21-08-1941 Artikel van Wouter Slob in het Agrarische Nieuwsblad

 

___________________________________________________________

21-08-1941 Agrarisch Nieuwsblad, donderdag
Landelijke Ruitersport en Fokkerij door W. Slob 

Het Ruiterkamp te Drachten
De eenheid in het Noorden hersteld
Een dominé-ruiter, die initiatief toont 

Het hoogtepunt van het landelijk-ruiterleven dit voorjaar vormde ongetwijfeld wel het z.g. Ruiterkamp te Drachten.
Waarom men nog van een “Kamp” spreekt, terwijl er toch eigenlijk van het kamp-idee niets meer over is, is ons niet duidelijk.
Wij gevoelen veel voor het Friesche begrip “ruiterkamp”, mits men dan ook metterdaad er voor zorgt, dat het in alle, althans vele opzichten werkelijk een “ruiterkamp” is.
Daartoe behoort in de eerste plaats een voortdurend onderling contact ter verkrijging van den kameraadschappelijken band; verder het gezamenlijk nuttigen van de maaltijden of – wat nog beter is – het gezamenlijk verzorgen van de later te gebruiken maaltijden. Men benadert daardoor het kampidee. Indertijd was dat in Oosterwolde ook inderdaad zoo. Daar “picnicte”‘men gezamenlijk ergens buiten tusschen het geboomte en op de heide. De wedstrijden droegen een on-officieel karakter, waardoor de “sfeer” beter bewaard kon blijven. In Drachten werd het een uitstekend geslaagde ruiterdag, doch naar onze meening geen ruiter“kamp”.
Dit doet er tenslotte niet zooveel toe, omdat de hoofdzaak is, dat we wat voor de landelijke ruiters bereiken.
Hetgeen echter niet wegneemt, dat de landelijke ruitersport ook steeds gestreden heeft juiste begrippen ingang te doen vinden en niet te doen verwateren ….
Hèt succes van Drachten was het enorme aantal deelnemers. Alleen Friesche landelijken waren toegelaten en uit alle gouwen van het Friesche land waren ze opgetrokken naar Drachten. Wat hebben sommigen er ontzettend veel voor over gehad om weer eens één dagje te kunnen getuigen van hun liefde voor het paard en hun aanhankelijkheid aan “de” sport van het platteland. Er zijn afdeelingen zelfs vier dagen onderweg geweest; natuurlijk maakten deze er tevens vrij-af van de dagelijksche beslommeringen van. De boog kan óók op de boerderij niet altijd gespannen zijn!!
Het was een openbaring, dat er in Friesland zoo’n opgewekt ruiterleven nog bloeit. Ziet, dat zijn nu weer de èchte Friezen. Het heeft indertijd héél lang geduurd alvorens men er de Friezen toe kon krijgen rijvereenigingen te stichten. Friesland kwam werkelijk achteraan, maar …… we hebben steeds gezegd, dat àls ze ééns zoover ook zouden gekomen zijn, ze ook aan hun eigen schepping trouw zouden blijven.
En ziet, wat in de Hollanden inéénschrompelt, wat in Utrecht geheel verdwijnt, wat in het Geldersche een kwijnend bestaan lijdt, dat gedijt óók onder den druk der tijden in de Friesche landouwen!!
Neen, we hebben ons in de Friezen niet vergist! Ongeveer honderd en twintig ruiters en paarden waren opgekomen en we stellen ons voor, dat er dit jaar moeilijk ergens iets georganiseerd kan worden, waarbij dit aantal overtroefd wordt. Men probeere het eens ……
Natuurlijk nogal wat groene paarden. Dat kon ook moeilijk anders en was ook niet anders te verwachten. Maar hetzelfde verschijnsel als elders deed zich ook hier alweer voor: door de vorderingen was het thans aanwezige paardenmateriaal aanmerkelijk vooruitgegaan. Geen enkele Fries zal het ons kwalijk nemen, wanneer we zeggen, dat het er twee jaar geleden in Friesland met het paardenmateriaal treurig en armoedig uitzag. Werkelijk een bij elkaar geraapt rommeltje allerhande. Nòg was geen volkomen gelijksoortigheid verkregen, maar een allegaartje was het in ieder geval niet meer en we meenen, dat er dus kolossaal veel reeds gewonnen is.
Er werd uitgebreide gelegenheid gegeven om dressuur te beoefenen. Natuurlijk goed gezien, zijnde de dressuur de grondslag van de geheele verdere rijkunstige opleiding. Over het algemeen hadden de keurmeesters hierbij niet te klagen. 

De wedstrijden.
Wanneer we ons beperken in dit artikel tot een algemeen overzicht dezer wedstrijden, dan geven we den uitslag eigenlijk volkomen juist weer, wanneer we aan de vergetelheid ontrukken, dat vrijwel alle deelnemende vereenigingen op de een of andere wijze in de prijzen kwamen. Dat is een goed teeken, een bewijs van een zekere gelijkheid van kunnen, hoewel natuurlijk enkele individueele deelnemers en enkele oudere vereenigingen wel wat meer op den voorgrond traden. We denken aan Oosterwolde en Hardegarijp, resp. de L.R. Nieuw Leven en de Ypey-ruiters.
Tenslotte moeten wij, dat is ‘n plicht in de omstandigheden, waaronder wij landelijken moeten werken, memoreeren het fraaie werk van den dominé-ruiter Eggink, die een nieuwe rijvereeniging uit den grond heeft gestampt, die met ruim drie viertallen te Drachten in de parade uitkwam en die zich zelf niet te hoog achtte om tusschen zijn ruiters en amazones ook te debuteeren in een dressuurproef!
Alle hulde aan dezen voorman van de jeugd. Wanneer we meer van zulke geestelijke leiders hadden zou ons Christendom er heel wat minder stoffig uitzien.
Wij van de federatie zijn met deze jongste spruit en haar leider best tevreden. Jammer, dat een “promotor” als Arne Geerligs, die thans zijn goede jonge krachten ter beschikking van den Productieslag bij onze Oosterburen stelt, niet meer in de omgeving van Drachten verder kan stuwen. Maar ….. voor de landelijke ruitersport is Geerligs niet verloren. Ons kader – daar zal hij toe behooren – komt terug! 

Tot zoover het overzicht van wat te Drachten in Friesland voorviel. Er is natuurlijk nog meer van te vertellen, maar” ook andere gebeurtenissen eisenen eenige regels aandacht.

De Groningers actief.

Om te beginnen de arbeid, verricht door de Groninger ruiterkameraden. Die hebben ook niet stil gezeten en inmiddels twee goed geslaagde wedstrijddagen georganiseerd, althans er hun medewerking in vollen omvang aan verleend.
Zoo hield men te ‘t Zandt zijn traditioneelen paardendag met veel publiek en ook dicht daarna te Scheemda.
Op beide wedstrijddagen waren de leden van F. E. O.-Finsterwolde vooraan in de prijzen, doch ook de andere vereenigingen gingen niet ongelauwerd naar huis.
Zeer belangrijk was, dat alle elkaar gedurende enkele jaren leelijk aankijkende “partijen” nu alles weer vergeten waren. De strijdbijl was begraven en de vrede in Groningen hersteld. Maar goed ook.
Dank zij hier gebracht vooral aan den heer R. A. Maarsingh, de groote man van de Noordelijke warmbloedfokkerij, die zulk een tweespalt niet kon begrijpen en goedkeuren en die dan ook zijn geheele persoonlijkheid in het haam heeft geworpen om opnieuw de éénheid tot stand te brengen.
Het ziet er zelfs naar uit, dat de éénheid in het Noorden nog hechter wordt dan ooit tevoren. Nu is dat trouwens een verschijnsel, dat wel meer voorkomt. Resultaten worden dikwerf eerst na veel strijd en narigheid bereikt. Hoofdzaak is dat het bereikt wordt en dan is zulks ook wel wat strijd waard ….. 

