Geuchien Zijlma: Levensbeschrijving door zoon Hindrik Jelte Zijlma (1947)

___________________________________________________________

1947 Juli/Aug. „Groningen” maandblad voor letterkunde van eigen erf
29ste Jaargang, no’s 7 en 8 

G. Zijlma nummer (53 pagina’s)
Korte levensschets van G. Zijlma door H. J Zijlma

Hilje Geuchiens Hopma, wonende op de Ewerheerd1 onder Zuurdijk. 

1 thans genaamd “’t Huis Ewer” 

Zijn eerste onderwijs genoot hij tot zijn 12e of 13e jaar op het kleine dorpsschooltje te Zuurdijk, waar de heer O. P. van Duinen als onderwijzer fungeerde over een 30-40 tal kinderen. Tevens was genoemde v. D. koster en wonende in de kosterie, oefende hij daar bovendien het beroep van herbergier uit.

Na genoemd onderricht volgde nog één jaar, tot de zomer van 1856, het onderwijs aan de school te Ulrum, waar toen de in onderwijskringen hoog aangeschreven staande W. Bronneger Onnekes schoolhoofd was.
Evenwel zullen de resultaten van dit onderwijs niet bijzonder groot zijn geweest, wanneer men bedenkt, dat hij met zijn onderwijzer Havinga, als enige hulp, het in twee lokalen samengedrongen aantal van ongeveer 180 kinderen had te onderwijzen. Echter is mijn vader de heer Onnekes steeds dankbaar gebleven voor het opwekken van de lust tot zelfstudie, waarbij hij meerdere oudleerlingen zijn bijstand verleende. 

En wanneer die lust ongetwijfeld bij hem aanwezig zal zijn geweest, sterk aangewakkerd moest die wel worden door het voorbeeld van zijn 18 jaren oudere broer, de schrijver van „de Marne”, die het in dat opzicht bij nog slechter schoolonderwijs gelukte door zijn ijver en wilskracht tot onbegrijpelijk grote resultaten te brengen.

Na het verlaten van de Ulrumer school bleef mijn vader de volgende jaren bij zijn ouders in het bedrijf. Wat toen betekende alles mee leren den zowel wat het kleinste knechtje moest verrichten als wat de taak was van de wat oudere dienstboden. Deze werkzaamheden werden onderbroken door het verblijf van een winterhalfjaar in het stadje Lingen in Westphalen. Huisgenoot van een zeer eenvoudige boekdrukker aldaar en gehuisvest in een uiterst primitieve woning, was het de bedoeling om wat beter Duits te leren lezen en spreken. Hiermee was alle schoolonderwijs afgelopen en verdere ontwikkeling alleen door zelfstudie te verkrijgen. 

Hij was op hoge leeftijd nog altijd dankbaar, dat hij, na de schooljaren, als jonge man lid was geworden van de rederijkerskamer Asinga te Ulrum. Voor wie dat wilden bestond in deze vereniging de gelegenheid om zich in vele zaken verder te ontwikkelen. 

Na nog enige jaren verblijf op de ouderlijke boerderij, huwde hij 17 Mei 1868 met mijne moeder Itje Willems Dijkhuis, die hem reeds 17 Maart 1869 door de dood ontviel.
Zij hadden de familieboerderij betrokken, gelegen aan de dijk onder Vliedorp, kerkelijk evenwel Zuurdijk2.

2 boerderij “’t Gansehuis”

Hij hertrouwde in Dec. 1874 met Hillegonda Henderika Zuidema, met wie hij ongeveer 35 jaar in gelukkige echt verenigd bleef. Met zijn tweede vrouw verwisselde hij in 1877 zijn woonplaats met de Westpolder waar ‘t gezin bleef wonen tot mijn vader wederom weduwnaar geworden was. 

3 boerderij “Nieuwe Zeeburg”

In ’t voorjaar van 1911 betrok hij, als rustend burger, het renteniershuis van zijn overleden broer te Leens. Hij overleed 12 Juni 1922 als herstellende zieke, vrij plotseling in ‘t Acad. Ziekenhuis te Groningen. 

Van zijn openbare functies zal het diakenschap der N.H. Kerk te Zuurdijk stellig de eerste zijn geweest, terwijl hij later te Vierhuizen kerkvoogd en ook lid van de kerkeraad is geweest. In laatstgenoemde kwaliteit was hij tevens enkele jaren lid van het Provinciaal Kerkbestuur en een getrouw kerkganger. Beslist vrijzinnig godsdienstig is hij altijd gebleven. 

Van zijn andere openbare functies herinner ik mij zijn voorzitterschap van het waterschap de Westpolder en van de afd. Leens der Gron. M. v. L. en Nijverheid. 

In openbare colleges heeft hij voor de liberale partij zitting gehad; allereerst als lid van de Raad der Gemeente Ulrum en van de Provinciale Staten van Groningen.
Daarna was hij een lange reeks van jaren lid der 2e Kamer der Staten Generaal en ten slotte nog enkele jaren lid der 1e Kamer. 

Hoewel hij ook meerdere wetenschappelijke bijdragen heeft geleverd in tijdschriften op landbouwkundig en economisch gebied, heeft hij meer bekendheid gekregen door zijne verschillende nagelaten geschriften van folkloristische aard. En dan hoofdzakelijk betreffende de geschiedenis en toestanden van zijn naaste omgeving.
Ze zijn dan ook niet zo zeer aan te merken als resultaten van en diepgaande studie als wel de uitkomsten van een uit liefhebberij nagegaan onderzoek uit oude documenten en familiepapieren. 

___________________________________________________________

Naar Hindrik Jelte Zijlma
Naar B039 Geuchien Zijlma