19-09-1931 Winnetou in Amsterdam

___________________________________________________________

zondag 20-09-1931 Algemeen Handelsblad 

PAARDEN. GESLAAGDE RUITERDAG IN HET STADION
Fraaie paardensport bij gunstig weer. — „West-Friesland” wint het patrouille-springen. — J. Boer zegeviert in het individueele springconcours. — Onbesliste wedstrijd tusschen „voetballende” paarden. 

FRAAIE QUADRILLE VAN 1831.
De Federatie van Landelijke rijvereenigingen mag niet alleen met trots terugzien op de afgeloopen vijf jaren, een periode, waarin de landelijke ruitersport zich zeer sterk heeft gemaakt, met gevoelens van trots mag ze ook terugdenken aan het groote jubileumruiterfeest in het Olympisch Stadion, hetwelk ze gisterenmiddag heeft georganiseerd en dat bijgewoond werd door om en nabij 10.000 toeschouwers. 

De eere-voorzitter, mr. A. Slob, heeft Vrijdagavond.gehoopt, dat de weergoden zich niet van hun goede apropos zouden laten afbrengen en Pluvius en Aeolus, de twee, die het zoo ongunstig kunnen maken hebben de landelijke ruitersport niet lastig gevallen.

Om twee uur is het ruiterfeest ingezet met den grootsten opmarsch die er ooit is georganiseerd, weehonderdzestig ruiters en amazones kwamen door de Marathonpoort binnen, aangevoerd door de Amstelruiters, een opmarsoh, die, met de figuren, die er gereden werden zeker wel een kwartier duurde, maar door zijn schitterenden aanblik kenners en niet-kenners via het paard verrukte.
Tegen half drie stonden de 27 vereenigingen opgesteld tegenover de eeretribune. Vervolgens klonk trompetgeschal en de trompetters van de federatie maakten een eereronde over de sintelbaan.
Vervolgens maakte de vaandelwacht, of zooals de ruiters spreken: de standaardwacht, haar opwachting. De standaards van alle vereenigingen spreidde hun fraaie kleuren uit tegen de grijze lucht. Opgesteld tegenover de eere-tribune werd onder de schetterende tonen van de  trompetters, het vaandel saluut gebracht, waarna ook deze afdeeling zijn plaats in het gelid innam. De algemeene leider, de heer W. Slob, mag hier al vast een woord van groote waardeering niet  onthouden worden voor zijn vaste leiding.

Dressuurproef voor afdeelingen.
Het bestuur van de Federatie begaf zich nu naar het middenterrein om de prijzen uit te reiken aan de winnaars van de dressuurproef voor afdeelingen. Deze proeven zyn Vrijdag en gisterochtend op het terrein achter de Oranje Nassau Kazerne gehouden.
De jury bestaande uit de heeren jhr. H. A. v. Reijgersberg Versluys, H. C. M. Lungen en mr. J. Linthorst Homan heeft het kampioenschap toegekend aan de landelijke rijvereeniging Varsseveld uit Varsseveld, welke vereeniging nog iets beter werd geacht dan de IJselruiters uit Brummen, die ook een schitterende demonsratie gaven. Een verschil van eenige punten besliste hier. Derde werd de landelijke rijvereeniging Kapt. v. d. Wal uit Hoofddorp.

Opvallend was de groote rust, die in alle achttallen heerschten. Eenparig was de jury van oordeel dat deze rust van zeer veel belang is, juist waar het betreft bedrijfspaarden uit het landbouwbedrijf. De jury achtte één der 64 paarden iets kreupel en zond het paard uit den ring. De betrokken vereeniging werd daarna weer op de gewone wijze beoordeeld. De jury meende  dat kreupelheid absoluut niet mag voorkomen. Het rijden der landelijke ruiters moet ook den paarden tot nut strekken. Daarom is het zeer gelukkig, dat alle achttallen een zeer rustige demonstratie gaven. Alle reden de paarden op enkele trens wat stellig zeer bevorderlijk is geweest voor deze rust.
Vooral de trenzen van de vereeniging Winnetou te Leens werden voor landelijke ruiters op landbouwpaarden ideaal geacht.
Zoo is deze kampionschapsstrijd een groot succes geworden. In alles was groote verbetering te merken vergeleken met de laatste jaren. De harnachementen waren bijna zonder uitzondering goed verzorgd, terwijl ook de kleeding uitstekend en practisch was. Deze moet vooral niet te kostbaar worden. Ook in dat opzicht waren alle deelnemers zeer te loven. Het hoofddeksel van de landelijke ruiters schijnt moeilijk goed te vinden te zijn. De dames onder de deelnemers reden uitstekend mede. Dc paarden waren goed verzorgd. Het keurige toilet van de paarden der IJselruiters viel op.

De uitslag was:
I. L. R. Varsseveld e. O. (143,17/28); II. L. R. de IJselruiters (141,19/28); III. L. R. Kapitein van der Wal, Hoofddorp (137.37/70); IV L. R. Dubbeldam en O. (130,1 pt.); V. Land van Heusden en Altena, Meeuwen (126,1 pt ½; VI. L. R. Anna-Paulowna (122,1/4 pt.); VII L. R. „S.E.O.S.”, Stadskanaal (117,6/7 pt.; VIII. L. R. Winnetou-Leens (111,1/4 pt).

Gelukkig, dat vereenigingen uit alle deelen des lands zich in dezen fairen strijd maten. Vele landelijke ruiters zagen bij de wedstrijden toe. Ook dat is een gelukkig teeken; en zoo leert men van elkaar en zoo brengt men op den duur alle vereenigingen vooruit. Kortom alle der acht deelnemende vereenigingen gaven een goede verrichting, welke voor haar zusterverenigingen een prikkel zal zijn om alle te werken aan het zeer mooie doel der federatie.
Nadat deze plechtigheid was afgeloopen volgde een reeks keurige manoeuvres van de gezamenlijke ruiters. Ze kwamen over de athletiekbaan aangereden, en brachten het saluut aan de koninklijke loge: hoofd rechts.
Na het formeeren van rijen van acht in galop, werd de twee gelederen formatie in de lengte van het veld weer aangenomen. Het Wilhelmus klonk op, gespeeld door de Post Harmonie en toen volgde de afmarsch, begeleid door klaterend applaus van het opgetogen publiek. Bijna een uur had dit eerste nummer onze aandacht geboeid. 

De pushball wedstrijd.

Deze wedstrijd tusschen de zestallen van de Amsterdamsche bereden politie en de Landelijke ruiters begon even over drie. Het zal de vraag zijn, wie de meeste zin het spel hadden, de ruiters of de paarden. Wel staat in het programma, dat het zooveel moeite kost, de paarden aan dit spel te wennen, maar zeker is het, dat, eenmaal de vrees voor den enormen bal overwonnen, de paarden dit spel met plezier beoefenen. Sommige achterhoede spelers hadden moeite, hun rossen, te beletten, het leder achterna te gaan, wanneer de voorhoede attaqueerde. De landelijke ruiters waren het meest in den aanval, maar de meesterlijke verdediging van de politie belette scoren. Zoo vermoeiend is dit spel voor de paarden, dat het slechts 2 X 10 min. duurde. Behalve de spelers hebben we de vaardigheid bewonderd van den scheidsrechter A. M. van Gellicum, inspecteur van politie, die: met acrobatische handigheid zich tusschen de vierbeenige sportlui bewoog en meermalen toonde, snel te kunnen vluchten. De  uitslag was 0—0.

De ploegen waren:
Amsterdamsche politie: P. de Graaf, J. c. v. d. Berg, J. Buur, De Wit, L. de Snayer en G. H. Cuppens.
Landelijke ruiters: W. J. v. d. Water, A. J. Breukink, M. Beker J. Schoonman en A. H. Wassink, allen van de IJselruiters en J. Waiboer van Anna Paulowna.

In de pauze tusschen de eerste helft van den pushball-wedstrijd en het patrouille-springen werden de prijzen uitgereikt van

het kampioenschap individueele dressuur

dat Zaterdagochtend ook op het Oranje Nassau-terrein is verreden.

