___________________________________________________________ |
31-12-1898 Winschoter Courant, zaterdag
M. de R.!
Mij werd ter lezing toegezonden een afschrift van een artikeltje uit uw courant, waarin geheel uit de lucht gegrepen beweringen, mij betreft voorkomen.
De inzender van dit artikel is waarschijnlijk geaspireerd door iemand uit de familie Welt-Dojes.
De partijdigheid van zijn zegsman is in ieder geval grooter dan zijn begripsvermogen.
Ik was niet in de vergadering geroepen, om mij te verantwoorden, maar was er heengegaan, om bewijs te leveren, dat de heer D. K. Welt, die men ter kwader ure lid der Eerste Kamer heeft gemaakt, en over wiens zedelijke waarde, zooals door zijn naaste bloedverwanten zoo herhaaldelijk te mijnent werd beoordeeld, ik maar niet zal spreker, ook in deze zaak eene zeer afkeurenswaardig had gespeeld.
Ik bewees met de stukken in de hand, dat de heer Welt den heer Jhr. D. R. de Marees van Swinderen, die als secretaris van den raad van Conmissarissen rapport had uit te brengen, beschudigingen had doen uitspraken tegen mij als Directeur der Ned. Am. Hyp. Bank, die alleen waren gegrond op onware en valsche voorstellingen van heer Welt.
De heer Welt had herhaaldelijk ontkend, dat in het archief van de Bank en in zijn bezit stukken zich bevonden, die een duidelijk licht wierpen te mijnen gunste op zekere zaak, en ik bewees, dat de heer Welt die stukken wel onder zich had.
Commentaar was overbodig.
De heer Welt, ofschoon president, bleef passief – en tot veler grootste verbazing poogde de heer van Swinderen deze daad van den heer Welt met grote woorden te vergoelijken.
Om het aantal stemmen te kunnen verdrievoudigen hadden de leden van de familie Welt-Dojes hunne aandeelen doen overschrijven op boerknechten, kleermakers en hunne talrijke ondergeschikten.
Volgens de statuten wordt het stemrecht op volgende wjjze uitgeoefend:
1 tot en met 2 aand. geven recht op 1 stem,
3 tot en met 5 aand. geven recht op 2 stemmen,
6 tot en met 10 aand. geven recht op 3 stemmen,
11 tot en met 15 aand. geven recht op 4 stemmen,
16 tot en met 20 aand. geven recht op 5 stemmen,
21 en meer aand. geven recht op 6 stemmen.
Deze bepalingen werden destijds gemaakt, om te verhinderen, dat een paar groote aandeelhouders, zooals in de familie Welt-Dojes zijn, de andere zouden kunnen overstemmen.
Wat geeft een Welt of Dojes om de bedoeling der statuten, wanneer het geldt de vernietiging van een man, die hen in den weg staat?
De heer Welt had 23 aandeelen, dus 6 stemmen. Ook ik kon 6 stemmen uitbrengen, maar door toepassing van bovenomschreven maatregel de heer Welt nu 23 stemmen, en zoo hadden al de leden van de familie Welt-Dojes gehandeld; terwijl onpartijdige aandeelhouders en ik slechts het bij de statuten bepaalde aantal stemmen konden brengen over het bedrag, dat wij ter goeder trouw bezaten.
Door eenige onpartijdige aandeelhouders was in vereeniging met mij een voorstel gedaan om eene commissie van onderzoek te benoemen in verband met de handelwijze van h.h. commissarissen, die blijkbaar geheel onder den invloed van de Welt-Dojes stonden, en welke laatste heeren er wel voor waakten, dat mij geene gelegenheid werd gegeven, om mij mondeling te kunnen verantwoorden.
De h.h. commissarissen verklaarden, dat zij m het benoemen van deze commissie eene daad van wantrouwen zagen en bij benoeming ervan onmiddellijk zouden aftreden.
Toch stemden nagenoeg alle onpartijdige aandeel houders, waaronder eminente mannen, vóór het benoemen dezer commissie, en riepen dus het; „weg met de commissarissen” uit.
Wanneer deze pil de heeren Welt-Dojes c.s en ook de andere commissarissen niet bitter heeft gesmaakt, dan zijn zij reeds aan het slikken van veel bitters gewoon geraakt.
Enkele aandeelhouders verklaarden tegen de commissie te hebben gestemd, omdat de andere commissarissen, door de heeren Derk Welt en Dojes te steunen, steeds dieper zullen zinken, en daardoor de moeilijkheden van zelf zouden worden opgelost.
Men liet den heer van Swinderen in zijn rapport allerlei lage argumenten bezigen, o.a. ook deze, dat mijn aftreden gewenscht was, omdat ik zoo weinig gezien was in de plaats mijner inwoning.
Men leverde voor deze bewering geen bewijs, maar pousseerde den heer Dojes als directeur, waartegen in dat opzicht wel een bewijs aanwezig is.
Niettegenstaande bijna de geheele streek afhankeljjk is van de combinatie Dojes, Bakker, Welt en Westerdijk en elk verzet gestraft wordt met honger en allerlei plagerijen en geweldenarijen, en niettegenstaande de raad onzer gemeente voor een groot dee1 bestaat uit van den heer Dojes afhankelijke personen, werd de heer Dojes in het vorige jaar uitgeworpen als wethouder; en de raad zal toch een zoo machtigen man, als de heer Dojes, niet uitwerpen als wethouder, wanneer deze corporatie zijne zedelijke waarde hoog acht.
Velen waren met mij er verbaasd over, hoe de heer van Swinderen, die niet alleen door mij, maar ook van andere zijde voor de heeren Welt en Dojes was gewaaschuwd, zich als pleitbezorger voor dien heeren kon opwerpen.
Had de heer van Swinderen die heeren zoo goed gekend, als wij ze hier kennen, hij zou zich er wel voor gewacht, hebben, zoo iets te doen.
Terecht schreef burgemeester Bakker, de tegenwoordige bondgenoot, et pour cause, van den heer Welt, de Provinciale Groninger Courant van den 19 Maart 1896,
„heer Westerdijk weet, dat het mij niet voegt iets van derden te zeggen, maar de vraag rijst bij mij op, waarom de kiezers van Usquert den heer Welt onwaardig keurden, hunne in den gemeenteraad te vertegenwoordigen.”
Uithuizen, 29 Dec. 1898.
M. TALENS Hzn.
(Wij vatten niet waarom de heer Talens aanstoot gevonden heeft in ons verslagje van bovenbedoelde vergadering, dat wij aan de Pr. Gr. Ct. ontleenden, welk verslagje woordelijk van den volgenden inhoud is:
„In de gistermiddag in ’t café Prins gehouden buitengewone algemeens vergadering van aandeelhouders der Nederlandsch-Amerikaansche Hypotheekbank, gevestigd te Uithuizen, werd de pers niet toegelaten. Intusschen vernemen wij, dat de vergadering heeft geduurd van halfdrie tot halfzes, en dat het vrij heftig is toegegaan. Tot voorloopig directeur werd benoemd de heer R. P. Dojes te Uithuizen.! De heer M. Talens H.zn., die enkele maanden geleden als directeur heeft bedankt, was ter vergadering aanwezig. Een door de commissarissen ingesteld onderzoek is nog niet afgeloopen. Een voorstel, een commissie van onderzoek te benoemen, dat door commissarissen werd bestreden als zijnde een blijk van wantrouwen, werd verworpen”
Brd.)
___________________________________________________________ |
Naar Strubbelingen binnen de Nederlandsch-Amerikaansche Hypotheekbank