___________________________________________________________ |
13-08-1934 Leeuwarder Nieuwsblad Landelijke Ruiterwedstrijden te Drachten. Voor de eerste maal in Friesland.
De Harddraverij- en Renvereeniging te Drachten heeft propagandistisch gisteren weer zeer goed werk verricht. In navolging van de provincie Groningen heeft zij gisteren voor de eerste maal in Friesland landelijke ruiterwedstrijden gehouden en waren de leden van een zevental Groninger en Drentsche rijvereenigingen in de gelegenheid hun prestaties te toonen.
Landelijke ruiterwedstrijden vormen een zeer groot verschil met de gewone draverijen of een concours hippique, waarbij paarden gebruikt worden welke vrijwel alleen voor de wedstrijden dienst doen. Bij de landelijke ruitersport daarentegen gebruikt men paarden welke de geheele week door meehelpen het landbouwwerk te verrichten.
De landelijke ruitersport is vooral in de provincie Groningen „de” sport van het platteland geworden. Zij kost niet veel en is een der meest edele ontspanningen met opvoedkundige waarde.
De deelnemers aan deze wedstrijden hebben de talrijke aanwezigen laten genieten van hun kunnen op de paarden. Vooral bij de springnummers kwam zeer duidelijk naar voren, wat bij serieuze oefening met de paarden te bereiken is.
Na een optocht door de plaats vereenigden de deelnemers met het bestuur van de Harddraverij- en Renvereeniging en meerdere genoodigden zich aan een gemeenschappelijke lunch in hotel De Phoenix. De heer Van Asperen. voorzitter der vereeniging. heeft hier wijlen jhr. H. van Baerdt van Sminia herdacht, die vanaf de oprichting der vereeniging niet bij de courses heeft ontbroken.
Bijzonder ingenomen was men met de aanwezigheid van den heer J. Wuite, burgemeester van Smallingerland, die zijn vacantie heeft afgebroken om dit ruiterfeest mee te makend hetgeen getuigt van, een groote animo voor de ruitersport.
De heer Wuite kon niet nalaten aan de disch hulde te brengen aan de Harddraverij en Renvereeniging te Drachten voor hetgeen zij heeft gepresteerd. De vereeniging heeft een zeer goede naam gekregen in geheel Nederland.
De heer T. H. Barlagen, vertegenwoordiger van de Ned. Federatie van Landelijke Rijvereenigingen, heeft dank gebracht voor de gelegenheid aan de verschillende vereenigingen geboden om de landelijke ruitersport te demonstreeren.
De heer Van Asperen heeft vervolgens aan de twee deelnemende dames nog bloemen overhandigd.
Het programma ving aan met het nummer „Gelukspringen“, waaraan 37 dames en heeren deelnamen. Het parcours bestond uit 12 hindernissen, terwijl dit opnieuw vervolgd werd, wanneer foutloos gesprongen was. Zoodra een deelnemer(ster) een fout of weigering maakte, werd deze uitgebeld, zoodat hij winnaar werd, die de meeste hindernissen had genomen.
De derde hindernis, een hek, bleek voor vele paarden een bezwaar te zijn, en daar dit ook als 7e hindernis moest gorden genomen, brachten vele paarden het niet verder dan tot 2 of 6 genomen hindernissen. De Landelijke Rijvereen. „Finsterwolde” had in dit nummer nog al succes.
De uitslag luidt:
1e prijs, f 40, H. P. Mellema met “Bles” van Landel. Rijvereen. Finsterwolde, 23 hindernissen;
2e f 35 B. L. Tijdens met “Nusa” van idem, 18 hindernissen;
3e f 25 A. D. Bolhuis met “Nia” van Veendam, 18 hindernissen;
4e f 20 J. J. Dijkveld Stol met „Frits” van Winnetou, Leens, 17 hindernissen;
5e f 15 J. Huizing met „Fiesta” v. Viribus Unitus, te De Wijk, met 10 hindernissen;
6e f 10 J. T. Mellema met „Tobinus” van Finsterwolde, 9 hindernissen;
7e f 5 W. Hogenkamp met „Frieda” van Viribus Unitus, 8 hindernissen.
Een aardig nummer was het patrouillespringen, waaraan door 8 patrouilles werd deelgenomen. Elke patrouille bestond uit I commandant die voorop reed, gevolgd door 3 ruiters, die naast elkaar de hindernissen moesten nemen. Het parcours, dat twee maal geloopen moest worden, bevatte vier hindernissen. Door de jury werden bij dit nummer punten gegeven voor de stijl van het rijden, afstand tusschen commandant en ruiters en het nemen der hindernissen, terwijl voor elke fout 2 punten werden afgetrokken. Ook in dit nummer zegevierde Finsterwolde.
De uitslag luidt:
Landelijke Rijvereen, “’t Zandt e.o.” Commandant J. Tuinier Hofman met Dora. 10 punten, 2e prijs, f 40. Commandant D. Boerema met Alfons. 4 punten.
Landelijke Rijvereen. „Winnetou”, Leens, Commandant H. Meyer met Sedino, 5 punten. Landelijke Rijvereen. „Finsterwolde e.o.”. Commandant D. J. Mellema met Woelwater, 11 punten, 1e prijs, f 50. Commandant A. E. Ebbens met Menta. 9 punten.
3e prijs, f 30. Landelijke Rijvereen. „Neta”. Bellingwolde. Commandant T. Kloosterboer met Maréka. 5 punten. 5e prijs, f 10.
Landelijke Rijvereen. „Veendam e.o.” Commandant A. D. Bolhuis met Nia, 0 punten.
Landelijke Rijvereen. „Viribus” Unitus”, De Wijk Commandant G. Schoonvelde met Rudolf. 8 punten. 4e prijs. f 20.
Voor de jachtrit bestond eveneens een groote belangstelling van de zijde der deelnemers. 14 paarden startten eerst in twee series, terwijl vier z.g. „bloedpaarden” om een toegevoegde prijs van f 20 reden. Van dit 4-tal was „Jeanny” met mevr. Mellema, van Veendam, als berijdster de sterkste.
Voor de finale van de jachtrit plaatsten zich de rijders S. Vos, van Veendam met Bernard; W. Mellema, van Veendam met Carola; B. K. Tichelaar met Laneda en G Schoonvelde van “De Wijk” met Rudolf. Het paard van den heer Vos won na een spannende race de 1e prijs van f 40, terwijl de prijzen van f 30. f20 en f 10 ten deel vielen aan de heeren Tichelaar, Schoonvelde en Mellema.
De bekende circus-dresseur, de heer Otto Schumann, tegenwoordig woonachtig te Tilburg, reed vervolgens een tweetal paarden in de hooge school, voor de toeschouwers ongetwijfeld niets nieuws, maar steeds een nummer dat bij de paardenliefhebbers zeer inde smaak valt. omdat men zich dan een juist beeld kan vormen van wat met geduld te bereiken is.
Bijzonder geslaagd mag zeker de historische quadrille heeten, uitgevoerd door 32 landelijke ruiters, gecostumeerd, t.w. vier groepen van acht, voorstellende:
a. Laatst 17e eeuw (tijd van Willem III);
b. Midden 18e eeuw (Louis-Seize);
c. Begin 19e eeuw (Napoleontische tijd):
d. Midden 19e eeuw (Biedemaier tijdperk).
De vier rijvereenigingen die deze quadrille uitvoerden, oogstten met dit nummer zeer veel succes, zooals ook het geval was 28 Aug. van het afgeloopen jaar in Groningen, waar voor de eerste maal deze quadrille werd gegeven. Het was een fraai gezicht de 32 paarden met de gecostumeerde berijders in galop of in draf in groepen van acht de quadrille te zien uitvoeren en uiterst voldaan keerden de talrijke aanwezigen ongeveer 7 uur huiswaarts.
___________________________________________________________ |
13-08-1934, maandag, Nieuwsblad van het Noorden
De Ruiterdag te Drachten
(Van onzen deskundigen medewerker.)
De Harddraverij Vereeniging te Drachten staat bekend als zeer vooruitstrevend; aparte programma’s voor de draverijen vindt men meestal daar. De tuigpaardenliefhebbers herinneren zich ook nog de uitstekende concoursen hippique en nog altijd blijft in de herinnering voortleven het vierspan bruin blessen van de heeren Vinkers en Kloppenborg voorgereden door wijlen J. Wijma. En nog later had de heer Mellema het geweldige succes in de open klasse toen hij met drie paarden aan den kop stond, Hedon, Hendo, Madam.
En nu kwam te Drachten de groote ruiterdag. Jammer was het dat het weer guur was. Dat gaf op het totaal iets sombers. Want als het goed zal zijn. moeten de paardentuigen blinken in de stralen van de zon volgens het Groninger lied van Volksvermaken. De Groninger organisatoren van de groote quadrille in 1932 zullen stellig niet gedacht hebben, dat die quadrille zooveel navolging zou hebben. Na Appingedam kwam nu ook Drachten, zij het dan ook in veel kleiner formaat.
En om nu met het laatste het eerst te beginnen, de quadrille is weer uitstekend geslaagd. Het publiek heeft genoten, na een groote stilte door het aanschouwen van het groote kijkspel brak een applaus los uit pure waardeering en bewondering. In totaal was de uitvoering goed, alleen bij het onderdeel 15 is nogal geprutst, omdat men de afstanden niet goed had en de richting zoek was. Bij het links door elkaar gaan zijn natuurlijk heel wat blauwe beenen opgeloopen, want er was geen ruimte voor het doorgaan. De molens zijn goed gelukt, wijselijk gaf de heer Barlagen een kalm tempo aan. Er stond een zeer strakke wind op het veld, zoodat de commando’s niet altijd hoorbaar waren. Maar het publiek heeft genoten en het slot, de quadrille, was een waar succes.
Een opmerking in het algemeen willen wij nog maken in het belang van de ruitersport, n.l. deze, dat de ruiters zoo weinig vlot zijn in het afwerken van het programma. Het is toch mogelijk, dat men klaar staat voor den wedstrijd. Ook het programma wordt niet goed geraadpleegd. Zoo komt het voor, dat een ruiter in een tweeden wedstrijd nog loopt met een nummer van den eersten wedstrijd. Ook nu waren er veel te groote gapingen, het wachten duurde veel te lang. Wil men indruk maken, dan moet alles vlot gaan, men moet het publiek bezig houden en niet laten vervelen. Het begon reeds met het défilé. Precies een half uur te laat verscheen men op ’t veld. Een goede ruitergeest blijkt uit orde en discipline. En nu willen wij niet beweren dat hier geen goede ruitergeest was, maar een half uur te laat komen is daarmede toch in strijd. Maar gezegd moet worden, dat de leiding ook niet doortastend was.
Begonnen werd met een défilé dat direct geweldig insloeg. Een deinende galoppeerende ruitergroep is imponeerend. Dat was ook nu weer het geval.
Daarna werd aangevangen met het gelukspringen. Het parcours was niet gelukkig gekozen. De wendingen waren te kort, zoodat de deelnemers niet recht voor de hindernissen konden komen. Bij het gelukspringen moeten start en finish bij elkaar zijn, want met het vervolgen van het tweede parcours moet men niet de halve baan rond moeten. Dan is het niet juist, dat een parcours aanvangt op de linkerhand, dit mpet steeds zijn op de rechterhand.
Het vrij groote aantal deelnemers werd vlot afgewerkt. H. P. Mellema te Beerta nam niet minder dan 23 hindernissen en sloeg daarmede J. J. Dijkveld Stol, die toen op 17 stond, terwijl A. D. Bolhuis en B. L. Tijdens daar nog weer boven kwamen met 18 hindernissen en om de plaatsing moesten loten.
Met het patrouille springen hebben de ruiters in het algemeen groote vorderingen gemaakt. Het beoordeelingscijfer was 7 1/2, 7, 6 1/2, 5 1/2 en driemaal werd 5 gegeven. Fouten in de samenstelling werden spoedig hersteld. Gelet moet worden op meer gelijksoortige paarden. Zoo was de patrouille van Bellingwolde met en door Germaan uiterst zwak, hetgeen met de patrouille van Veendam waarin Jeanny liep hetzelfde was. Die paarden hebben in de galop einden teveel temperament, zoodat ze vooraan zijn. Gaan over een hindernis dan zijn ze achter. Zeer goed was de patrouille Finsterwolde, terwijl ook ’t Zandt best was, maar de afstand tusschen patrouille en commandant was niet juist.
