___________________________________________________________ |
24-01-1844 Aktenummer 5640
Verkopers: Erven Klaas Harms Timmer
Kooper: Jan Jakobs Goris x Grietje Klaassen Timmer
Koopsom: f 275,00
Eigenaar grond: Hendericus Jannes Torringa
Kadaster: G93 en G94 | beklemhuur f 5,00
Adres: Huisnummer 12 (= Ewer 9)
Geldleners: Jan Jakobs Goris x Grietje Klaassen Timmer
Gelduitleners: Diakonie Hervormde Gemeente Zuurdijk
Rente: 4%
Bijzonderheid: Leentje Alberts-Dijkhuis behield recht van bewoning van de noordelijke kamer
___________________________________________________________ |
Voor Ons ondergeteekende Meester Hendrik van Bolhuis, notaris residerende te Leens, Gemeente van dien naam, in het Arrondissement Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna te noemen en mede ondergeteekende getuigen,
Compareerden
Leentje Alberts Dijkhuis, weduwe Klaas Harms Timmer, dagloonster wonende te Zuurdijk, voor de eene helfte eigendom van natemelden vastgoed;
benevens
Jantje Klaassen Timmer, echtgenoote van en ten deze gesterkt en geautoriseerd door Pieter Roelfs Oostema, daglooners, wonend te Warfhuizen;
Anje Klaassen Timmer, echtgenoote van en ten deze gesterkt en geautoriseerd door Rijpke Fokkes Haan, daglooners, wonende te Niekerk, gemeente Ulrum;
Harm Klaassen Timmer, van beroep timmerman, wonende te Houwerzijl, en
Albertje Klaassen Timmer, echtgenoote van en ten deze gesterkt en geautoriseerd door Renne Luies Dijkhuis, daglooners, wonend te Hornhuizen;
gemelde Jantje -, Anje -, Harm. -, en Albertje Klaassen Timmer, Kinderen en mede erfgenamen van wijlen hunnen vader Klaas Harms Timmer, in leven daglooner te Zuurdijk, bovengemeld, en als zoodanig te zamen voor vier zesde aandeelen tot natemelden vast goed, wat de wederhelft betreft, geregtigd, behoorende de overige twee zesde aandeelen van die helft aan hunnen zuster, Grietje Klaassens Timmer, hierna genoemd, benevens aan hunnen nog minderjarige broeder Albert Klaassen Timmer, de beide laatsten mede als kinderen en erfgenamen van voorzeijden wijlen Klaas Harms Timmer, – alle welke comparanten – aan ons, notaris, bekend – verklaarden, onder verband van vrijwaring als naar regten, te hebben verkocht en overgedragen aan Jan Jakobs Goris en Grietje Klaassen Timmer, ehelieden, daglooners, wonende te Zuurdijk, die, beide hier tegenwoordig en aan ons, notaris, bekend, zulks erkennende, alzoo in koop en overdragt verklaarden te accepteeren, (zijnde de laatstgemelde Comparante ten deze door den eerstgenoemde Comparant Kooper, haren eheman, gesterkt en geautoriseerd): – der Verkooperen voorschreven aandeelen, zijnde te zamen tien twaalfde, in
eene behuizing, geteekend numero twaalf, met de beklemming van derzelver erf en tuin, te zamen groot vier roeden en veertig ellen, doende jaarlijks aan den Heer Hendericus Jannes Torringa, te Zuurdijk, tot huur vijf gulden, staande en gelegen te Zuurdijk, gemeente Leens, arrondissement Appingedam, en aldaar in den Legger van het Kadaster bekend onder Sectie G nummers drie en negentig en vier en negentig.
Verder verklaarde de Comparanten, dat evengemeld vast goed door (nu wijlen) Klaas Harms Timmer en derzelfs echtgenoote, de eerste Comparante Leentje Alberts Dijkhuis, bovengemeld, meer dan dertig jaren was bezeten, zonder dat er eenigen schriftelijke titel van aankomst bestaat, noch overschrijving deswege ten Kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Zijnde voormelde aandeelen verkocht met alle de lusten, lasten, regten, servituten en zwarigheden, zigtbare en onzigtbare, welke daarop zijn leggende of vervolgens gelegd zullen worden, zonder uitzondering, invoege en in dien staat als het verkochte zich bevindt, door verkoperen is bezeten en heeft kunnen worden verdedigd, zonder dat er eenige losse goederen in dezen verkoop zijn begrepen, als zijnde het verkochte overgedragen met alles wat daaraan aard- en nagelvast is; zullende de koopers het gekochte aanvaarden op den eersten Mei dezes jaars en alle belastingen vanaf dat tijdstip, op het verkochte leggende, moeten dragen en voldoen.
Voorts is tusschen partijen geconditioneerd, dat de eerste comparante Leentje Alberts Dijkhuis, gedurende haar leven, zal blijven bewonen
het Kamertje, in het noordeinde van voormelde behuizing aanwezig, zonder dat de koopers deswege eeenige betaling of vergoeding zullen kunnen genieten of pretendeeren; welke last van inwoning, ter regeling van het regt van registratie, bij deze door partijen wordt begroot op eene som van vijf gulden jaarlijks.
Invoege voorschreven is de verkoop en koop van voorzeide aandeelen geschiedt voor eene som en koopprijs van twee honderd vijf en zeventig gulden, welke de verkooperen verklaarden ontvangen te hebben uit handen van Jan Jakobs Bos en Hendrik Jans Zijlma, beide landbouwers, wonende te Zuurdijk, beide hier tegenwoordig en aan ons, notaris, bekend, welke laatstgemelden verklaarden, dat zij deze betaling hadden gedaan in hunne hoedanigheid van diakenen der Hervormde gemeente te Zuurdijk, en wel met gelden, tot het fonds dier diakenie behoorende, terwijl zij met de Comparanten koopers, die zulks erkenden, verklaarden te zijn overeengekomen, dat laatstgemelden, onder solidair verband, als debiteuren, ten behoeve van voorzeide diakenie, voor gemelde hoofdsom zullen zijn verbonden, en daarvan jaarlijks op den eersten Mei, eerstemaal den eersten Mei achtienhonderd vijf en veertig, naar vier procento tot interest zullen moeten betalen, aan en ten huize van de tijdelijke diakenen van voorzeide gemeente, heen ter tijd de hoofdsom ten vollen zal zijn afgelost en betaal, welke aflossing en betaling ieder jaar op den verschijndag der interest aan zijde van de tijdelijke diakenen van gemelde gemeente, als crediteuren, zal kunnen worden gevordert, en door de debiteuren zal mogen en moeten geschieden, altijd in klinkende, gangbare nederlandsche muntspecie, mits te dien einde, drie maanden vóór den verschijndag der interest behoorlijke opzage of aanzegging van de eene of andere zijde zij gedaan; blijvende, in allen gevalle, de Kosten van opzage ten laste van de debiteuren.
Tot zekerheid van de hoofdsom en der daarop te verschijnen interessen verklaarden de debitueren bij deze tot bijzonder hijpotheek te stellen en te verbinden: de bij deze door hen gekochte tien twaalfde aandeelen van voormelde vaste goederen, zoo mede het een twaalfde aandeel in dzelve, aan de comparante Koopersche, Grietje Klaassen Timmer, als mede-erfgename van haren vader, voormeld, reeds vroeger toebehoorende, welke tot hijpotheek gestelde aandeelen, volgens verklaring der debiteuren, met geen ander hijpotheek of privilegie zijn bezwaard.
Hebbende diens volgens de comparanten debiteuren aan de comparanten crediteuren, of hunne opvolgeren, tijdelijke diakenen van meergemelde Gemeente, als eerst-ingeschrevene Schuldeisers, of hunne regtverkrijgenden, onherroepelijke volmagt gegeven, bij deze, om – ingeval de hoofdsom van heb debiteuren, mogt worden opgeeischt en zij in gebreke blijven dezelve te betalen, of ook, indien zij nalatig blijven in de voldoening der interessen jaarlijks op den verschijndag, – de bovengemelde tot hijpotheek gestelde elf twaalfde aandeelen in voorzeid onroerend goed, ten allen tijde publiek, volgens plaatselijk gebruk, ten overstaan van een Openbaar ambtenaar, te doen verkoopen, ten einde uit den opbrengst te verhalen de hoofdsom met de verschuldigde interessen en kosten, ter zake de invordering aangewend.
Eindelijk is tusschen crediteuren en debiteuren bepaald en bedongen, dat, zoolang de hoofdsom onbetaald zal zijn, de debiteuren het tot hijpotheek gestelde niet zullen mogen verhuren, noch, bij wijze van willige verkoop, tot eenige zuivering van hijpotheken zullen mogen overgaa.
Van al hetwelk deze acte is opgemaakt.
Gedaan en gepasseerd te Leens, ten huize van den Kastelein Jan Enuma, Johanneszoon, op den zeven en twintigsten Januarij achttienhonderd vier en veertig, in tegenwoordighied van dezelfde Jan Enuma, Johanneszoon, kastelein, en van Frederik Wiersum, buiten bepaald beroep, beiden te Leens woonachtig, als getuigen ten deze verzocht, bevoegd en aan Ons, notaris, bekend, die deze met den Comparanten en Ons, notaris, na gedane voorlezing, hebben geteekend; met uitzondering van de eerste Comparante Leentje Alberts Dijkhuis, die verklaarde niet te kunnen schrijven; noch haren naam teekenen, om reden zij zulks niet had geleerd.
___________________________________________________________ |
Naar Woning Ewer 9