___________________________________________________________ |
Louis-Joseph-Antoine de Potter, * 26-04-1786 Brugge, † 22-07-1859 Brugge x 1826 Brussel Sophie van Weydeveldt, *1808, † 1896
De Potter was een journalist die op prominente wijze actief was tijdens de Belgische Revolutie van 1830.
Hij schreef meer dan 100 boeken, petities en pamfletten, waaronder de “Brief aan mijn Medeburgers“.
___________________________________________________________ |
Ouders Louis: Pierre-Clément de Potter de Droogenwalle jr (1759-1824) x Marie-Catherine Maroucx d’Opbrakel (1758-1833), was onder het oude régime eerst erfachtig ruwaard van Diksmuide en vervolgens schepen van het Brugse Vrije.
Op 1 december 1822 verkreeg Pierre-Clément jr. adelserkenning namens koning Willem I. Om hem moverende redenen heeft hij erkenning niet geaccepteerd. Misschien op gezag van zoon Louis, die titels en wapens beschouwde als des jouets à l’usage des vieux bambins de l’époque (speelgoed gebruikt door de oude peuters van deze tijd).
___________________________________________________________ |
Levensloop Louis de Potter
Louis de Potter kreeg zeer waarschijnlijk huisonderricht. Ook al deed hij geen universitaire studies was hij goed onderlegd in de klassieke talen en literatuur. Hij interesseerde zich voor de werken van de Franse filosofen van de Verlichting en werd antiklerikaal en strijdend liberaal.
In 1811, trok hij als 25-jarige naar Italië. Tot 1821 verbleef hij in Rome en van 1821 tot 1823 in Florence. Hij genoot er van het warme klimaat en bestudeerde er het pausdom en de curie. Zijn eerste publicaties hadden betrekking op de vroege concilies en op de problematiek van de scheiding tussen kerk en staat, door hem bestudeerd vanuit de gedachten van de Verlichting. Dit gaf aanleiding tot twee stevige studies, de tweede zelfs in zes delen. Tijdens zijn verblijf in Florence had hij toegang tot de archieven van de familie Ricci en dit gaf hem stof voor een derde werk, helemaal gewijd aan het verheerlijken van het jozefisme en van de in Toscane doorgevoerde hervormingen onder groothertog Leopold, de broer van keizer Jozef II.
Gedurende zijn Italiaans verblijf had Louis de Potter een relatie met Matilde Malenchini, een heel wat oudere kunstschilderes. Toen hij naar het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden terugkeerde volgde zij hem maar de relatie bekoelde en in 1826 kwam er een einde aan. Tijdens zijn omzwervingen ontmoette hij invloedrijke figuren als Hughes Félicité Robert de Lamennais, Henri Lacordaire, Stendhal en Filippo Buonarroti.
Wegbereider voor de revolutie
Toen Louis de Potter terug was in De Nederlanden, woonde hij eerst in Brugge en na de dood van zijn vader verhuisde hij naar Brussel.
In Brussel huwde hij in 1826 – na enkele amoureuze avonturen- burgerlijk en niet kerkelijk met Sophie van Weydeveldt (1808-1896). Op zich was dit huwelijk een ‘statement’.
De bruid was niet alleen niet van adel, maar was de in Brussel geboren onwettige maar erkende dochter van de Bruggeling Antoine Van Weydeveldt, uit een familie van kleine burgerij, en van Anna Ligy.
Louis de Potter was aanvankelijk zeer tevreden met het regime van het Verenigd Koninkrijk en onderhield uitstekende betrekkingen met de minister van Binnenlandse Zaken Van Gobbelschroy, die hij al van in zijn jeugdjaren kende. Hij werkte dan ook graag mee als redacteur van de regeringsgezinde Courrier des Pays-Bas. Deze krant voerde oppositie tegen de katholieke clerus en tegen de aristocratie. Uiteindelijk werden Louis en de krant werden antiregeringsgezind en keerden zich derhalve ook tegen Willem I en zijn absolutistische neigingen.
Een artikel van 8 november 1828 dat een fel pamflet was tegen de ministers van de koning, betekende de aansluiting van de krant bij het opstandige Belgische unionisme, een verbond van katholieken en liberalen dat zich tegen de Nederlandse koning keerde. Het betekende meteen een toenadering tot de katholieken.
Justitieminister Cornelis Felix van Maanen liet Louis de Potter vervolgen en deze werd op 15 november opgepakt en op 20 december 1828 op verdenking van samenzwering tegen de staat veroordeeld tot achttien maanden gevangenis en duizend gulden boete. Op dat proces nam Louis zelf ook het woord en hield een lange redevoering waarin hij een hele reeks politieke eisen stelde. Dit had een grote weerklank en hij werd één van de meest bekende en meest populaire opposanten van het regime. Zijn cel werd een middelpunt van oppositie tegen koning en regering. In juli 1829 stuurde hij zijn pas verschenen brochure naar de koning, waarin hij het ‘unionisme’ tussen katholieken en liberalen beschreef en aanprees.
Op 8 januari 1830 ontsloeg de koning leden van de Staten-Generaal die zich tegen zijn politiek hadden verzet. Vanuit de gevangenis lanceerde De Potter in februari de idee om de afgezette leden te vergoeden via een inzameling in het hele land.
Meteen stelde hij ook voor om een nieuwe staatsvorm te organiseren. Van Maanen liet hem opnieuw vervolgen, nu wegens oproepen tot oproer. Op 30 april 1830 veroordeelde het hof van assisen van Brussel De Potter tot acht jaar ballingschap. Zijn vrienden Jean-François Tielemans en Adolphe Bartels kregen zeven jaar verbanning. Louis vertrok in juni richting Zwitserland omdat het koninkrijk Frankrijk hem geen asiel wilde verlenen, maar kort daarop gaf de julirevolutie aldaar hem toch de mogelijkheid naar Frankrijk uit te wijken. Hij verbleef eerst in Parijs en vervolgens in Rijsel, van waaruit hij opruiende artikels bleef rondsturen, waar hij nochtans niet de scheuring maar de bestuurlijke scheiding van Noord en Zuid voorstond.
Onder het Belgisch koninkrijk
Na de Belgische Revolutie, toen tijdens de septemberdagen de laatste ‘Hollanders’ uit Brussel verdreven waren, kwam hij terug. Hij werd geestdriftig onthaald, zoals een verslag uit die tijd meedeelt: “Om zes uur ’s avonds bereikte de Potter de Anderlechtsepoort, gevolgd door een grote menigte en door verschillende contingenten van vrijwilligers die zich onderweg bij hem hadden aangesloten. Een groot detachement van de Burgerwacht en wel 20.000 Brusselaars stonden hem op te wachten. Te voet trok hij naar het stadhuis met steeds meer volk rond hem. Op de Markt had hij alle moeite om tot aan het stadhuis te geraken. Daar werd hij ontvangen door de leden van het Voorlopig Bewind die hem bijna verstikten onder hun omhelzingen en hem de voornaamste auteur van de revolutie noemden“.
Hij werd onmiddellijk opgenomen als lid van het Voorlopig Bewind. Als 44-jarige was hij de oudste van de leden in deze voorlopige regering en werd er de facto de leider van. Louis kreeg de eer om de onafhankelijkheidsverklaring van België op te stellen en voor te lezen. Vervolgens werd een ‘Nationaal Congres’ verkozen, dat een nieuwe grondwet moest opstellen. De Potter opende als voorzitter de eerste zitting, maar moest al vlug vaststellen dat hij met zijn radicale opinies zeer in de minderheid was. Hij was voorstander van een confederatie naar Zwitsers model; de meerderheid koos evenwel voor een unitaire staat. Hij sprak zich uit voor een republikeinse staatsvorm: de meerderheid koos op 13 november 1830 voor een constitutionele monarchie.
Hij trok zich toen terug, nadat hij amper zes weken bij het bestuur van het nieuwe land was betrokken geweest. De volgende maanden sprak de Potter zich in Le Belge en L’Emancipation kritisch uit over de Belgische overheid.
In februari 1831 moest hij vluchten voor de repressie tegen de tegenstanders van de Belgische monarchie. Hij ging in Parijs wonen. In Parijs was hij voornamelijk bevriend met Lamennais en werkte mee aan diens dagblad L’Avenir. Nadien werkte Louis mee aan het republikeinse blad Le Réformateur. Einde 1838 kwam hij naar Brussel terug, maar in 1839 schreef een teleurgestelde De Potter dat er in België minder vrijheid was dan vroeger en dat België en Nederland (ondertussen ook een grondwettelijke monarchie geworden) best weer herenigd werden.
Hij keerde zich af van de liberalen en bekeerde zich tot socialistische ideeën, zoals bleek uit zijn talrijke publicaties. Hij werd aanhanger van het ‘rationeel socialisme’ van Jean-Guillaume Colins de Ham (1783-1859) en ijverde voor algemeen stemrecht. De Potter wijdde verschillende publicaties aan de sociale kwestie. In 1842 probeerde hij met L’Humanité een socialistisch gezinde krant op te zetten, maar dit was geen succes.
Louis de Potter keerde naar Brugge terug om er te sterven. Hij bracht de maand juli door in de badstad Blankenberge. Van daar reisde hij ook naar Brugge, waar hij zijn intrek nam in het Hotel du Commerce in de Sint-Jacobsstraat 1-20. Zijn dood kwam er onverwacht, in de voormiddag van de 22ste juli 1859. De aangifte op het stadhuis werd gedaan door architect Isidore Alleweireldt, vriend van de Potter, vergezeld door een jonge stadhuisbediende, Auguste Lauwers. De aangifte vermeldde dat De Potter in Brussel woonde
Publicaties Louis de Potter
Considérations sur l’histoire des principaux conciles depuis les apôtres jusqu’au Grand Schisme d’Occident, 1816 L’Esprit de l’Église ou Considérations sur l’histoire des conciles et des papes, depuis Charlemagne jusqu’à nos jours, 6 volumes, 1821
Vie de Scipion de Ricci, évêque de Pistoie et de Prato, 1825.
Saint-Napoléon, en paradis et en exil, 1825.
Lettres de saint Pie V sur les affaires religieuses en France, 1826.
L’Union des catholiques et des libéraux dans les Pays-Bas, (1ste editie juli 1829, 2e editie, Brussel 1831)
Lettre de Démophile à M. Van Gobbelschroy sur la garantie de la liberté des Belges à l’époque de l’ouverture de la session des états généraux (1829-1830)
Lettre de Démophile au roi sur le nouveau projet de loi contre la presse et le message royal qui l’accompagne, 1829 Correspondance de De Potter avec Thielemans, depuis la prison des Petits Carmes, Brussel, 1829
Lettre à mes concitoyens, Brussel, 1830
De la Révolution à faire d’après l’expérience des révolutions avortées (1831)
Éléments de tolérance à l’usage des catholiques belges (1834)
Questions aux catholiques belges sur l’encyclique de M. de Lamennais (1835).
Histoire du christianisme (Parijs 1836)
Résumé de l’histoire du christianisme (1856)
La Révolution belge de 1828 à 1839, souvenirs personnels (Brussel 1838-39)
Études sociales, (1843)
La Justice et la Sanction religieuse (1846)
La Réalité déterminée par le raisonnement (1848)
A B C de la science sociale (1848)
Catéchisme social (1850)
Catéchisme rationnel (1854)
Dictionnaire rationnel (1859)
___________________________________________________________ |
1813 – 1848: Onrust in “De Marne”