Een mooi nummer dat vlot werd afgewerkt.
Leens viel voor den zesden prijs af tegen Bellingwolde.
De Wijk maakte sleen twee fouten, hetgeen haar bracht tot de vierde plaats, want het beoordeelingscijfer was 5.
De jachtrit heeft heel wat voeten in aarde gehad. Het wachten duurde veel te lang. Mooi was het, dat verschillende ruiters die niet in de finale wilden uitkomen, toch den jagermeester volgden, waardoor een groote groep ruiters in een flink tempo de baan afgingen.
De zoogenaamde bloedpaarden heeft men apart laten loopen.
Er moeten nu eens strenge bepalingen worden om daaraan paal en perk te stelen.
Wij lazen in het programma, dat de landelijke ruitersport medewerkt aan het juist gebruiken van het paard in het bedrijf. m. a. w., dat zij helpt om het bedrijf zoo rendabei mogelijk te maken. Dit onderschrijven wij volkomen, maar dan moeten de landelijke ruiters ook op boerenpaarden zitten niet op bloedpaarden die uitmunten in de jachtrit. ’t Gaat volkomen den kant uit met het tolereeren van renpaaraarden in de gelederen van de landelijke ruiters.
Vos te Veendam met Bernhard heeft zich geweldig geweerd en wist met 10 M. handicap nog te winnen. Laneda van den heer Tichelaar heeft flink partij gegeven, maar in het laatste rechte eind kon zij Bernard niet weerstaan.
De jachtrit van de renpaarden is prachtig gewonnen door mevr. Mellema te Groningen. Germaan van den heer Oterdoom te Bellingwolde heeft wel lang tegengesparteld, maar ook hij moest loodje leggen. Het was een opwindende rit die mevr. Mellema een luid applaus bezorgd.
Otto Schumann uit Tilburg heeft met zijn beide paarden Rakker en Ferdinand het Publiek weer verbaasd doen staan. Rijkunstig is de verrichting met Rakker (schimmel) buitengewoon, dat van Ferdinand is meer circusdressuur dat het publiek beter kan volgen. Schumann was buitengewoon op dreef.
De ruitersport heeft in Friesland ongetwijfeld een mooie reclame gemaakt. Maar nu moet er ook eens weer wat nieuws komen; wij zijn nu zoo zachtjes aan uitgekeken de quadrilles, gelukspringen en rijden.
De uitslagen luiden:
Gelukspringen. Prijzen f 40, f 30, f 25, f 20, f 15, f 10 en f 5.
1. H. P. Mellema te met Bles 23 hindernissen;
2. B. L. Tijdens te Drieborg met Nusa 18 hindernissen;
3. A.D. Bolhuis te Veendam met Nia 18
4. J. J. Dijkveld Stol met Oude Frits (?) 17 hindernissen;
5. J. Huizing te de Wijk met Fiësta, 10 hindernissen;
6. J. T. Mellema Nieuw-Beerta met Tobias 9 hindernissen;
7. W. Hoogenkamp te de Dijk met Frieda 8 hindernissen.
Patrouille springen. Prijzen f 50, f40, f 30, f 20 en f 10.
1. Finsterwolde met 11 punten,
2. ’t Zandt met 10 punten,
3. Finsterwolde II met 9 punten,
4. de Wijk met 8 punten,
6. Bellingwolde met 5 punten.
Jachtrit. Prijzen f 40, f 30, f 20 en f 10.
1. S. Vos te Veendam met Bernhard,
2. B. K. Tichelaar te Uithuizen met Laneda,
3. G. Schoonvelde de Wijk met Rudolf,
4. W. Mellema te Groningen met Carola.
Jachtrit voor renpaarden. Prijs f 20.
1. Mevr. Mellema te Groningen met Jaenny
___________________________________________________________ |
Terug naar Winnetou