| ___________________________________________________________ |
Op heden, den vijf en twintigsten Julij achttienhonderd zesendertig, des voordenmiddags te negen uren, ten verzoeke en in tegenwoordigheid der requiranten, in het hoofd der eerste vacatie van dezen inventaris vermeld, alsmede ten bijwezen van den Heer Meester Roelf Brongers, prokureur bij de regtbank van ersten aanleg te Appingedam, wonende te Bellingeweer, in deszelfs kwaliteit bij de eerste vacatie omschreven, zijn wij, Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergeteeende getuigen, overgegaan tot de voorzetting van de inventarisatie hiervoren vermeld, alles naar mate de goederen door de aangestelde bewaarders ten voorschijn zullen worden gebragt en door de deskundigen gewaardeerd, invoegen als volgt:
Op de zolder.
Zestig mudden haver geschat op een honderd en vijf gulden. 105,oo; Dertig mudden garst, geschat op honderd gulden. 100,oo; Drie groote kisten, geschat op een en twintig gulden. 21,oo; Een arslede met met beltuig, geschat op dertig gulden 30,oo; Een kaaspers, vier zeven, een balans met bladen, een melkstelling, twee planken, twee juffers, een rottekast, drie rollen zink, een tafel met los blad, twee korenschoppen, een vierde Nederlandsch mudvat, een eikenvat, twee bakken en drie lantaarnhokken, te zamen geschat op zeven vijftig gulden. 57,oo
Op de karnhuiszolder.
Een stelling, een vat, twee roosters, een hakvat, twee kersseladders, twaalf melkmollen, een boonsnijder en twee grove kleeden, te zamen geschat op een en twintig gulden. 21,oo
In de schuur.
Een kooibed, twee dekens, een peuluw, twee kussens en twee lakens, te zamen geschat op twintig gulden. 20,oo;
Vier schakels, een zegen, drie lijnen, twee jagerstokken, een polstok en een viskaar, te zamen geschat op vijftig gulden. 50,oo;
Drie veldwagens, twee wagenzeeltuigen, drie ponters en drie voor- en achterbinden, te zamen geschat op honderd vijf en zeventig gulden. 175,oo; Een draagbaar, een trappen, drie ladders, twee waschtobben, acht vatjes en een koperen ketel, te zamen geschat op twaalf gulden vijf en twintig cent. 12,25; Ongeveer negentig voeren hooi, geschat op vierhonderd en vijftig gulden. 450,oo; Acht vorken, acht rijven, vier gaffels, een schoffel, twee scharpschoppen, drie zaadschoppen, vier grepen, twee hooischoffels, een haverkist en een vogelhok, te zamen geschat op vijftien gulden vijftig cent. 15,50; Vijf schaapbakken en een zaadwan, te zamen geschat op drie en vijftig gulden vijftig cents. 53,50;
In de hut.
Een kist, een ladder, een kiep, twee melkkaren, en een bedde, geschat op een en twintig gulden vijf en twintig cent. 21,25; Acht bakemmers, een aalkaar, negen koebakken, een mestreek, een modderhouw, twee harken en twee padschoffels, te zamen geschat op zestien gulden vijf cent. 16,05; Twee polstokken, een ruidklauw, een stokzigt, acht vaten en een waschtob, geschat op achttien gulden. 18,oo; Twee wipkarren, vier kroodkaren, drie eggen en twee ploegen, tezamen geschat op twee en vijftig gulden. 52,oo; Drie ploegzeeltuigen, twee eenspannen, vier ploegketten, drie rolketten en een koppelket, te zamen geschat op veertien gulden vijftig cents. 14,50; Zes halsbagen, acht toomen, twee halsjukken, twee beld zeelen, drie tetsen en vier turen, geschat op negen gulden. 9,oo; Twee ploegslepen, twee drijfhouten en een windmolen, te zamen geschat op achttien gulden. 18,oo
In het wagenhuis.
