___________________________________________________________ |
Hellevoet, den 28 Mei 1835.
Waarde Neef!
Ik het genoegen u te kunnen berigten dat wij thans bij de Helvoet liggen, en wachten alle dagen op goede wind, welke thans goed is, en wij zullen ook op heden vertrekken.
Hetgeen mij tot ongenoegen strekt is dat, dat Truida Maandag ziek geworden is, hetwelk thans nog niet weer hersteld is. De kapitein is zeer goed voor haar, dewijl hij haar geeft hetwelk zij noodig moet hebben. Wij zijn verleden Woensdag den 20 uit Rotterdam op stroom gegaan, en des Vrijdags kwamen wij het nieuwe kanaal, hetwelk een kwartier uurs ten oosten van het dorp Zwartewaal sluis, en gingen den 25 op stroom, alwaar wij thans een dag of vier gelegen hebben.
Nu waarde ik moet afbreken om de tijd te kort is en doe de groetenis aan uwe Vader moeder zusters en ook aan Doffers.
Na hartelijke groetenis ben ik uw altijd toegenegene neef.
Kornelus Beukma.
P.S. Terwijl ik dit schrijf is het zeven uren smorgens en wij zijn al nabij de zee.
___________________________________________________________ |
Naar Brieven Klaas Jans Beukma, zonen Jan, Kornelis, Willem Beukma en schoondochter Hillechien Beuckma