Graf 56: 29-08-1836 Akte 7 Boedelbeschrijving Nalatenschap Jan Tijmens door Elisabeth Eijes

___________________________________________________________

Op heden den negentwintigsten Augustus achttienhonderd zes en dertig, des voordemiddags te negen uren ten verzoeke en in tegenwoordigheid der requiranten, in het hoofd  der eerste vacatie van dezen inventaris vermeld; alsmede ten bijwezen van den Heer Meester Roelf Brongers, procureur bij  de regtbank van eersten aanleg zitting houdende te Appingedam, wonende te Bellingeweer, bij het hoofd der vorige vacatie genoemd, zijn wij Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, en in tegenwoordigheid der hiernagenoemde en mede ondergeteekende getuigen, overgegaan tot de voortzetting van dit inventaris, en wel
te Zuurdijk, aan de Boereplaats geteekend numero negen, alles invoegen als volgt:

In een kamer, uitziende met twee glazen na het oosten en twee na het zuiden:
Een eikenhouten boogkabinet en een eiken spiegeltafeltje, geschat op dertig gulden 30,oo; Drie vurenhouten taveltjes en een spiegel met vier schilderijen, geschat op zeven gulden 7,oo; Vijf schilderijen, een vatje en twee mollen, tezamen geschat op vijf gulden 5,oo; Een partijtje wit steengoed, geschat op zeven gulden. 7,oo; Een zonnewijzer, een haal en twee waschvatjes, geschat op vijftien gulden. 15,oo

In een volgende kamer, uitziende met twee glazen na het zuiden:
Twee eikenhouten kabinetjes met tien blauw bonte stelzels, geschat op acht en dertig gulden 30,oo; Een halfkastuurwerk, geschat op vijftien gulden. 15,oo; Een houten spiegeltavel met een en half dozijn wit theegoed, twee theepotten, twee suikerpotjes en een spoelkom, geschat op negentien gulden. 19,oo; Een groote spiegel met vergulden lijst, geschat op zeven gulden. 7,oo; Een eikenhouten pulpitrum met een half dozijn porcelein, geschat op twaalf gulden. 12,oo; Een barometer, geschat op tien gulden. 10,oo; Zes schilderijen en twee en twintig blauw bonte schotels, met veertig glazen en roemers, geschat op vijftien gulden. 15,oo; Negen bruine en zes zwarte stoelen, met zes stoelkussens, geschat op zeventien gulden 17,oo

In de tinkast.
Zes grote tinnen schotels en zes dito kleiner, vier dito kandelaars, drie dito bierpullen, vier dito boterklippen en drie dito koffijpotten, te zamen geschat op twintig gulden vijftig cent. 20,50; Een metalen vijzel en eenig blikgoed, geschat op drie gulden. 3,oo; Een lantaarn, geschat op zes gulden. 6,oo; Twee en twintig onder- en bovenlakens, geschat op drie en dertig gulden. 33,oo; Negen twintig bonte kussen teeken, geschat op zeven gulden. 7,oo; Een en een half dozijn theegoed en zes borden, geschat op een gulden. 1,oo 

Op de bedsteden.
Twee bedden, twee peuluwen, tien kussens, vier wollen dekens en vier onder- en bovenlakens, geschat op zeven en zevenig gulden 77,oo

Twee groote vurenhouten tavels, geschat op twaalf gulden. 12,oo

In een klein kamertje, uitziende met twee glazen na het zuiden.
Een stoelklok, geschat op acht gulden. 8,oo; Een tavel met een spiegel en elf schilderijen, geschat op vier gulden. 4,oo

In het karnhuis.
Een karn met ijzeren hoepen, emmers en een tijn, geschat op veertig gulden. 40,oo; Twee ketten, een haal, drie ijzeren potten, een koperen ketel en een dito aker, geschat op tien gulden. 10,oo; Twee koperen koffijketels en drie stoelen, geschat op vijf gulden. 5,oo

In de Melkenkamer.
Een en twintig kopern melkmollen, geschat op honderd zes en tintig gulden. 126,oo; Zeven melktijnen en twee botermollen, vier melkstellings en een boterschraag, geschat op dertig gulden. 30,oo; Een koperen ketel, twee koperen potten, twee akers, en een koffijketel, geschat op twintig gulden. 20,oo; Twee ijzeren potten, koekpan en hangijzer, drie vatjes en drie hardbakken potten, geschat op zeven gulden. 7,oo

Op de koedeel.
Twee groote koperen ketels met drie vaten te zamen geschat op vijftig gulden. 50,oo; Een tavel, vier banken en een stoelklok, geschat op twaalf gulden. 12,oo;  Drie kooibedden met deszelfs toebehooren, geschat op zestig gulden. 60,oo

In de schuur.
Vier veldwagens, geschat op tweehonderd gulden. 200,oo; Een dorsblok, een windmolen en vijf zeven, geschat op vijftig gulden. 50,oo; Een haverkist, twee trappen, drie wagenzeeltuigen, drie gaffelen, zes vorken en zes rijven, te zamen geschat op veertien gulden. 14,oo; Vijf ladders, drie ponters, drie achter- en voorbinden, geschat op vijftien gulden. 15,oo; Vijftigduizend Nederlandsche ponden hooi, geschat op tweehonderd vijftig gulden. 250,oo; Eenduizend en eenhonderd hokken garst, geschat op vijfhonderd gulden. 500,oo; Eenduizend en vierhonderd hokken rog, geschat op vierhonderd en zestig gulden. 460,oo

Op de zolder.
Veertig mudde boonen, geschat op honderd en veertig gulden. 140,oo; Zestien mudden gars, geschat op vijftig gulden. 50,oo

In de hut.
Tien bakemmers, tien koebakken en een tijn, geschat op vijf en twintig gulden. 25,oo; Een tavel, drie mestkaren en drie drankvaten, geschat op twaalf gulden. 12,oo; Een oud en een jong varken, geschat op vijftig gulden. 50,oo.

En hiermede bezig geweest zijnde tot des avonds zeven uren, is de verdere voortzetting van dit inventaris, met overleg van partijen, bepaald op morgen, den dertigsten Augustus aanstaande, des voordemiddagste negen uur, ter zelfde plaatse alwaar thans wordt geproceedeerd. Waarna de requiranten, den Heer Meester Roelf Brongers voornoemd, en de vier deskundigen, nevens Menne Rijpkes Beukema, landbouwer, wonende te Vierhuizen, en Jacobus Willem van der Veen, boereknecht, wonende te Zuurdijk, als getuigen, met ons notaris, na gedane voorlezing dit hebben onderteekend, op dag, maand en jaar voorschreven, te Zuurdijk, in de behuizinge geteekend numero negen.
(was geteekend)

___________________________________________________________

Naar 23-08-1836  Boedelbeschrijving Akte 6
Naar 30-08-1836 Boedelbeschrijving Akte 8
Naar Data akten van Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens