Graf 56: 23-08-1836 Akte 6 Boedelbeschrijving Nalatenschap Jan Tijmens door Elisabeth Eijes

___________________________________________________________

Op heden, den drie en twintigsten Augustus achttienhonderd zes en dertig, des voorde middags te negen uren, tengevolge  eene dispositie, gegeven door Mijnheer den Vrederegter van het Kanton Winsum, op een daartoe ingediend request, den negen tienden Augustus achttienhonderd zes en dertig, geregistreerd te Onderdendam, den negentienden Augustus  achttienhonderd zes en dertig, deel elf, folio twintig, verso, vak vijf met een blad en geen renvooijen. Ontvangen met de acht en dertig opcenten een gulden tien en eene halve cents. De Ontvanger Langeveld; en ten verzoeke en in tegenwoordigheid der requiranten, in het hoofd der eerste vacatie van dezen inventaris vermeld; Alsmede ten bijwezen van den Heer Meester Roelf Brongers, prokureur bij de regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, wonende te Bellingeweer, als door Mijnheer den Vrederegter opgemeld, gequalificeerd, bij deze inventarisatie de opposanten te vertegenwoordigen, zijnde:
Ten eersten. Jonkheeren Meesters Witius Hendrik de Savornin Lohman, advocaat, wonende te Groningen, en Maurits Adriaan de Savornin Lohman, advocaat, mede te Groningen woonachtig, als erfgenamen van wijlen den Hoog Welgeboren Heer Jonkheer Maurits Adriaan de Savornin Lohman; als crediteuren van wijlen Jan Tijmens, voor eene som van negentienduizend guldens en een jaar rente van dien; ingevolge exploit, geinsinueerd door den deurwaarder Jarg Jans Pettinga, den tweeden Julij dezes jaars, behoorlijk geregistreerd, bij den Ontvanger Langeveld, te Onderdendam, den vierden Julij daaraanvolgende.
Ten tweeden. De Heer Jacobus Bouer, eigenaar, wonende te Winsum, en Anna Maria Bouer, gesterkt en geauthoriseerd door den Heer Johannes Feisser, ontvanger der directe belastingen en accijnsen in de gemeente Veendam, en aldaar woonachtig; ingevolge exploit, geïnsinueerd door den deurwaarder Jarg Jans Pettinga, den twee en twintigsten Augustus dezes jaars, behoorlijk geregistreerd te Onderdendam, den drie en twintigsten Augustus laatstleden, bij den Ontvanger Langeveld, als de crediteuren van wijlen Jan Tijmens, in  leven landbouwer te Winsum, voor eene som van vierduizend guldens kapitaal, mede diens loopende renten, na vijf procent, vanaf den eersten November achttienhonderd vijf en dertig.
Ten derden. Alberdina Berends Wierenga, weduwe Haije Tjaards Bolt, eigenaresse wonende te Warfhuizen, voor haar zelven en in hare betrekking als moeder en wettige voogdesse over haar minderjarige kinderne bij wijlen haren man gemeld, in echte verwekt; ingevolge exploit  van den twee en twintigsten Augustus dezes jaars; geinsinueerd door den deurwaarder Jarg Jans Pettinga, zijnde behoorlijk geregistreerd te Onderdendam, den drie en twintigsten Augustus van dat zelfde jaar; als credittrice van wijlen Jan Tijmens, in leven landbouwer te Winsum, voor eene sum van tweeduizend guldens kapitaal, voorbehoudens het regt op diens verschuldigde renten.
En ten vierden. de Heer Meester Melle Sichterman van de Brake, prokureur bij de regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, wonende op den huize de Brake, onder Obergum, gemeente Winsum, ingevolge exploit, geinsinueeerd door denzelfden deurwaarder Jarg Jans Pettinga, den twee en twintigsten Augustus laatstleden, behoorlijk geregistreerd te Onderdendam, op heden den drie en twintigsten Augustus achttienhonderd zes en dertig, bij den Ontvanger Langeveld;
Als crediteur van wijlen Jan Tijmens, in leven landbouwer te Winsum, en wel: primo. Van eene vordering groot zevenduizend zevenhonderd en zestig guldens, Nederlandsche Courant, welke sum door nu wijlen gezegden Jan Tijmens aan den opposant is gelegateerd bij publieke acte, verleden voor den openbaren notaris Meester Johan de Sitter, residerende te Groningen, in tegenwoordigheid van getuigen, den elfden Augustus achttien honderd vijf en dertig, geregistreerd met een blad, zonder renvoijen, den derden Augustus achttienhonderd zes en dertig, deel acht en zestig, folio zestien, recto vak zeven. Ontvangen voor regt twee guldens en veertig cents, makende te zamen, met de acht en dertig opcenten, drie guldens een en dertig en een halve cents. De Ontvanger. (was geteekend) Tietz.
Secundo. Voor eene som van vijfhonderd guldens, den opposant gelegateerd bij publieken acte, beleden voor den openbaren notaris Meester Johan Jacob de Sitter, residerende te Groningen, in tegenwoordigheid van getuigen, geregistreerd met een blad, zonder renvoijen, te Groningen, den negenden Augustus achttienhonderd zes en dertig, deel acht en zestig, folio een en twintig, recto, vak een en volgende. Ontvangen voor regt twee guldens veertig cents, makende te zamen met achtendertig opcenten drie gulden een en dertig en een halve cents. De ontvanger (geteekend) Tietz.
En Tertio Voor eene sum van dertienhonderd zesennegentig guldens en vijf en een tweede cents, zijnde restant kapitaal met intressen van hetzelfde tot op heden berekend, den opposant pro resto nog competerende, ingevolge publieke acte, beleden voor Meester Egbert van Eerde, openbaar notaris, residerende te Groningen, in tegenwoordigheid van getuigen, den achttienden Maart achttienhonderd zes en dertig, Geregistreerd met twee bladen, zonder renvooijen, te Groningen den negentienden Maart achttienhonderd zes en dertig, folio acht en twintig, verso, vak zes en zeven. Ontvangen voor regt vijf en tachtig guldens, makende te zamen met de acht en dertig opcennten eenhonderd zeventien guldens dertig cents. De Ontvanger (geteekend) Toetz.

Zijn wij Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergeteekende getuigen, overgegaan tot de voortzetting van de inventarisatie hiervoren vermeld; alles naar mate de goederen door de aangestelde bewaarders, bij de eerste vacatie hiervoren genoemd, ten voorschijn zullen worden gebragt en door de deskundigen, mede hier vorengemeld, zullen worden gewaardeerd, – als volgt – nadat alvorens door den Heer en Meester Hendrik Hagenouw Brongers, advocaat en notaris, wonende op den huize Mattenesse, te Mensingeweer, namens zijnen constituant, den Heer Tijmen Tijmens, werd gedeclareerd, dat hij zijne regten reserveerde, om, ten dage dienende, tegen de vorderingen der opposanten zich te verzetten; speciaal met betrekking tot de twee geallegeerde testamenten, om daartegen, zoo ten aanzien van derzelver vorm als inhoud, op te komen.

In de hiervoren meergemelde beneden kamer, met twee vensters naar het zuiden en een naar het westen uitziende:
Een kerkboek met gouden beslag, oude keur, geschat op negentig gulden. 90,oo; Een ditto, met gelijk beslag, oude keur, geschat op zeventig gulden. 70,oo; Een gouden zakhorologie, oude keur, geschat op vijf en zestig gulden. 75,00; Een ditto, geschat op vijf en veertig gulden. 45,oo; Een gouden horologieketing, met cachet en sleutel, geschat op vijf en veertig gulden. 45,oo; En gouden halsslootje, geschat op zes gulden 6,oo; Een ditto met twee klu[?], geschat op negen gulden. 9,oo; Acht kerkboeken met zilveren beslag, geschat op vijf en veertig gulden. 45,oo; Een zilveren zakhorologie, alles oude keur, geschat op vijftien gulden. 15,oo; Een zilveren kussenbandje, oude keur, met ditto keting, wegende te zamen zes lood en drie wigtjes, geschat op vier gulden veertig centen. 4,40; Twee ditto vorken, oude keur, wegende een once en drie wigjes, geschat op zeven gulden twintig centen. 7,20

In de schuur.
Vierhonderd hokken ongedorschte gerst, geschat op tweehonderd gulden. 200,oo; Driehonderd vijf en twintig hokken dito rogge, geschat op honderd en twintig gulden. 120,oo

Titels en papieren.
Een authentieke acte, gepasseerd voor Henricus Cleveringa, geconstitueerde rigter van Wehe, Zuurdijk en Nijen Klooster, den vijf en twintigsten Augustus zeven tien honderd en negentig, vóór de invoering der registratie in de Nederlanden; inhoudende het huwelijks-contract tusschen Jan Tijmens en Elisabeth Eijes, waarbij, onder anderen, is bepaald:
“Eerstelijk waren Bruidegom en Bruid, met wederzijds aanwezende vrienden en dedigslieden wel te vrede met alle zoodanige goederen, als zij ondertrouwde jonge lieden hebben en aan malkander zullen komen brengen, en belooven des Bruidegoms ouders aan de bruidegom tien duizend Car: gulden, en ook des Bruids moeder aan de Bruid gelijke tienduizend Car: gulden tot stuir van dit huwelijk ten Eijgendom in te brengen, (mits dat opgemelde capitalen zullen gerekend worden te zijn uitgekeerd en voor ‘t geheel en ook alleenlijk strekken ter vermindering van des Bruids eerstoverledene vaders en van des Bruidegoms inkomstig eerst overlijdende ouders goed, zoodat de langstlevende van wederzijdse ouders, met geen het minste regt, immer meer zal kunnen worden opgedragen, als of dezelve deze met gave voor ‘t geheel of ten deele uit deszelvs eijgen goed hadde gedaan boven de, op de Conthoralen pro portione haereditaria, gedevolveerde nalatenschap van deszelfves vooroverleden ouders) welke te zamen gebragte twintigduizend car. gulden, met winst en verlies, staande huwelijk na de eerste echte bijslapinge voorvallende, tusschen beijde conthoralen zullen wezen gemeen, half en de half; edoch zullen alle overige aangebragte, aangeërvde en inkomstig aan te ervene, zoo wel losse als vaste goederen, wederzijds buiten gemeenschap verblijven en retourneren aan zijden daar de zelve zijn uit- en neergekomen.” Zijnde dit stuk door ons, notaris, geparapheerd en getekend met numero een.

De eerste Grosse eener authentieke acte van verkoop, de dato acht en twintigsten Julij achttienhonderd en vijftien, gepasseerd voor Meester Reneke Gockinga, openbaar notaris, residerende te Groningen, in presentie van getuigen,   behoorlijk geregistreerd, volgens welke door Jan Tijmens, voor zich en zijne vrouw Elisabeth Eijes is aangekocht:
den eigendom van plusminus drie en dertig bunders behuisd land, gelegen onder Vierhuizen, destijds door Jacobus Berghuis gebruikt, voor eene jaarlijksche op Midwinter verschijnede huur van tweehonderd guldens; thans bij Geert Arends Danhof en vrouw in gebruik; welke stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero twee.

Een authentiek extract  van een proces verbaal van verkoop, opgemaakt door Meester Hendrik Hagenouw Brongers, openbaar notaris, residerende te Winsum, in presentie van getuigen, den twaalfden Maart acttienhonderd vijfendertig, behoorlijk geregistreerd, waarbij Jan Tijmens, landbouwer, wonende te Winsum, is aangekocht:
den eigendom van negentien en een vierde bunder land, te Winsum gelegen, en bij Jan Tijmens en vrouw in beklemming gebruikt, tot vaste hure doende jaarlijks op Midwinter, zes en negentig guldens; welk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero drie.

Een authentiek afschrift eener acte van koop, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, in presentie van getuigen, den tweeden Februarij achttienhonderd vijf en twintig, behoorlijk geregistreerd, waarbij door Jan Tijmens, landbouwer te Winsum, is aangekocht:
Vooreerst. Den eigendom van eene behuisde heemstede, bij Klaas Harms en vrouw onder beklemming in gebruik, voor vijf gulden;
ten tweeden. Adidem van eene behuisde heemstede, bij Willem Jacobus en vrouw onder beklemming in gebruik, des jaars voor vijf gulden;
beide gelegen te Zuurdijk; welk stuk door ons, notaris, is geparapheerd en geteekend met numero vier.

De eerste Grosse eener authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, in presentie van getuigen, den zestienden Junij achttienhonderd vier en twintig, behoorlijk geregistreerd; volgens welke Louwe Meinderts Bentema, landbouwer te Zuurdijk, voor zich en namens zijn vrouw Geertruida Aries Brongersma, op rente heeft ontvangen aan den Heer Jan Tijmens en Elisabeth Eijes, ehelieden, landbouwers te  Winsum, een som van vijfduizend gulden, rentende naar vier en een half procent jaarlijks, telkens verschijnende op den eersen Mei; welk stuk met het daarbij behorende borderel van inschrijving, door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero vijf.

Een onderhandsche obligatie, gedateerd den elfden Augustus achttienhonderd vier en twintig, volgens welke Hindrik Lammerts Stoit en Roelfien Pieters Viswat ehelieden te Winsum, onder zelfschuldige borgtogt van Grietje Pauwels, weduwe Pieter Alberts, en van Simon Thomas Gaaikema, landbouwer te Oldehove, op interest hebben genomen van Jan Tijmens en Elisabeth Eijes, ehelieden, landbouwers te  Winsum, de som van eenduizend tweehonderd gulden, rentende naar vijf procent jaarlijks, en verschijnende op den eerstenAugustus; zijnde dit stuk door ons notaris geparapheerd en geteekend onder numero zes.

Een onderhandsche acte gedagteekend Eenrum den negentienden Junij achttienhonderd vier en twintig, volgens welke J.H. Aikes erkent van Jan Tijmens, te Winsum ter leen te hebben ontvangen een honderd gulden; zijnde door ons notaris geparapheerd en geteekend onder numero zeven.

Een certificaat rentegevende werkelijke schuld, ingeschreven in het grootboek der nationale werkelijke Schuld, onder numero twee duizend eenhonderd  vier en zestig, groot aan kapitaal vierhonderd gulden, met zeven daarbij behoorende coupons; door ons notaris geparapheerd en geteekend onder numero acht.

Een certificaat rentegevende, werkelijke schuld, ingeschreven in het zelfde grootboek, onder numero tweeduizend eenhonderd  zeven en dertig, groot aan kapitaal tweehonderd gulden, met zeven daarbij behoorende coupons; door ons notaris geparapheerd en geteekend onder numero negen.

Een onderhandschen acte, gedagteekend den achtsten Februarij achttienhonderd dertig, ten laste van den Heer Jan Rudolph van Eerde, predikant te Obergum, groot aan kapitaal honderd gulden, rentende aar vier gulden vijf en zeventig cents jaarlijks, welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero tien.

Een onderhandsche obligatie, gedagteekend den eersten Mei achttienhonderd drie en dertig, en laste van den Heer Willem Cramer, geneesheer te Winum, groot aan kapitaal tweehonderd gulden, rentende naar vier en een half procento jaarlijksch; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero elf.

Een onderhandsche obligatie, gedagteekend den zeventienden Junij achttienhonderd en vier en twintig, ten laste Jan Freerks Bruins, landgebruiker, en Nieske Jacobs Frens, ehelieden te Winsum, groot aan kaptaal tweehonderd gulden, rentende naar vijf procento jaarlijksch, welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero twaalf.

Een onderhansche obligatie, gedagteekend den zes en twintigsten Junij achttienhonderd drie en twintig, ten laste Riewert Abels Staal, dagloner in de Schillingeham, onder Winsum, groot aan kapitaal vijftig gulden, rentende naar veertig cents per maand van de honderd gulden gerekend; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero dertien.

Een authentieke acte, gepasseerd voor Meester Johan Wichers, drost der Jurisdictie van het Hunsingokwartier, den vijfden Junij achttienhonderd en vier, vóór de in voering der registratie; volgens welke Jan Tijmens en Elisabeth Eijes, deszelfs huisvrouw, hebben aan gekocht,
behuizinge, met de beklemming van het heem en hof, staande aan de Heerestraat te Winsum; doende jaarlijks aan de Stad Groningen tot huur zes gulden zeven zestig centen; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero veertien.

Een authentieke acte, gepasseerdvoor Harmen Amsingh, geconstitueerde regter van Winsum en Bellingeweer, den dertigsten April zeventienhonderd drie en negentig, vóór de invoering der registratie, volgens welke Jan Tijmens en Elizabeth Eijes, ehelieden, hebben aangekocht:
den eigendom van eene behuisde heemstede, te Winsum gelegen; welk suk door ons notaris is geparapherd onder numero vijftien.

Eene authentieke acte, gepasseerd voor Harmen Amsingh, geconstitueerd rigter van Winsum en Bellengeweer, den dertienden Maij zeventienhonderd vier en negentig, vóór de invoering der registratie; volgens welke Jan Tijmens en Elizabeth  Eijs, ehelieden, hebben aangekocht:
eene behuizinge, staande te Winsum, aan het kerkhof, doende aan deszelfs kerke jaarlijks een gulden vijftig centen heemhuur, het zesjarig geschenk daarenboven; welk stuk door ons noaris is geparapheerd en geteekend onder numero zestien.

Een authentieke acte, gepasseerd voor Geert Reinders, geconstitueerd rigter wegens het volk van Winsum en Bellingeweer, den derden Mei zeventienhonderd zeven en negentig, vóór de invoering der registratie, volgens welke Jan Tijmens en deszelfs ehevrouw Elizabeth Eijes, woonachtig te Winsum, hebben aangekocht:
den eigendom van eene behuisde kerkeheemstede, te Winsum gelegen, wordende door de koopers zelfs gebruikt, ’s jaars voor een gulden vijftig centen heemhuur en het zesjarig geschenk; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero zeventien.

Een authentieke acte, gepasseerd voor laatstgemelden rigter, den derden Mei zeventienhonderd zeven en negentig, vóór de invoering der registratie, volgens  welke Jan Tijmens en deszelfs ehevrouw Elijzabeth Eijes, woonachtig te Winsum, hebben aangekocht:
den eigendom van eene behuisde kerkheemstede, bij Jacobus Hindriks en deszelfs ehevrouw destijds in gebruik doende jaarlijks een gulden twintig centen heemhuur en het zesjarig geschenk, gelegen te Winsum; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero achttien.

Een authentieke acte, gepasseerd voor Harmen Amsingh, geconstitueerd richter van Winsum en Bellingeweer, den dertigsten April zeventienhonderd drie en negentig, vóór de invoering der registratie volgens welke Jan Tijmens en Elizabeth Eijes, ehelieden, hebben aangekocht:
Eene Boerenplaats, met de beklemming van ongeveer twee en twintig bunders land, doende jaarlijks aan de Stad Groningen honderd acht en dertig gulden in genere tot huur, staande en gelegen te Winsum, aan het dorp; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend onder numero negentien.

Een authentieke acte, gepasseerd voor Ferdinand Folef, Baron van In- en Kniphuizen, Heer van Ulrum en onderhoorige dorpen, mtsgaders de Nienoord en des Landes Vredewold, den vierden Mei zeventienhonderd zeven en tachtig (04-05-1787), vóór de invoering der registratie, inhoudende de constitutie van beklemregt van ongeveer drie en dertig bunders binnendijksland, destijds bij Harmannus Berghuis en deszels huisvrouw Trientje Jakobs in gebruik, voor tweehonderd gulden huur jaarlijks, welk stuk behoort bij den titel, hierboven onder numero twee omschreven; zijnde door ons notaris geparapheerd en geteekend onder numero twintig;

En hiermede bezig geweest zijnde tot des avonds zeven uren, is de verdere voortzetting van de inventarisatie dezes boedels door den Heer Vrederegter van het Kanton Winsum, met overleg, van partijen, bepaals op maandag, den negen twintigsten Augustus aanstaande, des morgens te negen uren, en wel aan de boerenplaats van de eerstgenoemde requirante, staande en gelegen te Zuurdijk.
Zijnde de nog ongeinventariseerde goederen gebleven in de bewaring van de hiervoren genoemde bewaarders. Waarna de requirante, de representant der opposanten voornoemd, de bewaarders der zegels en de deskundigen, nevens Berend Gerrits Klok, horlogiemaker en Peter Wijbes Doornbosch, koopman, beide te Winsum woonachtig, als getuigen ten dezen verzocht, met ons notaris, nagedane voorlezing van al het vorenstaande, dit hebben onderteekend te Winsum, ten sterfhuize van Jan Tijmens voornoemd, op dag, maand, en jaar als boven.
(was geteekend)
Geregistreerd []

___________________________________________________________

Naar 02-08-1836  Boedelbeschrijving Akte 5 
Naar 29-08-1836 Boedelbeschrijving Akte 7
Naar Data akten van Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens