Huwelijkscontract en -akte Jan Pieters Vork en Johanna Barbara Winter

19-11-1827 repertorium nummer 251 notaris Frans Izaäk Abresch te Zuidhorn 

Voor Mr Frans Izaäk Abresch, Openbaar Notaris ter residentie van Zuidhorn Kanton Zuidhorn Kwartier en Provintie Groningen, en in tegenwoordigheid der nagenoemde en mede ondergetekende getuigen, zijn gecompareerd
de Heer Jan Pieters Vork, eigenaar wonende te Zuurdijk gemeente Leens, Arrondissement Appingedam, meerderjarige zoon van wijlen Pieter Jans Vork en Trijntje Jacobs Bos, in leven zijnde Ehelieden, gewoond hebbende Zuurdijk ter eenre;
En Mejuffrouw Johanna Barbara Winter, wonende te Bergum, in de Provintie Vriesland thans present te Zuidhorn, meerderjarige Dochter van Johannes Ernestus Winter, Predikant te Zuidhorn en van wijlen Mejuffrouw Gezina Henderika Borgesius, ter andere Zijde,
dewelke comparanten in het vooruitzigt van het huwelijk hetwelke ten spoedigsten met de formaliteiten bij de wet bepaald tusschen hen zal worden voltrokken hebben opgerigt de voorwaarden van hun toekomstig huwelijk in manier navolgende
art 1.
Er zal tusschen de aanstaande Echtgenooten plaats hebben eene volstrekten gemeenschap van goederen, wijkende de contracterende partijen alzo af van alle wetten gemeenschap van goederen in tr[]erende, en zal alleen tusschen de Echtgenoten plaats hebben gemeenschap van winst en verlies.
art 2.
Ten einde het voorschreven artikel steeds en in allen gevalle haar gevolgen hebbe hebben de aanstaande Echtgenooten zich verbonden om voor de voltrekking  van het huwelijk wederkerig eenen staat te zullen opmaken bevattende het geene door hen word aangebragt en dezelve te zullen verteekenen, wijders bij iedere aanwerving, zo die staande den Echt plaats mogt hebben dezelve te zullen vervolgen.
art 3.
Den aanstaanden Echtgenoot van de aan Staande Echtgenoote overlijdende zonder Kind of Kinderen uit den aanstaanden Echt gebooren na te laten zo legateerd den Echtgenoot den Echtgenoote levenslang en Jaarlijksch een Zuiver revenu uit Zijne nalatenschap van Agthonderd guldens zullende Zijne Erfgenamen gehouden zijn, alvorens tot de verdeling zijner nalatenschap over te gaan, eene [] borgtocht voor deze Jaarlijksche uitkering ten genoegen der langstlevende Echtgenoote te stellen.
art. 4.
De aanstaande Echtgenoote voor den aan staande Echtgenoot overlijdende zonder Kind of Kinderen uit den aanstaande Echt gebooren na te laten zo institueerd de Echtgenoote haar Echtgenoot als haaren algemeenen Erfgenaam in den eigendom haaren Nalatenschap.
Aldus gedaan en gepasseerd te Zuidhorn en aldaar in de wooning van den Heer Predikant bovengemeld op den Negentienden November van het Jaar Een Duizend Agthonderd Zeven en twintig in tegenwoordigheid van Berend Jacobus Eikelaar, veldwagter en Aries Lammers Huising, arbeider, woonende beide te Zuidhorn als getuigen en hebben comparanten de Minute dezes welke in het bezit en bewaringe van den ondergetekenden Notaris is gebleven met de Notaris en getuigen na gedaane voorleezinge getekend. 

Jan Pieters Vork, oud vier en vijftig jaren, eigenaar en landbouwer van beroep, geboren den zeven en twintigsten April zeventien honderd drie en zeventig te Leens, blijkens aldaar afgegeven doop extract, wonende te Zuurdijk, meerderjarige zoon van wijlen Pieter Jans Vork en uit van wijlen Trijntje Jacobs Bos, geboren, in leven zijnde landbouwers van beroep, gewoond hebbende en overleden te Leens voor zeer lange jaren, alsmede de grootouders zoo wel aan vaders en moeders zijde overleden voor zeer lange jaren als toen ter tijd geene legale antekening van het overlijden werden gehouden. Blijkens eene acte acte door vier geloofwaardige personen vertekend dat hen lieden zulks kennelijk zij, opgemaakt door Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris in het Kanton Winsum den zevenden November achttien honderd zeven en twintig behoorlijk geregistreerd, weduwnaar van Anna Luijes Dijkhuis in leven zijnde landbouwersche van beroep, gewoond hebbende en overleden te Zuurdijk den negenden Januarij achttien honderd vier en twintig, blijkens dood Exract afgegeven te Leens ten Eendre
en
Johanna Barbara Winter, oud zeven en veertig jaren, buiten beroep, geboren den zevenden Maij zeventien honderd en tachtig te Zuidhorn, blijkens aldaar afgegeven doop Extract, wonende te Bergum, meerderjarige dochter van Johannes Ernestus Winter, predikant der Hervormde Gemeente Zuidhorn en aldaar wonende, deszelfs [] toestemming gegeven ingevolge notariele acte gepasseerd voor Mr Herman Trip, notaris te Groningen, hierbij overlegd en erkend, en uit van wijlen Gezina Henderika Borgesius, geboren, in leven zijnde predikantsvrouw, gewoond hebbende en overleden te Zuidhorn den vier en twintigsten Julij achtien honderd en negentien, blijkens aldaar afgegeven dood Extract, weduwe van Teio Frederik Feenstra, in leven zijnde houtzaagmolenaar van beroep, gewoond hebbende en overleden te Bergum den dertigsten Maart achtien honderd vijf en twintig, blijkens dood Extract aldaar afgegeven, ten anderen zijde []

Naar Gedenksteen Jan Pieters Vork