___________________________________________________________ |
1e Halfjaar 2 Mei 1833
De Ommelander
Tijdschrift ter Bevordering van het Maatschappelijk Welzijn. No 3.
Prüfe, und behalte das gute.
___________________________________________________________
Vaarwel aan Nederland van eenige Veendammer Landverhuizers, bij hun vertrek naar Papenborg
— Vaarwel edel plekje gronds, voorheen ons zoo dierbaar en waard: door ‘t voorgeslacht ontwoekerd aan de baren, door ’t voorgeslacht gekoesterd, gekweekt. Met hartzeer en rouw verlaten wij u, geboortegrond, zoo rijk aan grootsche herinneringen, zoo vruchtbaar aan schitterende daden, en van [] roem, welke steeds de bewondering [] van Europa heeft weggesleept
— Vaarwel dan wieg en bakermat van [], van Evertsen en Trompen; vol weemoed blijven wij, naar ander oord verhuisd, op uwe heldengrootheid staren, en beweenen den ondergang van uw verblind en halstarrig nakroost.
— Vaarwel dan, eens zou bloeijende staat, eens de lust van Euroop en steeds de begeerlijke naijver daarvan gebleven, die door eenvoudigheid van zeden en door eene alom geachte goede trouw, tot eene bloeiende hoogte waart gestegen. Thans helaas! daar waar voorheen rijk geladene schepen uit Oost en West binnenvielen, uwe havens ziet verlaten, uwe schepen werkeloos, onttakeld, en de schamele menigte aan de diepste ellende ten prooi, eerlang luide om brood vragende.
— Vaarwel provisionele staat zonder grondwet of regel, waar de welgevoedde ambtenaar het zweet van het schamel gezin zwelgt, en zich vergast op ongehoorde ontberingen.
— Vaarwel eens zoo gelukkig en bloeijend land, met uwe aan don Quichotterij grenzende volharding, met uw armzalig middending van oorlog en vrede.
— Vaarwel eens zoo gelukkige staat, thans verzonken onder het al verplettend wigt uwer staatsschulden en renten, dat bij uw achterhoudend finantieel, nog dagelijks schulden op schulden stapelt en eerlang bankroet speelt.
— Vaarwel dan meest verschulde, hoogst belaste staat van Europa, waar de nijvere volksklasse tot op het gebeente wordt uitgemergeld, en reeds alles, tot ор de lucht die men inademt, belast is; wij spoedden naar een ander land, waar de werkzame inwoner als de zenuw van den staat wordt geeerbiedigd en gehandhaafd, en door geene [] imposten en ambtenaars willekeur wordt gekneveld.
— Vaarweł dan voorheen zoo eenvoudig en gelukkig land, thans door een sprinkhanen-heir van honderdduizend ambtenaren onmedogend uitgezogen, en door een staand leger van meer dan die duizenden verslonden; land waar een Hoogendorp in zijne edele bedoelingen wordt miskend; de stem van van Nes, van Fockema, Luzac en andere wakkere mannen, bij hovelingen en vleijers geen ingang kon vinden; land, waar alle beloften van bezuinigen ijdele klanken zijn, en bij eene ongehoorde druk des volks, nog millioenen worden gevraagd om de kosten te dekken.
— Vaarwel eindelijk voorheen zoo roemvol land, dat een Binkershoek en Grotius voortbragt, thans niets zijt dan de speelbal van T… en van M….
Nogmaals vaarwel Groninger gewest, met uw waanziek stelsel van vertegenwoordiging, alwaar 150 duizend inwoners, die door nijverheid en volksvlijt overal leven en voedsel verspreiden, met 28 ridders gelijk staan, door geboorte of gewaand erfregt hiertoe geroepen.
— Vaarwel dus ! vaarwel voormalige landgenooten; bij dit ons afscheid herinneren wij u per slot aan de volgende Fransche regels:
Quand la cicogue fuit du climat de son nid,
C’ est puisque son bon nid connoit plus des paijs.
Mais l’ homme, ce poltron peut sacrifier sa vie
Nageant en prejugés d’ amour poursa patrie
Helas ! ce clairvoijant: l’ image de son Dieu !
Qui par sa foi lorgna jusqu’ au sommet descieux,
Pourquoi ne voit il pas l’ enfer qui le fit naître ?
C’ est puisque les oiseaux n’ ontpoint de Roi ni Prêtre.
J. S , L B , W . S , T. W , G. J , J. B.
Naschrift der Inzenders
Had de Minister van Finantien vorigen jare in publieke discussie beweerd en als het ware geroemd dat een staat nog niet als hoogst opgelukkig was te beschouwen, zoo lange er geene volksverhuizingen plaats hadden, thans kan men, nu handel en vragtvaart met den onafzienbaren aankleve van dien, nu alle takken van nijverheid en volksvlijt in derzelver hartader worden aangetast, en het in Nederland niemand meer welgaat dan de ambtenaar en de effecten-zwendel-handelaar, die volksverhuizingen zoo hier als elders als daadwerkelijk begonnen beschouwen, en staan zekerlijk door andere te worden gevolgd.
De Inzenderen.
___________________________________________________________ |
Op 01-06-1833 publiceerde het Algemeen Handelsblad, een ingezonden brief over de Veendammer Landverhuizers, waarop door een “Veendammer” weer gereageerd wordt.
___________________________________________________________ |
Dit Tijdschrift wordt om de veertien dagen, telkens des Donderdags, bij de Gebroeders MEKEL, Jz., te Uithuizen, uitgegeven, en is in de Boekwinkels dezer Provincie en verder alom te bekomen. — De prijs derzelve is f 1. en franco per post f 1-30, per halfjaar.
Bestellingen en opzagen, betrekkelijk dit Tijdschrift, moeten franco direct aan het adres van de Uitgevers geschieden.
___________________________________________________________ |
Op 28-10-1967 werd in het Nieuwsblad van het Noorden aandacht besteed aan “de Groninger radicalen“.
___________________________________________________________ |
1820 – 1838: Onrust in “De Marne”