateur, alléén en voor het geheel, zullen moeten gedragen en betaald worden.
Op welke Conditien en Voorwaarden de Comparanten Bruidegom en Bruid verklaarden, huyn voorgenomen huwelijk eerstdaags te zullen voltrekken, belovende en aannemende om elkanderen hetgeen voorschreven staat, gestand te doen, onder verband zo naar regten, met verkiezing van domicilien, ten huis van den Heer Bruidegom, op de Keizers Gragt, bij het Molenpad, te Amsterdam.
Waarvan Acte.
Gedaan en gepasseerd ten huize van den Heer Freerk Dirks Fontein, Vader van de Bruid, op Salverd onder Franeker, den Vijfden Julij agttienhonderd-Vier-en-dertig, in tegenwoordigheid van Klaas Wetterauw, kleermaker, en van Andries de Kok, kleermaker, beide wonende te Franeker, als Getuigen, welke, na voorlezing, deese Minute, met de Comparanten Bruidegoms Bruid en met mij Notaris hebben getekend.

___________________________________________________________

Testamenten en Huwelijksvoorwaarden Adriaan van der Hoop