1793 Aankoop “Ruigezand”

___________________________________________________________

(Groninger Archieven: 735/302 Gerecht Oldehove 29-04-1789 – 15-07-1800)

Aankoop beklemming “Ruigezand” door Douwe Martens Teenstra 
Koopakte: 31-12-1792 
Overdracht: 17-01-1793 
Koopsom boerderijen: f 30.500,00 
Beklemhuur: f 500,00 
Bijzonderheid 1: broer Ædsge Martens Teenstra wordt niet genoemd 
Bijzonderheid 2: Tot de koop behoren 3 graven op het kerkhof van Oldehove
Verkoper: Rienje Lammerts, weduwe Jannes Willems | de nazaten noemen zich later Krijthe

Ut Supra.
Getuige met dezen openen verzegelden brieve, dat persoonlijk voor mij gecompareerd ende erscheenen is
de E. Jannes Willems als gevolmachtigde van zijn Moeder Reinje Lammerts wede wijlen Willem Jans ingevolge procuratie in dato den 16 Januarij 1793, welke bekende en beleede den 31 December 1792 ingevolge verteekende Koopconditien te hebben verkogt op en overgedraagen zulks doende als nog door deezen aan
de E. Douwe Martens mede gevompareert en zulks accepteerende
Twee boere plaatzen bestaande in behuizingen en schuiren met al het geen daar an aard Spijker en nagelvast word bevonden,
beneevens de vaste en altoosduirende beklemminge van de daar onder behoorende Landerijen en quelder het Ruigezand genaamd, geleegen tusschen de Commer en Munneke Zijlster Rijd, onder het Carspel Oldehove,
met lusten en lasten, servituiten en zwarigheeden, rechten en  gerechtigheeden, alles invoegen dus verre bij Verkopersche is bewoond en gebruikt, onder Conditie dat de Koperen voor het gebruik dezer Landerijen jaarlijksch op Midwinter boven alle ordinaris en extra ordinairs  Lands of Carspels lasten hier op leggende, of in het toekomstige gelegd wordende, aan Verkoopersche als Eigenaarsche tot een vaste huire zullen betaalen een Summa van Vijfhondert car. guldens, zegge f 500 guldens, waar van het eerste jaar zal komen te verschijnen op Midwinter 1793, zonder ooit in voors: huire verhoogt te mogen worden of eenige vermindering te kunnen pratendeeren, met verder beding dat deze beklemminge zoo wel in de opgaande en tijdlinie, als neergaande linie zal vererven, en dat nimmer eenige geschenken onder welke benaaming ook van de tegenwoordige meijeren of derzelve Successeuren zullen kunnen worden gevordert, maar dezelve daar van voor altijd zijn bevrijdet, en de Lant Eigenaar gehouden zal weezen, ingevalle van verandering van Meijeren, de uit en in boeking gratis te doen,
voorts is bij deezen bedongen, dat de drie graven onder voors plaatsen behorende, op het Kerkhoff tot Oldehove, aan Verkopersche haar leeven lang zullen verblijven, en dat dezelve overleden zijnde daar in begraven zal mogen worden, dog na haar versterf op de Koperen zullen overgaan, zullende voorts opzigtelijk de aanvaardinge en verdere voorwaarden van minder belang in de Conditien vermeld, en in dezen niet vervat, de Contractanten zig na die Conditien moeten reguleeren, zijnde dit aldus invoegen voors verkogt voor een Summa van Dertig duizend en Vijfhondert caroli guldens (zegge f 30500 guldens) in twee Egaele termijnen op Maij 1793 en 1794 te voldoen, onder conditie dat tot volle betaaling het verkogte Verkopersches eigen en onverlaten goed zoude verblijven, na welke volle betaaling dezelve de Koper stelde en bevestigde in den vollen waren eigendom en geruste bezitting van het verkogte, Verbindende de Koper voor de prompte voldoening der bedongene Kooppenningen en te verschijnene huiren alle zijne goederen met submissie an de parate reale Executie.
In waarheids oirconde &e (=vestenisse) als voren in Groningen den 17 Januarij 1793. (onderstond) F: I: Guichart Grietman

___________________________________________________________

Groninger Archieven 735/302 Gerecht Oldehove 29-04-1789 – 15-07-1800

Aankoop bloot eigendom Ruigezand door Marten AEdges Teenstra 
Overdracht: 
19-10-1793
Koopsom f 18.000

Beklemhuur: f 500 
Ædsge Marten en Douwe Martens worden beide als beklemde meijers genoemd
Verkoper: Rienje Lammerts, weduwe Jannes Willems | de nazaten noemen zich later
Krijthe

Ut Supra. 

Betuige met dezen openen verzegelden brieve, dat persoonlijk voor mij gecompareerd ende erscheenen is
de E. Rijpke Willems als gevolmachtigde van deszelfs Moeder Rienje Lammerts wede wijlen Willem Jannes, woonagtig te Grijpskerk, ingevolge procuratie in dato den 12 October 1793, bij mij gezien en geleezen, welke bekende en beleede
Steevast en onherroepelijk te hebben verkogt op en overgedraagen zulks doende bij deezen aan als nog door deezen aan
de E. Marten Asges, woonagtig te Zuirdijk, mede gecompareert en zulks accepteerende
den Eigendom der Landerien het Ruigezand genaamd geleegen tusschen de Commer en Munneke Zijlster Rijdten, onder het Carspel Oldehove,
wordende bij Douwe Martens en Asge Martens in vaste Beklemminge gebruikt ’s Jaars voor f 500 gldns,
met lusten en lasten, servituiten en zwarigheeden, rechten voorts zoo groot en klein goed en kwaad als voorschreeven Landen aldaar zijn geleegen, en bij verkoopersche bezeeten en verdeedigt kunnen worden en reeds door den Koper aanvaardt voor
Een Summa van Zestien duizend caroli guldens, zegge f 16000 guldens, in twee egaale termijnen op Maij 1793 en 1794 te voldoen, onder conditie dat tot dage van volle betaling het verkogte Verkoper in qlte eigen en onverlaaten goed zoude verblijven, na welke volle betaling dezelve den Koper stelde en bevestigde in den vollen waaren Eigendom en geruste bezitting van het verkogte, verbindende voor diens vrije leverancie alle zijne in qlte goederen met submissie an de parate reale Executie.
En aangezien het Eerste termijn ter Summa van Agt duizend guldens was voldaan, zoo verklaarde Verkoper in qlte daar voor te quiteeren, voorts is bij deezen geconditioneert dat de resteerende Agt duizend guldens, over het verkogte zullen blijven staan, en de Koper daar van jaarlijks op den 12 Maij f 3-10 ten hondert huir in plaats van rente zal betaalen, waar van het eerste jaar zal komen te verschijnen op Maij 1795 en zoo van jaar tot jaar, met verder beding dat geduurende het leeven van Verkopersche voors capitaal door den Koper niet zal mogen worden afgelost, ter wijl daar en teegen de Koper verpligt zal zijn gemelde f 8000 guldens met diens huiren in plaatze van renten wanner ¼ jaars voor de verschijndach opzaege zij gedaan aan de verkopersche te moeten opbrengen, zullende op het versterf van Verkopersche de Koper met een ¼ jaars oplage voor de verschijndach voors Capitaal aan haar Erven mogen aflosschen. Verbindende voor Capitaal met diens huiren in plaatze van renten de Koper alle zijne goederen met submissie an separate reale Executie.
In waarheids oirconde &e (=vestenisse) als voren in Groningen den 19 October 1793.
(onderstond)
F: I: Guichart Grietman 

___________________________________________________________

Lening: 08-05-1794 van Rienje Lammerts aan Douwe Martens Teenstra 
Akte: 07-11-1794  
Bedrag: f 12.000,00, 3% rente 
Bijzonderheid: broer Ædsge Martens Teenstra wordt niet genoemd 
Borgen: vader Marten AEsges, stiefmoeder Anna Lues Dijkhuis en zwager Willem Rinderts, zuster Lijsbeth Martens

Ut Supra.
Betuige met deezen openen verzegelden brieven dat persoonlijk voor mij gecompareert ende verscheenen is de E. Douwe Martens woonagtig op het Ruigezand, welke verklaarde oprecht en deugdelijk schuldig te zijn aan de E. Rienje Lammerts weduwe van wijlen Willem Jans een Summa van Twaalf duizend car: gls: zegge f 12000 glds ingevolge handschrift in dato den 8 Maij 1794 bij mij gezien en geleezen, en welke door deezen zal zijn gemortiseert, renuncieerende diesweegen aan de exceptie van ongestelden gelde, belovende Jaarlijks op Maij van voors: Penningen na 3-10-: ten honderd rente te betaalen, waar van het eerste Jaar zal komen te verschijnen op Maij 1795, en zoo tot dage van aflossinge toe, welke alle Jaaren aan debiteurszijde met ¼ Jaars oplage voor de verschijndag zal moeten geschieden; dog de Debiteur zal gedurende het leven van Rienje Lammerts gemeld geen vrijheid hebben om dit Capitaal op te zeggen, dog na jaar overlijden zal dezelve het aan haar Erfgenamen met oplage van ½ Jaar voor de verschijndag mogen opbrengen.
Verbindende de Debiteur voor Capitaal en renten alle zijne goederen met Submissie an de parate reale executie.
Voorts compareerden mede de E. Marten AEsges en Anna Lues Dijkhuis en Willem Rinderts en Lijsbeth Martens, welke verklaarden zig voor voorsz: Capitaal en Renten ieder voor ’t geheel in te laten als Zelf Schuldige borgen, met verband van alle hunne goederen en Submissie an de parate reale executie; onder renunciatie an de exceptien ord: et divis en onder afstand der vrouwen van de vrouwlijke voorrechten sen: cons: vell: et auth: cod. si qua mulier van inhoud dat een vrouw zig nog voor haar man nog voor een vreemde met effect in rechten kan verbinden.
In waarheids Oirconde en tot vestenisse hebbe ik Grietman opgemeld dezen verteekend, en met het anhangen van mijn Zegul bevestigt op ’t Ruigezand den 7 November 1794.
(was geteekent)
F: I: Guichart Grietman  

___________________________________________________________

In de akten is niet echt duidelijk waar Willem Jannes en zijn gezin woonden.
Ook in de Geschiedkundige aantekeningen van Marten Douwes uit 1836, alsmede in geschriften van anderen, blijft de omschrijving vaag.

In 1860 publiceerde Marten Douwes Teenstra:
Kronijk, of Breedvoerige Tijdrekenkundige Tafel, inzonderheid voor de provinciën Groningen, Friesland en Drenthe; waarin tevens voorkomt een Chronologisch Overzigt va de Vaderlandsche Geschiedenis. Met eenige Bijlagen.
door M. D. Teenstra Tweede Deel, 1581 – 1795. (De stadhouderlijke regering).
Uithuizen H. H. G. Fongers 1860.  

In deze publicatie op bladzijde 224 omschrijft Marten Douwes de plaats van de boerderijen duidelijker:

In de Provincie Groningen wordt op den linker oever van het Reitdiep Het Ruigezand ingedijkt, een vruchtbare  kwelder en aanwas, onder de gemeente Oldehove, op welks westeinde in 1635 binnen eene kadijk van kleinen omvang eene veeplaats met eene bijschuur gebouwd was, zijnde bij hoogen vloed rondom van water omgeven.

Op deze kaart uit 1728, getekend door H.W. Folkers is het Ruigezand ingesloten door het Reitdiep en de Commerzijlsterriet (later genaamd het Oude Kanaal) 
Het Ruigezand wordt van rechts naar links met letters aangegeven: 
A. Weijde quelder 
B. Hooij quelder 
C. Hooij quelder 
D. Bou landt 
E. Hiem van Pieter Jans 
F. Hiem, van. Arent. Alberts en Aren’t met [] 
G. Stadt alleen, gebr jelle Beerens 
H. Stads Anwas, wordt nog niet gebr maar is goed weijde landt  

In de akte van koop worden met de boerderijen bedoeld de letters E en F.

In 1753 kocht Jhr. O. J. Alberda van Nijenstein, die de helft van het Ruigezand geërfd had, de overige helft van de stad Groningen en diens erven verkochten het geheel in 1757 aan Willem Jannes Krijthe en deszelfs Rienje Lammerts voor f 18000.

In 1770 ondernam Krijthe om zijn poldertje van omstreeks een bunder grootte, waarin zijne behuizinge en twee drinken dobben, uit te breiden, en bedijkte met eenen niet zwaren kadijk omstreeks 22 Bunders (toen 44 grazen) land, gelegen ten oosten, zuid-oosten en zuiden van zijne woning, op welks N. W. punt hij woonde.

Nadat Krijthe in 1792 overleden was, werd geheele Ruigezand, in naam 326 grazen, van 2402 Gron. roeden groot, door de wedw. en kinderen op den 31ste Dec. van dat jaar voor f 30.500 guldens, verkocht, blijkens koopakte gepasseerd door den grietman F. O. Guichart, en den eigendom dier beklemming voor f 16.500; het eerste kochten de gebroeders Douwe Martens Teenstra en Ædsge Martens Teenstra en het laatste hun vader Marten Ædsges Teenstra, landbouwer te Zuurdijk.
In 1794 werd geheel die polder voor eigen rekening en onder eigen bestuur ingedijkt, moetende het Oude-kanaal (de vroegere waterloozing van Kommerzijl tusschen het Ruigezand en de Noorder-waard) op twee plaatsen door dammen afsluiten. Deze polder is 330 bunders groot, waarvan 142 bunders tot de toenmalige Waardsterkwelders en de Stads Pol behooren, en tot het eigenlijke Ruigezand: 188 bund. Binnenland; 82 bund. dijk- en hooge kwelder en 107 ½ bund. lage kwelder en onbegroeide slijkgronden, die nu meerendeels begroeid zijn en uitmuntende weiderijen opleveren. 

___________________________________________________________

Willem Jannes x 01-07-1751 Oldehove Rienje Lammerts

De nazaten van het echtpaar namen later als familienaam: Krijthe
DTB Oldehove 1751: den 1 Julij Willem Jannes en Renje Lammerts beide van Oldehove
Huwelijkscontract contract 26-06-1751
Getuigen bruidegomszijde:

Rijpke Derks, stiefvader x Jantje Jans, moeder 
Getuigen bruidszijde:
Lammert Hindriks, vader x Itje Jacobs, moeder
Hindrik Lammerts, volle broeder x Klaaske Roelfs, aangehuwde zuster

Kinderen:
Jannes Willems Krijthe, landbouwer, † 25-01-1826 De Waard, 69 jaar, huis no 11 x Lieuwktje Renders

Aangevers overlijden Jannes: Albert Mennes Douma, 67 jaar en Hindrik Sijtzes Doornbosch, 22 jaar, beide landbouwer en wonende op de waard onder Grijpskerk, geburen 

___________________________________________________________

Terug naar Inpoldering en Aankoop “Ruigezand”