De jury, bestaande uit de heeren. G. W. Ie Heux, mr. J. B. J. Timmermans en P. M. R. Versteegh heeft, het kampioenschap toegekend aan H. Mensink (L. R. Winterswijksche Ruiterclub) met Nalda.
Aan de individueele dressuurproef werd deelgenomen door 9 ruiters. Over het algemeen waren de prestaties goed, in aanmerking genomen, dat de paarden regelmatig in het landbouwbedrijf werken. Alle paarden werden op enkele trens voorgereden. Duidelijk bleek, dat er met toewijding en ernst aan de voorbereiding gewerkt was. Er zal gestreefd moeten worden naar nog grooter uniformiteit in de uitvoering en practische toepassing van het rijvoorschrift van de landelijke rijvereenigingen. Afgezien van eischen, welke in het algemeen gesteld moeten worden betreffende de werkelijke inwerking en de vorming van het gereden paard, zijn er ook enkele bepalingen van meer uiterlijken aard, waarop wellicht strenger gelet zou kunnen worden. Het is onnoodig op te merken dat deze meer uiterlijke vormen onmiddellijk van invloed zijn op wat hierboven genoemd werd: de inwerking op het paard. We zouden willen noemen houding van handen’ en armen; handen dichter bij elkaar en niet vlak; knieën aan het zadel; onderbeenen niet te ver naar achteren en ook weer niet te ver haar voren; hakken naar beneden; de zit in de diepte van het zadel; geen holle lendenen maar evenmin een krommen rug met hooge schouders, kortom alles zooals omschreven in genoemd rijvoorschrift.

Bij de paarden: meer drang naar voren en geen haar boven tegen den teugel strevende hoofden. Het was voor de jury een aangename plicht niettegenstaande opmerkingen de deelnemers geluk te wenschen met de behaalde resultaten. Daarom in algemeen ruiterlijken en rijkunstigen zin: voorwaarts!

Hier volgen de uitslagen: 1. H. Mensink (L. R. Winterswijksche, Ruiterclub) met Nalda, (20 pt.); 2. B. Mensink (L. R. Winterswijksche Ruiterclub) met Kitty (19,7 p.); 3. Chr. van Wijk (L. R. kapt. v. d. Wal, Hoofddorp) met Anton (18,3 p.); 4. D. H. Jas (L. R. Dubbeldam e. O.) met Nobilé (18,3 p.); 5. S. Verdegaal (L. R. de Amstelruiters, Bovenkerk) met Black Boy (16,8 p.); 6. G. de Gier (L. R. Hippos, Gorinchem) met Lopina (16,4 p.); 7. A. Hijink (L. R. Winterswijksche Ruiterclub) met Figaro (16,3 p.); 8. J. L. Torringa (L. R. Winnetou—Leens) met Lord X (15,7 p.); 9. L. J. Westerhuis (L. R. Winnetou—Leens) met Tarzan (15,6 p.)

 Patrouille-springen.
Groot was de belangstelling voor het kampioenschap patrouillespringen. Elke patrouille bestond uit een commandant die voorop ging en drie ruiters, die behoorlijk afstand moesten houden en gelijk springen. Voor het afwerpen der hindernissen, het weigeren, het vallen, waren strafpunten aangegeven, terwijl op tijd gereden werd. Voor de stijl van rijden werden punten gegeven, waarvan de strafpunten werden afgetrokken. Daarna pas besliste de tijd.
Westfriesland, aangevoerd door de jeugdige J. Schoorl, 15 jaar oud, werd eerste met 14 p. in 58.1 sec. De Amstelruiters, Bovenkerk (N.-H.) behaalden eveneens 14 p., maar hadden 64.1 sec. noodig. Derde werd Winterswijksche Ruiterclub met 12 p. in den fraaien tijd van 55.4 sec. Nog sneller reed de R. V. Kapt. v. d. Wal (Hoofddorp) n.l. 53.2 sec, maar deze viel door te veel fouten voor afwerpen buiten de prijzen.

Individueel springconcours.
Een waarlijk belangwekkend nummer was het persoonlijk springconcours, waaraan 19 ruiters deelnamen. Er werd niet op tijd gereden. In spanning volgde het publiek den loop der paarden, sommigen sprongen zelf s mee en menig applaus, hoe streng ook door den omroeper verboden, klaterde op. Toen allen gereden hadden, kwamen, vier ruiters in aanmerking voor de eerste plaats, allen met 0 fouten.

Tot driemaal toe moest verlengd worden en toen waren J. Boer en J. Schoorl, de jeugdige aanvoerder van Westfriesland, nog aan. Eerst wilde de jury loten, maar zeer terecht weigerden, de concurrenten eensgezind, hiertoe hun medewerking, te verleenen. Toen moest de jury wel besluiten tot een laatste rit over de hindernissen. Deze rit, na de. historische quadrille gereden, ging over twee hindernissen van 1 m. 30. Eerst reed J. Boer en die wierp beide omver. Een schoone kans voor de jonge Schoorl. Nog in huzarenuniform 1831, wierp de jonge ruiter wel de eerste hindernis om, maar over de tweede voerde hij zijn ros zonder fout. Daverend handgeklap begroette den 15–jarigen kampioen van Nederland. Hij zal zijn paard, Lady, zeker in zijn succes laten deelen. Dat wordt vandaag feest in Schagerbrug: twee kampioenschappen.

Tweede werd J.. Boer op Nelly, Hoeksche Ruiters (Z. H.); 3. A. D. Bolhuis op Nia, Veendam; 4. J. Klerk op Tilly, Heilo e. o.; 5. B. Mensinck, Winterswyk, R. Siebring, Stadskanaal en Te Lintum, Winterswijk; 6. A. Huitink, Varsseveld, G. v. d. Perk, Alblasserdam, H. Mensinck, Winterswijk, G. de Gier, Gorkum en J. Schoonman, Brummen.

Er waren ook prijzen uitgeloofd voor de beste provinciale equipe. Ook hier was de spanning groot en ten slotte bleek, dat alle deelnemende provinciën: Gelderland, Noord- en Zuid-Holland; Noord Brabant en Groningen elk 8 punten hadden en dus alle, gelijk waren.

Groote historische quadrilles.
Wat jammer, dat de zon niet scheen, toen om half zes de 64 huzaren, vier regimenten vertegenwoordigend uit 1831, de arena binnen reden. Dan hadden we de kleurenmengeling van brujn, rood, blauw, wit en, goud op zijn best kunnen zien. De ruiters behoorden tot de Amsterdamsche bereden politie en tot de rij-vereenigingen „Kp. v. d. Wal”, Hoofddorp, „Ritm. de Kruyff”, Halfweg, de Amstelruiters, Bovenkerk, Anna Paulowna, Westfriesland, Schagerbrug en „Beyart”, Purmerend. Daar het onmogeiijk was gebleken al die ruiters vooraf samen te brengen, was slechts eenmaal geoefend. Dat was echter aan de uitvoering der talrijke figuren, waaronder een zeer fraaie molen en een prachtig bewegend kruis, niet te merken. De leider H. J. Lijsen, instructeur,der, L. R. „Kap. v. d. Wal”, Hoofddorp, die de quadrille in officiers uniform 1931 aanvoerde, mag met trots terugzien op zijn werk. Nog, volgde een ruiterattaque met getrokken sabel, in draf en galop, het saluut aan de officieele tribune en toen trok de kleurige stoet af. Precies zes uur was dit grootsche ruiterfeest geëindigd. De Nederlandsche Federatie van Landelijke Rijvereenigingen heeft op waardige wijze haar eerste lustrum gevierd en prachtige propaganda gemaakt voor het paard en de paardensport.

DAG VAN LANDELIJKE RUITERGLORIE.
De landelijke ruiters en amazones hebben gistermiddag wel in bijzondere mate de sympathie van de Amsterdammers gehad. Natuurlijk zaten er ook wel veel „provincialen” op de tribunes, maar het gros zal toch wel uit de hoofdstad zijn geweest. De Amsterdammer is niet verwend op paardengebied. En wanneer een federatie, gelijk die bestaande uit de landelijke ruitervereenigingen, een feest biedt ter eere van, haar eerste lustrum, van den omvang, zooals we dat in het Olympisch Sportpark gezien hebben, dan haakt de hoofdstedeling er naar om ook eens naar paarden te gaan kijken, mooie en diepe herinneringen als hij heeft aan de  Olympische Spelen in 1928. Het puikje van de landelijke ruiters heeft der hoofdstad-getoond, dat in vijf jaar door de federatie heel wat gewrocht is.
Vooral in het begin deed het paardenschouwspel verkwikkend aan. Hè, dat was weer eens iets anders dan voetbal of hockey te zien in het stadion. Of wielrennen!
Kloeke zonen en dochteren van, het platteland wezen den stedeling hoe zij zich met hun sport vermaken, hoe ze er in opgaan, hoe ze de trouwe én edele viervoeters naar hun hand zetten. Er waren mooie paarden te zien. Paarden, die precies wisten hoe ze zich hadden te gedragen, paarden die sprongen, die fraaie dressuur toonden, paarden die …… pushbalden; Of pushten met een bal! …… ’t Is om ’t even.
Dat voetballen van de viervoeters kwam na de joyeuse entrée. De meneer aan de microfoon, die overigens, een niet al te beste beurt maakte, vertelde dat de paarden gingen voetballen. Dus toen voetbal! En We dachten nog wél, dat we iets heel anders te zien zouden krijgen.
Maar ’t viel mee.

Bereden agenten van de Amsterdamsche politie zouden zich, in deze heel andere functie meten tegen een zestal landelijke ruiters. De agenten spelen dus niet alleen voetbal, maar ze laten ’t thans reeds hun paarden ook doen.
En inspecteur v. Gellicum leidde als scheidsrechter. Schreeuwde vaak van „uit elkaar*’, als gold het een volksverzameling. „Open spel” bleek ook hier een gewichtige factor te zijn en „paarden-gepingel” was uit den booze. Trouwens deze scheidsrechter had een heel wat dankbaarder taak dan zijn vele collega’s van ons aller vriend King Soccer (die tusschen twee haakjes vandaag begint te regeeren).
Paarden zijn verstandige dieren. Ze protesteeren niet, zeggen ook niets tegen den rechtspreker, laten niet tacklen, maken niet geniepig hands, staan niet buitenspel, kortom het zijn de ware „sporttypen”. Ze schudden alleen maar wat met den kop, maar daarop zal geen enkele pushball-scheidsrechter, aanmerking maken.
Toch zullen ze het spel in den vervolge meer „open moeten gooien”. In de „voorhoede” werd geen respectabel „schot” gelost. Alles ging naast en neen, niet over. Dat kan nu eenmaal by pushball niet. Voorzetten, penalties en hoekschoppen komen er niet bij te pas maar overigens gaat het er net zooals bij voetbal toe, zei de microfoonmeneer, die aan het einde van den kamp vertelde, dat de Landelijke ruiters met 1-0 gewonnen hadden, hoewel het resultaat 0-0 was …..
En heel wat later herstelde hij de fout, vertellend, dat het hem toegeschenen had, dat de landelijke ruiters een doelpunt gemaakt hadden (we vragen ons af, hoe dat eigenlijk goed mogelijk is) hetgeen de 10.000 bezoekers op de tribunes ten zeerste verwonderde, omdat niemand iets anders had gezien, dan dat de 1.20 meter hooge bal er steeds naast ging. Maar het pushball is overigens een heel gezellig spel voor een niet op paardengebied verwend Amsterdamsch publiek en het nummer ging er dan ook als koek in.
Maar, in trouwe, waarom pushball. Waarom gaan we weer een anglicisme in onze taal invoeren, als het niet noodig is. Waarom niet desnoods „Paardenbalspel” of „Duwbal”. „Pushball” lijkt toch onnoodig. We hebben al genoeg Engelsche uitdrukkingen in de sport.

Heel lang zijn we daarna bezig gehouden met het individueele springconcours voor landelijke ruiters, nadat reeds een patrouillespringconcours achter den rug was. Dat individueele springconcours was wel een beetje teveel van het goede. De deelneming had iets beperkt moeten worden, dan zou het programma, gelijk in de bedoeling lag, eerder zijn afgeloopen dan zes uur. Er waren vier ruiters die met 0 punten eindigden en „als maar” plaatsten zij zich weer in een herbeslissing. Tot tenslotte twee als eersten eindigden en bepaald werd, dat loting zou beslissen. Maar heel sportief wilden de beide landelijke ruiters een beslissing in dit kampioenschap van Nederland. Weshalve nog na de quadrille gesprongen werd over hoogere hindernissen.
En deze quadrille, die tegen zes uur begon, was de klap op de vuurpijl. Een fraai en kleurrijk nummer. Kranig uitgedoste „krijgers”, aangevoerd door een paar prachtkerels.
De algemeene leider van dezen dag, de heer W. Slob heeft allemachtig veel werk gehad. Maar zijn werk is met succes bekroond en allen, die den kranigen ruiter bij het aanvoeren van „zijn troepen” op het veld gezien hebben, zullen het den jeugdigen zoon van Hoofddorps burgemeester van harte hunnen.
 Z. K. H Prins Hendrik heeft tijdens de wedstrijden den heer W. Slob nog bij zich onboden en zich eenigen tijd met hem onderhouden.
Andere week beginnen we weer met echt voetbal in dit Stadion. Tusschen twee keeren elf corypheeën „eerste klassers “. Maar menig een zal nog wél eens terugdenken aan het prettige paardenvoetbal dat we voor den ingang van de officieele competitie zagen.
Zonder penalties, zonder hoekschoppen en…… m è t “gepingel!

___________________________________________________________

Terug naar Winnetou