___________________________________________________________ |
Odell den 17dn Augustus 1868
Geliefde Nichte !
Eindelijk hadden wij dan het innig genoegen onzen dierbaren broeder eens weder te ontmoeten, en dat wel zoo gezond uitziende als wij niet hadden durven verwachten [] dat wij aldus [] goed hebben waargenomen met praten en rond te rijen en duizenderlei vragen te doen en te beantwoorden, ook het is toch zoo aangenomen somtijd eens mondeling van van van Holland en onze daar zijnde vrinden te horen. Wij zien toch dat wij nog niet vergeten zijn door de noch anderen van de familie, gij lieve nichte hebt zelfs de moeite genomen om mij een paar fixe kousen te breiden juist waarvan ik zoo veel houde en wat hier zoo goed te pas komt in de koude winter die wij hier hebben ontvang er mijne hartelijke dank voor, als ook voor de speld en necktie (ik weet het niet op het Hollands te noemen) maar het allerliefste was mij het portret hoewel ik er u niet meer in vinden konde doch hoe langer ik er op staar hoe meer ik Johanna van ouds er in vinde.
Willem Dijkhuis M Sijtsma, en Luuktje Kok kommen mij familier voor, de anderen niet zoo zeer, wees zoo goed hen allen mijnen hartelijken dank te laten weten bij gelegenheid ook Va Kok en Itje Dijkhuis. Wij zullen zoo mogelijk goede portretten van ons aan hen te bezorgen.
Nu nog een paar woordjes aan Cornelis en Menno, wij waren ook zeer met uwe portretjes in schik zoo dat wij ons u toch beter kunnen voorstellen het doet ons leed dat gij niet met uw Vader kondet over komen dat wij u eens levens grootte konden zien.
Lieve Cornelus gij zijt al vrij gevorderd in uw leven. uwe kaart maakt uwe neefs en nichten beschaamd, zij moeten ook kaarten tekenen in de school maar de kleuren komen er niet bij, de uwe is zeer netjes gemaakt en doet u eer aan.
Wij zien uit uwe brief aan uwe vader dat gij al reeds verlangt naar zijne ’t huiskomst maar nu bid ik betoomt uw verlangen nog een weinig langer en gun ons zijn bijzijn nog iets langer zonder ongeduldig te worden
Uw Vader Oom en neefs zijn tans op de jagd.
Uwe heilwensche nicht en tante
G. Aapkens
___________________________________________________________ |
Naar Brieven Klaas Jans Beukma, zonen Jan, Kornelis, Willem Beukma en schoondochter Hillechien Beuckma