Twee nederslaande kapwagens, geschat op drie honderd gulden. 300,oo; Een kapchais, een dito open chais en een dusselboom met beugels, geschat op vijf en twintig gulden. 125,oo; Een paar wagengereiden met hoofdstellen en lijnen, benevens een chaisgereid, alles te zamen geschat op honderd tien gulden. 110,oo; Een gereide kast, een eiken wring, twee gierbakken en een rolblok, geschat op twintig gulden vijftig cent. 20,50; Vijf aalfuiken, een looike, tien paarde helsters, een groot vat met ijzeren hoepen en een slijpsteen, te zamen geschat op acht en veertig gulden vijftig cens. 48,50
In het zomerhuis.
zes bruine stoelen en een eiken trektafel, geschat op zeven gulden. 7,oo
Op het land.
Twee vijfjarige vette ossen, geschat op driehonderd vijftig gulden. 350,oo; Een vierde kalfs en twee derde kalfs melkkoeijen, te zamen geschat op honderd tachtig gulden 180,oo; Zeven tweede kalfs melkkoeijen, geschat op driehonderd vijftig gulden. 350,oo; Vier gelle vaarsen, geschat op honderd en zestig gulden. 160,oo; Zeven vette koeijen en drie driejarige ossen, te zamen geschat op zeshonderd vijfenzestig gulden 665,oo; Acht koeheukels, een dito stier en twee dito ossen, te zamen geschat op driehonderd gulden 300,oo; Negen kalver, geschat op honderd gulden 100,oo;
Een bruin merriepaard met veul, en dito schimmeldblespaard met veul, te zamen geschat op driehonderd vijf en zeventig gulden. 375,oo; Een oud merriepaard (de meeuw genaamd) geschat op honderd en tachtig gulden. 180,oo; Een zevenjarig bruin merriepaard, geschat op honderd en tachtig gulden. 180,oo; Een stekelharig bles ruinpaard, geschat op honderd vijf en tachtig gulden. 185,oo; Een bruin vijfjarig ruinpaard, geschat op honderd en zestig gulden. 160,oo; Twee bruine vierjarigeruinpaarden, geschat op driehonderd vijftig gulden. 350,oo; Een bruin driejarig ruinpaard, geschat op honderd drie en zestig gulden. 160,oo;
Zeven guste schapen, twaalf melkschapen en vier en dertig lammer, te zamen geschat op tweehonderd zes gulden. 206,oo; Drie jonge varkens, geschat op negenveertig gulden. 49,oo.
Vervolgens hebben wij ons wederom in de behuizinge begeven, en aldaar
in een kamer, uitziende met twee glazen na het zuiden en een na het westen geinventiseerd:
Gereede geldspapieren.
Een zak met drie guldens, daalders en twee Zeeuwsche rijksdaalders, te zamen ten bedrage van zeven honderd negenveertig gulden twintig cents 749,20;
Een zak met zeeuwsche rijksdaalders, ten bedrage van vierhonderd zestig gulden 460,oo;
Een zak met guldens, ten bedrage van vijfhonderd gulden. 500,oo;
Een zak zeeuwsche rijksdaalders, ten bedrage van vijfhonderd twintig gulden. 520,oo;
Een zak dito, ten bedrage van vijfhonderd twintig gulden. 520,oo;
Nog aan diverse Nederlandsche zilvermunt specien, een sum van drie en tachtig gulden vijftien cents. 33,15;
Aan gouden tien gulden stukken, honderd en vijftig gulden. 150,oo;
Aan gouden vijf gulden stukken, honderd en vijftien gulden. 115,oo; 3097,35
En hiermede bezig geweest zijnde tot des avonds zeven uur, is de verdere voortzetting deze inventarisatie, met goedkeuring van partijen, bepaald op dingsdag, den tweeden Augustus aanstaande, des voordemiddags te negen uur; zijnde de nog ongeinvenariseerde goederen gebleven in de bewaring der gestelde bewaarders.
Waarna de requiranten, de Heer Meester Roelf Brongers voornoemd, de bewaarders der zegels en de vier deskundigen, nevens Peter Wijbes Doornbosch, koopman, en Berend Gerrits Klok, uurwerkmaker, beide wonende te Winsum, als getuigen ten dezen verzocht, die, met ons notaris, na gedane voorlezing, hebben onderteekend te Winsum, in de behuizinge numero twee en twintig, op dag, maand en jaar voorschreven.
(was geteekend)
| ___________________________________________________________ |
Naar 13-07-1836 Boedelbeschrijving Akte 03
Naar 02-08-1836 Boedelbeschrijving Akte 05
Naar Data akten van Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens