| ___________________________________________________________ |
Op heden, maandag den vierden van de maand Julij achttienhonderd zes en dertig, des morgens te negen uren, ten verzoeke en in tegenwoordigheid van de requiranten, in het hoofd der voorgaande vacatie vermeld, alsmede ten bijwezen van den Heer Meester Roelf Brongers, procureur bij de regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, wonende te Bellingeweer, zich kwalificeerende als mondeling gemagtigde van Jonkheeren Meesters Witius Hendrik de Savornin Lohman, advocaat, wonende te Groningen, en Maurits Adriaan de Savornin Lohman, advocaat, mede te Groningen woonachtig, als erfgenamen van wijlen den Hoog Welgeboren Heer Jonkheer Maurits Adriaan de Savornin Lohman, die zich gesteld hebben opposanten tegen de ontzegeling en inventarisatie des boedels van wijlen Jan Tijmens, bij exploit, geinsinueerd door den deurwaarder Jarg Jans Pettinga, den tweeden Julij jongst, geregistreerd te Onderdendam, den vierden Julij achttienhonderd zes en dertig, bij den Ontvanger Langeveld, hierbij vertoond en dadelijk terugegeven, zijn wij Meester Hendrk van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergetekende getuigen, overgegaan tot de voortzetting van de inventarisatie hiervoren vermeld, alles naar mate de goederen door de aangestelde bewaarders, insgelijks in de voorgaande vacatie genoemd, zijn ten voorschijn gebragt en door de deskundigen, mede hiervoren vermeld, zullen orden gewaardeeerd, in voegen als volgt:
Op de hiervorengenoemde bovenkamer, met twee vensters naar het zuiden en een naar het westen uitziende:
Een mahoniehouten kistje met een thelescoop en een verrekijker, geschat op vijf en tachtig gulden 85,oo; Tien groote en kleine schilderijen, geschat op twaalf gulden en vijftig centen. 12,50; Een rolletje patist katoen en een lap linnen met zes gordijnen, geschat op zes gulden 6,oo
In de kasten.
Zeven koperen schenkketels, twee stoofpannen, drie dito koperen akers en een koperen emmer, geschat op acht en twintig gulden en vijf en twintig centen. 28,25; Vier koperen schaaltjes, en dito thebus, een koperen lamp en een koperen strijkijzer, geschat op vier gulden 4,oo; Een metalen potje en twee dito vijzels, geschat op zeven gulden 7,oo; Zes hardbakken potten, twee dito kannen, vijftien schotels met twee topemmers, geschat op tien gulden. 10,oo; Elf porceleinen schotels, zevendertig dito borden, negendertig groote en kleine dito spoelkommen, geschat op acht en twintig gulden. 25,oo; Een soupterrine, een waschkom met kan, twaalf blaauwbonte borden en zes dito kommen, geschat op vijf gulden vijftig centen. 5, 50; Vijftien dozijn porceleinen theegoed, geschat op zeven en dertig gulden en vijftig centen. 37,50; Twee ronde vischglazen en zestien confituur glazen, geschat op dertien gulden vijftig centen. 13,50; Een en dertig gewerkte bierglazen, elf groote geslepen roemers, tien dito en zes en twintig ordinaire roemers, te zamen geschat op vijftien gulden tachtig centen. 15,80; Twee tinnen zetters, twee dito bierpullen, een dito zeepvat, vier dito schoteltjes, een dito boterklip, een dito trechter, twee peperstrooijers en een dito theepotje, geschat op vijf gulden en twintig centen 5,25; Een blikken peperstrooijer, twee dito melkmaten, een koperen kaarsesnuiter, met twee porceleinen suikerpotten, geschat op twee gulden twintig centen 2,20; Twee koperen braadpannen, drie dito staartpannen en twee dito braadschotels, geschat op zeventien gulden vijf en twitig cent. 17,25; Een koperen emmer, dito koperen stoofpannen en een metalen potje, geschat op elf gulden vijf en zeventig centen. 11,75; Een korf met vier en dertig nappen en sleven, geschat op twee gulden vijf en zeventig centen 2,75; Een zwart ebbenhouten standbeeld, een groot schilderij met mahoniehouten lijst en drie kleine schilderijen, tezamen geschat op tien gulden 10,oo; Een bruine eikenhouten kist met geel koperen beslag, een dito onderstuk van een staand uurwerkkast, geschat op acht gulden vijftig centen. 8,50; Drie vloertapijten, een koperen doofpot en drie kamerbezems, geschat op twee en twintig gulden 22,oo; Een vogelkooi, een schamel, een bombeisiepan, een korf met twee stangtoomen, een hakmes, een spekhaak, een drievoet, een potzeel en een zwarte ebbenhouten handstok, geschat op tien gulden vijftien centen. 10,15
In een kamer, uitziende met twee vensters naar het zuiden en twee naar het westen.
Een mahoniehouten secretaire met drie porceleinen stelsels, geschat op zesig guldens. 60,oo
Uit hetzelve secretaire ten voorschijn gebragt
Twee en twintig omslag en andere doeken, twee zijden voorschooten en twee doffen dito, te zamen geschat op zeven en vijftig gulden en vijftig centen 57,5; Een tafellaken, zes servetten, twaal witte kussensloopen, acht dito, zes dito, vijf witte handdoeken,twaalf kussensloopen, een peulteek, vijf onderbroeken en nog negen kussensloopen, tezamen geschat op vijf en twintig gulden en twintig centen 25,20; Twintig servetten, twee tafellakens, acht en twintig servetten, drie tafellakens en twee handdoeken, tezamen geschat op zeven en vijftig gulden 57,oo; Twee ligters, drie slaapmutsen en een lap handdoekgoed, met elf tafellakens en zes en twintig servetten, te zamen geschat op vier en vijftig gulden dertig centen. 54,30; Twintig handdoeken, een tafelkleed, en servet, zes kussensloopen en twee lapjes pa[?], geschat op negen gulden. 9,oo; Twee lappen bedbaar, drie lappen bontgoed,een stuktje kaoen een lapje rood bontgoed, een stuktje blaauw bontgoed, een stukje sangen dito, een stukje wit park en een stukje voerbombazijn, te zamen geschat op veertien gulden vijftig centen. 14,50
Gewerkt zilver.
Een zilveren theepot, zonder keur, wegende drie oncen op twee wigjes, geschat op een en twintig gulden vijftien centen. 21,15; Een zilveren brandewijnskop, zonder keur, wegende zestien lood en een wigje, geschat op elf gulden zeven twintig centen. 11,27; Een zilveren mosterd vatje, wegende negentien looden, geschat op dertien gulden dertig centen. 13,30; Zes lepels, wegende drie en dertig lood, geschat op drie en twintig gulden zeventien centen. 23,17; Zes vorken, wegende negentien looden, geschat op dertien gulden drie en negentig centen. 13,93; Vier lepels, wegende een en twintig lood, geschat op veertien gulden zeventig centen. 14,70; Een kusschenrand, geschat op vier gulden een en veertig centen, wegende zes lood en drie oncen. 4,41; Een melklepel, een doosje en boekknipjes, wegende vijf looden, geschat op vijf gulden zeventig centen 5,70; Een bruin eikenhouten ladetafel met een porceleinen servies met vergulde randen, op dezelve staande, geschat op acht en veertig gulden. 48,oo;
Uit dezelve ladetafel ten voorschijn gebragt:
Drie tafellakens, drie servetten en tien handdoeken, geschat op zes gulden. 6,oo; Een rolletje katoen, een laken, twee hembden, een lap linnen en een lapje bontgoed, geschat op vijf gulden vijf en twintig centen. 5,25; Een rol wit Marseille, vier lapjes park, een lapje Blaauw bont katoen en zes peuluwteeken, geschat op negen gulden vijf en veertig centen. 9,45; Een orgel-cifeni[?] met pendule, twee vazen met drie stulpglazen en een glazen beker, tezamen geschat op honderd vijf en twintig gulden. 125,oo; Een groote spiegel met vergulde lijst, geschat op twee en zestig gulden vijf en zeventig centen. 62,75; Een barometer en schilderij, geschat op dertig gulden. 30,oo; Een eikenhouten uittrektafel met mahoniehouten rand, twaalf stoelen met zwarte trijpen zittings en twee dito leuningsstoelen, geschat op vijf en zestig gulden. 65,oo;
En hiermede bezig geweest zijnde tot desavonds zeven uren, is de verdere voortzetting van deze inventarisatie, met overleg van partijen, bepaalt op woensdag, den dertienden Julij aanstaande, des morgens te negen uren; zijnde de nog ongeinventariseerd gebleven goederen gebleven in de bewaring van de hierbovengenoemde bewaarders.
Waarna de requiranten, den Heer Meester Roelf Brongers voornoemd, de bewaarders der zegels en goederen, de deskundigen, alle in het hoofd der voorgaande vacatie vermeld, nevens Pieter Wijbes Doornbosch, van beroep koopman, wonende te Winsum, en Berend Gerrits Klok, uurwerkmaker, mede te Winsum woonachtig, als getuigen ten dezen verzocht, dit met ons, notaris, na gedane voorlezing van al het vorenstaande hebben onderteekend te Winsum, in de behuizing numero twee en twintig, op dag, maand en jaar verschreven; met uitzondering van de requirante Elisabeth Eijes, weduwe Jan Tijmens voornoemd, dewelke verklaarde dit niet te willen teekenen.
(was geteekend)
Geregisteerd []
| ___________________________________________________________ |
Naar 23-06-1836 Boedelbeschrijving Akte 01
Naar 13-07-1836 Boedelbeschrijving Akte 03
Naar Data akten van Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens