18-12-1840 Openbare verkoop Boerderij “Doornbosheerd”

___________________________________________________________

Huisnummer: 10
Verkoper: Erven Louwe Meinderts Bentema en Geertruid Arijs Brongersma
Koper: Harmannus Ribbens Doornbos en Geertruid Heines Ellens
Koopsom: f 38.100,00
Grootte: 103 bunder 3 roeden 50 ellen
Beklemhuur: f 600,00
Eigenaar grond: mevrouw Alberda van Ekenstein te Dokkum

In het jaar achttienhonderd en veertig, den achttienden van de maand December, des voordemiddags  te tien uren, ten huize van den Koopman Lubbert Derks Kuipers, te Houwerzijl, gemeente Ulrum, Compareerden voor ons ondergeteekende Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam. Kanton van Onderdendam, arrondissement Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergeteekende getuigen,
Aries Louwes Bentema, landbouwer, wonende te Baflo;
Martje Louwes Bentema, weduwe van wijlen Roelf Nicolaas Bolt, landbouwersche, wonende te Zuurdijk;
Meindert Louwes Bentema, landbouwer, wonende in den Andel, en
Geert Louwes Bentema, landbouwer, wonende te Zuurdijk,
alle vier als éénige kinderen en erfgenamen van
wijlen hunne ouderen, Louwe Meinderts Bentema en Geertruid Arijs Brongersma, in leven ehelieden, landbouwers, gewoond hebbende en overleden te Zuurdijk, gemeente Leens,
dewelke comparanten verklaarden, te hebben doen publiek maken, voornemens te zijn heden, uur en plaats voorschreven, in het openbaar te veilen en, indien daartoe termen zijn, te verkoopen de natemeldene vaste goederen, als: 

Eene Kapitale Boerenplaats, bestaande in eene boeren behuizing en schuur met hutten cum annexis, geteekend numero tien, benevens de vaste, altijddurende en in alle Linien van bloedverwantschap verërvende beklemming der daarbij behoorende binnendijks, groen- en bouwlanden, kwelder en slijkgronf, te zamen, volgens de Kadastrale opmeting, groot honderd en drie bunders, drie roeden en vijftig ellen,
doende jaarlijks, op midwinter, aan Mevrouw Alberda van Ekenstein, wonende te Dockum, tot vaste huur zeshonderd guldens;
alles staande en gelegen te Zuurdijk, in de gemeente Leens, arrondissement en provincie als boven, en aldaar in den legger van het Kadaster bekend onder Sectie G, numero 180 tot en met numero 203, numero 230 tot en met numero 239, numero 275, numero 677 tot en met numero 683. 

Door de bovengenoemde erflaters aangekocht bij acte, beleden voor de Raden in het Departementale geregtshof van Groningen, den acht en twintigsten van Bloeijmaand, Mei, achttienhonderd en tien, vóór de invoering der registratie in de Nederlanden, waarvan, volgens verklaring van de Comparanten, geene overschrijving ten kantore van hypotheken had plaats gehad; bij welke acte van koop het beklemregt der voorzeide Landerijen tevens is geconstitueerd. 

Tot verkoop van bovengemelde vaste goederen, hebben de Comparanten verkooperen opgegeven, de navolgende bedingen en voorwaarden, welke vóór de veiling door ons, notaris, aan de tezamen gekomene menigte personen zijn voorgelezen, als:
Artikel een. In den verkoop zullen geene, hoe ook genaamd losse goederen zijn begrepen, hetzij meubelen, vee of boeregereedschappen, los balkhout, dorschblok of verdere roerende goederen, welke alle, nevens de op het verkochte aanwezige schutten en wringen met dezelver palen, door verkooperen expresselijk worden uitbedongen; wordende alles verkocht met datgeene, wat aan het verkochte aard-, spijker- en nagelvast is, zoo groot en klein, goed en kwaad als het verkochte zich bevindt, zonder dat de verkooperen wegens den staat der vorengenoemde vaste goederen, noch wegens mindere maat van de uitgestrektheid der grond of onverhoopte verkeerde opgave van de Kadastratie, aanspraakbaar willen zijn, als wordende de kooper gehouden, daarmede genoegzaam bekend te zijn; wordende wijders de voorschreven vaste goederen verkocht met derzelver karspel, gemeente, rijks, dijks en verdere hoe ook genaamde lasten, lusten, servituten en zwarigheden, genoemd of ongenoemd, zigtbare od onzigtbare, tegenwoordige of toekomende, zonder eenige uitzondering; invoegen en in dien staat als dezelve door verkooperen bezeten en met voorzeide titel van aankomst verdedigd kunnen worden, zonder dat de kooper eventueel eenig verder verhaal ten laste verkooperen zal kunnen pretenderen en alzoo laatstgenoemden tot geene verdere guarantie zullen zijn verpligt.
Artikel twee. De aanvaarding zal plaats hebben van de Landerijen en den tuin op den twaalfden Maart achttienhonderd een en veertig en van de gebouwen met het heem op den eersten Mei van dat zelfde jaar, behoudende echter de verkooperen de vrijheid, om hunne schapen tot den vijftienden April achttienhonderd een en veertig in de groenlanden te mogen weiden, alsmede, om de begravene aardappelen en andere veldvruchten ter bekwame tijd te vervoeren.
Artikel drie. Alle belastingen, van welken naam of aard ook, zullen, te rekenen vanaf den eersten Januarij aanstaande, ten laste van den kooper beginnen te loopen, voor zoo verre namelijk gemelde belastingen de verkochte goederen mogten betreffen.
Artikel vier. De betaling der kooppenningen moet geschieden in klinkende, gangbare, Nederlandsche muntspecien, naar den koers en de waarde van heden, in twee gelijke termijnen, op den eersten Mei achttienhonderd twee en veertig, telkens de helft; terwijl, tot zekerheid van de kooppenningen, de verkooperen het regt van eerste hijpotheek op de verkochte vaste goederen aan zich zullen hebben en behouden tot aan derzelver geheele voldoening, en waartoe ten laste van den kooper, inschrijving ten kantore van de hypotheken zal kunnen worden bewerkstelligd.
Artikel vijf. De kooper zal het gekochte niet met hijpotheek mogen bezwaren, voor en aleer de koopscht is voldaan, en het tegendeel geschiedende, zal zulks van onwaarde worden gehouden en van geen effect zijn.
Voorts zal de kooper of derzelfs regtverkrijgende, indien de koopschat onbetaald blijft, nimmer bij willige verkooping tot eenige zuivering van hijpotheken mogen overgaan, als wordende bij dezen uitdrukkelijk, overeenkomstig artikel twaalfhonderd vier en vijftig van het burgerlijk wetboek, bedongen, dt zoodanige zuivering geen plaats zal mogen hebben.
Artikel zes. Bijaldien de kooper in gebreke mogt blijven, om de kooppenningen op de hiervoren bepaalde tijden te voldoen, reserveren de verkooperen, als eerst ingeschreven schuldeischers, aan zich het regt, en zullen zij of hunne regtverkrijgenden alsdan bij dezen door den kooper gehouden worden, onherroepelijk te zijn gemagtigd, de verkochte en tot hijpotheek gestelde vaste goederen in het openbaar, volgens de plaatselijke gebruiken, ten overstaan van een openbaar ambtenaar, te doen verkoopen, ten einde uit den opbrengst te verhalen, zoowel de hoofdsom als de verschuldigde renten en de kosten, ter dezer zake gevallen.
Artikel zeven. Ieder bieder of kooper zal gehouden zijn, bij den toeslag of eerder, desgevraagd wordende, tot zekerheid van de kooppenningen eenen genoegzaam gegoeden zelfschuldigen borg, ten genoegen van de verkooperen, te stellen, bij gebreke waarvan op ieder bieder naar goedvinden zal kunnen worden teruggetast, die alle tot twee uren na afloop der laatste veiling voor hunne gedane botten verbonden blijven.
Artikel acht. Inwendig acht dagen na heden, zal de kooper, aan handen en op kwitantie van den notaris die over dezen verkoop staat, moeten betalen, de kosten van het publiek maken dezer verkoop, begroot op twintig guldens; voorts de kosten van registratie, transcriptie, inschrijving, zegels, grosse en expeditie, met die van uitveiling en het honorarium van den notaris, benevens alle verdere over dezer verkoop aangewende kosten, zonder wegens het een of ander iets aan de kooppenningen te kunnen korten, blijvende de strijk- en hooggelden met de vertering, welke door of van wege de verkooperen gemaakt wordt voor hunne eigene rekening.
Artikel negen. Ingeval de kooper het gekochte van legale oningeschrevene hijpotheken mogt verkiezen te zuiveren, zal hij zulks op zijne eigene kosten en wel intijds moeten doen, zonder daarvoor eenige vertraging in de betaling der kooppenningen op de gestipuleerde tijden te weeg te mogen brengen.
Artikel tien. De verkooperen reserveren aan zich de magt en vrijheid, zoodanig en zoo menigmaal te veilen als zij zullen goedvinden, en om na afloop der laatste veiling nog een groot uur beraad te houden of zij het geveilde voor de gebodene som wil toeslagen of inhouden.

Hierna requireerden de comparanten tot de veiling en verkoop van de hierboven omschrevene onroerende goederen over te gaan, en nadat alstoen diverse veilingen en opbiedingen hadden plaats gehad, is eindelijk hoogsten bieder geweest en tot kooper verklaard voor eene som en koopprijs van acht en dertig duizend en een honderd gulden, Harmannus Wibbens Doornbos; thans zonder bepaald beroep, wonende te Lutke Saaxun onder Baflo, die gemelde goederen, voor genoemden prijs, op voorschreven voorwaarden, in koop heeft aangenomen, daarbij declarerende, dezen koop gedaan te hebben voor zich en mede namens derzelfs echtgenoote Geertruid Heines Ellens; waarop hij, kooper, na voorlezing van het vorenstaande, hier ter plaatse heeft geteelend.
H” W” Doornbos 

Van al hetwelk dit proces verbaal is opgemaakt en voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd op plaats, dag, maand en jaar, in het hoofd dezes gemeld, alles in tegenwoordigheid van Lubbert Derks Kuipers, koopman, wonende te Houwerzijl, en van Jan Tjipkes Koster, veldwachter der gemeente Ulrum, wonende te Ulrum, als getuigen ten dezen verzocht, die dit met de Comparanten verkooperen en ons, notaris, hebben geteekend.

___________________________________________________________

Naar Boerderij “Doornbosheerd”