In Ommen gaven tezelfdertijd de vereenigingen uit Zuid-Drenthe en Noord-Overijssel elkaar kamp. Helaas had Ommen pech: het goot uitgerekend dien middag aan één stuk.
Eenerzijds hebben we geglunderd,, want het land smachtte naar water. De rogge was verbrand en de weiden waren wit. Sommigen hadden de koeien op stal moeten halen. De sport was te Ommen van iets minder gehalte dan te Balkbrug en de Wijk, door dezelfde vereenigingen getoond, ofschoon bij sommigen alweer vooruitgang te bespeuren viel.
Door al die wedstrijden is het mogelijk, dat de bekende “Koudijs-beker” weer verreden kan worden. Virtbus Unitis uit de Wijk, die vorig jaar den beker won staat nu weer bovenaan, zij het met weinig verschil met haar rivaal van vorig jaar FEO. ‘t Zal een strijd worden, die alleen beslist kan worden door het houden van en uitkomen op meerdere wedstrijden nog dit jaar.

De Hoofddorpsche rijvereeniging “Kapitein van der Wal” volgt als derde met een fatsoenlijk aantal punten. Dit behaalde zij op de streekwedstrijden, die te Badhoevedorp zijn gehouden en een week later tijdens het bekende concourshippique te Hoofddorp. 

Beide wedstrijddagen voldeden aan de verwachtingen, hoewel er om onbekende redenen door enkele rijvereenigingen niet aan de Hoofddorpsche wedstrijden werd deel genomen. Het had veel weg van een soort “sabotage“, want een dragelijk motief kon niet worden aangegeven. Wie men er in vredesnaam mee denkt te krenken, is ons een raadsel, want men mist alleen zèlf een dag hippisch genot!
Bovendien past een dergelijk optreden geenszins in het kader der landelijke ruitersport. Het is je reinste marxisme, al werd het dan uitgevoerd door vereenigingen, die daar niet gaarne mee besmet zouden willen worden geacht!
Te Hoofddorp traden ook op den voorgrond de Gouweruiters uit Waddinxveen, die er een heele marsch voor over hadden gehad, nu er geen auto’s meer ter beschikking zijn. Bovendien stonden ze meerdere keeren eerste!
In Ridderkerk waren ze minder gelukkig en daar waren het weer anderen, die met de eerepalmen gingen strijken. Overigens een sportdag van beteekenis. In samenwerking organiseerden de rijverenigingen uit Ridderkerk en Alblasserdam dezen dag, zoodat ook Zuidholland aan zijn trekken is gekomen. Trouwens er staat nog een groote dag op het programma dit seizoen en wel een ruiterdag te Waddinxveen. We zijn ervan overtuigd, dat dat beslist weer goed wordt.
De Gelderschen komen er het slechtste af dit jaar. Zij hebben het hoofd in de schoot gelegd.
Te Zetten, ter gelegenheid van het concours-hippique aldaar, krijgen ze de gelegenheid om in enkele wedstrijden zich te meten.
Al met al staat het Noord-Oosten, zooals reeds zoo dikwijls in den strijd der boeren vooraan. 

Misschien had de “sabotage” te maken met de Rijschool van Wouter Slob in Hoofddorp? De bereden WA maakte daarvan gebruik. Enerzijds was Wouter Slob de secretaris van de Landelijke Rijvereenigingen en anderzijds actief in de bereden WA, waarvan hij ook “banleider” werd. 
Vele Landelijke Rijvereenigingen – die niet “slapende” waren –  zullen dit niet op prijs gesteld hebben. 

 

___________________________________________________________

Terug naar Winnetou